KNEUTJES Kan de zijde-industrie in Nederland bloeien? ABDIJSIROOP Groote garage brand Te hooge prijzen voor groenten KLOOSTERBALSEM 5PANJNE RIJKSSTEUNIS GEMOTIVEERD -By-GRSEP en INFLUENZA wummmniimmtmm Redder beloond DISTRIBUTIE VAN MELK-YOGHURT BONBOEKJES WORDEN VERVANGEN DOOR BONKAARTEN De roofmoord te Voorburg WAT GOED IS BLIJFT Dr. K. J. Frederiks 2s BLAD PAO. AMERSFOORTSCH DAGBLAD ZATERDAG 21 FEBRUARI 1942 Nog steeds: HUIZEN. 20 Febr. In de ,.htcdcdee- lingen" door het hoofdbestuur der Ned. Zijdeteeltverceniging aan de leden dezer dagen toegezonden, geeft de voorzitter, de heer J. \V. Egberts te Huizen, oud-burge meester dezer gemeente, eenigc belangrij ke inlichtingen over de mogelijkheden de zer nieuwe industrie De heer Egberts is pionier op dit gebied: reeds eenige laren geleden werkte hij con amore mede aan de oprichting der Gooische Ziideteeltvereeni- ging. waarvan hü aanstonds voorzitter werd en nam het initiatief tot aanplant van moerbeistruiken op ruime schaal te Hui zen, zoodat deze gemeente de eerste was. die een groot mocrbei-veld bezit, terwijl ook Huizen vorige zomer gekozen werd voor vestiging van een groot proefbedrijf voor cocontcelt met 200 000 rupsen Jin een vleugel van het oude raadhuis aldaar). In de „m.ededeelingen" wijst de heer E. erop, dat van overheidswege moest worden begonnen met den aanleg van moerbeivelden, niet alleen omdat daar door een permanente werkverruiming zou kunnen worden verkregen, maar bovenal om daardoor de vestiging van een zijde-industrie in ons land de be hulpzame hand te bieden. En dan moet allereerst er op gewezen worden, dat in alle landen waar de zijde-industrie worden beoefend, door middel van subsidiën of premiën die industrie wordt gesteund. De redenen voor deze hulp zijn verschillend, maar overal beeft ze ten doel de bevolking een nuttigen tak van nijverheid te ver schaffen. Ook in ons land interesseert de regeering zich voor de vestiging vab een zijde-industrie; althans is zij over gedaan tot de benoeming van een rijks zijdeconsulent. Maar daadwerkelijke steun, om die vestiging op groote schaal 'door te voeren, bleef tot nu toe achter wege en zoo op enkele plaatsen in ons land van gemeentewege moerbeivelden werden aangelegd, dan gebeurde dit ge heel op initiatief van de plaatselijke overheid, al was daarvoor dan ook de toestemming van de hoogcre regeering nood'ig. vooral, wanneer die aanleg ge paard ging met rijks- of provinciale sub sidie. Doch meer dan één geval is be kend. dat aan een gemeente, die een moerbèïveld wilde aanleggen, door het rijk subsidie geweigerd werd. Hieruit blijkt dus. dat hoewel een rijUlszijdeconsulent, werd benoemd, de medewerking van-het rijk niet in alle opzichten verzekerd was. Als reden hiervoor werd opgegeven, dat eerst moest worden uitgemaakt, of in ons land een zijde-industrie mogelijk was. of althans, dat gegevens moesten worden verzameld, waaruit de rendabiliteit van zulk een industrie duidelijk zou kunnen blijken. De vraag mag echter gesteld worden, waarom het verzamelen dier gegevens dan niet rechtstreeks of met behulp van het rijk zou kunnen plaats vinden. Want hoe kunnen die gegevens an ders verkregen worden dan door het houden van een proefteelt van cocons en de verwerking daarvan tot zijde artikelen? De medewerking van de regee- ring kan alleen vrucht dragen, wan neer daadwerkelijke steun wordt verleend aan het particuliere initia- 1 tief der landelijke organisatie, die nu al jaren lang in ons land pogin- gen aanwendt om tot de vestiging van een zijde-industrie te geraken. Particulier initiatief T S er werkelijk uitzicht op een renda- bele industrie, dan zal het rijk z.ich van verderen steun kunnen onthouden, want het particulier initiatief, dat de zal Abdijsiroop dadelijk die nare hoest temperen en snel doen verdwijnen. De slym komt los. Borst en keel worden verzacht. Vanouds beproefd by hoest, griep, bronchitis, asthma. AKKER'S