KNEUTJES
Kan de zijde-industrie in
Nederland bloeien?
ABDIJSIROOP
Groote garage
brand
Te hooge prijzen
voor groenten
KLOOSTERBALSEM
5PANJNE
RIJKSSTEUNIS
GEMOTIVEERD
-By-GRSEP en
INFLUENZA
wummmniimmtmm
Redder beloond
DISTRIBUTIE VAN
MELK-YOGHURT
BONBOEKJES WORDEN
VERVANGEN
DOOR BONKAARTEN
De roofmoord te Voorburg
WAT GOED IS BLIJFT
Dr. K. J. Frederiks
2s BLAD PAO.
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ZATERDAG 21 FEBRUARI 1942
Nog steeds:
HUIZEN. 20 Febr. In de ,.htcdcdee-
lingen" door het hoofdbestuur der Ned.
Zijdeteeltverceniging aan de leden dezer
dagen toegezonden, geeft de voorzitter, de
heer J. \V. Egberts te Huizen, oud-burge
meester dezer gemeente, eenigc belangrij
ke inlichtingen over de mogelijkheden de
zer nieuwe industrie De heer Egberts is
pionier op dit gebied: reeds eenige laren
geleden werkte hij con amore mede aan de
oprichting der Gooische Ziideteeltvereeni-
ging. waarvan hü aanstonds voorzitter
werd en nam het initiatief tot aanplant van
moerbeistruiken op ruime schaal te Hui
zen, zoodat deze gemeente de eerste was.
die een groot mocrbei-veld bezit, terwijl
ook Huizen vorige zomer gekozen werd
voor vestiging van een groot proefbedrijf
voor cocontcelt met 200 000 rupsen Jin een
vleugel van het oude raadhuis aldaar).
In de „m.ededeelingen" wijst de heer
E. erop, dat van overheidswege moest
worden begonnen met den aanleg van
moerbeivelden, niet alleen omdat daar
door een permanente werkverruiming
zou kunnen worden verkregen, maar
bovenal om daardoor de vestiging van
een zijde-industrie in ons land de be
hulpzame hand te bieden. En dan moet
allereerst er op gewezen worden, dat in
alle landen waar de zijde-industrie
worden beoefend, door middel van
subsidiën of premiën die industrie
wordt gesteund. De redenen voor
deze hulp zijn verschillend, maar
overal beeft ze ten doel de bevolking
een nuttigen tak van nijverheid te ver
schaffen. Ook in ons land interesseert
de regeering zich voor de vestiging vab
een zijde-industrie; althans is zij over
gedaan tot de benoeming van een rijks
zijdeconsulent. Maar daadwerkelijke
steun, om die vestiging op groote schaal
'door te voeren, bleef tot nu toe achter
wege en zoo op enkele plaatsen in ons
land van gemeentewege moerbeivelden
werden aangelegd, dan gebeurde dit ge
heel op initiatief van de plaatselijke
overheid, al was daarvoor dan ook de
toestemming van de hoogcre regeering
nood'ig. vooral, wanneer die aanleg ge
paard ging met rijks- of provinciale sub
sidie. Doch meer dan één geval is be
kend. dat aan een gemeente, die een
moerbèïveld wilde aanleggen, door het
rijk subsidie geweigerd werd.
Hieruit blijkt dus. dat hoewel een
rijUlszijdeconsulent, werd benoemd, de
medewerking van-het rijk niet in alle
opzichten verzekerd was. Als reden
hiervoor werd opgegeven, dat eerst
moest worden uitgemaakt, of in ons
land een zijde-industrie mogelijk was. of
althans, dat gegevens moesten worden
verzameld, waaruit de rendabiliteit van
zulk een industrie duidelijk zou kunnen
blijken. De vraag mag echter gesteld
worden, waarom het verzamelen dier
gegevens dan niet rechtstreeks of met
behulp van het rijk zou kunnen plaats
vinden.
Want hoe kunnen die gegevens an
ders verkregen worden dan door het
houden van een proefteelt van cocons
en de verwerking daarvan tot zijde
artikelen?
De medewerking van de regee-
ring kan alleen vrucht dragen, wan
neer daadwerkelijke steun wordt
verleend aan het particuliere initia-
1 tief der landelijke organisatie, die
nu al jaren lang in ons land pogin-
gen aanwendt om tot de vestiging
van een zijde-industrie te geraken.
Particulier initiatief
T S er werkelijk uitzicht op een renda-
bele industrie, dan zal het rijk z.ich
van verderen steun kunnen onthouden,
want het particulier initiatief, dat de
zal Abdijsiroop dadelijk
die nare hoest temperen
en snel doen verdwijnen.
De slym komt los. Borst
en keel worden verzacht.
