STADSNIEUWS
Een beschouwing over
Amersfoort
Politievaria
Kriekende
kriekske
SPANNE
Üqsnda
KENNISGEVINGEN
Inbraken uit 1939
opgehelderd
INGEZONDEN STUKKEN
A.Z. P.C. II en Neptunus II
deelen de punten
De A.N.W.B. en de tollen
Denk aan de vogels!
Ds. W. F. A. Winckel 90 jaar
PAGINA 3
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
WOENSDAG 4 FEBRUARI 1942
In het „Bouwkundig Weekblad or
gaan \an den Bond van Nederlandsche
architecten, schrijft ir. C. B. v. d. Tak,
het volgende over Amersfoort:
Behalve een der aantrekkelijkste is
'Amersfoort tevens een der oudste ste
den van ons land.
Vergel ken wij de kaart van Amers
foort uit den beroemden stedenatlas van
Joh. Blaeu met het. tegenwoordige s'a.ls
plan, dan zien \ve dat de oude stads
kern. omdat de „industrieele revolutie"
der vorige eeuw Amersfoort vrijwel (en
gelukkig) niet beroerd heeft, vrijwel ot*
gerept bewaard is gehle\en.
Tot. in het begin der 20ste eeuw bleef
'Amersfoort een stadje niet een 20.00')
tal inwoners „waar weinig perspectief
in zat'".
Zoodra dan echter de trek naar de
groot© steden afneemt, ja. door de be
tere verkeersmiddelen, de aut9, een te
gentrek ontstaat, wordt ook Amersfoort
met zijn ongerepte omgeving ontdekt en
zet een ontwikkeling tot „woonstad par
excellence" in. waarbij in weinige tien
tallen jaren het aantal inwoners tot
boven de 50.000 stijgt.
Natuurlijk waren aan een dergelijk©])
snellen groei ook gevaren verbonden,
maar een wijs stadsbestuur heeft alhoé
wel de tp hanteeren rechtsmiddelen
aanvankelijk gering in aantal waren
(het. uitbreidingsplan, reeds in 1910
vastgesteld, was in feite toch niet veel
meer dan een stratenplan en daarbij
kon de „bestemming" van de in het
plan betrokken gronden nog niet wor
den vastgelegd) en' men bij pogingen
om tot eenige ordening te geraken veel
al heel wat tegenwerking had te over
winnen, met name in een tijd, waarin
het „laisser aller" den toon aangaf, het
ergste voorkomen.
O.a. door het oprichten van een ge
meentelijk Grondbedrijf werd het over
groots deel van de voor de stedelijke
uitbreiding benoodigde gronden en wer
den ook die gronden, die men voor het
nageslacht onbebouwd wilde bewaren
(reservaten, panorama's vanaf den
Amersfoortsche Berg) in handen van
de gemeenschap zelve gebracht.
Toen mij in 1929 werd opgedragen het
uitbreidingsplan te herzien, was het
duidelijk, dat het er om ging vorm te
geven aan hét nieuwe £n het oude te
bewaren, ja zelfs te regenereeren.
Ik dacht bij het laat6te nog meer aan
de oude^stadskern als aon een nog vrij
gaaf 6tedebouwkundig geheel dan aan
de fraaie „gevels" die Amersfoort nog
bezit, in het bijzonder. Dat die zoo mo
gelijk bewaard en hersteld moesten wor
den werd wel algemeen erkend
De stad groeide rle loaf6te decennia in
een eteeds sneller tempo naar het Wes
ten en er vertoonden zich teekenen dat
de oude stad als ..natuurlijk centrum"
ean importantie inboette.
Het was duidelijk dat een voortgang
Van dit proces het verval van de oude
etad zou beteekenen.
Vele oude huizen werden verlaten en
Verbouwd tot, of gebruikt als. pakhui
zen, onbewoonbaar verklaarie wonin
gen bleven jarenlang „dichtgespijkerd"
staan, winkels werden van uit de bin
nenstad naar de buitenwijken ver
plaatst, enz.
Naast de pogingen om liet aspect van
'de oude stad aantrekkelijk te houden en
door restauraties en verbeteringen nog
(aantrekkelijker te maken, moest n.m.m.
vóór alles bereikt worden dat de oude
stad haar levensvatbaarheid, haar be
staansrecht bleef behouden.
Het, herziene uitbreidingsplan toont
Ban, dat rie geprojecteerde woonwijken
aan de Oostzijde van de stad. het zwaar
tepunt wederom meer naar de oude
stadskern zullen verplaatsen. De bij het
plan behoorende „bebouwtnesvoorschrif.
ten" beperken bovendien het ongebrei
deld oprichten van winkelpanden in de
buitenwijken, zoodat het plan de tot
standkoming voorziet van een stede-
bouwkundig harmonisch afgerond ge
heel (pl.m. 90.000 inwoners), waarbij de
oude starl niet tot een soort appendix is
verworden, maar inderdaad bet ..hart"
vormt..
