DE PIRAMIDE BIJ ZEIST-
met eone slede en netwerk uitbegaan om visch te vangen. Des
Zondags bemerkten zij, dat het ijs begon te werken, waarop
zij hunne zware klompen dien ganschen dag liepen naar Mar
ken, doch het water belette hen aldaar aan te komen.'s Maan
dags gingen zij weer terug naar 't Gooi bij Muidenbergalwaar
zij het eerst gcvischt en 50 eibotten gevangen hadden. Dings-
dag begaven zij zich naar de Eem hoven Amersfoort, maar
ook daar was te veel water; nu nog eens naar Bunschoten,
doch thans werd hun alle hoop benomenhet ijswaarop hun
schat, de visch en het tuig, zich bevond, scheurde vaneenen
dreef naar Enkhuizen, op welks toren zij de wijzers konden
ontdekken; zij zagen mcnschen, doch werden niet opgemerkt,
en zijn misschien voor een visschersschuit aangezienterwijl
verder de mist in zee hun grootste hinderpaal was. Van toen
af dreven zij op Gods-genade de Zuiderzee in en kwamen eerst
na 14 dagen met N. W. wind onder Vollenhovens zeekusten.
De vader is 45 jaren en genaamd Klaas Bort: zijne twee
zonen zijn 15 en 17 jaren oud.
Alle 3 zijn van ondereu verkluimd, aan de beenen geheel
gevoelloos, en er bestaat weinig hoop, dat de beenen zullen
kunnen behouden worden. In acht dagen kunnen zij nog niet
vervoerd worden. ProvGr. C.)
Te Amerongen verdronk den 3. Febr. een kind van circa
8 jaren, dat bezig was met het zoeken van hout aan den
waterkant huiten het dorp. Weder een bewijs, van onvoorzig-
tigheid der ouders en tevens eene les voor hendie hunne
kinderen dikwijls aan hun lot overlaten.
Men ziet eerlang eene verbetering in het bricvcn-vervoer
te gemoet, doordien de Nederlandsehe Regering er ernstig op
bedacht is, eene vermindering van briefporto^in te voeren.
Volgens eene opgaaf in het dezer dagen uitgegevene Jaar
boe/je heeft het getal der gevangenen, die gedurende het jaar
1847 hij afwisseling in de gevangenissen binnen dit Rijk aan
wezig waren bedragen 38.330 dat is 51G6 meer dan in het
jaar 1846, en heeft de gemiddelde bevolking van die gestichten
6324 beloopcn dat is 478 meer dan in 1846.
De Provinciale hegrooting van ontvangsten en uitgaven der
Provincie Utrecht voor het jaar 1849 wordt door de Utrechlsche
Courant medegedeeld. Zoowel de inkomsten als uitgaven zijn
gesteld ƒ103,042.37'/,.
Tegen het einde van 1849 wacht men den terugkeer van
twee kometen de eerste is die welke in de maand Augustus
1844 te Home is gezien door wijlen Professor de Vico en wier
omlooptijd 5 jaren en eenige maanden isde andere is de
groote komeet van 1264 en 1556 die een omloopstijd van 291 '/10
jaren heeft. Op 8. Maart zal eene gedeeltelijke maaneclips in
Engeland, Nederland en Belgie zigtbaar zijn.
De Boekdrukker en Boekhandelaar P. J. van Dijkte
Schiedam het nut en de volstrekte noodzakelijkheid der open
haarheid in staatszaken begrijpende en in die algemeen erkende
behoefte weuscbcnde te voorzien is voornemens een Werk uit
te geven, onder den titel: Handelingen der Staten-Generaal
in octavo formaatcompresdoch helder gedrukt voor een'
zeer matigen prijs en in afleveringen die elkander met den
.grootst mogelijken spoed zullen opvolgen; in welk AVerk achter
eenvolgende al het merkwaardige zal worden opgenomen dat
hij de StatcnsGeneraal voorvalt.
Bovengenoemde is echter ten volle overtuigd dat de mede
werking Van alle Leden der Staten-Generaal alleen in staat is
hem iu zijn voornemen naar wensch te doen slagen. Ilij heeft
zich dus bij circulaire aan allen gewendmet verzoekhem
die medewerking niet te willen ontzeggen van sommige zijden
heeft hij bereids toezegging ontvangen.
De jongste zware winden hebben te Sleydingenin Vlaan
dereneen zeer bcklageüjk ongeluk te weeg gebragt. Een 16
jarig meisje was naar een' naburigen molen gegaan, om er meel
te halen. Een plotselijke rukwind wierp haar neder tussehcn de
snel rondgaande wieken van den molen. Door een der roeden
opgenomen, werd zij 130 schreden ver over eene rij hoornen
in het veld geworpenwaar haar val een diepe groef te weeg
bragt. Menschen, die op korten afstand werkten, schoten toe
en kwamen nog in tijdsniet om hare laatste woordenmaar
om haren laatsten zucht te vernemen.
