isheeft nog nimmer eenen juisten blik geworpen in den zedelijken toestand der verarmde volksklasse. Neen, de oorzaak ligt dieper zij is te vinden in den zede lijken toestand der armen en haar naam is gebrek aan zedelijkheid. Daaraan vooral, zoo niet alleen, is de meer en meer veldwinnende armoede toe te schrijven. Indien onze armen maar zedelijk opgebeurd werden indien ze maar meer geloof en godsvrucht bezaten wij twijfelen geenszins, of hunne armoede zou gaande weg verminderen. Wij weten het wel, deze opmer king is niet nieuw meer neen ze is reeds herhaalde malen gepredikt, maar toch, wij moeten het beken nen zij heeft tot dusverre de gewenschte vruchten nog niet opgeleverdde onzedelijkheid onzer armen draagt er het sprekendst bewijs van. Dezer dagen werd ons door een' oudenachtcns- waardigen burger daaromtrent eene belangrijke proeve medegedeeld, welke wij overwaardig achten, aan onze landgenooten open te leggenopdat het meer en meer duidelijk worde, dat niet alleen gebrek aan werkmaar gebrek- aan zedelijkheid de grond oorzaak van de toenemende armoede is. Vooraf ech ter nog eene opmerking. Wanneer men spreekt over gebrek aan werk als de voornaamste oorzaak der armoede, dan hoort men niet zeldentot staving hier van aanvoerendat het door werken zuur verdiende loon niet zoo onmatig en onbezonnen misbruikt zal worden, als de aalmoezen die met geringe moeite ver zameld worden. Dit is volkomen waarheid, indien men van do onderstelling uitgaat, dat de zedelijk heid der armen niets te wenschen overlaat. Doch dat dit zoo niet is, moge blijken uit de nu volgende proeve. De man, die ons deze proeve mededeelde, verhaalde ons dezelve uit zijne eigene ervaring. Tijdens den verloopenen herfst kreeg hij turf. Terwijl de dragers bezig waren, had hij opgemerkt, dat een hunner herhaalde malen een drankwinkeltje bezocht; hetwelk de nieuwsgierigheid bij hem opwekte, om des avonds eens te vernemen, voor hoeveel centen de bewuste drager gekocht had. En nu hoore men! De man hadop dat wij diteerst zeggenvan den vroegen morgen tot den laten avond gewerkt en wel met moeite, ja in het zweet zijns aanschijns, en het loondat bij hiervoor verkreegwas de som van tweeëndertig stuivers, voorzeker genoeg voor de ver vulling der behoeften van dien dag. Dit geld, met de grootste inspanning verkregenzal dan toch zoo zou men denken, wel met overleg en zuinigheid worden besteed. Maar ja wel; op de vraag, hoe veel de be wuste drager aan de lei had was het antwoord voor eenendertig stuivers jenever! Het schijnt ongeloofelijk, niet waar, lezer? en toch het is maar al te waar. Toen de winter aanbrak, nam deze man zijne toevlugt tot het armenhuis, waarin hij nu voor korten tijd is overleden hoogst waarschijnlijk ten gevolge van zijn onmatig drinken. Nu zegt men veelligt: dit is een voorbeeld uit hon derd en kan geenszins tot maatstaf strekken voor de doorgaande zedelijkheid der armen. Het is waar, zoo zijn niet allen doch het is ook waar, dat het grootste deel der armen, vooral de mannen, in meerdere of mindere mate aan dit kwaad schuldig is. Uit het aangevoerde blijkt, onzes erachtens, dus ten duidelijk ste dat niet gebrek aan werk maar gebrek aan ze delijkheid de grondoorzaak der armoede is. Gebrek aan werk leidt er wel toe mede, wie zou zulks ontken nen? doch zoo lang men het gebrek aan zedelijkheid niet wegneemt, is overvloed van werk zelfs schade lijk. men zegge nu nietdie taal is hard en ver metel want waarlijkindien de ruimte van dit blad het toelietwe zouden de aangehaalde proeve nog met vele soortgelijke kunnen vermeerderendoch voor den belangstellende is het aangevoerde reeds genoeg, om op nieuw te zien, waaraan het in dezen hapert. Nog eene opmerking