Het plan belet tevens de lintbebou
wing langs de zgn. uitvalswegen. Ten
Oosten van het afwateringskanaal is al
leen een landelijke bebouwing (boerde
rijen) toegestaan, zoodat het unique
silhouette dat Amersfoort, als "en door
den Liniedijk begrensd gaaf geheel, van
hit de Eempolders vertoont, bewaard zal
blijven.
Doordat vóór de grenswijzigingen van
1910 dc gemeentelijke grenzen 1 bijna de
oude stadskern raakten was 0.0. op het
grondgebied van de gemeente Hoogland
een parasitaire lintbebouwing ontstaan,
die het bovengenoemde stadsbeeld gron
dig bedierf.
„Gelukkig" werden Mei 1940 deze
buiten den versterkten Liniedijk gele
gen huizen alle om een vrij schootsveld
te verkrijgen, door onze militaire auto
riteiten gpslecht.
Het verdient in het bijzonder vermel
ding dat de Algemeen Gemachtigde xoor
den wederopbuw, dr. ir. J. A. Binge»*s,
onmiddellijk bereid bleek het wjderop-
bouwen te verbieden.
N11 iets over het aspect van de oude
stadskern.
Als zoovele sleden was ook Amers
foort rijk gezegend met ontsierende re
clames een „gevoelige" kwestie. Noch
hPt asnpct ven de oude binnenstad, noch
het landschap verdragen het ongebrei
deld aanbrengen van horden, beplakken
en bespijkeren van gevels.
De concurrentie drijft daarbij tot
steeds grover middelen. Brengt de pen
een bord van één m2 voor een bepaald
artikel aan, de concurrent poogt onmid
dellijk te overtroeven met pen bord van
„ernice" m2's in nog schreeuwender
'kleuren. In de praktijk blijkt dikwijls
dat men zelf weinig waarde hecht aan
het hebben van dergelijke reclames, dip
men men geeft het veelal volmondig
toezelf afschuwelijk vindt en dat men
gaarne van een dergelijke wijze van re
clame maken afstand zou doen, dat de
concurrentie dit echter belet Door over
lég en overreding is veel te bereiken. Bij
plannen voor nieuwe gevels in de bin
nenstad wordt <b-v- door den dienft
Bouwtoezicht een'-project geéischt met
de aan te brengen reclame
Ondanks de aanvankelijk geuite be
zwaren tegen het in de Politieverorde-
ning opgenomen artikel ter bestrydng
van" de ontsierende reclame (voor iede
re „zichtbare" reclame is een vergun
ning noodig) zijn bevredigende resul
taten bereikt. De stad is ontdaan van
heel wat misplaatst Amerikanisme, al
blijft voortdurende waakzaamheid noo-
diP-
Daarnaast wordt getracht (een plan
is in voorbereiding) het aspect van de
s'ad te verbeteren door het op met zorg
uitgezochte plaatsen denk aan onze
oude stadsgezichten! aanbrengen van
©enig „groen". ITet zal daardoor moge
lijk zijn het „ongewenschte" te verstop
pen of te caxnoufleeren, het ..cewensch-
tc" te accentueeren.
Blijft over iets te zeggen oxer de
restauratie van de architectonisch en
historisch belangrijke oude bouwwer
ken., alhoewel iéder, boe eenvoudig
maar qua massa gaaf bouwwerk ook,
noodzakelijk behouden moet blijven
om de oude stad een geheel te laten
blijven.
Zou men zich immers beperken tof
het architectonisch belangrijke, dat
slechts een gering percentage van het
geheel vormt en zou de rest verdwijnen
en langzamerhand vervangen worden
door een niet in de sfeer van de oude
stad passende „moderne" bebouwing
dan zou men weliswaar later bier en
daar een fraai specimen van oude va
derlandsche bouwkunst ontdekken
maar het doel de oude kern als een
stedebouwkundig architectonisch gaaf
geheel te bewaren zou niet bereikt wor
den.
Hieruit volgt reeds dat ook de pro
jecten voor „nieuwe" bouwwerken ge
toetst zullen moeten worden op hun ge
Bchiktheid de harmonie 'te bewaren
resp in de toekomst wederom te her
stellen.
Alle individueele .uitingen" hoe knap
(of vernuftig bedacht) ook „an sich" zul
len, als zij aan het bovenstaande niet
voldoen, verworpen moeten worden
Vooral de bouwmeester, die in de 011de
stadskern bouwt, zal moeten „dienen"
en niet „zichzelf zoeken".
Welke resultaten de laatste jaren be
reikt. zijn door verschillende restaura
ties moge blijken uit de afbeeldingen.
