j*>. 48. 1819. NIEUWS' A1) V E It T E T 5 E - B L .41) AMERSFOORT, RIIENEN WIJK BIJ DUURSTEDE. Dinysdag11. September. EN DER ÜL^TTCTPlir! EN (Semper idem). Dit Blad verschijnt geregeld om dc O darren, cn wel des üiugsdagttegen ƒ3,60 per jaar.Advertenticn van 1-6 regels worden geplaatst tegen O,GO; elke regel daarboven 10 Cents, behalve 0,35 Zegclrcgt bij elke plaatsing. Stukken ter plaatsing moeten ingezonden worden te Amersfoort hij den Uitgever, te IVijk bij Duurstede bij AV. F. STRAAIROOD, te Rhenen bij CF lilt. TAATS, Adres C. G. J. AVOLTERS, te Utrecht bij J. II. SIDDRE, cn aan het Postkantoor le Amersfoort. BERAADSLAGINGEN DER PROV. STATEN VAN IITRECUT OVER HET ONTWERP DER GEMEENTEWET. Vervolij van N°. 47). IIOOFDSTUK III. Van de Gemeentebesturen. AFDEELINC III. Van den tijd van zitting der leden van het gemeentebestuur. Art. 66. De raadsleden worden verkoren voor den tijd van acht jarente rekenen van den 2. Januarijvolgende op hunne verkiezing. Telken vier jaren op den 2. Januarij, aan te vangen met den jare 1854, heeft de aftreding plaats van de helft der leden van den gemeenteraad. Waar het getal der raadsleden oneven is, heeft de eerslemaal de aftreding plaats van de kleinste helft. De aftredende zijn dadelijk weder verkiesbaar De Ilr. Scheltus wenseht, dat de aftreding zal worden geregeld zoodanig, dat om de 2 jaren een vierde gedeelte aftreedt. De Ilr. Menso acht zulks niet noodig, daar Gedepu teerden de inagt hebben oin buitengewone verkiezingen te doen plaats grijpen, wanneer die noodig zijn door veelvuldige vacatures. Verworpen niet 22 tegen 8 stemmen. Voor de DII. Pestersv. Beeck Cal koenBoth Ilendriksen, Schel- tu-s, Kien, de Louter, v. Vuuren en Verloren. Art. 67. De Burgemeester en de Wethouders worden almede voor den tijd van acht jaren benoemd. Telken vier jaren op den tweeden Januarij, aan te vangen niet den jare 1854 heeft de aftreding plaats van de helft van dat collegie. De Burgemeester behoort lot de laatste aftreding. Indien het getal der Wethouders oneven is, heeft de eerste maal de aftreding plaats van dc grootste helft. De Wethouders verliezen deze betrekking zoodra zij ophouden leden van den raad te zijn. Art. 68. De Burgemeester wordt door Ons geschorst ontslagen of ontzet. De Wethouders kunneningeval van wangedrag of nalatigheid, door Ons, na Gedeputeerde Staten tc hebben gehoord, of op voorstel van dezen, in hunne bediening worden geschorst of daaruit ontzet. De Ilr. v. Boetselaer wenseht, dat de Burgemeester, alvorens te worden geschorst, zal moeten gehoord zijn, en tevens, dat er bepaald worde hoelang de schorsing zal kunnen duren. De voorzitter merkt op, dat er gevallen bestaan, dat dit hooren onmogelijk is, b. v. als de Burgemeester voortvlugtig is; waarop de eerste spreker zijn voorstel wijzigt, invoege dat de Burgemeester zoo mogelijk zal worden gehoord. De Ilr. d'Ablaing acht, dat het beter ware te bepalen, dat bij de schorsing de redenen van dezelve vermeld wierdenwaarmede de eerste spreker zich vereenigt. De Ilr. Both Ilendriksen acht dit in vele gevallen mocijelijk en zelfs voor den Burgemeester niet wenschelijk. De H1I. Kien en Beeldsnijder achten zulks eene be perking van praerogatief des Konings, die geheel vrij moet zijn in het aanstellen, ontslaan en schorsenvooral der Burgemeesters. Verworpen met 22 legen 8 stemmen. Art. 69. Wanneer een raadslid ontslag verlangt te nemen, is hij verpligtdaarvan schriftelijk aan den raad kennis te geven. De Burgemeester of Wethouder ontslag verlangende, ia gehouden hetzelve van Ons te vragenof van Onzen Commissaris in de Provincie, voor zoo veel Wethouders betreftdie door dezen zijn benoemd. De Wethouder, die ontslag verlangt als raadslid, vermag hetzelve niet aan den raad in te zendendan na vooraf ontslag als Wethouder te hebben verkregen. De Ilr. Verloren acht het noodzakelijk, dat, in ver hand inet hetgeen reeds door de vergadering is aange nomen bij art. 2., dat de Wethouders altijd door den Koning zullen worden aangesteld, ook alhier de woor den: «of vau onzen Commissaris enz.» zullen behooren te vervallen. Zonder stemming aangenomen. Art. 70. Een raadslid gedurende zes achtereenvolgende vergaderingen zonder wettige redenen ter beoordeeling van den raad, niet verschijnende, kan door Ons van deze zijne betrekking vervallen worden verklaard. liet raadslid, dat eenig vereisclile van verkiesbaarheid verliestof in ccnen der termen van onvereenigbaar- heid vervalt, houdt op lid van den raad te wezen, alles behoudens het bepaalde in art. 63. De Br. Scheltus wil., dat de raadsleden slechts 4 maal zullen kunnen wegblijven. Verworpen met 29 tegen ééne stem. De Ilr. v. Beeck Calkoen meent, dat daar de leden van den gemeenteraad door dc ingezetenen ziju aangesteld zij niet door den Koning kunnen ontslagen worden, maar dit ontslag van reglswege moet plaats grijpen en het genoeg is, als de gemeenteraad het verzuim heeft ge constateerd. De Hr. Menso vereenigt zich hiermede, doch de Hr. Kien acht het bedenkelijk zoo groote magt aan den gemeenteraad te geven. In onrustige tijden, zou daar van misbruik kunnen gemaakt worden. De Ilr. v. Beeck Calkoen wijzigt daarop zijn voorstel, invoege, dat het ontslagen lid in beroep zal kunnen komen op den Koning. Bij stemming verworpen met 20 tegen 10 stemmen. Art. 71. De leden van den raad, die tot Ket aftre dend gedeelte daarvan behoorenblijveh werkzaarh-^tot dat hunne opvolgers in hunne plaats--treden. De Ilr. Verloren wenseht dit zelfde bepaald te hebbëji..-'; nopens den Burgemeester en de Wethouders. De HII. Mensode Louter en de voorzitter verktarefi zich hier legen, deels omdat art. 119 bepaalt, dal ató- dan een der Wethouders of leden van den gemeente raad invallen, (terwijl voor den gemeenteraad nidhand kan invallen); deels omdat het gevaarlijk kan worden^ om b. v. eenen Burgemeester, wegens kwade practijken

Historische kranten - Archief Eemland

Arrondissementsbode van Amersfoort | 1849 | | pagina 1