De llr. Menso zegl: het geldt hier eene èxceplionCele
bepaling. Voor zoo veel betreft de bezwaren, die de kiezers
opperen tegen den gekozen persoon, is hel hunne eigene
schuld, dat die bezwaren als nu door Gedeputeerden
worden beslist; want zij hebben de bevoegdheid gehad
om vroeger dien persoon, volgens art. 13, van de lijst
der kiezers te weren, en dan zouden hunne bezwaren
door den regler zijn beslist.
De eerste spreker trekt zijn voorstel weder in.
De verdere beraadslaging wordt uitgesteld op den vol
genden dag ten 10 uur.
Zitting van den 11. July.
Tegenwoordig de IIII. Pesters, Beelaerts v. Bloklandt
v. Tuyl, v. Lijnden, v. Rappard, r. IleeckerenTaets
v. Amerongen v. RenswoudeTacts v. Ainerongen v.
IVoudcnbcrgTacts r. Amerongen v.Natcwisch, v. Bont-
selaer, Kien, Ram, v. Beeck Calkoen, Beelaerts v. Oos-
terwijk, Both Jlendriksen, JlinlópenSchellus, de Lou
ter, Menso, v. Marienhoffv. Fuuren, Story, F. 11. C.
Tacts v. Amerongend' Ablaingv. Bern, v. Rccdc
Verloren, Strick, Laan en Beeldsnijder te zanieii 30
Afwezig de 1111. v. HardenbroekNellcsteinZuglen
v. Nyevclt, de Ruiter, Dinning en v. d. Heijden.
Na voorlezing der notulen worden dc beraadslagingen
voortgezet.
HOOFDSTUK III.
Van dc Gemeentebesturen.
AFDEELIHG I.
Ta» de vereischten om tot lid van het Gemeentebestuur
te worden benoemd.
Art. 59. Tot leden van het Gemeentebestuur zijn, be
houdens de uitzondering van art. 65, benoembaar de
kiezers in dc gemeente, die den ouderdom van 25 jaren
hebben bereikt.
A FD E EL I If G II.
Van de onvcrcenigbaarheden.
Art. 60. De betrekking van lid van het gemeente
bestuur is onvereenigbaar met die van:
1°. Commissaris des Konings in de provincie.
2°. Lid van Gedeputeerde Staten of Griffier der Staten.
3°. Districts Commissaris.
4°. Bezoldigd beambte bij het provinciaal bestuur, of
bij den Districts Commissaris.
5". Geestelijke of bedienaar van de godsdienst.
De llr. Schellus verlangt, dat de Regering ophelde
ringen zal geven, wat zij verstaat onder geestelijken:
t. w. of dit woord alhier nog iets anders aanduidt dan
bedienaars van de godsdienst.
De llr. v. Beeck Calkoen acht deze beide benamingen
alhier gesteld, omdat de Roonisch Catholijkeu gewoon
zijn hunne bedienaars van de godsdienst geestelijken te
noemen.
De llr. v. Vuuren maakt de bedenking, dot volgens
de alhier gebezigde bewoordingen, ook de geestelijken,
builen bediening, zijn uitgesloten, waarvoor geene reden
bestaat.
Bij stemming wordt het voorstel van den Hr. Scheltus
aangenomen met 20 tegen 10 stemmen.
0°. Onderwijzer bij het lager- en middelbaar onderwijs.
7°. Hem, die ter zake van ontvang of beheer aan de
gemeente of aan eenige van het Gemeentebestuur
onder geschikte administratie rekenpligtig of ver
antwoordelijk is, voor zoo verre de rekenpliglig-
heid of verantwoordelijkheid is persoonlijken
zich niet verdeelt over eene commissie, gezamen
lijk rekenpligtig, of verantwoordelijk, waarvan
hij lid is.
De HH. v. Beeck Calkoen en Kien verlangen, dat
alleen de ondergeschikte rekenpligtigen, voor zoo ver
zij eenige bezoldiging genieten, uitgesloten zullen zijn,
omdat voor deze eenige reden, bestaat, namelijk, dat zij
bij de begrooting over hunne eigene Iractemeulen zou
den moeten stemmen, welk bezwaar echter voor de
overige rekenpligtigen minder beslaat.
Zonder stemming aangenomen.
8°. Ilem, die eenigen gemeentelijken post bekleedf,
welke hem in regtstreeksehe ondergeschiktheid
aan het Gemeentebestuur stelt; en
De Hr. Menso verlangt, dat de stadsdoctoren, chirur
gijns en apothekers hiervan zullen uitgezonderd zijn,
daar dezulke, vooral in kleinere gemeenten alwaar dik
wijls gebrek is aan geschikte leden voor den gemeente
raad, zonder eenig bezwaar kunnen worden toegelaten.
Bij stemming verklaren zich 15 leden voor en 15
tegen het voorstel, waarop de Voorzitter met zijne be
slissende slem het voorstel doet doorgaan.
