NIE U W S T IJ D IN G E N.
openbaarmaking, de aanmerkingen te maken en de
-wenken te gevenwaartoe bunne eigene beschouwin
gen hen inogten leiden.
«Dat zoodanige inlichtingen door ben, die er in
staat toe zijnmet bescheidenheid worden medege
deeldis naar mijn inzien, betamelijk en pligtmatig;
zulks te ontkennen zou inderdaad niets anders zijn,
dan te bewerendat de Ingezetenenonder instel
lingen die medebrengen dat zij hunne gemeenschap
pelijke buishouding kennen en de wijze van haar
Bestuur beoordeelen mogenvoor de nadeelen van
gebrekkige kennis, onjuiste opvatting en verkeerde
oordeelvelling niet mogen worden behoed.
De Ondergctcekcndcn kunnen geenszins nalaten de Ingeze
tenen dezer Stad en Omstreken kennis te geven dat zij zich
ingevolge de uilnoodiging daartoe door de Iloofd-Commissie tot
het oprigten van een Standbeeld van AVijlcn Zijne Majesteit
Koning Willem II te 'sGravenhagc gedaan, tot cene Sub-Com-
jnissic gevormd hebben, ten einde zich aan gezegde Hoofd-Com-
missic aan te sluitenom door onderlinge overeenstemming en
zamenwerking tot het gewenschle doel te geraken.
Onze Sub-Commissie heeft vermeend zich met genoemde Hoofd
commissie te 's Hage in betrekking te moeten stellen daar de
Stad, waar de geliefde Vorst zijn gewoon verblijf had, waar ook
Zijne Majesteit en de Leden van het Koninklijk Huis hunne
Residentie gevestigd hebben, waar de Hooge Staals-Collegien bij
eenkomen en onze Volksvertegenwoordigers zich vcrecnigen, waar
eindelijk de Buitcniandsche Mogendheden door hunne Gezanten
vertegenwoordigd worden naar hun oordeel de best gekozene
plaats is, om dit Nationaal Gcdenkleekcn op te rigten.
Het zal overbodig zijn de ondersteuning en medewerking der
Ingezetenen van deze plaats en omstreken die zich steeds door
blijken van gehechtheid en trouw aan Koning en Vaderland
onderscheiden hebben in te roepen vooral daar het oprigten
van dit Standbeeld strekken moet om de nagedachtenis te ver
eeuwigen van den beminden Vorstdie met regt de Vader des
Vaderlands kan genoemd worden wiens lust het was niet
alléén als Koning maar ook als mensch wel te doendie voor
de Ker van Nederland op het Oorlogsveld zijn bloeden tot de
bewaring van de onschatbare weldaden van rust en orde in
<!c Raadsvergaderingen zelfs zijne bijzondere mcening ten offer
bragtten einde dus een ieder in de gelegenheid te stellen
om van zijne belangstelling te doen blijken zullen alle giften
in dank worden aangenomen terwijl de wijzeop welke de
inzameling der gelden zal plaats hebbennader zal worden
bekend gemaakt.
Amersfoort, den 14. April, 1340.
J. vam DAM van ISSELT,
I'resitlent.
SCHELTUS van LEUSDEN.
H. G. van den BERG11.
II. G. SCHLUITER.
IV. P. J. MAAS GEESTERANUS,
Secretaris en Thesaurier.
Den 8. Mei zal in de Nieuwe Kerk te Amsterdam de
plegtigc iuhuldiging van Z. M. Koning Willem IH. plaats hebben
en dat de Kerk geheel ingcrigt zal zijn zoo als in 1840, bij
gelegenheid van de Inhuldiging van den thans overleden Vorst.
De Heer ToonBouwmeester der Koninklijke paleizen is met
het toezigt belast, terwijl de uitvoering aan den Heer lUolfe,
Architect en Makelaar alhier ter Stede is opgedragende Be
hanger Spijker zal de drapcringen in orde brengen. Aan den
Heer van WesternIntendant van 'sKonings paleis alhier, zijn de
belangrijke vcrriglingen buiten de Kerk dien dag opgedragen.
De landbouwer D. Goeijenbierte Wateringen heeft den
10. dezer twee mandjes nieuwe aardappelen aan Z. Maj. den
Koning en aan II. Maj. de Koningin ten geschenke aangeboden.
Zwolle, den 8. ApriL Heden middag heeft zich de Barbier
II'. door ophanging van het leven beroofd. De man was lusschen
de 20 en 30 jaren oud, had cene vrouw en 3 zeer jonge kin
deren bad volop werk in huis en zag zijnen ijver zoo ruim
beloonddat hij zich een nieuw huis heeft laten bouwen, dat
hij met Mei aanstaande betrekken zou.
-- Te Zwolle is overleden een ongehuwde rijke pnrtikulicr
de Heer Qiiescn, oud-President van de Reglb. te Almelo. Hij is
de vierde oude Vrijer aldaar, die dezen winter overleed. Het
Registratie-kantoor heeft hierdoor aan collateraal-reglenin korten
tijd aanzienlijke inkomsten gehad. De zuster van den overledene
is erfgename van zijn vermogen. Hij heeft aan twee neven een
legaat van ruim ƒ100,000 gemaakt, aan de armen slechts ƒ300.
