geacht worden te beslaan, om de betrekking van Bur
gemeester en Secretaris aan eeuen en deuzelfden per
soon in eene gemeente op te dragengeschiedt de
benoeming door Ons, buiten voordragt van den Gemeente
raad.
In zoodanig geval, kan hij ook alleen door Ons
worden geschorst, ontslagen en ontzet.
Omtrent dit artikel is bij de vergadering verschil van ge
voelen gerezen over de vereenig'rng der betrekking van Bur
gemeester en Secretaris; namelijk of die zoude plaatshebben
in gemeenten van eene bevolking lol 2000, of tot 5000
zielen. De vergadering is echter van gevoelen, dat deze
uitzondering gevoegelijk kan worden bepaald voor ge
meenten tot 5000 zielen, en derhalte in gemeenten
welker bevolking minder bedraagt, zoude kunnen worden
toegestaan, dat de betrekking van Burgemeester en Secre
taris door eenen en denzelfden persoon werd bekleed.
Art. 124. Bij het aanvaarden zijner betrekking legt
de Secretaris, in eene raadsvergadering, in handen van
den Burgemeester, of die hem vervangt, op de wijze
zijner godsdienstige gezindheid, den volgenden eed of
belofte af:
Ik zweer (beloof) trouw aan de wetten des Rijks
«en dat ik mijne betrekking getrouw, ijverig en eerlijk
«zal waarnemen.»
De Br. Beelaerls van Oosterwijk stelt voor, dal bij de
eedsformule, door dpn Secrelaris af te leggen, zal wor
den gevoegd, even als dit bij het tegenwoordige regle
ment op het bestuur der steden is voorgeschreven, dat
hij in die betrekking, voor zoo veel in zijn vermogen
is, tot bevordering der belangen van de gemeente zal
medewerken.
De vergadering verklaart) in deze bijvoeging geen be
zwaar te zien.
Art. 125. Ingeval van afwezigheid of andere verhin
dering van den Secrelaris, oin zijne betrekking waar te
nemen, gelijk mede bij het openvallen van den post
van Secretaris, wordt hij vervangen, door een, door
den Raad daartoe te benoemen Raadslid.
Zoo de betrekkingen van Burgemeester en Secretaris
in éénen persoon roogten zijn vereenigd, wordt in voor
meld geval de Secrelaris vervangen door denzeilden
persoon, die niet de waarneming der funcliën van
Burgemeester is belast.
De vergadering is van oordeel, dat ook de tijdelijke
vervanging van den Secretaris door den Raad zou be
lmoren te geschieden, op de voordragt van den Burge
meester van den daartoe te benoemen persoon.
Art. 120. Iemand met de lijdelijke waarneming van
den post van Secretaris gedurende eene maandof
langer, belast zijnde, geniet voor dien tijd de aan dien
post verbonden jaarwedde, teil ware de vei hindering
van den Secretaris om zelf den post waar te nemen,
mogt ontstaan door ziekte of door de vervulling van
diensten, waarvoor geene bezoldiging of schadevergoe
ding wordt genoten.
Art. 127. De jaarwedden van de Secretarissen worden,
op voordragt van den Gemeenteraad, door Gedeputeerde
Stalen vastgesteld.
Art. 128. De Secretaris is belast met het houden van
het proces verbaal der handelingenzoowel van den
Gemeenteraad, als van Burgemeester en Wethouders,
en niet de bewaring van het archief der gemeente.
Iȟ houdt in een afzonderlijk register aanteekening
van den dag, waarop besluiten van den Gemeenteraad,
of van Burgemeester en Wethouders, volgens art. 98,
zijn afgekondigd. Wijders gedraagt hij zich naar de
voorschriften, die hem, door den Raad of door Burge
meester en Wethouders worden gegeven.
De 11 r. v. Boctselaer verlangt, dat de zorg voor de
rigtige bewaring van het gemeente-archief aan Bur
gemeester en Wethouders zal worden opgedragen, in
plaats van aan den Secretaris. De Hr. Kien zegtdat
het beter zoude zijndat de bewaring van het archief
niet, zoo als bij dit artikel plaats heeft, bepaaldelijk
aan den Secretaris werd opgedragen maar dat zou be
boeren vastgesteld te wordendat Burgemeester en
Wethouders verpligt zijn te waken voor de bewaring
van het archief, doch bevoegd moeten zijn, om die be
waring speciaal op te dragen aan den Secretaris of aan
eenen bepaaldelijk daartoe te benoemen ambtenaar. De
spreker verlangt dat dit artikel duidelijker en in den
zin zijner aanmerking moge worden geredigeerd.
De vergadering verklaart in het gevoelen van den
llr. Kien te deelen.
Bij dit artikel wordt aangemerkt, dat daarbij vermoe
delijk abusief is aangehaald het art. 98, hetwelk zal
moeten zijn art. 114.