Vanouds beproefd by hoest,
griep, bronchitis, asthma.
AKKER'S
zaak aanpakte, zal dan zonder steun op
zijn weg voortgaan, behoudens dan, dat
in bijzondere gevallen subsidie noodig
en wenschelijk zouden blijken.
Bovenal is rijkssteun voor de zijde-
industrie gemotiveerd, omdat deze
voor ons volk een nieuwe, nuttige
werkgelegenheid opent:
Deze steun zou wellicht nimmer ver
der behoeven te gaan, dan tot en met
de teelt van cocons en zooals reeds eer
der werd betoogd, zou moeten omvatten
den aanleg en onderhoud van moerbei
velden en het oprichten van een of meer
cocontceltbedrijvcn. en voorts het uit
loven van premies tot steun van het
particulier initiatief, jietwelk de cocon
teelt wil ter hand nemen en dit zoowel
voor den coconteler, die in zijn woning
een beperkte hoeveelheid cocons teelt,
als voor hem, die deze teelt in het groot
beoefent en de beschikking heeft over
een eigen moerbeiveld. Het bedrag van
deze premies zou verband moeten hou
den met den gemiddelden prijs der co
cons op de wereldmarkt; in elk geval
zou de prijs per kg. cocons, met inbegrip
van de premie, welke een kleine cocon-
teeler b.v. van 10 kg. ontvangt, zoo groot
moeten zijn, dat hij voor zijn werk een
behoorlijke belooning geniet.
Zooals bekend heeft de Ned. Zijdeteelt
Vereeniging dit jaar 6 gulden per kg.
cocons aan zijn leden-telers kunnen
waarborgen.
Dit bedrag van 6 gulden is wellicht te
gering voor den teler, maar voor den
particulier, die de cocons aankoopt om
daarmede natuurzijdeartikelen te fabri-
ceeren, mag de prijs vermoedelijk niet
hooger zijn.
In elk geval zou met medewerking
van den rijkszijdeconsulent voldoende
gegevens verzameld kunnen worden
voor een juiste vaststelling der uit te
loven premies.
Wordt deze weg gevolgd, dan zal daar
door het particulier initiatief ongetwij
feld worden aangewakkerd. Kapitaal
krachtige personen zullen erdoor wor
den aangemoedigd om coconteeltbedrii-
ven met eigen rtioerbeivelden op te rich
ten. Het spreekt vanzelf, dat de te ver
strekken- premien gepaard gaan met op
te leggen verplichtingen. Zoo zal o.a. de
verplichting moeten gelden, dat de ge
teelde cocons alleen aan een centrale
organisatie tegen een van te voren vast-
gesteldcn prijs zullen worden verkocht
Een uitzondering zou kunnen worden
gemaakt met grootbedrijven, die behal
ve coconteelt ook een eigen spinnerij en
weverij in hun bedrijf hebben opgeno
men. In het bijzonder kan hierbij ge
dacht worden aan bepaalde stichtingen,
welke over voldoende arbeidskrachten
kunnen beschikken.
Het zal echter aanbeveling verdienen
om te dezen aanzien in ons kleine land
de krachten niet te veel te versnipperen.
AMSTERDAM, 20 Febr. Gister
avond heeft e$n felle brand gewoed in
garage Spijkers aan den Overtoom te
Amsterdam.
Om ongeveer acht uur brak de brand,
die vermoedelijk door kortsluiting ver
oorzaakt is, uit en hij greep zoo snel om
zich hecri, dat al spoedig het sein „groo
te brand" moest worden gegeven en
meer materiaal te hulp moest worden
geroepen. Onder leiding van comman
dant J. B. Schuitemaker werd met acht
stralen het vuur bestreden. Men kon
echter niet voorkomen', dat de geheele
garage een prooi der vlammen werd.
Een veertigtal auto's, voor een groot
deel in gebruik bij het gemeentelijk
energiebedrijf, verbrandde geheel of ge
deeltelijk. Daar de garage gelegen is
tusschen het gebouw van de Amster-
damsehc Rijtuig Maatschappij en het
Vondelpark, bestond er gevaar voor uit
breiding. Het gelukte de brandweer ech
ter rnn uitbreiding van den brand te
voorkomen. De paarden, die in de stal
len stonden, werden dadelijk in veilig
heid gebracht en konden later weer hun
stallen opzoeken.
Om ongeveer tien uur was men den
brand meester. Er ging echter nog ge-
ruimen tijd heen met de nablussching.
De burgemeester van Amsterdam, de
beer Voute, en de hoofdcommissaris van
politie, kolonel Tulp, waren op het ter
rein van den brand aanwezig.