zaak aanpakte, zal dan zonder steun op zijn weg voortgaan, behoudens dan, dat in bijzondere gevallen subsidie noodig en wenschelijk zouden blijken. Bovenal is rijkssteun voor de zijde- industrie gemotiveerd, omdat deze voor ons volk een nieuwe, nuttige werkgelegenheid opent: Deze steun zou wellicht nimmer ver der behoeven te gaan, dan tot en met de teelt van cocons en zooals reeds eer der werd betoogd, zou moeten omvatten den aanleg en onderhoud van moerbei velden en het oprichten van een of meer cocontceltbedrijvcn. en voorts het uit loven van premies tot steun van het particulier initiatief, jietwelk de cocon teelt wil ter hand nemen en dit zoowel voor den coconteler, die in zijn woning een beperkte hoeveelheid cocons teelt, als voor hem, die deze teelt in het groot beoefent en de beschikking heeft over een eigen moerbeiveld. Het bedrag van deze premies zou verband moeten hou den met den gemiddelden prijs der co cons op de wereldmarkt; in elk geval zou de prijs per kg. cocons, met inbegrip van de premie, welke een kleine cocon- teeler b.v. van 10 kg. ontvangt, zoo groot moeten zijn, dat hij voor zijn werk een behoorlijke belooning geniet. Zooals bekend heeft de Ned. Zijdeteelt Vereeniging dit jaar 6 gulden per kg. cocons aan zijn leden-telers kunnen waarborgen. Dit bedrag van 6 gulden is wellicht te gering voor den teler, maar voor den particulier, die de cocons aankoopt om daarmede natuurzijdeartikelen te fabri- ceeren, mag de prijs vermoedelijk niet hooger zijn. In elk geval zou met medewerking van den rijkszijdeconsulent voldoende gegevens verzameld kunnen worden voor een juiste vaststelling der uit te loven premies. Wordt deze weg gevolgd, dan zal daar door het particulier initiatief ongetwij feld worden aangewakkerd. Kapitaal krachtige personen zullen erdoor wor den aangemoedigd om coconteeltbedrii- ven met eigen rtioerbeivelden op te rich ten. Het spreekt vanzelf, dat de te ver strekken- premien gepaard gaan met op te leggen verplichtingen. Zoo zal o.a. de verplichting moeten gelden, dat de ge teelde cocons alleen aan een centrale organisatie tegen een van te voren vast- gesteldcn prijs zullen worden verkocht Een uitzondering zou kunnen worden gemaakt met grootbedrijven, die behal ve coconteelt ook een eigen spinnerij en weverij in hun bedrijf hebben opgeno men. In het bijzonder kan hierbij ge dacht worden aan bepaalde stichtingen, welke over voldoende arbeidskrachten kunnen beschikken. Het zal echter aanbeveling verdienen om te dezen aanzien in ons kleine land de krachten niet te veel te versnipperen. AMSTERDAM, 20 Febr. Gister avond heeft e$n felle brand gewoed in garage Spijkers aan den Overtoom te Amsterdam. Om ongeveer acht uur brak de brand, die vermoedelijk door kortsluiting ver oorzaakt is, uit en hij greep zoo snel om zich hecri, dat al spoedig het sein „groo te brand" moest worden gegeven en meer materiaal te hulp moest worden geroepen. Onder leiding van comman dant J. B. Schuitemaker werd met acht stralen het vuur bestreden. Men kon echter niet voorkomen', dat de geheele garage een prooi der vlammen werd. Een veertigtal auto's, voor een groot deel in gebruik bij het gemeentelijk energiebedrijf, verbrandde geheel of ge deeltelijk. Daar de garage gelegen is tusschen het gebouw van de Amster- damsehc Rijtuig Maatschappij en het Vondelpark, bestond er gevaar voor uit breiding. Het gelukte de brandweer ech ter rnn uitbreiding van den brand te voorkomen. De paarden, die in de stal len stonden, werden dadelijk in veilig heid gebracht en konden later weer hun stallen opzoeken. Om ongeveer tien uur was men den brand meester. Er ging echter nog ge- ruimen tijd heen met de nablussching. De burgemeester van Amsterdam, de beer Voute, en de hoofdcommissaris van politie, kolonel Tulp, waren op het ter rein van den brand aanwezig. De groente prijzen vragen weder de aan dacht en baren opnieuw zorg. Zoo zal het