w
Dingsdag10. Julij.
NIEUWS-
ADVERT EN TIE-BL AD
AMERSFOORT,
R H E N E N
WIJK BIJ DUURSTEDE.
PROVINCIALE STATEN.
Ro. 39.
1819.
1 illllll.
EN
DER
EN
(Semjper idem).
Dit Blad verschijnt geregeld om de 8 dagen, en wel des Dinysdags, tegen 3,60 per jaar.Advertentiën van 1-6 regels worden
geplaatst tegen ƒ0,60; elke regel daarboven 10 Cents, behalve 0,35 Zegclregt bij elke plaatsing.
Stukken ter plaatsing moeten ingezonden worden te Amersfoort bij den Uitgever, te IVijk bij Duurstede bij W. F. STRAMROOD
te B/ienen bij GEBR. TAATS, Adres C. G. J. WOLTERS, te Utrecht bij J. H. SIDDRE, en aan het Postkantoor te Amersfoort.
Zitting van 3. Julij.
Er bevindt zich een niet zeer aanzienlijk getal toehoor
ders in de zaal der vergadering. Daarentegen zijn er
onderscheidene dames op de gaanderijen aanwezig.
De inrigting der zaal voor de toehoorders kan niet
genoeg geroemd worden. Er is plaats voor minstens 300
personen, zonder eenige gereserveerde plaatsen, behalve
voor de snelschrijvers. Destemeer is het te bejammeren,
dat de weerklank, in de zaal aanwezig, ljet verstaan
dikwijls moeijelijk maakt.
Dc Heer Staatsraad-Gouverneur treedt de zaal binnen
door eene zijdeur, gevolgd door de leden der Staten, en
neemt plaats als voorzitter. De leden voor 'de Ridder
schap plaatsen zich ter linker- en regterzijde naast hem;
die der Steden en Landelijken Stand bezetten de beide
vleugels van den hoefvorinigen tafel.
De Voorzitter opent in naam des Konings de verga
dering en verzoekt den Griffier het gebed voor te lezen.
Alle de leden slaan opwordende zulks door de toe
hoorders gevolgd. De Griffier leest het gebed voor, waar
na ieder zijne plaats herneemt. De Voorzitter deelt
eene missive mede van de 1111. F. II. C. Taets v. Ame
rongen, Taets v. Amerongen v. Woudenberg en Ram,
die belet zijn de vergadering bij te wonen.
Vervolgens stelt de voorzitter voor, te benoemen eene
commissie tot onderzoek der geloofsbrieven van de nieuw
gekozen en herkozen ledenbestaande uit de HH. r.
Zuijlen v. Nijevelt, de Ruiter en Hinlópen, hetwelk
wordt goedgekeurd zonder stemming.
Deze Commissie verwijdert zich daarop met den Griffier
gedurende ongeveer 10 minuten en berigt vervolgens,
dat alle de geloofsbrieven door dezelve in orde zijn be-
vonden.
De voorzitter vraagt of iemand zich verzet tegen der-
zelver toelating. Niemand het woord vragende, worden
de leden toegelaten en binnen geleid. Z.j leggen den eed
af in handen der vergadering.
Er zijn thans 33 leden aanwezig (buiten den voorzitter).
De Voorzitter gaat alsnu over tot de werkzaamhedenna
bet houden eener korte aanspraak, en vraagt of eender
leden de voorlezing van het zeer uitvoerig gedrukt ver
slag van de Gedeputeerde Staten over den toestand der
provincie verlangt.
De lieer d'Ablaing spreekt eenige woorden die niet
verslaan worden op de tribunes.
De voorzitter zegt dat uithoofde niemand de voorlezing
verlangt, zulks zal achterwege gelaten worden. Ilij geeft
vervolgens kennis aan de vergadering van de toezending
van bet ontwerp der Gemeente-Wet met toelichtende
Memorie en Koninklijk besluit van 19 Junij 1849, als
mede van de toezending van een aantal exemplaren van
een Rapport van Curatoren der Utrechtsche Hoogeschool
aan den Minister van binnenlandsche zaken over de hulp
middelen tot het academisch onderwijs dier hoogeschool.
De voorzitter stelt voor om de deliberatien over het
ontwerp dier wetwaarover de Staten volgens de Grond
wet moeten gehoord worden, te bepalen op maandag
den 9. Julij om 11 uur en daarmede alsdan onafgebro
ken voorttegaan.
De Heer Beeldsnijder meent, dat deze vergadering der
Staten daartoe onbevoegd is, moetende zulks geschieden
door de nieuwe Staten gekozen bij regtslreeksche verkie
zingen op de wijze als bij de nieuwe grondwet is voor
geschreven.
De voorzitter bestrijdt dit gevoelen, op grond, dat de
tegenwoordige Stalenzelfs volgens de nieuwe Grond
wetnog steeds een grondwettig collegie uitmaken,
krachtens art. 1 cn 3 der additionnele artikelen derzelve.
De spreker verlangt zijn gevoelen in rondvraag gebragt
te hebben.
De voorzitter vraagt of een der leden het voorstel
ondersteunt? Niemand antwoordt.
De spreker trekt daarop zijn voorstel in.
De voorzitter brengt alsnu op nieuw de bepaling van
dag tot deliberatie in omvraag.
De Heer Kien wil dat het ontwerp van wet worde
gesteld in handen eener commissie om daarover rapport
uit te brengen aan de vergadering.
De Heer Both Ilendriksen ondersteunt dit voorstel.
De voorzitter bestrijdt hetzelve en meent dat de Rege
ring het gevoelen van de leden, niet dat eener commissie
verlangt te weten.
De lieer Both Ilendriksen antwoordt, dat de commissie
de hoojdpunten zou kunnen aangeven.
De voorzitter antwoordt, dat over alle de artikelen der
wet de vergadering moet gehoord worden.
De Heer Duuring en Menso bestrijden het voorstel.
Laatstgemelde zegtdat door de toezending van een
gedrukt exemplaar dier wet aan ieder der ledendeze
reeds weten alles wat eene commissie zoude kunnen
mededeelen, zoodat zulks noodeloos tijdverlies zou ver
oorzaken.
Vervolgens wordt het voorstel van den Heer Kien ver
worpen met 23 tegen 10 stemmen.
Vóór de HU. v. Zuijlen v. Nijevelt, v. Boetselaer,
v. Rappardv. Beeck Calkoen, Both Ilendriksen, Kien,
de Louter, v. Vuuren, v. Nellesteijn en d'Ablaing.
Tegen de Hll. Taets v. Amerongen v. Naleioisch, van
HardenbroekFestersTacts v. Amerongen v.Renswoude,
Beelaerts v. Remmersteijnv. Tuijl v. Serooskerken
v. Lijnden v. Sandenburgv. Heeckeren v. Brandsen-
burg Beelaerts v. OosterwijkHinlópen, SchcllusMenso
v. Marienhojf, Story, v. Bern, Duuring, v. Resde
v. d. Heijden, BeeldsnijderStrick v. Linschoten, Ver
loren, Laan en de Ruiter.
De voorzitter doet vervolgens mededeeling eener aan
schrijving van den Minister van binnenlandsche zaken
aangaande de begrooting over 1850 en stelt voor 1°. de
begrooting der huishoudelijke uitgaven der provincie,""
en 2°. de begrooting der afgemeene uitgaven en inkom
sten derzelve te stellen in handen eener-commissie^.'be
staande uit de 1111. Taets v. Amerongen' v. Naiewisch
Kien, Menso, d'Ablaingbenevens den Griflier. jffepiaiicj
zich daartegen verzettende wordt zulks goedgekeurd.