De groente prijzen vragen weder de aan
dacht en baren opnieuw zorg. Zoo zal het
bij de meeste huisvrouwen gaan, zoo gaat
het ook bij de inspectie voor de prijsbe-
hecrsching, die met leede oogen ziet, hoe
de resultaten van de maatregelen welke op
de in December gevoerde actie in zake de
groente- cn fruitprijzen volgden, langza
merhand geheel zijn verdwenen. De straffen,
welke toen werden opgelegd aldus deel
de de inspecteur voor de prijsbchcersching
in het ressort Amsterdam; mr. H. Hout-
hoff, gisterochtend in een bijeenkomst voor
de pers mede hebben wel even den
schrik er in gebracht, maar klaarblijkelijk
schijnen de betrokkenen te meenen, dat ze
nu weer lustig kunnen gaan vragen wat
ze maar willen. Groentcprijzen, de helft
boven het vastgestelde maximum, of zelfs
het dubbele ervan, zijn geen zeldzaamheid.
Aan wie de schuld? Deze vraag is
moeilijk te beantwoorden, daar hier ver
schillende factoren in het spel zijn. De
plaatselijke omstandigheden zijn vrijwel
nergens gelijk, maar voor een goed deel
zijn de huisvrouwen zelf de oorzaak, al
thans zij die rneer inkoopen, dan zij voor
direct gebruik noodig hebben.
Blijkens door den directeur van het
Amsterdamsche marktwezen verstrekte
gegevens betreffende de aanvoeren op de
groenteveiling zijn dezfr ook in de
afgeloopen weken ruim voldoende ge
weest. Zoo heeft de aanvoer van groente
in de vorige week pirn. 1.500.000 k.g. be
dragen, in hoofdzaak versche en voor
slechts een gering percentage vatgroen-
ten. In de behoeften van de bevolking
kan dan ook steeds ruimschoots worden
voorzien, al zal men dan ook niet altijd
de groente kunnen krijgen, welke men
op dat oogenblik wenscht.
Voor een aantal wintergroenten, als
wortelen, rapen en uien is sinds half
December een speciale regeling getrof
fen, ten einde prijsopdrijving te voorko
men, waartoe een combinatie van gros
siers is gevormd, welke deze groenten
verdeelt onder de kleinhandelaren, zulks
naar gelang hun aardappelomzet. Welis
waar omvat vleze regeling niet den ge-
fieelen aanvoer van de genoemde tuin
bouwproducten, maar iedere winkelier
kan toch van een redelijk kwantum ver
zekerd zijn. Sinds de vorige week vallen
ook alle koolsoorten en koolraap onder
deze regeling.
Slechts wanneer de hulsvrouwen
meer dan de normale hoeveelheden
groente gaan koopen. dreigt het ge
vaar, dat de winkelier tekort komt cn
daardoor verleid wordt buiten de vei
ling om groente te koopen, hetgeen dan
meestal tegen te hooge prijzen zal ge
beuren.
Dit mag hij echter niet doen en is ook
niet noodzakelijk, want zooals gezegd
hij ontvangt een redelijk kwantum,
zoodat hij zijn normalen omzet kan be
houden. Daar ook zijn toegestane winst
percentage behoorlijk mag worden ge
noemd (damaximumprijzen worden vast
gesteld in overleg niet de betrokken ior-
ganisaties) spreekt het dus van zelf, dat
het vragen van hoogere prijzen dan toe
laatbaar is, niet kan worden geduld, wijl
er een ontzaglijk groot belang de koop
kracht van het publiek bij betrokken
is.
De inspectie voor de prijsbeheer-
sching zal dan ook in het geheele res
sort (omvattende Noord Holland en
Utrecht) een scherpe actie inzetten.
Was voorheen het sluiten van een
zaak een straf, welke slechts zelden
werd toegepast, thans zullen de over
treders cr rekening mee moeten hou
den, dat van d?t wapen een ruimer
gebruik zal worden gemaakt.
Ook het publiek wordt verzocht mede
te werken, door geen te hooge prijzen te
betalen (laat staan natuurlijk, deze aan
te bieden) en gevallen van overtreding
der maximumprijzen aan de inspectie be
kend te maken.
Deze woekerplant moet en zal uit onze
samenleving verdwijnen.
's-GRAVENHAGE, 20 Febr. De
Nederlander Jeroen Dijkhuizen, wonen
de Menninckstraat 9 te Scheveningen,
heeft op 1 September 1941 een soldaat
van de Duitsche weermacht gered van
den verdrinkingsdood.
Voor deze redding looft de comman
dant van de troepen in Nederland dezen
redder in het openbaar. Bovendien is
hem een belooning in geld" overhandigd.