bij de meeste huisvrouwen gaan, zoo gaat het ook bij de inspectie voor de prijsbe- hecrsching, die met leede oogen ziet, hoe de resultaten van de maatregelen welke op de in December gevoerde actie in zake de groente- cn fruitprijzen volgden, langza merhand geheel zijn verdwenen. De straffen, welke toen werden opgelegd aldus deel de de inspecteur voor de prijsbchcersching in het ressort Amsterdam; mr. H. Hout- hoff, gisterochtend in een bijeenkomst voor de pers mede hebben wel even den schrik er in gebracht, maar klaarblijkelijk schijnen de betrokkenen te meenen, dat ze nu weer lustig kunnen gaan vragen wat ze maar willen. Groentcprijzen, de helft boven het vastgestelde maximum, of zelfs het dubbele ervan, zijn geen zeldzaamheid. Aan wie de schuld? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden, daar hier ver schillende factoren in het spel zijn. De plaatselijke omstandigheden zijn vrijwel nergens gelijk, maar voor een goed deel zijn de huisvrouwen zelf de oorzaak, al thans zij die rneer inkoopen, dan zij voor direct gebruik noodig hebben. Blijkens door den directeur van het Amsterdamsche marktwezen verstrekte gegevens betreffende de aanvoeren op de groenteveiling zijn dezfr ook in de afgeloopen weken ruim voldoende ge weest. Zoo heeft de aanvoer van groente in de vorige week pirn. 1.500.000 k.g. be dragen, in hoofdzaak versche en voor slechts een gering percentage vatgroen- ten. In de behoeften van de bevolking kan dan ook steeds ruimschoots worden voorzien, al zal men dan ook niet altijd de groente kunnen krijgen, welke men op dat oogenblik wenscht. Voor een aantal wintergroenten, als wortelen, rapen en uien is sinds half December een speciale regeling getrof fen, ten einde prijsopdrijving te voorko men, waartoe een combinatie van gros siers is gevormd, welke deze groenten verdeelt onder de kleinhandelaren, zulks naar gelang hun aardappelomzet. Welis waar omvat vleze regeling niet den ge- fieelen aanvoer van de genoemde tuin bouwproducten, maar iedere winkelier kan toch van een redelijk kwantum ver zekerd zijn. Sinds de vorige week vallen ook alle koolsoorten en koolraap onder deze regeling. Slechts wanneer de hulsvrouwen meer dan de normale hoeveelheden groente gaan koopen. dreigt het ge vaar, dat de winkelier tekort komt cn daardoor verleid wordt buiten de vei ling om groente te koopen, hetgeen dan meestal tegen te hooge prijzen zal ge beuren. Dit mag hij echter niet doen en is ook niet noodzakelijk, want zooals gezegd hij ontvangt een redelijk kwantum, zoodat hij zijn normalen omzet kan be houden. Daar ook zijn toegestane winst percentage behoorlijk mag worden ge noemd (damaximumprijzen worden vast gesteld in overleg niet de betrokken ior- ganisaties) spreekt het dus van zelf, dat het vragen van hoogere prijzen dan toe laatbaar is, niet kan worden geduld, wijl er een ontzaglijk groot belang de koop kracht van het publiek bij betrokken is. De inspectie voor de prijsbeheer- sching zal dan ook in het geheele res sort (omvattende Noord Holland en Utrecht) een scherpe actie inzetten. Was voorheen het sluiten van een zaak een straf, welke slechts zelden werd toegepast, thans zullen de over treders cr rekening mee moeten hou den, dat van d?t wapen een ruimer gebruik zal worden gemaakt. Ook het publiek wordt verzocht mede te werken, door geen te hooge prijzen te betalen (laat staan natuurlijk, deze aan te bieden) en gevallen van overtreding der maximumprijzen aan de inspectie be kend te maken. Deze woekerplant moet en zal uit onze samenleving verdwijnen. 's-GRAVENHAGE, 20 Febr. De Nederlander Jeroen Dijkhuizen, wonen de Menninckstraat 9 te Scheveningen, heeft op 1 September 1941 een soldaat van de Duitsche weermacht gered van den verdrinkingsdood. Voor deze redding looft de comman dant van de troepen in Nederland dezen redder in het openbaar. Bovendien is hem een belooning in geld" overhandigd. 