Dat zij bereikt worden dankt Amers
foort aan de samen- en medewerking
van velen, waarbij ik (men vergeve mij
de volgorde) nietmag nalaten te noe
men de beide inspecteurs bij bet. Bouw
toezicht. de heeren J. Kapteyn en A. J
van den Tol, die wat het oude slads-
schoon betreft bij mijn dienst de afdee-
ling „Defensie" vormen, den directeur
van hel Rijksbureau voor de Monumen
tenzorg, jhr. dr. E. O. M van Nispen tot
Sevenaer. en de ambtenaren arch. A. L.
Oger en den heer D. Verheus, die altijd
bereid zijn op grond van hun groote er
varing te helpen.
CtmtonU
Amersfoort
De Burgemeester van Amersfoort
waarnemende de taak van het college
van Burgemeester en Wethouders
maakt bekend, dat aan het Stadhuis is
aangeplakt een publicatie inzake een
verzoek van H. J. Bakker, om een tap-
vergunning in hef perceel Kortegracht
8.
De resultaten hebben er toe geleid dat
ook de burgerij zelf „schik" in het geval
het herstel van de oude stad be
gint te krijgen, waardoor hef initiatief
om tot restauratie van een bouwwerk
over te gaan meer en meer zelfs van
haar zMf begint uit te gaan. Is zij er
bovendien zelf niet financieel bij geïn
teresseerd?
De tijdsomstandigheden wel een
uitzondering begunstigen het werk.
Soms is met een betrekkelijk gering
materiaalverbruik een oud vervallen
object tp restaureeren en daardoor in
een exploiteerbaren vorm te brengen,
vooral als. zooals dit in „moeilijke" ge
vallen gebeurt, het Departement van
Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbe
scherming. Provincie en Gemeente sti-
muleerend een kleiner of grooter bedrag
als subsidie beschikbaar stellen. In het
komendp voorjaar bezoek© men de* oude
veste eens.
Ik weet zeker: ge zult er geen spijt
van hebben, evenmin als ónze Joost
van den Vondel die zeide:
Schoon Utrecht eertijds praalde op
Bisschop's etaf en my ter.
En stoel en hoogen Dom, nog wil ik
Amjsfort
Van grooter waard benijd, verheffen
•miin cyter
Alj rechterhand van 't Sticht, in zegen
nooit verkort.
Hier wordt den vreemde, van den
gastvrije ingezeten
Gewelkomt. slecht en recht, en
zonder dwaze pracht.
In het Jaar 1939 werd er ln den nacht
yan 14 op 15 April Ingebroken op den Oude
Soesterweg. Ongeveer een maand later, in
den nacht van 17 op 13 Mei, verschaften
ongenooden zich **^or inklimming toegang
tot een huis op het Anjerplein. De bult
was in beide gevallen niet groot. Het on
derzoek leverde aanvankelijk niets op. de
politie voelde zich op dood spoor
Dezer dagen is er plotseling licht geko
men in deze duistere zaakjes. Een briga
dier van politie, die de verzameling vin
gerafdrukken eens nakeek, ontdekte plot
seling iets... en dat ..iets" was aanleiding
tot de aanhouding van den 23-Jarigen K..
alhier. Hij heeft beide Inbraken bekend.
Voorts werd een zekeren O. in arrest ge
steld. verdacht van mededaderschap
Gisterochtend liet een groentenkoop-
man in onze stad een slee, waarop 15
H.L. aardappelen waren geladen, door
een paard voorttrekken, dat niet
scherp gesteld was, ondanks de glai-
beid. Een politie-agent liet het dier
uitspannen en gaf den voerman een
bekeuring.
Alhier is een zekere L. aangehouden,
afkomstig uit Amsterdam. Hij wordt
verdacht van rijwieldiefstal.
Burgerlijke Stand
Geboren: Martinus. z. van Willem Bouw
man en Petronella Veldman; Bernardus
Gerardus Maria. d. van Gerardus Willem
Jozef Maas en Margaretha Adrlana Land
man; Christina Hendriks, d. van Siemcn
Visscher en Hendrika Catrina van Burgste
den.
Overleden: Cornells Scherpenzeel 24 J.
ongehuwd; jan Bekelaar 70 J. edhtgenoot
van Willem In a Berg akker.
DENKT AAN DE VOGELS
Helpt de vogels in wintertijd.
Hoofden van scholen worden namens de
Vereemging van Dierenbesoherming beleefd
verzacht aan de kinderen te verzoeken
voedsel voor de vogels te strooien.