's-GRAVENHAGE, 20 Fe)>r. De
secretarie-generaal van het departe
ment van Landbouw en Visscherij
maakt bekend, dat mfet ingang van
22 Februari a.s. Yoghurt,
welke is 'bereid uit'
gestandaardiseerde
melk (z.g. mélk-yoghurt) uitslui
tend tegen afgifte van de geldig
verklaarde bonnen der mclkkaar-
ten of de ter verkrijging van melk
bestemde rantsoenbonnen gekocht
kan worden.
Gedurende het tijdvak van 22 Febr.
tot 21 Maart geven de voor genoemde
periode aangewezen bonnen v.an de
„DM" en „DT" melkkaarten recht op
het koopen van een hoeveelheid
yoghurt, welke ie bereid uit 3^2 liter
gestandaardiseerde melk. De distributie
van yoghurt geschiedt geheel als voor
melk gebruikelijk is.
Dc uit taptemelk bereide yoghurt valt
buiten de distributie en is dus zonder
bon verkrijgbaar.
's-GRAVENHAGE, 20 Febr.
Naar wij vernemen zullen met in
gang van Maart a.s. ter vervanging
van de bestaande bonboekjes voor
voedingsmiddelen voortaan bon
kaarten worden uitgereikt, die voor
een periode van vier weken vol
doende bonnen bevatten.
Zooveel mogelijk levensmiddelen zul
len op deze kaarten, die in eenige
strooken van verschillende kleur zijn
verdeeld, verband houdend met de
soort bons. verkrijgbaar worden gesteld,
waarbij" rekening is gehouden met te
gen de bonboekjes in de practijk geble
ken bezwaren.
Op deze kaarten staat aangege
ven wanneer de volgende kaart moet
worden afgehaald, zoodat iedere be
langhebbende te allen tijde kan
zien op welken dag hij aan de
beurt is.
Hoewel de bonboekjes voor drie
maanden voldoende bons inhielden,
moest men zich tot nu toe gemiddeld
toch dertien maal per jaar 'n gang naar
het distributielocaal getroosten, omdat
die bonboekjes slechts voor een deel
van de gedistribueerde levensmiddelen
golden en de bons voor de overige tus-
schcntijds moesten worden afgehaald.
Hierin wordt thans een zekere regel
maat gebracht.
De geldigheidsduur van dc bons als
zoodanig wordt door het nieuwe bon
kaartenstelsel niet beïnvloed.
De plaatselijke distributiediensten
zullen de tijdstippen van eerste afhaling
bekend maken.
's-GRAVENHAGE, 20 Febr. Omtrent
den gisteravond in de Bilderdijklaan ge-
pleegden moord kunnen wfj nog melden,
dat het slachtoffer, de 57-jarige C. van
der L.. als machinezetter by een drukkerij
in Den Haag werkzaam was.
De uit de richting Den Haag komende
fietser, die op korten afstand getuige was
van de worsteling tusschen den dader en
zijn slachtoffer, wierp toen ook hij zyn
leven bedreigd zag bij het te voorschijn
brengen van het dolkmes van den dader,
zijn rywiel tusschenbeide en vluchtte den
Binckhorstpolder in. De dader is toen op
getuige's rijwiel in de richting Den Haag
weggereden.
Wij laten hier het signalement volgen
van het rijwiel, waarop de dader de vlucht
nam en dat. zooals gemeld, het eigendom
van den getuige was:
Ongemerkt heerenrijwiel, zwart gelakt,
gewoon model zwart celluloid stuur, be-
schadigd. nikkelen bel. een handvat ont
breekt. vermoedelijk beide. Kettingkast
van zwart zeildoek, vrijwiel met torpedo
naaf. imitatie terry-zadel inet los vilt-dek.
ook beschadigd. Voorband slecht, op twee
plaatsen een gat. achterband tamelijk
goed. Bandenmerk(en) onbekend. Electri-
6che lantaarn van onbekend merk. Zwarte
bagagedrager zonder standaard. Twee op
klapbare voetrusten aan de achtervork.
Reeds in oude tijden gebruikte
men als balsem voor kwetsuren
de stoffen, die deel uitmaken
van AKKER's Kloosterbalsem!
Wie de verrassende werking er
van heeft ondervonden, blijft
deze gebruiken en zegt altijd:
Doe er Kloosterbaisem opl
Onovertroffen als huidmiddel
bij wonden, blaren, wintervoe
ten. gesprongen handen, schrale
huid; als wrijf middel bij stram
heid, theumatiek en spierpijnen.
's-GRAVENHAGE, 20 Febr. Het
rijkscommissariaat deelt mede:
De Rijkscommissaris van de bezette
Nederlandsche gebieden heeft op grond
van paragraaf 1 van zijn verordening nr.
10S/40 (vierde verordening betreffende
bijzondere bestuursrechtelijke maatre
gelen) den secretaris-generaal van het
departement van Binnenland6che Zaken
dr. K. J. Frederiks van de gegeven op
dracht tot waarnemen van de loopende
zaken van den secretaris-generaal in het
departement van algemeen© zaken, on
der dankzegging voor de bewezen dien
sten ontheven.
