NIEUWST IJ DINGEN.
te wonen, tot dezo aangifte zullen gehouden zijn, al ware het
ookdat zijlieden in hunne voormalige woonplaats zich reeds
ter inschrijving aangegeven, aan de loting voldaan, en ook een
nummcrverwissclaar gesteld hebben.
Dat diegenen, welke in meer dan eene Gemeente hun gewoon
verblijf houden, zullen gehouden zijn, zich ter inschrijving aan
te melden, daar, waar eene dienstdoende Schutterij bestaatof
daar, waar zij voor de belasting op het personeel zijn aangesla
gen; terwijl de Studenten, Geëmployeerden in huizen van negotie,
Klerken van Notarissen, Advocaten, enz.; Bedienden en Werk-
bodenmoeten worden ingeschreven in de Gemeente alwaar zij
hunne studie houdenwerkzaamheden uitoefenen of dienstbaar
zijn, de Ambtenaren en Geëmployeerden aan het Provinciaal
Gouvernement; en alle andere, al wonen zij ook elders, in de
plaats alwaar zij hunne Ambstbetrekking moeten uitoefenendie
buiten 's Lands studeren of werkzaam zijn in de Gemeente hunner
vorige woonplaats, de buitenlands zeevarende in de plaatsen waar
zij hun wettig domicilie hebben, en de aan boord wonende schip
pers, in de gemeente alwaar zij het laatst hunne vaste woonplaats
hebben gehad of wel personeel en mobilairof, wegens hun
vaartuig belasting betalende, daar, waar zij voor deze belasting
zijn aangeslagen.
Dat door ieder der zich ter inschrijving aanmeldende perso
nen, een doop- of geboorte-extract, of bij ontstentenis van dien,
een acte van bekendheid of ander legaal bewijswaaruit
deszelfs juiste ouderdom kan blijken zal behooren te worden
overgelegd; terwijl diegenen, welke van hunnen ouderdom geen
voldoend bewijs kunnen overleggen door het Stedelijk Bestuur
naar hun oordcel zullen worden ingeschrevenonverminderd
bet regt van den ingeschrevenen om van deszelfs juisten
ouderdom nader blijk te geven.
Dat eindelijk de Registers ter inschrijving op Dingsdag den
15. dezer maand geopend, en op Donderdag den 31. daaraan
volgende gesloten zullen worden terwijl die welke bevonden
zullen worden, zich niet voor den 1. Janij aanstaande tehebben
doen inschrijven ambtshalve door het Bestuur zullen worden
ingeschreven door den Schuttersraad tot eene geldboete ver
wezen, en bijaldien het zal blijken, dat er, tijdens de verzuimde
inschrijvinggeene redenen tot uitsluiting of vrijstelling van
dienst ten hunnen aanzien bestonden zonder loting bij de
Schutterij zullen worden ingelijfd.
Zullende tot deze inschrijving zitting worden gehouden op het
Raadhuis dezer Stadop Dingsdag den 15. en Dingsdag den 22.
Mei 1819, des morgens van 10 tot 12 ure.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, vermanen bij deze
alle Ingezetenen, den tot deze aangiften vastgestelden tijd zich
ten nutte temaken, en daardoor voor te komen, dat op henlieden
de straffen op eene verzuimde inschrijving, bij Art. 9 der Wet
op de Schutterijen vermeld, zouden kunnen en moeten worden
toegepast.
Enopdat niemand hiervan onwetenhcid zoude kunnen voor
wenden, zal deze worden gedrukt, en aangeplakt, ter plaatse
waar dit te doen gebruikelijk is.
Gedaan te Amersfoortden 3. Mei 1819.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
A. D. METHORST, Vt.
Ter ordonnantie van dezelve,
A. G. WE1JERS.
KEMI§«EV1NG.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS DER STAD
AMERSFOORT.
Ontvangen hebbendevan den Heer Staatsraad Gouverneur
der Provincie Utrecht den Nominativen staat van alle Lotelingen
voor de Nationale Militie, die door den Militie-Raad, hetzij
finaal, of voor een jaar, van de Ligting van 1849 zijn vrijgesteld.
Brengen bij deze ter kennisse van de belanghebbenden, dat
van genoemden staat, een afschrift onder dezer stads Waag is
aangeplakt, en dat, wanneer het mogt komen te blijken, dat
iemand hetzij door valschc attesten of verklaringenhetzij door
het ten onregte opgeven van gebreken of infermiteitof door
cenige andere valsch bevondene reden was vrijgesteld, het aan
de hclanghebbcnden onverlet blijft, zich dienaangaande te adres
seren, zoo als bij art. 152 der Wet op de Militie wordt bepaald.
Gedaan te Amersfoortden 7. Mei, 1849.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
A. D. METHORST, Vt.
Ter ordonnantie van dezelve
A. G. WIJE11S.
Amersfoort, 4. Mei. Gelijk den Lezers van den Bode in een
vorig Noinmer is medegedeeld zal de Heer Groenendaal
naar de Kaap de Goede Hoop eerstdaags de reis aannemen.