Inspecteur Dierenbescherming
G. HENDRIKS.
WATERPOLO
De returnwedstrijd tusschen A. Z 4:
P C. II en Neptunus 11, wekle gister
avond in het Sp9rtfondsenbad voor de
wintercompetitie gespeeld werd, ein
digde in een 2—2 gelijk spel. Een uit
slag, waarmede beide zeventallen te
vreden kunnen zijn, al mogen we
geenszins ontkennen, dat de groen
witte» door hun enthousiasme dikwijls
in de meerderheid waren. Doch dit
enthousiasme kostte A.Z. en P.C. ook
dc overwinning, doordat de spelers
voor het vijandelijk doel te onbesuisd
speelden, maar ook eenige mooie kan
sen onbenut lieten Anderzijds was het
verdedigen van Neptunus niet slecht,
in het bijzonder de doelverdediger, die
zich uitstekend weerde. Toch droeg de
strijd een spannend knrakter. De
groenwitten wisten in een periode," dat
zij in de meerderheid waren door J. v.
Woudenberg de leiding te nemen,
doch W. van Woudenberg bracht met 'n
fraaien doorslagbal, onhoudbaar voor
doelverdediger Pesie, de balans weer
in evenwicht. (11)
A. Z. P. C. kon haar overwicht
daarna niet in doelpunten uitdrukken,
deels door te zacht schieten, deels door
krachtig verdedigen van Neptunus.
Door het verdedigen van Neptunus
was de voorhoede dezer club vrijwel
geheel op zich zelf aangewezen. Zij
trachtte dit op te heffen, door snelle
uitvallen te ondernemen, waarvan één
vlak voor de ru6t, me succes bekroond
werd Van Houdt slaagde er in, nadat
Wigtenbroek ^en paar maal faalde,
Neptunus de leiding te geven 1'2.
In de tweede helft kreeg Hardebol
ormiddellijk gelegenheid den gelijk
maker te scoren.. Onbegrijpelijk genoeg
accepteerde hij de kans niet. De strijd
nam hierna in spanning toe. waartoe
verschillende factoren meewerkten. Wij
noemen 6lechts het schot van Van
Houdt, dat tegen den staander kwam,
het uit het water, zenden van Bouma
en de strafschop, van Hardebol, ge
volgd door een 'tweetal corners. Ten
slotte kreeg Keuken %en strafechop
toegewezen en werd Wigtenbroek uit
bet water gezonden. Uit dezen worp
ontstond de gelijkmaker (22). In de
laatste phase van den strijd deden bei
de ploegen hardnekkige pogingen het
winnende doelpunt te scoren.
Het bleef 2—2. De heer Unkraut,
leidde dit plaatselijk treffen voortref
felijk.
De wedstrijden A.Z. &- P C. I—Vest I
en Neptunus 1—Otter II gingen niet
door.
OM DEN N.V.B. BEKER
Onder de vereenigingen, welke zich
hebben doen inschrijven voor deelna
me aan den N.V.B.-beker, bevindt zich
ook A.P.W.C.
BINNENLAND
's-GRAVENHAGE. 3 Febr. Het is een
verblijdend teeken, zoo schrijft de A.N.
W.B.. dat er in de pers den laatsten tijd
weer eenige malen melding Is gemaakt van
de opheffing van enkele tollen of van het
daartoe genomen besluit.
Niettegenstaande de geleidelijke ver-
dwljning van deze zeer hinderlijke ver
keersobstakels, blijft het aantal tollen
in ons land nog vrij groot. Op 31 De
cember 1941 waren er in totaal nog 36
wegtollen (met 47 tolboomen) en 33
brugtollen in meer of minder belang
rijke wegen, waarvan er. alleen in de
provincies Utrecht en Zuid-Holland
resp 20 en 12 waren. De provincie
Noord-Brabant is geheel tolvrij.
Indien men deze obstakels geleidelijk zou
willen laten uitsterven zullen hiermede
uiteraard nog vele jaren gemoeid gaan. Als
voorbeeld moge dienen een recent couran
tenbericht. waarin wordt medegedeeld, dat
het aan het bestuur van het waterschap
KortriJk en Gieltjesdorp niet Is mogen ge
lukken een pachter voor zijn tol op den
weg Portengen-Galgenwaard te vinden,
zoodat genoemd bestuur, teneinde de con
cessie niet te verliezen, besloten heeft zelf
voor een tolgaarder te zorgen, niettegen
staande blijkt, dat het recht van tolheffing
toch geen onverdeeld genoegen ls.
Dit geval was voor den A.N.W.B. een
aanwijzing, dat het vraagstuk van de weg
en brugtollen onder de huidige omstan
dlgheden eens met bijzondere aandacht
bezien en zoo mogelijk tot een oplossing
gebracht moet worden. Zoolang de oorlog
duurt en ook in de eerste Jaren daarna,
zal er naar de meening van den A N.W.B.
wel geen sprake van zijn. dat het motori-
sche verkeer en het rjjwielverkeer. aan
welke beide categorieën de meeste tollen
het grootste deel van hun inkom-ten tè
GRAND THéATRE. Van Vrijdag af vertoo
ning van „Polonaise".