De Hr. v, Boctselaer verlangt dat in dit artikel zal
worden bepaald dat de betrekking van Secretaris niet
zal kunnen worden waargenomen door eenen der ge-
emploijeerdenbij het provinciaal bestuur of bij het bureau
van den districtscommissaris, en dat eene gelijke bepa
ling zal worden opgenomen bij de artikelen omtrent den
gemeenteontvanger, tot welke betrekking de spreker
verlangtdat ook de verbodsbepaling zal worden uit
gestrekt
De meerderheid der vergadering deelt in dit gevoelen.
De llr. Verloren stelt voor, dat bij dit hoofdstuk een
slotartikel zal worden gevoegd, bepalende; dat aan den
Raad de bevoegdheid zal worden toegekend, om eenen
adjunct-secretaris te benoemen aan welken tevens het
regt zal worden toegekend om de stukken te contra
signeren.
De Hr. Kien is van oordeel, dat dit vermogenvolgens
de tegenwoordige wetRaan den aad niet is ontzegd, cn
derhalve de geopperde bedenking alleen betrekking kan
hebben op de vjaag, of iemand, tot assistentie van den
Secretaris benoemd ook het regt zoude hebben om de
stukken te contrasigneren, en stelt derhalve voor, dat
in de tegenwoordige wet eene bepaling zal worden op
genomen waarbij wordt vastgestelddat ook aan eenen
adjuet-secretaris de bevoegdheid kan worden toegekend
tot het contrasigneren van stukken.
De vergadering verklaart zich met laatstgemeld ge
voelen te vereenigen.
HOOFDSTUK V.
Van den Gemeente-Ontvanger.
Art. 129. De Ontvanger der gemeente wordt, in ge
meenten, welker bevolking meer dan vijf duizend zielen
bedraagt, benoemd door den Raad.
In de andere gemeeelen woidl hij, uit eene voordragt
van drie kandidaten, benoemd door Gedeputeerde Staten.
De schorsing, het ontslag en de ontzetting geschieden
voor eerstgemelde gemeenten door den Raad, voor laatst-
gemelde door Gedeputeerde Staten.
Art. 130. In enkele gevallen kan, om gewigtige rede
nen door Ons worden vergund, dat de betrekkingen van
Secrelaris en Gemeenteontvanger, door denzelfden per
soon worden bekleed.
Die van Burgemeester en Gemeente-Ontvanger zijn
onvereeuigbaar.
De llr. Kien zoude verlangen, dat werd bepaald, dat
de vereeniging van den post van secretaris en gemeente
ontvanger alleen zou mogen plaats hebben in gemeenten
beneden de 5000 zielen. De vergadering vereenigt zich
met dit voorstel.
Art. 131. De bepalingen, vervat in de artikelen 121
en 124, zijn ook op den Gemeente-Ontvanger van toe-
pasaing.
Art. 132. Alvorens zijne betrekking te aanvaarden,
stelt de Gemeeiite-Ontvanger eenen borglogt, die min
stens moet bedragen
300 voor eeuen ontvang van 1000 tot beneden de
ƒ3000;
400 voor idem van 3000 tot beneden de ƒ5000;
ƒ600 voor idem van ƒ5000 tot beneden de f 7500;
ƒ800 voor idem van 7500 lot beneden de ƒ10000;
en een twaalfde gedeelte van den ontvang, indien
dezelve meer dan 10000 bedraagt.
De borglogt wordt gesteld door verband van een ka
pitaal, ingeschreven in een der Grootboeken van de
Nationale Schuld, of door voldoende hypothecaire in
schrijving, op onbezwaarde onroerende goederen.
Voor gemeenten waar de ontvangst minder dan ƒ1000
bedraagt, behoeft de Ontvanger alleen personeele borg
logt, goedgekeurd door Gedeputeerde Stalen, teslellcn,
voor een bedrag door den Gemeenteraad te bepalen.
Ten aanzien der borgtogten meent de Hr. v. Marienhoff
dat bij dit artikel zou behooren te worden bepaaldtot
welke waarde de inschrijving op het Grootboek zal
worden aangenomen. Hij meent, dat dit wel ten aanzien
van de borgtogten van 'sRijks ontvangers, doch niet
ten aanzien van de borgtogten der plaatselijke gemeente
ontvangers is vastgesteldde vergadering ziet geen
bezwoar in dit voorstelvoor zoo ver het niet bij een
afzonderlijk Besluit mogt zijn geregeld.
Art. 133. Dadelijk na de benoeming des Ontvangers,
wordt het bedrag van den te stellen borgtogt, door
den Raad, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten
geregeld.
Tot grondslag van het bedrag, worden de waarschijn
lijke jaarlijksche inkomsten, volgens den laatst vastge-
stelden staat van begrootiug, genomen.
De Hr. d'Ablaing verlangt, dat dit artikel in een nader
verband tot het vorige zal worden gebragt, in welk
voorstel door de vergadering geen bezwaar wordt gezien.