ten slotte. Het zou ons innig leed doen, indien door dit ge schrijf sommigen het besluit mogten vormenom van nu af aan hunne aalmoezen te verminderen dewijl dezelve toch doorgaans niet wel door de armen wor den besteed. Neenzoolang de zedelijke en stoffelijke toestand der armen niet anders ismoet er geholpen worden en wel met wijs beleidvooral echter dient men te werken en niet te rusten, voordat de wezen lijke bronwaaruit zonde en ellende bestendig ont springen gestopt wordemet andere woordende verarmde volksklasse moet uit haren zedelijken toe stand worden opgebeurd. (Gr. CH. Driesman. ©uitjcnlftuböchc Bcritjtim. Duitsclilaml. Volgens tijdingen uit Weenen, van den 5. dezerzoude de stad Peslh door de Keizerlijke troepen zijn ingenomen. Aan de Brunswijker Reichszeitungs wordt n.l. uit Weenen van den 5. geschreven dat het eerste plan van den Hongaarschcn veldtogtom n.l. de dubbele hoofdstad Buda-Peslh te bedw ingen reeds volvoerd is. Het op den 5. te Weenen afgekondigde legerbulletin bevat echter nog geen woord van deze inname. Het berigt is echter op zich zeiven niet onwaarschijnlijk, zoo als de Weener correspondent der Reichszeitungschrijft, dat de Oostcnrijkschc troepen zonder slag of stoot Pcsth bin nengedrongen zijn; dat KossuthPulszy en de oorlogspartij van den Rijksdag naar Dcbreczin zijn gevlugten de krooncn van den Heiligen Slephanus en de kleinoodiën van het Rijk met zich hebben genomen dat Windischyratz hierop hen en alle leden die voor den oorlog gestemd bobben vogelvrij heeft verklaard.In Weenen zeide men nog dat Kossuth bij Göbele, op den weg naar Erlau, gevangen genomen was dat een koerier dit berigt overgebragt heefthetwelk echter nog nadere bevestiging verdient. Ook de N. L. zeitung meldtdat het Keizerlijk leger op den 2. Januarij zonder eenigen wederstand Ofen en Pesth heeft bezet; dat Kossuth zich met al zijne troepen naar Szczedin had terug getrokken werwaarts alle Hongaarschc legercorpsen volgens de ontvangene bevelen moesten optrekken dat de Hongaren bij Totis den hoofdslag geleverdwonderen van dapperheid verrigt en de grootste volharding in den strijd betoond hebbendoch te ver geefs en dat zij voor de overmagt (van geschut) en eene betere krijgstucht hebben moeten bukken. Uit onderscheidene gedeelten van Rusland worden berig- tcn ontvangen van vrij oproerige bewegingen. In de Gouverne menten Wjatka, Kazan, Simbirsk en Pcnsa, zegt men, ziet men gewapende boeren benden, dikwijls van vijf tot zesduizend man sterk het land onder het plegen van plundering brand en moord afloopen.Te Kazan, eene stad van 60,000 zielen, moeten zij zelfs onderscheidene huizen in brand gestoken hebben. Frankrijk. In de Parijsche prentwinkcls vindt men thans eene carricatuurplaat voor de glazen hangen, waarop eerst Bo dewijk Philipsachter hem Lamartineachter dezen Cavaignac en eindelijk Bodewijk Napoleon afgebeeld staan. Elk dezer personen geeft zijn voorman een schop. Onder de plaat staatVervolg hierna. De Raad heeft gisteren morgen het voornemen van den President goedgekeurdom een reisje door eenige departementen te maken. Bonis Napoleon Bonaparte zal Lyon|, Bordeaux, Mar seille en Dauphiné bezoeken. Het resultaat der verkiezingen is nu oHIciëeel bekend gemaakt. In 't geheel hebben gestemd 7,941,161 dat is 3/t van al de Kiezers. Louis Napoleon had daarvan 6,048,872 (77 pCt.) Cavaignac 1,479,121 (18 pCt.) Ledru-Rollin 355,515 (4'/ipCt.) Raspail 40,069 (J/s pCt.) Lamartine 17,584 stemmen. (Dat is ongeveer pCt.! Italië. Men berigt uit Rome 3. Januarijdat Z. H. de Paus eene Circulaire heeft gezonden, waarin bij verklaart, dat hij

Historische kranten - Archief Eemland

Arrondissementsbode van Amersfoort | 1849 | | pagina 2