Voorntfllinzenrdag 6 en 8.15 uur,
loorl Zondag 1.45. 4, 6 15 en 8.30 our.
Andere avonden 8 oor. narr Zaterdag en
Woenadag matinee orr 2 30
CITY i "RATER - Van Vrifdag t/m. Don
derdag vertooning van „Het geheim van
lt. Runeherg".
Vooratellingen ale in Gran Théfttre.
REMB WDT THEATER. - Vertooning van
de film „Het vlammende woud".
GRAND THEATRE. 5 Febr. Ameraf. Gon
certver. Liederenavond van Elae Rijken
7.30 uur n.m.
BIJ .fRANK" DEN DISCH VOOR
ALLEMAAL.
NIET DUUR. MAAR GOED. DUS
IDEAAL.'
danken hebben, zich in belangrijke mate
zullen herstellen Gedurende dien tijd zul
len de meeste tollen een kommervol be
staan leiden en zal de exploitatie veelal
verliezen veroorzaken.
Bovendien zullen in de toekomst, wan
neer het leVen onder meer normale om
standigheden zal zijn hervat, de zorg voor
de wegen en de financiering daarvan ze
ker op anderen leest geschoeid worden
waardoor het heften van tolgelden dan
overbodig zal worden.
In verband hiermede kan de tijd thans
wel rijp worden genoemd om met de eige
naren van tolrechten overeenstemming te
verkrijgen over de voorwaarden, waarop
de tollen kunnen worden afgekocht.
Om deze redenen heeft de A.N.W.B.
aan de commissarissen van een acht
tal provincies alsmede, voor wat be
treft de bruggen over de Maas en de
Oude Maas in Limburg, aan de be
trokken gemeente-besturen, verzocht
hiervoor hun medewerking te willen
verleenen.
LAREN. 3 Febr Een van de bekend
ste figuren in het Gooi. nl. ds. W. F A.
Winckel. emeritus predikant, zal Zater
dag 7 Februari a.s. zijn 90sten verjaardag
vieren.
De nog zeer krasse jarige werd geboren
7 Februari 1852 te Maastricht, studeerde
te Utrecht theologie. Hij aanvaardde op 23
Augustus 1377 dezen zomer dus 65 Jaar
geleden het predikambt bij de Ned
Herv. Gemeente te 's Gravenpolder. In
1886 vertrok hy naar Oudewater, terwijl*
hij in 1893 benoemd werd tot regent-gees
telijk leider van het internaat van het
christelijk gymnasium te Zetten. In 1900
werd hij wederom actief predikant te Slo
terdijk. waar hij tot 1922 heeft gestaan
Daarna vestigde hij zich te Blaricum. waar
hij tal van jaren lid van den gemeente
raad is geweest. Hij was pl.m. 20 jaar de-
putaat van de classis Amsterdam der
Geref kerken in het prov. studiefonds van
Noord-Holland Van zijn hand verscheen
o.rp. een biografie van dr. Abraham Kuy-
per en een vertaling, uit het Fransch van
een groot werk van prof. Doumerque over
het leven van Calvijn. Op grond van zijn
bijzondere verdiensten voor de levensbe
schrijving van dr Abraham Kuyper werd
hij bij de Kuyper-herdenklng in 1933 tot
ridder ln de orde van Oranje-Nassau be
noemd.
DE HAVEN VAN ROTTERDAM OP DE
KEULSCHE VOORJAARSBEURS
ROTTERDAM. 4 Febr. De inzen
ding van de stichting „Havenbelangen"
Rotterdam op de voorjaarsmesse 1942
te Keulen toont de ontwikkeling van
het havengebied van Rotterdam en den
groei der stad. Op een rechtopstaande
glasplaat verschijnen, door verlichting
van de betreffende oppervlakten, resp
de nieuwe waterweg en alle havens in
de volgorde waarin ze van 1866 af zijn
gegraven. Tegelijkertijd laten roode
richtlijnen de uitbreiding der stad zien
De achterzijde van dezen vrijstaanden
stand geeft een vergroot beeld van de
bekende gravure „Botterdam 1615", uit
den atlas van Stolk# Het geheel naar
ontwerp en uitvoering van Pieter den
Besten.
Aansluitend hierop worden drie groo
te spiegelruiten 'achter elkaar opgesteld
met een rijk beeld van den Rotterdam
schen scheepsbouw, uitgevoerd in trans
parante verven door den schilder Pol
Dom.