De overgebleven jongste zoon van den Durgerdammer-
visscheris met zijne moeder en zuster voor eenige dagen van
Vollenhovc vertrokken met den Zwartsluizer beurtman. Roerend
was voor hem het afscheid van Vollenhovc waar hij en zijn
overleden vader en broeder zoo vele blijken van ware menschen-
licfdc ondervonden.
Een ontzettend voorval heeft te Vlissingen plaats gehad.
L. A. Boersvan Rotterdam, ligt matroos op Z. M. kanonneer
boot N". 10, beducht voor zware straf, die hem bij zijne terug
komst aan boord wegens herhaling eener misdaad te wachten
stond, had zich op 's Rijks werf aldaar onder een hoop planken
gedurende 10 dagen en nachten schuil gehouden en de boot
laten vertrekkennaar men verneemt met het doel om zich
te laten doodhongeren. Een paar malen is hij echter des nachts
uit zijne schuilplaats gekomen, om te drinken. Eindelijk aldaar
ontdektis hij in 's Rijks hospitaal gebragt en verpleegd. Daar
de ongelukkige, door de vochtige plaats, waarop hij alzoo 240
uren had doorgebragtbederf in zijne beenen heeft gekregen
(waarin verscheiden gaten zijn gekomen) zijn hem, na eene be
handeling van 23 dagen, beide beenen, ter hoogte van 1 Ned.
palm onder de knie afgezet. De beklagenswaardige jongeling
die slechts 21 jaren telt, is thans redelijk wel en, voor zoo
verre men zulks zijn kan nog al wel te moede.
Tc GorredijkProv. Vriesland viel den 8. dezer bij een
onverwachts opgekomen onweder, een zoo zware slag, dat twee
jonge dochters door den bliksem werden getroffen. Bij de eene
is bet gouden slot dat zij om den hals droeg ten deele gc-
smobeii en zijn hals ea boezem deerlijk geschroeid zoodat men
bezorgd is voor haar leven maar de andere is minder erg ge
troffen en heeft weinig letsel bekomen.
Helder, 12. April. Heden heelt aan deze kust een droevig
ongeluk plaats gehadzes personen uit deze Gemeente met cene
Groenlandsche sloep naar zee om aan binnenkomende schepen
assistentie te verleencn. Een dwarlwind overviel de sloep die
dezelve op zijde sloeg en drie personen van de bemanning, met
name: II. Boules, IJ. Lentingen T. J. Kenninghun graf in de
golven deed vinden. De overige drie zijnde C. Prins, en de
roeijers II. C. Schuszler en J. de Jongbleven drijven toen
zij door eene Iluisduiner sloep gered en opgenomen werden, de
Schipper C. Prins, gaf echter kort daarna den geest, doch de
beide andere werden behouden aan wal gebragt. Van de veron
gelukten was C. Prins gehuwd, en laat cene Vrouw met drie
kinderen na.
In de Gemeente Sint. Laurent zijn Zalurdag7. April,
door werklieden ongeregeldheid gepleegd van dien aarddat
een veldwachter die eenen werkman in hechtenis nam werd
mishandeld zoodat de marechaussec's die hem ontzetten van
hunne wapenen moesten gebruik maken zoodat er een doode
en twee gekwetsten gevallen zijn. De Procureur des Konings is
met den Rcgter van Instructie naar St. Laurens vertrokken om
het gebeurde te onderzoeken.
De Duilsche Dagbladen bevatten eene menigte bijzonder
heden over het gevecht in de baai bij Eckernförde. Het smaldeel
dat zich in den morgen van den 5. dezer voor Eckernförde
vertoondeen den stelligen last had het tot eiken prijs te
bemagtigen en daarna Kiel te vermeesteren, stond onder de
bevelen van den Koinmandeur Gardedie zich op een der
stoomschepen bevond, dat echter reeds door de eerste schoten
der batterijen onbruikbaar gemaakt en tot wijken weid gebragt.
Het linieschip Christiaan VIII werd gevoerd door den kapitein
kommandeur Paludandie gevangen genomen is. Het moet een
roerend gezigt zijn geweesttoen deze grijsaard aan den arm
van zijnen eersten Luitenantlangzaam toetrad op den Hertog
rail Saksen-Koburg-GothaChef van de aldaar staande divisie
der Duilsche troepen, en dezen zijnen degen overhandigde. Een
prachtige verrekijker was alles, wat hij in der haast had kun
nen redden; en nog eer zijn scheepsvolk het schip had kunnen
verlaten waarop hij jaren lang het kommando had gevoerd
zag hij het met 200 zijner dappere Denen in de lucht vliegen.
Onder dezen bevonden zich vele adelborsten. De Adjudant van
den Kommandeur bleef wonderlijk behouden. Reeds aan land
zijndemoet hij naar het vaartuig terugkeeren en juist als
hij het betreden heeft vliegt het op. Natuurlijk wordt hij met
de overigen hoog in de lucht geworpen, valt vervolgens in
zee en zinkt tol diep onder water. Het koude bad geeft hem
echter liet bewustzijn weder, en daar hij, onbegrijpelijk genoeg,
geenerlei letsel beeft bekomen gelukte het hem al zwemmende