Op zijn plaats heeft de Rijkscommis
saris voor de bezette Nederlandsche ge
bieden, op grond van dezelfde verorde
ning den secretaris-generaal in het de
partement v. Justitie dr. J. J. Schriecke,
belast met het tijdelijk waarnemen van
dc zaken van den secretaris-generaal in
het departement voor algemeene zaken.
IN mijn herinnering leeft een avond voort
dat ik in een laan van een dennenbosch
.zat; aan de stammen hechtte zich nog wat
(laat. fantastisch ros licht. Ik was op het
[punt om naar huis te gaan. maar ik wacht
te nog ©ven, want ik hoorde heel amusant,
tevreden vogelgeluid naderen; er zat m die
tonen knetterende, vlug op elkaar vol
gende knut-knut-roepjes een allerge
zelligst kinderlijk verhalend element; nu
begrijp ik ook. hoe men aan den, my dunkt
klanknabootsenden, plaatselijken naam
tukker is gekomen.
De kneutjes van dien avond nu lieten
zich met hun allen, zoo'n vyftal, neer, op
de toppen der dennen. Zij babbelden daar
na no? even gezellig door maar voordat ik
er op bedacht was, veranderden die weinig
gecompliceerde knut-knut-roepjes in een
opgewekt, zonnig liedje. Zorgeloos, wellui
dend. kinderlijk blij klonk de zang der
•kneutjes, waarvan het prettigst is, dat het
zich zoo weinig houdt aan een strak en
stijf schema.
In zyn eenvoudigsten vorm zou ik het
een geperfectioneeerden lokroep willen noe
men, waarvan de volmaking nu eens is ge
legen in een fijner afslijpen, een ander
maal weer in een vlotter afronden der lok-
roeptonen. Het gebeurt zelfs wel, dat de
kneutjes naar zwaluwenmanier al vliegen
de zingen, maar dit is geen regel, het meest
zitten zij tusschen de boomblaren,>op een
fcwijgtop of op lichtdraden zooals b.v. ook
geelgorzen en roodborsttapuiten doen
hun kostelyk liedje uit te pijpen, waarvan
het enthousiasme, het grille en vroolijke
vooral treffend is. wanneer de muzikale
voordracht gezaméhlyk wordt gehouden.
Rijk wisselend, sappig, puur en kinderlijk
aanminnig zijn de fleurig aaneengeregen
melodietjes; de vogels houden den zang
onvermoeid vol en zoo kan je soms minu
ten aan één stuk van hun monter lied ge
nieten. En juist omdat dit zoo volhardend
Is. bevattelijk, populair en ondanks de rijke
wisseling toch niet moeilijk ingewikkeld,
worden de vogels veel in kooien gehouden
door de menschen in de steden, waar zij de
woningen dikwijls ontroerend opvroolijken
door hun zachte, lieve deuntje, waarin
nogal veel het motief t s èg e t s ik t s j è-
g i k of daaromtrent voorkomt. Het is nog
al gemakkelijk en voor de hand liggend
het houden van kooivogels af te keuren;
doch ik persoonlijk, die er niet aan zal
denken een vogel van zijn vrijheid te be-
rooven (maar daarvoor zit ik op bevoor
rechte wijze het heele jaar door als buiten
man midden tusschen de vogels), kan mij
toch goed voorstellen, dat menschen der
stad. die veel van de natuur houden, maar
door maatschappelijke noodzaak, ouder
dom of invaliditeit binnen de stadsmuren
moeten blijven, zich een vogel in een kooi
aanschaffen. En dat zij daarvoor een
kneutje kiezen, is begrijpelijk, v/ant met
dezen vogel halen zi) de lente, frisch en
sappig en vrooljjk in huis
Maar het meest heeft men op een Mei
dag het kneutje ontroerd, dat in mijn tuin
in een bloeienden kerselaar zijn opgetogen
lied zat te zingen. Wat was dat een ver
rukkelijk schilderij; de boom één en al
bloesem, één blank boeket; en in het hart
van dien uuitbundigen ruiker zat de vogel
aandoenlijk ijverig zijn fijne fluittonen en
trillertjes te moduleeren. Hoe heerlijk ar
geloos en.biy was dat lied en hoe mooi was
de vogel met zijn babbelende bekje. Een
heel pittige kleur bracht het karmozijn
rood van kop en borst bij den witten
bruidstooi van den kerselaar.
Dit rood is wel heel kenmerkend voor
het kneutje, maar eigenlijk zie je deze in
nige kleurgloeiing pas goed van dichtbij.