GESCHIEDKUNDIGE HERINNERING AAS EET KAMP VAX UTRECHT IN 1804.
[Vervolg op N°. 15).
Geen bekoorlijk verschiet opende zich voor den sol
daat in het vooruitziet van, waarschijnlijk geruimen tijd
in dit kamp te moeten doorbrengen. Hem toch, die ja
ren lang gewend was aan de bedrijvigheid en de schier
dagelijks afwisselende tooneelen, welke de militaire loop
baan, in die dagen van staatkundige woeling, opleverde;
hem moest de eentoonige leefwijze en eenzelvige dienst
weldra vervelen ja zelfs tot last worden, terwijl de
officier daarenboven ongaarne voor zoo langen tijd het
genot der aangename uitspanningen zoude missenwelke
het verblijf in de garnizoensplaatsen hem zoo ruim
schoots aanbood. Dan aangenaam werden zij in hunne
verwachtingen dienaangaande te leur gesteld. Want
naauwelijks waren, na het opslaan en betrekken der
tentende noodige voorzorgen genomen tegen de ver
nielingen, welke water en wind zouden kunnen aan-
rigten, of de soldaat was er op bedacht om zijne tijde
lijke verblijfplaatszoo veel de gelegenheid en omstan
digheden toelieten, te verfraaijen en bevallig in te rig-
ten. Het sein hiertoe werd door de divisie Grouchy
gegeven. Van deze hadden, op zekeren morgen met het
aanbreken van den dag, sterke detachementen zich naar
het nabij gelegene bosch begeven en sleepten van daar
groote boomendie zij geveld haddennaar hunne leger
plaats. Deze werden opgerigt, en reeds 's avonds zag
men in dat gedeelte van het kamp eene rij schoone
meiboomen, met vlaggen en testoenen versierd, vóór de
tenten der officieren en het front der kompagnien prijken.
Dit voorbeeld vond algemeene navolging; het bosch
viel onder de verdubbelde slagen der soldaten, en na
verloop van acht dagen geleek het gansche kamp naar
eenenvolgens een groot bestek aangelegden tuin. Want
de soldaat, eenmaal hiermede begonnen, rustte niet
voor en aleer hij geheel zijn scheppend genie uitgeput
had in het uitdenken en daarstellen van al datgene,
hetwelkin de gegevene omstandigheden, tot verfraaijing
zijner tegenwoordige woonplaats konde 6trekken. De heide
werd van haar mos en hare fraaiste bloemen beroofd;
van deze werden alom kleine perken aangelegd, en,
hetgeen inderdaad verwonderingswaardig was, door zekere
stilzwijgende overeenstemming heerschte in al deze af
zonderlijke tuintjes zóó veel symmetrie, dat zij geza
menlijk een regelmatig geheel daarstelden. Er werden
lanen opgerigt, welke naar de hoofdkwartieren der
verschillende divisien geleidden. Op de linie der batail-
lons puttenvervaardigden de kompagnien banken van
zoden, welke door digt bewassen boomen overschaduwd
werden, en op het vrolijke middaguur verzamelde zich,
langs deze uitgestrekte laanhet gansche kamp rondom
de dampende schotels. Op de linie der gewone kook-
gaten zag men vrij regelmatige keukens verrijzenwaar
van de eene nog vindingrijker was ingerigt dan de
andere. Door al deze deels tot verfraaijing en genoegen
deels tot nut en gemak daargestelde inrigtingen had het
kamp een verrassend voorkomen verkregen en het geheel
tenten, wapenen, uniformen, ondermengd met het groen
der boomen en tuinenleverde een bont geschakeerd
tafereel op, waarop het oog met welgevallen rustte.
Slechts zelden mag het den sterveling hier op aarde
gebeuren onafgebroken een onvervalscht genot te smaken.
De waarheid hiervan ondervond ook de soldaat in het
kamp van Utrecht, toen hij verheugd over zijne verrigle
werkzaamheden, en met zekere zelfvoldoening de ge
wrochten daarvan beschouwende, de vruchten van zij
nen arbeid begon te plukken. In de maand Augustus
namelijk vertoonde zich een vijand, tegen welken
geene kracht van wapenen iels vermogt, doch welke
slechts door beleid en werkzaamheid kon overwonnenal
thans onschadelijk gemaakt worden. Deze vijand was
een aanhoudende regen. Behalve de last en de onaange
naamheden voor de manschappen zelve hieruit voort-
vloeijende, deed zich weldra de behoefte gevoelen aan
plaatsen, die behoorlijk tegen het doordringende water
beveiligd waren, en alwaar ten minste de wapenen
voor den alles vernielenden roest konden gevrijwaard
worden. Spoedig sloegen allen de handen aan 't werk