He Redactie van den Bode verineent het Hollandsgezind
publiek geen ondienst te doen, ieder die betrekking
gevoelt op zijne Stamgenooten aan de Kaap en belang
stelt in hun Godsdienstig en wetenschappelijk heil, ter
bevordering hiervangemelden Onderwijzer te verzoeken
zich met een of ander nuttig boekgeschenk van boveu-
genoemden inhoud en strekking te willen belasten om
uit te reiken aan hen die in afkomst godsdienst
en zeden zoo naauw met ons verwant zijn. De Redactie
van den Bode wil zich gaarne met de ontvangst voor
bovetigeineld doel mits met franco toezending belasten.
Wij raden allen die belang stellen in den roem
der Vaderlandsche Schilderkunst zich naar de op han
den zijnde Tentoonstelling te 'silage te begeven, bij
aldien hij niet in de gelegenheid is geweest het
voor die Tentoonstelling vervaardigde Meesterstuk van
onzen Stadgenoot den Heer Kluiver te mogen bezig-
tigenalsdan de natuur naar waarheid en met de
treffendste gelijkheid uitgedrukt te zien. Het onderwerp
stelt den zoom van een bosch voor, schitterend be
schenen door eeuen zomermorgen, zon, tint, kleur en
effect herinneren aan eenen Claude Lorrain of aan een
Poussin.
Bij kennisgeving van Burgemeester en Wethouderen
der Stad Utrecht van 26. April 1849 is aangekondigd,
dat van de begrooting dier Stad ook dit jaar wederom
ten Stadhuize gedrukte exemplaren voor een ieder
tegen betaling van 20 Cent, verkrijgbaar zijn, van af
den 2. dezer. Het gezamenlijk bedrag der uitgaven over
1849 is geraamd op eene som van 402,762.88^ en
alzoo 26,758.30j minder dan in 1848, terwijl de in
komsten tot dekking dier uitgaven zijn begroot op
ƒ402,219.31, d. i. 26,973.70j- minder dan die van het
vorige jaar. Hoezeer nu dit resultaat gunstig is te noe
men ten minste in vergelijking met het vorige jaar,
is het minder bevredigend te achten, dat er onder de
Stedelijke Belastingen drie nieuwe voorkoment. w.
eene belasting naar evenredigheid tot de huurwaarde
der gebouwenwaarvan het zuiver bedrag wordt begroot
op ƒ32,000.00, 2°. eene dito op de honden begroot op
ƒ2,500.00 en 3°. eene verhooging der belasting op het
binnenlandsch gedisteleerd van 40 opc. en 20 op het
buitenlandsch.
Behalve de additioneele opcenten op de grondlasten
en het personeel en de beide eerstgenoemde nieuwe be
lastingen zijn de Stedelijke Belastingen te Utrecht als
volgt: Gedisteleerd (met de nieuwe verhooging) binnenl.
150 opc., dito buitenl. 90. Gemaal, Tarwe 125 opc.
Rogge 90. Geslagt. 100 opc. Wijnen f 6.50 per 100 kan.
Steenkolen per 1000 pond 2.50 per mud f 0.75. Turf
de opbrengst begroot op ƒ30,000.00. De bevolking is
sedert 1848 vermeerderd met 24 zielen en bedraagt
thans 49,753.
De Raad der Stad Utrecht heeft den Heer Mr.
G. Dornseiffen op diens verzoek eervol ontslag verleend
als Rector van het Gymnasium aldaar.
Te Utrecht zijn van den 23. tot den 29. April aan
gegeven 3 cholerazieken, hersteld geene, overleden 4.
Op den 22. April waren er nog 5 en op den 29. bleven
er 4 in behandeling.
's Gravenhage1. Mei. na een tweejarig verblijf
alhier is de Batterij Rijdende-Artillerie onder kommando
van den Kapitein Jhr. van der Wijk naar Amersfoort
vertrokken en van daar eene andere Batterij, onder
kommando van den Kapitein Jhr. van Pestel in de
Residentie aangekomen.
Van den 2. Mei. In de zitting van de Tweede Kamer
der Sta ten-Generaal van heden, is het ontwerp van Wet
strekkende tot het verleenen van dispensatie van de Wet
van den 16. November 1814 StaatsblN°. 106),tothet
vergrooten van een gebouw te Ooi tgcnsplaat, aangenomen
met 52 tegen 3 stemmen; waarna de Vergadering is
gescheiden.
In de zitting van gisteren is aan de orde gesteld de
beraadslagingen over het Wets Ontwerp wegens de on
vervreemdbaar-verklaringen van militaire pensioenen en
gagementen. Na veelvuldige discussien is dat ontwerp
met eenige daarbij voorgestelde amendementen aange
nomen met 51 tegen 8 stemmen.
De Thesaurier van hel huis van wijlen Z. Maj.
Willem II heeft, als daartoe geinagligd, bij annonce
van den 1. Hei, al degenen opgeroepen, die aan de