's-GRAVENHAGE, 20 Fe)>r. De secretarie-generaal van het departe ment van Landbouw en Visscherij maakt bekend, dat mfet ingang van 22 Februari a.s. Yoghurt, welke is 'bereid uit' gestandaardiseerde melk (z.g. mélk-yoghurt) uitslui tend tegen afgifte van de geldig verklaarde bonnen der mclkkaar- ten of de ter verkrijging van melk bestemde rantsoenbonnen gekocht kan worden. Gedurende het tijdvak van 22 Febr. tot 21 Maart geven de voor genoemde periode aangewezen bonnen v.an de „DM" en „DT" melkkaarten recht op het koopen van een hoeveelheid yoghurt, welke ie bereid uit 3^2 liter gestandaardiseerde melk. De distributie van yoghurt geschiedt geheel als voor melk gebruikelijk is. Dc uit taptemelk bereide yoghurt valt buiten de distributie en is dus zonder bon verkrijgbaar. 's-GRAVENHAGE, 20 Febr. Naar wij vernemen zullen met in gang van Maart a.s. ter vervanging van de bestaande bonboekjes voor voedingsmiddelen voortaan bon kaarten worden uitgereikt, die voor een periode van vier weken vol doende bonnen bevatten. Zooveel mogelijk levensmiddelen zul len op deze kaarten, die in eenige strooken van verschillende kleur zijn verdeeld, verband houdend met de soort bons. verkrijgbaar worden gesteld, waarbij" rekening is gehouden met te gen de bonboekjes in de practijk geble ken bezwaren. Op deze kaarten staat aangege ven wanneer de volgende kaart moet worden afgehaald, zoodat iedere be langhebbende te allen tijde kan zien op welken dag hij aan de beurt is. Hoewel de bonboekjes voor drie maanden voldoende bons inhielden, moest men zich tot nu toe gemiddeld toch dertien maal per jaar 'n gang naar het distributielocaal getroosten, omdat die bonboekjes slechts voor een deel van de gedistribueerde levensmiddelen golden en de bons voor de overige tus- schcntijds moesten worden afgehaald. Hierin wordt thans een zekere regel maat gebracht. De geldigheidsduur van dc bons als zoodanig wordt door het nieuwe bon kaartenstelsel niet beïnvloed. De plaatselijke distributiediensten zullen de tijdstippen van eerste afhaling bekend maken. 's-GRAVENHAGE, 20 Febr. Omtrent den gisteravond in de Bilderdijklaan ge- pleegden moord kunnen wfj nog melden, dat het slachtoffer, de 57-jarige C. van der L.. als machinezetter by een drukkerij in Den Haag werkzaam was. De uit de richting Den Haag komende fietser, die op korten afstand getuige was van de worsteling tusschen den dader en zijn slachtoffer, wierp toen ook hij zyn leven bedreigd zag bij het te voorschijn brengen van het dolkmes van den dader, zijn rywiel tusschenbeide en vluchtte den Binckhorstpolder in. De dader is toen op getuige's rijwiel in de richting Den Haag weggereden. Wij laten hier het signalement volgen van het rijwiel, waarop de dader de vlucht nam en dat. zooals gemeld, het eigendom van den getuige was: Ongemerkt heerenrijwiel, zwart gelakt, gewoon model zwart celluloid stuur, be- schadigd. nikkelen bel. een handvat ont breekt. vermoedelijk beide. Kettingkast van zwart zeildoek, vrijwiel met torpedo naaf. imitatie terry-zadel inet los vilt-dek. ook beschadigd. Voorband slecht, op twee plaatsen een gat. achterband tamelijk goed. Bandenmerk(en) onbekend. Electri- 6che lantaarn van onbekend merk. Zwarte bagagedrager zonder standaard. Twee op klapbare voetrusten aan de achtervork. Reeds in oude tijden gebruikte men als balsem voor kwetsuren de stoffen, die deel uitmaken van AKKER's Kloosterbalsem! Wie de verrassende werking er van heeft ondervonden, blijft deze gebruiken en zegt altijd: Doe er Kloosterbaisem opl Onovertroffen als huidmiddel bij wonden, blaren, wintervoe ten. gesprongen handen, schrale huid; als wrijf middel bij stram heid, theumatiek en spierpijnen. 