ALS vertegenwoordiger der Gryllidae
stelden wfj u onlangs de merkwaardige
veenmol voor. maar wij hadden, letterlijk
gesproken, dichter bij huls kunnen blijven
of. om ons nog juister uit te drukken. zelf*
ln huls. Want het zjn de gebouwen der
menschen. waar zich de buiskrekel Gryllu
lus 'Gryllus) domestlcus. heeft gevestigd;
alleen bij zeer gunstig zomerweer ls
hij 's avonds wel eens e«»n poosje buiten op
de vleugels In het wild komt hij bij ons
niet voor. wel echter op Madeira en in ver
schillende Afrikaansche en Aziatische ge
bieden. Van de Zuid Aziatische steppen uit
heeft het Insect zich over een belangrijk
deel van Europa verbreid, maar evenals
vele Kakkerlakken ls de huiskrekel een
warmteminnend dier dat het bulten in de
vrije natuur niet uit zou kunnen houden en
daarom, van den nood een deugd makend,
een kunstmatig warm klimaat opzoekt. Het
ligt dan ook voor de hand. dat de huiskre
kel in de eerste plaats zijn weg heeft gevon
den naar onze bakkerijen, waar hij profi
teert van het warme ovenvuur en waar
menig kruimpje valt te verschalken. Ook
boerderijen d.w.z die ouderwetsche met
vertrekken, waarin zomer en winter wordt
gestookt en waar het haardvuur vroolijk
vlamt, hebben op den huiskrekel steeds
aantrekkingskracht uitgeoefend. Andere
goed verwarmde woningen waren hem
eveneens naar den zin: vroeger moeten blij
kens de litteratuur ook keukens, kazernes,
hospitalen, molens en brouwerijen concen
tratiepunten van huiskrekels zijn geweest,
maar tegenwoordig is het gewoonweg een
buitenkans, wanneer Je het insect nog eens
tegenkomt.
De moderne woningen zijn voor ons Krie
kende Kriekske niet gezellig en rommelig
genoeg; het kan er zich niet meer zoo goed
verbergen* er zijn niet voldoende kleren en
reten om er naar toe te vluchten; 2e zijn te
hygiënisch, te netjes en te licht; er wordt
niet gemorst en veel te veel gestofzuigerd;
kortom: de sfeer, die de huiskrekel, welke
meer of minder lichtschuw is. ontbreekt er
ten eenenmale Men kan dan ook wel zeg
gen. dat de huiskrekel niet meer in dezen
tijd past; zoo langzamerhand wordt hij een
legendarische figuur, onafscheidelijk ver
bonden aan ..den goeden, ouden tijd", toen
hij werkelijk een populaire verschijning
was. in den waren zin des woords een ge
waardeerd huisgenoot. Dat de huiskrekel
eens algemeen bekend en gezien was. blijkt
uit de vele volksnamen, waarvan wij er en
kele vermelden: heempje. helmpje, lem.
elmke. kriekske. trietsje, imerke, bakker-
syntsje. De laatste drie zijn Frlesche bena
mingen. In vele streken werd het insect be
schouwd als een creatuur, dat deze bewo
ners van het huis. waarin het zich vestig
de. geluk en voorspoed bracht, zoodat men
er niet licht toe kwam zoo'n helmpje te
verdelgenimmers, men joeg het geluk dan
de deur uit.
De bruin- of groengele huiskrekel, op
wier kop en halsschild onderscheidenlijk
een bruine streep- en vlekkenteekening
voorkomt, weten, waar zij zich nog hebben
kunnen handhaven, voldoende de aan
dacht op zich te vestigen en wel door hun
muzikale prestaties. Dat wil zeggen: het
zijn de mannetjes, die voor de instrumen
tale muziek zorgen; dit geschiedt door de
onderkanten der vleugels, waarop zich een
z g. raspader bevindt, tegen elkaar te wrij-
ven. Daardoor wonit een curieus tjirpend
geluid voortgebracht Wanneer in een
ruimte verscheidene huiskrekels vol Ijver
collectief aan het musiceeren zijn en dit
uren lang volhouden, dan is het te be
grijpen dat personen met zwakke zenu
wen niet zoo tegen een dergelijk tumult
kunnen, doch de ouderwetsche menschen
hadden blijkbaar niet zooveel last van
hun zenuwen en bovendien: wat moeten
de ooren van ons. modernen, al niet op
•instrumentaal en vocaal gebied verd-agen.
wanneer wfj de radio aanzetten! Liever
honderd kriekende kriekskes dan één gil
lende juffrouw.
Daar de huiskrekel gelijk wij reeds lie
ten uitkomen, meer of minder lichtschuw
is. is het een dier dat vooral in schemer
en nacht activiteit aan den dag legt. Dit
is ook de tijd. dat hij erop uitgaat om
voedsel te zoeken. Aan meelspijzen peeft
hij de voorkeur, maar ook andere voedings
middelen der menschen laat hij zich góéd
smaken. Tot de schadelijke dieren kan hij.
tenzij misschien in een enkel uitzonde
ringsgeval. niet worden gerekend.