Zoo op een afstand, zonder kijker, trekt
dit rood niet zóó de aandacht; dit komt,
dunkt mij. doordat het buikgedeelte niet
alleen vuilwit is. maar de rug bovendien
kastanjebruin. Daar steekt het rood dan
niet zoo fel. niet zoo uitdrukkelijk tegen
af; van verre gezien, maakt de vogel dan
ook nogal een bruinachtigen indruk; dan
heeft hy wel iets^van een musch. De vleu
gels zijn vrij donker, maar de handpennen
zijn witgerand. doch dat krijg je alleen te
zien. wanneer de vogel opvliegt. Ook de
zwarte staartveeren hebben weer van die
witte randjes. Het komt ons voor, dat deze
aanduidingen een voldoend signalement
vormen voor het herkennen van den inte
ressanten vinkachtigen vogel, waaraan ons
land zoo rijk is en dien je overal in de
hoogere deelen van ons land kunt vinden,
maar ook wel elders, waar allerhande
struikgewas hem uitnoodigt om er zich te
vestigen.
De wijfjes gaan veel minder uitbundig
gekleed en die verdienen heelemaal niet den
naam van robijntjes, welke men den kneut
jes heeft gegeven; bij haar overheerscht,
evenals bij de jongen, die overigens fijne,
bronzen, dikke propjes zyn, het bruingele.
Trouwens: zoo kleurig uitgedost blijven de
mannen ook slechts tot den herfst; wan
neer het najaar aangebroken is, verdienen
zij heelemaal niet meer den Duitschen naam
Blut hanflinge. want dan krygen de vee-
ren van borst en kop vry breede grijze ran
den, die heel de blijde roode sier schuil
doen gaan. Zoodra echter die randen, wan
neer het voorjaar dichterbij komt, gaan'
slyten, komt de roode kleur weer voor den
dag. Maar dit laatste geldt alleen voor in
de heerlijke vrye natuur levende kneutjes;
de kooivogels onder hen, de mannen dus, dia
gevangen zitten, krygen die kostelijke, inni
ge kleuren niet.
LJ ET zyn inmiddels niet alleen de zang
en de fyne rijke kleurtjes,"'' die het
kneutje tot een boelenden vogel maken;
ook zijn zin voor gezelligheid stempelt hem
tot een aantrekkelyken vogel. Eigenlijk zie
Je haast nóóit een kneu ajleen: nagenoeg
altijd zijn ze in eikaars gezelschap: niet
alleen vliegen ze voortdurend, genoegelijk
knutterend. in meer of minder groote
clubjes rond en aan dat knutteren her
ken Je ze dadelijk, al brengt ook een ring-
musch tennaastebij een dergelijk geluid
voort maar ook broeden ze soms m vrij
grooten getale by elkaar, al kan daarom
nog niet dadelijk van een kolonie worden
gesproken. Maar is het niet reeds merk
waardig. dat in den tijd der liefde en in
het broedseizoen, wanneer het mee rend eel
der vogels prikkelbaar is en elkander niet
kan verdragen zij zijn dan veelal hevig
jaloersch en vreezen, dat hun wyifjes hun
afhandig zullen worden gemaakt kneu
tjes heel knus en verdraagzaam vlak in
eikaars nabijheid broeden? Op beperkt ter
rein vind je soms heel wat kneuennesten
by elkaar.
Natuurlijk vind je by de kneuen lndivi-
dueele verschillen, wat hun karakter be
treft. Ik herinner my, dat ik .eens in myn
tuin zat te luisteren naar vyf spreeuwen,
die in den mooien avond hun verrukkelijke,
opgetogen potpourri'tje zaten te zingen tus-
sohen de lichtdraden en op de isoleerpot
jes. Toen kwamen er drie kneuen heel druk
babbelend aangevlogen. Zy zetten zich tus
schen de spreeuwen neer om ook èen liedje
te zingen. Twee der kneuen wa'ren vreed
zaam, maar de derde deed dadelijk een aan
val op één der spreeuwen en vloog den, by
hem vergeleken, forschen vogel in de vee-
ren. Deze verzette zich even, maar moest
het tegen het brutale en driftige kneutje
afleggen. De spreeuw maakte zich uit de
voeten, welk voorbeeld na eenigen tyd door
de andere spreeuwen werd gevolgd, nadat
hy hun stuk voor stuk op onstuimige wyze
letterlyk te lijf -was gegaan.