's-GRAVENHAGE, 20 Febr. Het rijkscommissariaat deelt mede: De Rijkscommissaris van de bezette Nederlandsche gebieden heeft op grond van paragraaf 1 van zijn verordening nr. 10S/40 (vierde verordening betreffende bijzondere bestuursrechtelijke maatre gelen) den secretaris-generaal van het departement van Binnenland6che Zaken dr. K. J. Frederiks van de gegeven op dracht tot waarnemen van de loopende zaken van den secretaris-generaal in het departement van algemeen© zaken, on der dankzegging voor de bewezen dien sten ontheven. Op zijn plaats heeft de Rijkscommis saris voor de bezette Nederlandsche ge bieden, op grond van dezelfde verorde ning den secretaris-generaal in het de partement v. Justitie dr. J. J. Schriecke, belast met het tijdelijk waarnemen van dc zaken van den secretaris-generaal in het departement voor algemeene zaken. IN mijn herinnering leeft een avond voort dat ik in een laan van een dennenbosch .zat; aan de stammen hechtte zich nog wat (laat. fantastisch ros licht. Ik was op het [punt om naar huis te gaan. maar ik wacht te nog ©ven, want ik hoorde heel amusant, tevreden vogelgeluid naderen; er zat m die tonen knetterende, vlug op elkaar vol gende knut-knut-roepjes een allerge zelligst kinderlijk verhalend element; nu begrijp ik ook. hoe men aan den, my dunkt klanknabootsenden, plaatselijken naam tukker is gekomen. De kneutjes van dien avond nu lieten zich met hun allen, zoo'n vyftal, neer, op de toppen der dennen. Zij babbelden daar na no? even gezellig door maar voordat ik er op bedacht was, veranderden die weinig gecompliceerde knut-knut-roepjes in een opgewekt, zonnig liedje. Zorgeloos, wellui dend. kinderlijk blij klonk de zang der •kneutjes, waarvan het prettigst is, dat het zich zoo weinig houdt aan een strak en stijf schema. In zyn eenvoudigsten vorm zou ik het een geperfectioneeerden lokroep willen noe men, waarvan de volmaking nu eens is ge legen in een fijner afslijpen, een ander maal weer in een vlotter afronden der lok- roeptonen. Het gebeurt zelfs wel, dat de kneutjes naar zwaluwenmanier al vliegen de zingen, maar dit is geen regel, het meest zitten zij tusschen de boomblaren,>op een fcwijgtop of op lichtdraden zooals b.v. ook geelgorzen en roodborsttapuiten doen hun kostelyk liedje uit te pijpen, waarvan het enthousiasme, het grille en vroolijke vooral treffend is. wanneer de muzikale voordracht gezaméhlyk wordt gehouden. Rijk wisselend, sappig, puur en kinderlijk aanminnig zijn de fleurig aaneengeregen melodietjes; de vogels houden den zang onvermoeid vol en zoo kan je soms minu ten aan één stuk van hun monter lied ge nieten. En juist omdat dit zoo volhardend Is. bevattelijk, populair en ondanks de rijke wisseling toch niet moeilijk ingewikkeld, worden de vogels veel in kooien gehouden door de menschen in de steden, waar zij de woningen dikwijls ontroerend opvroolijken door hun zachte, lieve deuntje, waarin nogal veel het motief t s èg e t s ik t s j è- g i k of daaromtrent voorkomt. Het is nog al gemakkelijk en voor de hand liggend het houden van kooivogels af te keuren; doch ik persoonlijk, die er niet aan zal denken een vogel van zijn vrijheid te be- rooven (maar daarvoor zit ik op bevoor rechte wijze het heele jaar door als buiten man midden tusschen de vogels), kan mij toch goed voorstellen, dat menschen der stad. die veel van de natuur houden, maar door maatschappelijke noodzaak, ouder dom of invaliditeit binnen de stadsmuren moeten blijven, zich een vogel in een kooi aanschaffen. En dat zij daarvoor een kneutje kiezen, is begrijpelijk, v/ant met dezen vogel halen zi) de lente, frisch en sappig en vrooljjk in huis Maar het meest heeft men op een Mei dag het kneutje ontroerd, dat in mijn tuin in een bloeienden kerselaar zijn opgetogen lied zat te zingen. Wat was dat een ver rukkelijk schilderij; de boom één en al bloesem, één blank boeket; en in het hart van dien uuitbundigen ruiker zat de vogel aandoenlijk ijverig zijn fijne fluittonen en trillertjes te moduleeren. Hoe heerlijk ar geloos en.biy was dat lied en hoe mooi was de vogel met zijn babbelende bekje. Een heel pittige kleur bracht het karmozijn rood van kop en borst bij den