Met behulp van haar lange legboor de
poneert het wijfje haar gele eitjes in de
reten van muren, vloeren e d.. daaruit ko
men binnen anderhalf tot,twee weken de
larven te voorschijn, die na een half Jaar
of langer tijd den imago-staat hebben be
reikt Daar ln zoo'n verwarmde bakkerij
eigenlijk het geheele jaar door een zomer
temperatuur heerscht. behoeft het niet te
verwonderen, dat de voortplanting van
den huiskrekel feitelijk in alle seizoenen
geschiedt. Voor het kriekske bestaat er
eigenlijk maar één jaargetijde: de nooit
eindigende bakkerij-zomer
RINKE TOLMAN.
Hoofdredacteur: R. LEENKNEGT.
Amersfoort
Naast den hoofdredacteur is verant
woordelijk voor de rubrieken Stads
nieuws en Sport:
HA. C. VAN DER KRAAN Ir..
Amersfoort
FEUILLETON
Zijn handen vielen Weg van de mijne
„Raak me aan, zooals mijn moeder.'
fluisterde hij. „Je bent epn heiige. Do
goede God hpeft ie gezonden, nu ik je
noodig heb. Ik wil biechten..."
„Als ie dat verlichting geeftzei ik
„Moeder." Ik zag dat de dood al na
dpr en nader kwam Hij was als een
kind. zoo hulpeloos. „IlPt spijt me. dat
ik weg ging en je alleen liet Je bent al
tijd een goede moeder voor mij gewees'
en ik was een slechte zoon Maar ik zou
tem* gekomen ziin. Dat zweer ik bij het
kruis van den Heiligen Ni colaas. Terug
zou ik gekomen ziin daarom wilde ik
da» geld hebben Niet voor me zelf. voor
jou. moeder/ Zoo veel geld moeder, voor
een armen zeeman Nóóit had ik tevo
ren zooveel geld in handen gehad. Hon
derden roebels... ik weet hel niet... ik
weet het niet
Hij hoestte weer en echeen pijn te lij
den Ik trachtte het wat voor hem te ver-
/.achten. Mijn hart bloedde van mede
lijden. Het deerde mij niet, wat hij mis-
df.an had. geen mensch ter wereld ver
d'ent zóó te sterven. Het was ceti ver
schrikkelijk gezicht.
„Alleen.maar om een pakje poeder
weg te brengen, moeder," fluisterde hij
Zijn oogen wercjèn dof. De aanraking
van mijn handen had zijn gedachten te
ruggevoerd naar de langvervlogen dagen
in een dorpje, ver w eg. op de ijzige vlak
ten van Rusland waar een paar eeltig0
hoprinnenhanden zijn voorhoofd streel
Ier en hem getroost hadden, tijdens de
lange, lange winteravonden.
..Alleen maar een pakje poeder, Als ik
dat naar l.e Havre. Marseille of Stock
holm bracht, verborgen in miin laarzen,
gaven ze me geld Tk had een heelehoel
geld gespaard, moeder, en het was alle
maal voor jou. Het spijt me. dat ik er
van gebruikte voor drank, maar ik ver
gat soms dat jii heelemaal niets hebt...."
„Wie gaf je dat geld'''
Met moeite wendde hij mii het gelaa.l
toe
„Sarnoff. de kapitein. De schipper op
d kade in Amsterdam..."
De koorfefantasieën schenen te begin
nen. Ik moest hem weer tot ziel) zelf
brengen, want ik moest alles van hem
t.i vpfpn komen.
„Maar hier," vroeg Ik dringend. „Hier
in Parijs?"
„Groen geld", fluisterde hij. „Groen
geld, en wit en bruin, de Père en Julien.
De Père was goed*en gaf me geld."
„Waar?"
„De boekwinkel, Rue Soufflat..."
Zijn hoofd viel voorover. Zijn adem
kwam rochelend.
Het was het einde. Ik wist, dat hij
ging sferven. Ik legde zijn hoofd terug
in de kussens en sprak dringend.
„Waar. Zeg me waar
„Moeder, ik h%h iederen nacht voor je
ge-.-"
Hij hoestte weer en de inwendige bloe
ding begon opnieuw. Het- afschuwelijke
schuim kwam op zijn lippen <v vergeefs
trachtte ik het te stelpen.
Op/lat oogenhlik s'ierf hij. Ik moest
dat aanzien. Er was een gevoel van af
schuw in mij, terwijl ik dien laatsten
strijd moest aanzien Hij was een een
voudige hoerenjongen geweest, die naar
zee was gegaan en in dp klauwen was
gevallen van gewetenlooze 'schurken,
dip ziin diensten hadden gekocht voor
geld. Geld, dal hij nooit eerder had he
zeten.