In allerlei parkstruiken, heggen en door
nig gewas zijn de nesten der kneuen te
vinden. Zoo'n nest is altyd een begeerens-
waardige vondst. Het wordt gemaakt van
droog gras. stengeltjes e.d., maar vooral
de voering is heel interessant: wat is zoo'n
nestkommetje van binnen zacht af
gewerkt; in myn streek vind ik er nogal
dikwyis konynenhaar en schapenwol in en
ook nog allerlei fluweelige veertjes, dons
jes. haartjes en pluisjes. En op dien
zachten ondergrond en binnen die zachte
omwanding nu komen de fyne eitjes te
liggen, meestal vyf, die aan den licht-
blauwen kant zyn en rossige vlekjes ver-
toonen. Aan de stompe pool vind Je nogal
eens een krans geteekend Het geheel is
wonderlyk mooi.
Het prettige hierby ls dat de kneuen
twee maal per jaar, dikwyis zelfs drie
keeren broeden. Nu van die kneuen kryg
je er niet gauw te veel; het zyn aller-
aardigste, beminlijke vogels; kleur. zang.
nestbouw. het een is al boeiender dan het
andere. Dat golvende van hun vlucht vind
ik ook altyd bekooriyk: er zit pit in die
wyze van vliegen en ze hebben een heel
aardige vaart, wanneer zè zich zoo boven
het heuvelland voortreppen om een boom
groepje te bereiken, waar ze gezamenlyk
concerteeren. of om voer naar hun jonge
Jongen te brengen. Dat doen ze ook met
een lieven, onvermoeiden yver. Ook kan
men ze aardig bezig zien op de distels
netel?, zuring, melde enz. allemaal plan
ten. met de zaden waarvan zy zich plegen
te voeden. RINKE TOLMAN.
FEUILLETON
31.
Ik vertelde alle© Kort en zonder om
haal, maar voor ik klaar was. had hij
me al in een stoel geduwd en schreeuw
de om een jongen, di© een schrijfmachi
ne kon brengen.
„Schrijven", riep hij. „Verspil geen
tijd mej verhalen. Schrijf het".
Dat hoefde' hij me geen twee keer te
vragen en al spoedig kletterde d© ma
c' ne onder mijn vingers.
Het was de klank van Haynau's stem
die mij even deed ophouden. Hij had de
politie opgebeld. Hij vertelde hoe het
huif aan (te rivier te vinden was en
raadde hen aan, voldoende versterking
mee te nemen, overvalwagens e.d. om
de heele bend© te vangen.
„Het kan me niet schelen, dat ze dien
rommel smokkelen, maar ik neem het
ze ere kwalijk, dat ze mijn beste ver
slaggeefster gevangen nemen."
Hij zag, dat ik even stil zat en zwaai
de met zijn hand. ongeduldig.
„Doorgaan. Doorgaaji. We moeten zoo
gauw mogelijk draaien".
Ik werkte ongeveer twintig minuten
door.
Toen rinkelde dc telefoon en ik hoor
de Havnau antwoorden.
„Inspecteur Barneville?" zei hij. „Ja
wat is er voor nieuwe?"
Hii luisterde en legde met een gegrom
den hoorn neer.
„Nog zijn we met die historie nfet
klaar. Dat huis staat in brand. Zelfs de
brandweer kan niet binnenkomen. Eu
geen spoor van Brisson. Hij moet ont
snapt zijn."
Mijn vinger© vielen weg van de toet
sen van mijn schrijfmachine.
..Het huis staat in brand?" vroeg ik
toonloos.
„En Pierre Brisson is ontsnapt", ant
woordde Arthur Havnau.
Hij greep het stapeltje copy, dat ik al
klaar had, en keek het door.
„Maak het af, dan kunnen we het la
ten zetten," zei hij. „En dan is er weer
werk voor je."
Ik staarde hem aan. Toen begreep ik
hem opeens.
„Pierre Brisson opsporen?"
.Dat bedoel ik. Jij kent hem beter
dan iemand anders. Hij was een tikje
verliefd op je, niet? Vind Brisson en je
toekomst is verzekerd. Wat je nu ge
schreven hebt is verduiveld goed, maar
vergeet niet, dat Simon er vanavond
ook mee komt. Je bent niet de eenige."
Hij maakte zijn stem zoo vleiend, als
hem dat mogelijk was. „Kom, kind, be
denk je niet langer. Heb je eenig idee,
waar je dien kerel moet zoeken?"
Ik keek hem aan.
„Ik zal hem voor u zoeken, en wat
meer is, ik heb zoo'n idee, dat ik hem
voor u zal vinden. Ik geloof, dat ik
weet, waar ik zal moeten zoeken."
„Zoo mag ik het hooren." Het klonk
enthousiast. „Wat weet je?"
Ik sprak zacht.
„Ons geheim, mijnheer," glimlachte
ik. „Daar wreet zelfs Luc Simon niets
van. Brisson wa^ al van plan naar Con
stantinopel te gaan."
Ha.vnau leunde achterover en veegde
zijn voorhoofd af met een enormen zak
doek, greep naar de telefoon en nam
den hoorn op.