witten bruidstooi van den kerselaar. Dit rood is wel heel kenmerkend voor het kneutje, maar eigenlijk zie je deze in nige kleurgloeiing pas goed van dichtbij. Zoo op een afstand, zonder kijker, trekt dit rood niet zóó de aandacht; dit komt, dunkt mij. doordat het buikgedeelte niet alleen vuilwit is. maar de rug bovendien kastanjebruin. Daar steekt het rood dan niet zoo fel. niet zoo uitdrukkelijk tegen af; van verre gezien, maakt de vogel dan ook nogal een bruinachtigen indruk; dan heeft hy wel iets^van een musch. De vleu gels zijn vrij donker, maar de handpennen zijn witgerand. doch dat krijg je alleen te zien. wanneer de vogel opvliegt. Ook de zwarte staartveeren hebben weer van die witte randjes. Het komt ons voor, dat deze aanduidingen een voldoend signalement vormen voor het herkennen van den inte ressanten vinkachtigen vogel, waaraan ons land zoo rijk is en dien je overal in de hoogere deelen van ons land kunt vinden, maar ook wel elders, waar allerhande struikgewas hem uitnoodigt om er zich te vestigen. De wijfjes gaan veel minder uitbundig gekleed en die verdienen heelemaal niet den naam van robijntjes, welke men den kneut jes heeft gegeven; bij haar overheerscht, evenals bij de jongen, die overigens fijne, bronzen, dikke propjes zyn, het bruingele. Trouwens: zoo kleurig uitgedost blijven de mannen ook slechts tot den herfst; wan neer het najaar aangebroken is, verdienen zij heelemaal niet meer den Duitschen naam Blut hanflinge. want dan krygen de vee- ren van borst en kop vry breede grijze ran den, die heel de blijde roode sier schuil doen gaan. Zoodra echter die randen, wan neer het voorjaar dichterbij komt, gaan' slyten, komt de roode kleur weer voor den dag. Maar dit laatste geldt alleen voor in de heerlijke vrye natuur levende kneutjes; de kooivogels onder hen, de mannen dus, dia gevangen zitten, krygen die kostelijke, inni ge kleuren niet. LJ ET zyn inmiddels niet alleen de zang en de fyne rijke kleurtjes,"'' die het kneutje tot een boelenden vogel maken; ook zijn zin voor gezelligheid stempelt hem tot een aantrekkelyken vogel. Eigenlijk zie Je haast nóóit een kneu ajleen: nagenoeg altijd zijn ze in eikaars gezelschap: niet alleen vliegen ze voortdurend, genoegelijk knutterend. in meer of minder groote clubjes rond en aan dat knutteren her ken Je ze dadelijk, al brengt ook een ring- musch tennaastebij een dergelijk geluid voort maar ook broeden ze soms m vrij grooten getale by elkaar, al kan daarom nog niet dadelijk van een kolonie worden gesproken. Maar is het niet reeds merk waardig. dat in den tijd der liefde en in het broedseizoen, wanneer het mee rend eel der vogels prikkelbaar is en elkander niet kan verdragen zij zijn dan veelal hevig jaloersch en vreezen, dat hun wyifjes hun afhandig zullen worden gemaakt kneu tjes heel knus en verdraagzaam vlak in eikaars nabijheid broeden? Op beperkt ter rein vind je soms heel wat kneuennesten by elkaar. Natuurlijk vind je by de kneuen lndivi- dueele verschillen, wat hun karakter be treft. Ik herinner my, dat ik .eens in myn tuin zat te luisteren naar vyf spreeuwen, die in den mooien avond hun verrukkelijke, opgetogen potpourri'tje zaten te zingen tus- sohen de lichtdraden en op de isoleerpot jes. Toen kwamen er drie kneuen heel druk babbelend aangevlogen. Zy zetten zich tus schen de spreeuwen neer om ook èen liedje te zingen. Twee der kneuen wa'ren vreed zaam, maar de derde deed dadelijk een aan val op één der spreeuwen en vloog den, by hem vergeleken, forschen vogel in de vee- ren. Deze verzette zich even, maar moest het tegen het brutale en driftige kneutje afleggen. De spreeuw maakte zich uit de voeten, welk voorbeeld na eenigen tyd door de andere spreeuwen werd gevolgd, nadat hy hun stuk voor stuk op onstuimige wyze letterlyk te lijf -was gegaan. In allerlei parkstruiken, heggen en door nig gewas zijn de nesten der kneuen te vinden. Zoo'n nest is altyd een