En toen hij hen niet meer dienen kon,
was het het koude staal van hun mes
sen geweest da', hem van hun pad had
verwijderd.
Het was weerzinwekkend, monster
lijk. Het was me, alsof ik in een goot
keek. waar ratten leefden. Maar de rat
ten waren menschen.
De taak, die ik op me genomen had,
was goed. Ik was het verplicht tegen
over fatsoenlijke vrouwen-en mannen
om te slagen. Geen enkele fout mocht ik
meer maken.. Nu er nog een kans was.
moest ik dit huis van verderf verlaten
Misschien loerden ze reeds nu op me.
En als dat zoo was
De gedachte alleen bezorgde mij een
koude rilling. Plotseling werd ik me be
wust van mijn omgeving. Ik luisterde
scherp en de zachtste voetstap, de ge
ringste beweging zou ik gehoord hebben
Want als ik faalde, zou het geheim
dat ik ontdekt, had, met mij verloren
gaan. En ik zou sterven, zooals die zee
man gestorven was.
Opeens.zei een voorgevoel mij, dat ze
kwamen, zooals ik ze had hooren zeg
gen, dat ze zouden dcten.
Ik ging naar het venster en keek uit
over den rh ieroevvr. Het was een prach
tige nacht geworden. De maan scheen
helder en boorde haar schijnsel door de
mistbanken boven de rivier heen Het
scheen haast ongelooflijk, dat de wereld
zooveel zonde kon bevatten, als waar
van ik vandaag, of liever gisteren, was
getuige geweest.
Ik kepk de kamer rond. Waar kon iU
me verbergen? In den lroek was een
gordijn, waarachter wat haken en klee
renhangers. Zoo snel mogelijk verstopte
ik me in de nauwe ruimte achter het
gordijn.*
Met een beetje geluk had ik kans, dat
ze me niet zouden ontdekken. Met een
beetje geluk
Ik hoorde de deur open gaan en «"k'
mannen binnen komen. Een nijdige uit
roep klonk door de kamer
„idioot. J© hebt het licht laten bran
den."
„Dut heb ik niet gedaan."
„Dat moet wel. Spreek me niet tegen.'
Wat had ik graag gezien, wie die twee
mannen waren! Hun stemmen klonken
mij onbekend in de ooren Ik was er Van
overtuigd..dat het niet de hoteleigenaar
was. die naar hoven was gekomen om
dat lugubere werk te verrichten.
„Het doet er trouwens niet toe," zei dc
laagste van de twee stemmen. „Laten
we een beetje voortmaken"
Er was het geluid van voetstappen en
een oogenhlik van stilte.
„Hij is dood."
Gegrinnik.
..Verhaast me niets"
„I-Iii ziet pr anders uit. alsof hij nogal
sterk was. Het lijkt me. rlat hij een paar
moeilijke uurtjes achter den rug heeft."
„Dat hebben ze altijd, als de baas met
ze afrekent."
„Hu, als dat mij maar nooit gebeurt."
„Man. houd jé mond en help eens een
handje."
Er was een geluid als van mannen
die een zware last torsen. Toen ging hel
licht uit en werd de deur gesloten
Ik kwam de kamer uit, lijkwit en
diep bewogen. Gelukkig had ik inder
daad „een beetje geluk gehad." Ze had
den me niet bemerkt. Zelfs het feit. dat
de kamer verlicht was, had hun achter
docht niet gewekt, ze hadden zelfs niet
bemerkt, dat de deur niet meer op slot
was, en er geen oogenhlik aan gedacht,
de kamer te doorzoeken
Zoo snel mogelijk ging ik naar mijn
kamer terug. De gang was verlaten,
maar nu verlicht. Ik rilde bij de ge
dachte, dat op dit zelfde oogenhlik het
kille water van de Seine het lichaam
van Petroff. den zeeman, omsloot.
Ik trok mijn mantel aan en pakte in
derhaast mijn valiesje. Zoo gauw moge
lijk moest ik weg. Ik vreesde, dat miin
zenuwen mij de haas zouden worden, als
ik langer bleef. Ik had al een gevaarlij
ke neiging, te gaan rillen en naar bene
den te rennen. Óm mij in veiligheid tc
breneen voor die moordenaars. Ee»i han
delwijze. die me natuurlijk juist in hun
handen zou overleveren!
Maar ik wist mé nog te beheerschèn
"n met mijn valies in de hand verliet
ik miin kamér De trap maakte gelukkig
geen geluid. Ik ging voorzichtig naur
heneden. Den weg had ik mij goed in
het geheugen geprent, zoodat ik geen
moeite had om naar huiten te komen, de
veiligheid tegemoet.
(Wordt vervolgd)