De Hr. Scheltus stelt voor om inlichting te vragen of
de Commissarissen van policie mede zijn uitgesloten
hetwelk de Hr. Kien ondeisteunt, tevens voorstellende
dat de nicciiiiig der vergadering is, dat zij bchooren
uitgesloten te zijn. Zonder stemming aangenomen.
De llr. Kien vvenseht, dat de Militie-Commissaris mede
zal uitgesloten zijn.
De Hr. Beeldsnijder meent, dat deze reeds van zelf
uitgesloten is, als zijnde een militair, hetwelk de Voor
zitter en de Hr. v. Heeckeren ontkennen.Aangenomen
niet 16 tegen 14 stemmen.
19°Hemdie aan de werkelijke krijgsdienst is ver
bonden.
De llr. dl Ablaing acht liet noodig, dal opgehelderd
worde, dat de militairen op non activiteit en pensioen
niet uitgesloten zijn. Onderscheidene leden verklaren
zulks reeds duidelijk genoeg te zijn, door de woorden
werkelijke krijgsdienst. Verworpen met 25 legen 5
stemmen.
Mede verworpen niet 21 tegen 9 stemmen het voor
stel van den llr. v. Rappard tot bijvoeging der woorden
oj op non activiteit is gesteld.
Art. 61. De betrekkingen van Burgemeester en van
Wethouder zijn, onverminderd de uitsluitingen bepaald
bij andere wetten, onvereenigbaar met die van:
De Hr. de Louter stelt voor, om in plaats van de
woorden: bij andere wetten, te lezen: bij deze en andere
wetten; bepaaldelijk niet hel oog op hetgeen bij art. 65
is bepaald. Aangenomen met 27 tegen 3 stemmen.
1°. Het lidmaatschap van de reglerlijke inagt, de
plaatsvervangers uitgezonderd, behoudens de attri
buten, bj art. 45 der wet op de regterlijke orga
nisatie eu het beleid der justitie, aan het hoofd
vau het plaatselijk bestuur toegekend.
De Hr. Menso verlangt, dat ook de uitsluitingen bij
andere wetten gemaakt, b. v. op het notariaat, hier mede
zullen worden opgenomen.Aangenomen met 24 tegen
6 stemmen.
De Hr. Strick verlangtdat geneeskunstoefenaren mede
zullen uitgesloten zijn, omdat beide betrekkingen te
umslagtig zijn om behoorlijk tegelijk te kunnen waar
genomen worden.
De 1111. t\ Ileeckeren en Kien ondersteunen zulks;
laatstgemelde echter onder amendement, dat er bijge
voegd worde de praktijk uitoejenende. Zonder stem
ming aangenomen.
2". Ambtenaar bij den waterstaat in werkelijke dienst.
3°. Ambtenaar der rijksbelastingen.
4°. Hoogleeraar of lector bij de instellingen van hoo-
ger onderwijs.
Art. 62. De betrekking van Burgemeester is onver
eenigbaar met de dienst bij de schutterij.
De Hr. Scheltus stelt vour, er de woorden bij te voegen
en stelt hem van die verpligting vrij.»
De Hr. Menso ineent, dat zulks bij de wet op de
Schutterijen behoort te geschieden, hetwelk de Hr. Kien
verklaart niet in te zien.
De Hr. d'Ablaing stelt voor, ten aanzien van deze uit
sluiting, aan den Koning het regt lot dispensatie daar-
vau te geven, voor zoo veel betreft de rustende schut
terijen. Beide voorstellen zonder stemming aangenomen.
Art. 63. De leden van den gemeenteraad mogen elkander
niet nader dan in den derden graad de Burgemeester,
builen den raad gekozenden leden van den raad
niet nader, dan in dienzellVlen graad, Burgemeester
en Wethouders elkander niet nader dan in den vierden
graad van bloedverwantschap of zwagerschap bestaan.
Indien personenzich in voorschreven graad van
bloedverwantschap of zwagerschap bestaande, bij eene
en dezelfde stemming lot Raadsleden worden benoemd,
wordt alleen hij, die de meeste stemmen heeft verkre
gen, geacht te zijn verkozen.
Indien zij even veel stemmen verwervenbeslist het
lot. Verzwagering, opgekomen gedurende de gelijk
tijdige zitting, verhindert niet de verdere zitting tot
den afloop van den termijn der verkiezing of benoe
ming.
Indien de vrouw, door wie de verzwagering is ont
staan, overleden is, wordt de zwagerschap ten deze
geacht te hebben opgehouden.
In gemeenten, welker bevolking niet meer dan vijf
duizend zielen bedraagt, worden de voormelde uitslui
tingen met éénen graad verminderd.
De llr. Scheltus stelt voor om het slot van dat arti
kel te laten wegvallen; waarin de llr. Menso groot be
zwaar ziet. Verworpen met 4 tegen 6 stemmen.
De Hr. de Louter stelt voor in de 2® al. het woord,
in voorschreven graad, te veranderen inbinnen, zijnde
dit laatste de kennelijke bedoeling der Regering ge
weest, Zonder stemming aangenomen.