begeerens- waardige vondst. Het wordt gemaakt van droog gras. stengeltjes e.d., maar vooral de voering is heel interessant: wat is zoo'n nestkommetje van binnen zacht af gewerkt; in myn streek vind ik er nogal dikwyis konynenhaar en schapenwol in en ook nog allerlei fluweelige veertjes, dons jes. haartjes en pluisjes. En op dien zachten ondergrond en binnen die zachte omwanding nu komen de fyne eitjes te liggen, meestal vyf, die aan den licht- blauwen kant zyn en rossige vlekjes ver- toonen. Aan de stompe pool vind Je nogal eens een krans geteekend Het geheel is wonderlyk mooi. Het prettige hierby ls dat de kneuen twee maal per jaar, dikwyis zelfs drie keeren broeden. Nu van die kneuen kryg je er niet gauw te veel; het zyn aller- aardigste, beminlijke vogels; kleur. zang. nestbouw. het een is al boeiender dan het andere. Dat golvende van hun vlucht vind ik ook altyd bekooriyk: er zit pit in die wyze van vliegen en ze hebben een heel aardige vaart, wanneer zè zich zoo boven het heuvelland voortreppen om een boom groepje te bereiken, waar ze gezamenlyk concerteeren. of om voer naar hun jonge Jongen te brengen. Dat doen ze ook met een lieven, onvermoeiden yver. Ook kan men ze aardig bezig zien op de distels netel?, zuring, melde enz. allemaal plan ten. met de zaden waarvan zy zich plegen te voeden. RINKE TOLMAN. FEUILLETON 31. Ik vertelde alle© Kort en zonder om haal, maar voor ik klaar was. had hij me al in een stoel geduwd en schreeuw de om een jongen, di© een schrijfmachi ne kon brengen. „Schrijven", riep hij. „Verspil geen tijd mej verhalen. Schrijf het". Dat hoefde' hij me geen twee keer te vragen en al spoedig kletterde d© ma c' ne onder mijn vingers. Het was de klank van Haynau's stem die mij even deed ophouden. Hij had de politie opgebeld. Hij vertelde hoe het huif aan (te rivier te vinden was en raadde hen aan, voldoende versterking mee te nemen, overvalwagens e.d. om de heele bend© te vangen. „Het kan me niet schelen, dat ze dien rommel smokkelen, maar ik neem het ze ere kwalijk, dat ze mijn beste ver slaggeefster gevangen nemen." Hij zag, dat ik even stil zat en zwaai de met zijn hand. ongeduldig. „Doorgaan. Doorgaaji. We moeten zoo gauw mogelijk draaien". Ik werkte ongeveer twintig minuten door. Toen rinkelde dc telefoon en ik hoor de Havnau antwoorden. „Inspecteur Barneville?" zei hij. „Ja wat is er voor nieuwe?" Hii luisterde en legde met een gegrom den hoorn neer. „Nog zijn we met die historie nfet klaar. Dat huis staat in brand. Zelfs de brandweer kan niet binnenkomen. Eu geen spoor van Brisson. Hij moet ont snapt zijn." Mijn vinger© vielen weg van de toet sen van mijn schrijfmachine. ..Het huis staat in brand?" vroeg ik toonloos. „En Pierre Brisson is ontsnapt", ant woordde Arthur Havnau. Hij greep het stapeltje copy, dat ik al klaar had, en keek het door. „Maak het af, dan kunnen we het la ten zetten," zei hij. „En dan is er weer werk voor je." Ik staarde hem aan. Toen begreep ik hem opeens. „Pierre Brisson opsporen?" .Dat bedoel ik. Jij kent hem beter dan iemand anders. Hij was een tikje verliefd op je, niet? Vind Brisson en je toekomst is verzekerd. Wat je nu ge schreven hebt is verduiveld goed, maar vergeet niet, dat Simon er vanavond ook mee komt. Je bent niet de eenige." Hij maakte zijn stem zoo vleiend, als hem dat mogelijk was. „Kom, kind, be denk je niet langer. Heb je eenig idee, waar je dien kerel moet zoeken?" Ik keek hem aan. „Ik zal hem voor u zoeken, en wat meer is, ik heb zoo'n idee, dat ik hem voor u zal vinden. Ik geloof, dat ik weet, waar ik zal moeten zoeken." „Zoo mag ik het hooren." Het klonk enthousiast. „Wat weet je?" Ik sprak zacht. „Ons geheim, mijnheer," glimlachte ik. „Daar wreet zelfs Luc Simon niets van. Brisson wa^ al van plan naar Con stantinopel te gaan." Ha.vnau leunde achterover en veegde zijn voorhoofd af met een enormen zak doek, greep naar de telefoon en nam den hoorn