van welwillendheid van den ecncn Vorst tot den anderen, maar
ooit uit een staatkundig oogpunt, vermits het een hlijk is van
de innige overeenstemming der Nedcrlandsche en Belgische
Gouvernementen; welke overeenstemming niet dan voordeelig
voor de beide landen kan zijn.
Uit het volgende aan het dagblad le Bainaut ontleende
artikel meent men te mogen opmaken dat België hoezeer dan
ook op kleinere schaalmet Californië begint te wedijveren.
Men leest namelijk in genoemd Blad
Uit Gilly wordt aan een onzer geabonneerden geschreven
a Eenigen tijd geleden heeft een der mijnwerkers in onze
Gemeente zijne dochter uitgehuwelijkt en haar hij acte voor den
Notaris Vaudame van Charleroi een huwelijksgoed van 20,000 fr.
toegekend en comptant uitgekeerd. Een ieder verwonderde zich
over deze mildheid maar de verbazing werd nog grooter toen
men vernamdat deze arbeideraan wien toch geene erfenis
was te beurt gevallen eene aanzienlijke som hij de Hecren
Gebroeders Bichon geplaatst had en voornemens was de fabrijk
van de naamlooze maatschappij van Couvin over te nemen. Men
verdiepte zich in allerlei gissingen. De arbeidersmet welken
hij werktemaakten vele aanmerkingen omtrent dit plotseling
fortuin. Men volgde hem men bespiedde zijne gangen hij
werkte steeds in de inijnen der Ardinoiser en zonderde zich
onder voorwendsel van eene pijp in een hoek te gaan rooken,
van zijne medearbeiders af.
Nu eer.ige dagen geleden betrapten zijne bespieders hem, dat
hij met zijo hamer een brok van de rots afsloeg en in zijn
kleed verstopte. Men volgde dit zijn voorbeelden den volgenden
dag kwamen onderscheidene arbeiders terug met brokken erts,
uit welke een Chimist 20 p. c. goud, 15 p. c. zilver en
l'/i p. c. platina heeft gehaald. Er wordt thans nader onderzoek
in het werk gesteld naar den kant, waar deze vondst, die
geheel Charleroi in opschudding brengt, gedaan is.
De Assemblee Nationale b. v. hangt het volgende aandoen
lijk tafereel op van die broederlijke eensgezindheid der roode
Republikeinen en Democratische Socialisten.
c Felix Pyat geeft oorvegen aan Proudhon en vecht met
hemAlton Shee vecht met DeleschuzeBarbès en
Blanqui havenen elkander voor het Hooge Gcregtshof te Bour-
ges; Raspail vaart in zijn pleidooi tegen Ledru-Rollin en
Longepied uitConsidèrenl scheldt Proudhon uit en noemt
hem een Erostralusde Tribune des Pcuples noemt de Démo
cratie Pacifique een raaskallend oud wijfProudhon scheldt
Conside'rant uit, Bareste en Thorè sparen elkander geene
hatelijkheden; enz. En nog twijfelt men aan de welgemeend
heid hunner woordenLiefde en Broederschap 1
a Frankrijk zegt het Journal des Débat met waardigheid
a is thans slechts aanschouwer van al die laagheidbinnen eene
maand (wanneer de nieuwe verkiezingen plaats hebben) zal het
regter zijn
Frankrijk. De naar Civita-Vecchia bestemde expeditie is
den 15. uit Toulon gezeild. De generaal Regnault de St. Jean
d'Angely voert het beveldaar generaal Oudinot eerst des ande
ren daags te Toulon verwacht werd. Hij zal zich echter aldaar
terstond op eene hem verbeidende stoomboot inschepen en zon
der verwijl naar Civita-Vecchia vertrekken. Het getal der inge
scheepte troepen wordt in de dagbladen op 12,000 man geschat.
Dc regering heeft aan de nationale vergadering een crediet van
1,200,000 fr. gevraagd ter voorziening in de kosten, welke het
onderhoud der expeditie gedurende drie maanden vereischen zal.
Men schrijft uit Berlijn d. d. 15. Aprildatterwijl
zoo vele politieke gebeurtenissen den troon der Hohenzollern be
dreigen de Koninklijke familiekring ook wordt bezocht door
bedroevende huiselijke voorvallen. Den 28. Maart heeft het
Kamerberigt de echtscheiding uitgesproken tusschen Prins Albert
van Pruisen en Prinses Marianne der Nederlanden. Reeds sedert
jaren bestond tusschen deze echtelieden eene verwijderingen
ten laatste heeft de Prins op scheiding aangedrongen op grond
van een onoverwinnclijkcn afkeer (uniihcrwindlichcn Abneigung)
De Prins is van de betaling eencr geldelijke schadeloosstelling
welke door zijne partij gevorderd werdvrijgesproken en
hem zijn de kinderen toegewezen. De Prinses heeft hare goe
deren in Silezië verkocht cn geen verlof bekomen om weder
naar Pruisen terug te kceren. Zoodra de staatkundige omstan
digheden het gedoogenzal de Prinsesdie zich thans te
'sllagc bevindt naar Italië vertrekken en aldaar verder haar
verblijf houden.