Hij blafte een bevel in de telefoon le
gen een van de volontairs in de kamer
naast de zijne. Ik hield mijn adem in
toen ik het hoorde.
„Lambert, reserveer zoo gauw moge
lijk een plaats voor juffrouw Gratrv i"
de Orient-Express, tot Constantinopel
HOOFDSTUK XV
Weer op Jacht
De Orient Express.
Een glanzende, lange trein, die voort-
stuift langs de rails. Slaapwagens, met
ruime, makkelijke bedden, een restau
raticwagen, met glinsterend zilver en
flonkerend kristal
Parijs, Milaan, Triesten de weg
naar het geheimzinnige Oosten ligt vooi
ons. Iedere seconde brengt mij meters
dichter bij.
Wonderlijke menschen. menschen uit
alle denkbare landen. Turksche han
delslieden met ernstige gezichten. Per
zen, Amerikanen met immense uilen
brillen, vlotte Franschen en Hollanders
met rustige, scherpe oogen. Engelschen
en Duitschers. Belgen en Serven
En ik had een gevoel, alsof ergens
onder al die menschen Pierre Brisson te
vinden moest zijn... misschien zooda
nig vermomd, dat zijn eigen moeder
hem niet zou herkennen. Als het hen»
gelukt was, het land uit te komen, zou
hij dat toch niet op zijn eigen pas en
en in zijn werkelijke gedaante hebban
kunnen wagen.
Dus Ijep ik telkens weer den heelen
trein op en neer en speurde naar alle
passagiers, maar hemonder hen her
kennen dat lukte me niet.
Bij ieder station, waar s'il werd ge
houden, stond ik op den uitkijk, om op
de menschen te letten, die in en uit
stapten. Er was altijd een kans, dat hij
onderweg zou instappen. Ik had van
Haynau de opdracht gekregen in Con
stantinopel te blijven als Brisson niet in
den trein was. Ik zou daar dan op iede-
ren trein moeten letten, die uit het Wes
ten binnen kwam, op iederen passagier
nauwkeurig acht moeten slaan, ik zou
steeds weer de vreêmdelingenlijsten vay
de hotels moeten bestudeeren. totdat ik
hem gevonden had.
„Je hebt een vrij groote kans, hem
op die wijze te vinden, want ie zou hem
'och zeker ook met valsche bakkebaar
den wel herkennen?"
„Ongetwijfeld," had ik geantwoord.
„Die oogen herken ik overalj'
Het was in Dijon, dat ik mijn eerst©
schok kreeg.
De conducteur had Juist zijn vlaggetje
geheschen als tepken, dat we konden
vertrekken, toen er eenige opwinding
ontstond hij het loket. Protesteercnde
kruiers waren niet in staat een langen
in het grijs geklecden jongeman tegen te
houden, die kennelijk roet alle geweld
den trein nog wou halen. Hij rende
het perron op en terwijl de trein reeds
langzaam het station uitstoomde. slaag
de hij erin op het laatste nippertje in
den laatst en wagen te springen.
Het was erg opwindend, vooral omdat
ik wist wie hij was.
Natuurlijk Luc Simon weer.v
„Luc Sicon," mompelde ik. „Zal het
me dan nooit lukken je van me af te
schudden?"
Maar het waren niet anders dan woor
den op mijn lippen, want inwendig dans
te mijn hart een vreugdedans, dat ik
hem weerzag.
Nauwelijks was de trein goed en wel
onderweg of ik'verliet mijn coupé cn
liep langs de gang om hem op te zoe
ken. Ik vond hem in een heftig gesprek
gewikkeld met een conducteur.
Ik schoof de deur open en stak mijn
hoofd om den hoek.
„P;*aat maar liever wat kalmer tégen
hem", zei ik. „Waarschijnlijk begrijpt
hij je dan beter.®
Bruusk keprde Luz zich om en een
enkel een enkel ondeelbaar oogen
blik was er/een blij^ lichtje in zijn oogen.
Daarna fronste hy vrij nijdig het voor
hoofd.
„Zoo, bon jij het? Je hebt ook geen
tijd verloren laten gaan."
is.Om jou terug te vinden", lachte ik.
„Ik zag je bij het loket. Dat was op het
nippertje."
Luc gaf den conducteur ©en wenk,
dat hij later wel op deze zaak zou te
rugkomen, en zei, zich tot mij wen
dend:
„Ga mee naar den restauratiewagen,
dan kunnen we deze kwestie bespre
ken."
Mijn hart zonk me in de echoenen.
Zijn gezicht slond onvriendelijk cn zijn
toon miste de warmte van vroeger.
.Wat mankeert jou?" vroeg ik. „Je
lijkt me niet bepaald opgewekt."
(Wotdt vervolgd)