op. Hij blafte een bevel in de telefoon le gen een van de volontairs in de kamer naast de zijne. Ik hield mijn adem in toen ik het hoorde. „Lambert, reserveer zoo gauw moge lijk een plaats voor juffrouw Gratrv i" de Orient-Express, tot Constantinopel HOOFDSTUK XV Weer op Jacht De Orient Express. Een glanzende, lange trein, die voort- stuift langs de rails. Slaapwagens, met ruime, makkelijke bedden, een restau raticwagen, met glinsterend zilver en flonkerend kristal Parijs, Milaan, Triesten de weg naar het geheimzinnige Oosten ligt vooi ons. Iedere seconde brengt mij meters dichter bij. Wonderlijke menschen. menschen uit alle denkbare landen. Turksche han delslieden met ernstige gezichten. Per zen, Amerikanen met immense uilen brillen, vlotte Franschen en Hollanders met rustige, scherpe oogen. Engelschen en Duitschers. Belgen en Serven En ik had een gevoel, alsof ergens onder al die menschen Pierre Brisson te vinden moest zijn... misschien zooda nig vermomd, dat zijn eigen moeder hem niet zou herkennen. Als het hen» gelukt was, het land uit te komen, zou hij dat toch niet op zijn eigen pas en en in zijn werkelijke gedaante hebban kunnen wagen. Dus Ijep ik telkens weer den heelen trein op en neer en speurde naar alle passagiers, maar hemonder hen her kennen dat lukte me niet. Bij ieder station, waar s'il werd ge houden, stond ik op den uitkijk, om op de menschen te letten, die in en uit stapten. Er was altijd een kans, dat hij onderweg zou instappen. Ik had van Haynau de opdracht gekregen in Con stantinopel te blijven als Brisson niet in den trein was. Ik zou daar dan op iede- ren trein moeten letten, die uit het Wes ten binnen kwam, op iederen passagier nauwkeurig acht moeten slaan, ik zou steeds weer de vreêmdelingenlijsten vay de hotels moeten bestudeeren. totdat ik hem gevonden had. „Je hebt een vrij groote kans, hem op die wijze te vinden, want ie zou hem 'och zeker ook met valsche bakkebaar den wel herkennen?" „Ongetwijfeld," had ik geantwoord. „Die oogen herken ik overalj' Het was in Dijon, dat ik mijn eerst© schok kreeg. De conducteur had Juist zijn vlaggetje geheschen als tepken, dat we konden vertrekken, toen er eenige opwinding ontstond hij het loket. Protesteercnde kruiers waren niet in staat een langen in het grijs geklecden jongeman tegen te houden, die kennelijk roet alle geweld den trein nog wou halen. Hij rende het perron op en terwijl de trein reeds langzaam het station uitstoomde. slaag de hij erin op het laatste nippertje in den laatst en wagen te springen. Het was erg opwindend, vooral omdat ik wist wie hij was. Natuurlijk Luc Simon weer.v „Luc Sicon," mompelde ik. „Zal het me dan nooit lukken je van me af te schudden?" Maar het waren niet anders dan woor den op mijn lippen, want inwendig dans te mijn hart een vreugdedans, dat ik hem weerzag. Nauwelijks was de trein goed en wel onderweg of ik'verliet mijn coupé cn liep langs de gang om hem op te zoe ken. Ik vond hem in een heftig gesprek gewikkeld met een conducteur. Ik schoof de deur open en stak mijn hoofd om den hoek. „P;*aat maar liever wat kalmer tégen hem", zei ik. „Waarschijnlijk begrijpt hij je dan beter.® Bruusk keprde Luz zich om en een enkel een enkel ondeelbaar oogen blik was er/een blij^ lichtje in zijn oogen. Daarna fronste hy vrij nijdig het voor hoofd. „Zoo, bon jij het? Je hebt ook geen tijd verloren laten gaan." is.Om jou terug te vinden", lachte ik. „Ik zag je bij het loket. Dat was op het nippertje." Luc gaf den conducteur ©en wenk, dat hij later wel op deze zaak zou te rugkomen, en zei, zich tot mij wen dend: „Ga mee naar den restauratiewagen, dan kunnen we deze kwestie bespre ken." Mijn hart zonk me in de echoenen. Zijn gezicht slond onvriendelijk cn zijn toon miste de warmte van vroeger. .Wat mankeert jou?" vroeg ik. „Je lijkt me niet bepaald opgewekt." (Wotdt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1942 | | pagina 4