(Als neueste Nachrichten wordt nog uit Wcenen van dezelfde
dagteckening geschrevendat de Hongaren eene glansrijke over
winning bevochten hebben en in Waitzeu slaan de weg naar
Komorn is openbet Keizerlijke leger uit zijne positie hij Peslh
verdrevenen men twijfelde er te Weenen zeer aan of Win-
dischgratz zich wel in staat bevondom op nieuw slag te
leveren).
De Palrie deelt eenen brief mede uit Gaëtad. d. 4.
Aprilwaaraan wij de volgende bijzonderheden ontleenen nopens
den tegenwoordigen toestand van Z. H. den Paus en de kwestie
der interventie.
Dc Paus verkeert in eene zeer treurige stemming de liefde-
bewijzen welke hij ontvangt van de arme visschers en land
bewoners (aan welke hij met ruime handen aalmoezen uitdeelt,
die haren oorsprong in de liefdadigheid van alle Katholieken
vinden) zijn niet voldoende om hem te troosten. Pius IX. scheen
het diep te gevoelendat hij het Paaschfcest buiten Rome
moest doorbrengen. De Groothertog van Toskane en diens fa
milie de Koning en dc Koningin van Napels wenden alles aan
om zijn hartzeer te lenigen. De Koning is evenwel niet zoo
dikwijls bij den Paus als hij wel wenschtehet grootste ge
deelte van zijnen tijd is hij verpligt te Napels door te brengen,
ten einde te beraadslagen over de maatregelendie voor den
oorlog op Sicilië moeten genomen worden.
Bij afwezigheid van den Koning van Napels is de Graaf van
Trapani een der getrouwste bezoekers van den Paus. Dc Koning
is er voor gestemd om den Paus door kracht van wapenen op
zijnen zetel te herstellen de Graaf daarentegen laat geene
gelegenheid voorbijgaan om dit gevoelen te bestrijden cn den
Paus de hoop in te boezemen dat het volk weldra uit eigen
beweging hem binnen Rome's muren zal terugroepen wat dan
eene schoonere overwinning zal zijndan diewelke door
bajonetten wordt behaald. De Heer d' Barcourtgezant van
Frankrijkheeft zich aan de zijde van den Graaf geschaard.
Eenige dagen geleden sprak men hier (te Gaëta), als van een
lait accompliover eene gewapende tusschenkomst van de zijde
van Frankrijk.
Nog altijd blijft de Cholera zich te Parijs staande houden. In
de vier groote gasthuizen der stad te weten het IIótel-Dieu
la Charité la Pitié en Saint Louisworden sedert de laatste
liclft der vorige week dagelijks nog ruim vijf en twintig Cholera
zieken ingehragt in dc kleinere naar evenredigheid, in al die
huizen te zamen zijn gedurende den tijd dat ditmaal dc ziekte
geheerscht heeft, 1760 Cholera-kranken ingehragt en daarvan
1022 overleden. Aan de huizen der inwoners is het getal dei-
ziektegevallen niet zeer groot, maar evenwel vergaat er geen
dag, waarop er zich niet verscheiden, onder alle standen der
bevolking opdoen.
Volgens onze laatste opgave van 10. April 1.1. bedroeg het
aantal door de Cholera aangetasten te Parijs1,355. Overleden
780; bijgekomen 204. Van den 10. lot den 12. April heeft dit
cijfer weder eene aanmerkelijke verandering ondergaandaar op
den 12. April dat der aangetasten bedroeg 1,533overledenen
874 en bijgekomen 155. Men verontrust zich thans misschien
te veel daar er vier Vertegenwoordigers der Nationale Verga
dering aan deze ziekte gestorven zijn; ieder toch begrijpt, dat als
twee of drie personen, wier namen algemeen bekend zijn, be
zwijken men daaruit niet kan afleidendat dc epidemie sterk
toeneemt.
De sterfte te Londen is weder zoo als gewoonlijk. De Morning-
Cronicle van den 11. April zegt, dat in den loop dier week
het aantal dooden 994 bedroeg. Slechts vijf personen waren
aan de Cholera gestorven.
Na drie jaren studie op de Hoogeschool te Philadelphia
is eene vrouw Elisabeth Blackwelltot Doctor in dc Medccijneu
gepromoveerd geworden.
Het Jaar 1135.
Met veranderde spelling, overgenomen uit
zekere oude aanteckeningen.
In het jaar onzes Ileerentoen menschreef 1435, was
de wind, omtrent half Februarij veel Oost of Noordoost
en des nachts, was het klaar weder, tot zes of zeven
ure toe; en des daags was het donker graauw weder,
tot 's avondszeer koudzeer koudtot zes of zeven
ure toe en het regende niet, ook daauwde het niet in
de maanden Maart, April en Mei.
Op St. Pantrasdag (12. Mei O. St.) had het nog hard
ijs gemaakt, dat er een kraai op slaan koude en daar
wies lover noch gras, noch koornnoch pruimen, hoo
rnen bloeiden niet, geen wijngaard was ontsloten.
En op Si. Itaptistendag (24. Junij) zaten de oude wij-