Ill
1
■MOST.
No. 44.
Dingsdag, 14. Augustus
1019.
NIEUWS"
ADVERTENTIE-BLAD
AMERSFOORT,
RHENEN
WIJK BIJ DUURSTEDE.
Dit Blad 'crschijnt geregeld om de 8 dagen, en wel des Dingsdagstegen ƒ3,60 per jaar.Advertentiën van 1-6 regels worden
geplaatst tegen ƒ0,60; elke regel daarboven 10 Cents, behalve ƒ0,35 Zegelrcgt bij elke plaatsing.
Stukken ter plaatsing moeten ingezonden worden te Amersfoort bij den Uitgever, te Wijk. bij Duurstede bij AU. F. STRAMROOD,
te Rhenen bij GEBR. TAATS, Adres C. G. J. AA'OLTERS, te Utrecht bij j. II. SIDDRÈ, en aan het Postkantoor te Amersfoort.
4
EN
(Semper idem).
BERAADSLAGINGEN
DER PROV. STATEN VAN liTRECUT OVER BET ONTWERP DER GEMEENTEWET.
(Vervolg van N°. 43).
HOOFDSTUK II.
Van de Kiezers ter benoeming van de' Raadsleden.
AFDEELING II.
Van de Kiezerslijsten en van de rondzending der
Stembiljetten.
Wordt als nu in deliberatie gesteld het voorstel van
den Hr. Laan (zie het begin dezer zitting) om de ver
schillen, gerezen qver het kiesregtniet door den regter,
maar door de administratieve niagt te doen beslissen.
De Hr. Menso acht zulks niet in den geest der Grondwet.
De geschillen over kiesregt komen daarenbovenvolgens
deze wet, niet dadelijk voor den regter, maar worden vooraf
door de administratieve magt, t. w. de Gemeenteraad,
beslist. De meeste lieden, en vooral de Gemeentebesturen,
zullen daarin wel berustenzoodat het slechts zelden zal
gebeuren, dat men de zaak zal willen doorzetten.
De Hr. Storij ondersteunt het voorstel, vooral omdat
ook de eene kiezer den anderen zijn regt zal kunnen
betwisten, zoodat er personeele veeten mede gemoeid
kunnen gaan, waarom men de zaak tot in het hoogste
ressort zal volhouden, om elkander op kosten te jagen.
Hij acht, dat deze beslissing gevoegelijker door Gedupu-
teerden zal kunnen geschieden.
Het voorstel wordt aangenomen met 25 tegen 6 stemmen.
Art. 10. Bij de invoering dezer wet, wordt eene lijst
der kiezers opgemaakt.
Die lijst blijft voortdurend van kracht, behoudens de
veranderingen, daarin, bij de jaarlijksche verzending, te
brengen. De daarstelling en herziening derzelve heeft
plaats naar de volgende bepalingen.
Art. 11. In de eerste helft der maand Maart van het
jaar, volgende opdat waarin deze wet is afgekondigd,
maken de plaatselijke besturen de lijst op van hen, die
in art. 5. zijn genoemd. Zij raadplegen daartoe de ko
hieren der belastingen, vermelden in de lijst desommen,
voor welke ieder persoon daarop door hen gebragt, in
elke van die belastingen is aangeslagen en houden de
overige vereischten voor den kiezer in het oog.
Op de lijst wordt de belastingsom vermeld, voor den
kiezer gevorderd.
De Hr. Menso vindt zwarigheid in dit artikel, omdat
de besturen de kohieren niet zullen kunnen eischen ter
inzage, als de ontvanger (die dezelve moeijelijk kan
missen) ze weigert te geven. Daarenboven blijkt uit die
kohieren slechts wie aangeslagen zijn voor belasting,
doch nietof zij die aanslag ook betaald hebbenwelk
laatste echter bedoeld is bij art. 76 Gw. Hij stelt alzoo
voor, om die lijsten niet door de besturen, maar door
de ontvangers te doen opmaken, en daarop te vermelden
niet de som waarvoor ieder is aangeslagenmaar het
geen hij afbetaald heeft, en dat de overlegging der ko
hieren alleen in geval van verschil zal kunnen gevorderd
worden.
Be HH. v. Beech Calhoen en Storij ondersteunen het
zelve, doch de HU. Scheltus en Beelaerts v. Oosterwijk
bestrijden zulks, op grond, dat deGw. zegt: «ingezetenen
betalendeenz., en niet: betaald hebbendedoor het voor
stel aan te nemen, zouden de ingezetenen genoodzaakt
worden om hunne belasting voor het geheele jaar da
delijk te moeten afbetalen, terwijl de belastingswetten
hun de bevoegdheid geven dit bij termijnen te doen.
De Hr. v. Rappard geeft nadere inlichtingen over deze
zaak en acht het voorstelom alleen de betaalde belas
ting in aanmerking te nemen, deels overbodig, deels
onuitvoerbaar. Echter wordt door de Vergadering
met algemeene stemmen aangenomenom de lijsten door
de "balvangers, in plaats van de gemeentebesturent-
doen opmaken.
Art 12. De plaatselijke besturen stellen die lijsten vast,
uiterlijk op den laatsten dag der maand April, en leg
gen die dadelijk gedurende veertien dagen, ter inzage
van de ingezetenen, waarvan tevens openlijk wordt ken
nis gegeven.
Bij die kennisgeving worden de ingezetenen, die el
ders belasting betalen, uitgenoodigddaarvan aan het
plaatselijk bestuur te doen blijken, binnen veertien da
gen te rekenen van de dagteekening der kennisgeving.
Vóór den afloop van den termijn, worden de bezwa
ren, die men tegen die lijst mogt hebben, bij den Ge
meenteraad schriftelijk ingeleverd, vrij van zegel.
De lijst der kiezers moet, tegenover den naam van
ieder daarop ingeschreven ingezeten, aanduiden zijne
voornamen, den dag en de plaats zijner geboorte, de
dagteekening zijner naturalisatie, zoo die mogt hebben
plaats gehad, en het belastingbedrag, dat hij in de ge
meente betaald.
De Gemeenteraad onderzoekt die bezwaren, hersteld
de dwalingendie bevonden worden stof voor dezelve
te hebben opgeleverden geeft voor het einde van de
maand Junij kennis aan hen die hunne.bezwaren indien
den of, er al dan niet, grond tot verbetering is gevonden.
De Hr. Menso zegt: er is wel voorgeschreven, dat
ingezetenen, elders belastingbetalende, zich later kunnen
aanmelden, en alsdan op de lijst geplaatst zullen worden
doch dit is niet genoeg. Hunne namen moeten daaren
boven eveneens ter inzage liggen, opdat ieder kiezer in
staat zij zijne reclames, die hij tegen hen mogt hebben
te kunnen inbrengen, vóór dat de 14 dagen verloopen
zijn, want de Gemeenteraad moet ook dergelijke bezwaren
kunnen beslissen, eer ze voor den regter komen.
De Hr. Kien ondersteunt zulksuit hoofde almede
niet is bepaald, of, en wie hen op die lijst zal stellen.
Men kan zulks toch niet rangschikken onder de bezwaren
welke de Gemeenteraad beslist. Hij meeptdat er eene
suppletoire lijst zal moeten gemaakt woi^en.
De Hr. Both Ilendriksen wil, dat dergelijke ingezetenen
zich zullen moeten aangeven vóór dat dp lijst gepubli
ceerd wordt. j
De Voorzitter zegt, dat de bedoeling /'an dit artikel
isdat de lijst eerst zal worden gepubheeerd nadat zoo
danige ingezetenen zich aangeuiehl-hebbenhetwelk da