IV I li l W S T IJ D I G E N.
Art. 143. De schorsing van Directeuren en Commis
sarissen van policie geschiedtop voordragt van den
Gemeenteraad door Gedeputeerde Staten.
Het ontslag op hun verzoek en de ontzetting dier
ambtenaren geschiedt door Ons.
Art. 144. De agenten van policie, veld- en bosch
wachters worden door de Gemeenteraden aangesteld
bezoldigd, op hun verzoek ontslagen, geschorst en
ontzet. Hunne bezoldiging wordt, op voordragt van den
Gemeenteraad door Gedeputeerde Staten vastgesteld.
Buitengewone veld- en boschwachters kunnen, op
voordragt der belanghebbenden en ten hunnen koste,
na verhoor van den Gemeenteraad door Onzen Com
missaris in de provincie worden aangesteldgeschorst
en ontslagen.
HOOFDSTUK VII.
Van het beheer der goederen en inkomsten
van de gemeente.
Art. 145. Burgemeester en Wethouders zijnbehoudens
de uitzonderingen, in deze wet vastgesteld, met de zorg
voor-, en het beheer van de goederen der gemeente belast.
iFDEELISG I.
Van de uitgaven der gemeente.
Art. 146. De Gemeenteraad brengt jaarlijks op den
staat van begrooting:
1°. de uitgaven, benoodigd ter vervulling van ver-
pligtingenvoor de gemeente uit wetten en pro
vinciale reglementen voortvloeiende;
2°. de uitgaven, die uit aangegane verbindtenissen
voortvloeijenen
3°. alle uitgaven, die voor de behoeften der gemeente
noodig zijn.
Waar zulks door den Gemeenteraad en door Gedepu
teerde Staten noodig wordt geoordeeld, mogen, behalve
de staat van begrooting, die de geheele gemeente betreft
en waarop wordt gebragt, al wat de algeiueene belangen
der gemeente aangaatvoor één of meer deelen der
Gemeente, nog afzonderlijke stalen van begrooting wor
den opgemaakt, op welke al de uilgaven worden gebragt
die zoodanig deel der gemeente in het bijzonder betreffen.
Met betrekking tot dit artikel wordt door den llr.
Kien opgemerkt, dat deszelfs redactie naar zijne ziens
wijze behoort te worden verduidelijkt, en dat in plaats
van de Gemeenteraad brengt jaarlijks op de begrooting
zou moeten gesteld worden: de Gemeenteraad is verphgt
jaarlijks oj» den staat van begrooting te brengen de drie
rubrieken van uitgaaf alhier vermelddeze toch zijn
vcrpligte uitgaven, zoo als volgt uit den inhoud van
art. 147. Eene gemeente heeft echter nog andere uitga
ven die niet direct voor de behoefte der gemeente
noodig zijn, bijv. subsidien voor inrigtingcu van nut
of genoegen en anderen. Ook deze uitgaven belmoren
op de begroeting te worden gebragt; zoo als echter
thans het artikel is geredigeerd, zou daaruit de gevolg
trekking kunnen worden gemaaktdat zoodanige uit
gaven niet op de begrooting konden worden gebragt.
De vergadering vereenigt zich met dit gevoelen.
Art. 147. Zoo eene der bij het 1ste lid van het voor
gaand artikel bedoelde verpligte uitgaven, meer dan
ééne gemeente betreft, dragen zij ieder in dezelve, naar
evenredigheid van het belang, dat zij er bij kunnen hebben.
Ingeval van weigering of van verschil over de even
redigheid van dat belang, en dien ten gevolge over de
hoegrootheid van het in de uitgaaf te dragen aandeel
wordt daarover beslist door de Gedeputeerde Stalen
behoudens beroep op Ons.
Indien echter het onderwerp verschillende provinciën
betrelt, wordt door Ons beslist.
Art. 148. Ingeval de Gemeenteraad zich aan de vol
doening der uitgavendie de wet of de provinciale
reglementen ten laste der gemeente brengen trachten
te onttrekken door dezelve in hel geheel niet, of slechts
ten deelc op den staat van begrooling te brengen ge
schiedt het door Gedeputeerde Staten na den Gemeen
teraad te hebben gehoord en naar mate de behoefte.
AMERSFOORT, 10. Dec. Ten gevolge der bemoei-
jingen van onzen Stadgenoot, den Boekhandelaar IV. L.
Okhuysen tot verspreiding van een vijftigtal voor reke
ning genomene, op twee na geplaatste Exemplaren van
het geschrift, getiteld: «De Bid- en Dankdag in eene
Dorps Gemeenteeene herinnering voor zijne Gemeente,
«vervaardigd door A. V. llomboutsPredikant te Eek
en Wielten voordeele van nagelatene beirekkin-
gen in die plaatsen die ten gevolge van de verwoes
te tingen der Cholera, het meest hulpbehoevende zijn,»
en ter voldoening aan het door genoemden Boekhande
laar aan den Schrijver gedaan verzoekom bij de ver
deeling van den opbrengst dier herinnering ook den
hulpbehoevenden te Amersfoort te willen indachtig zijn
heeft de Heer Rombouts dien Boekhandelaar toegezonden
een bedrag van ƒ50.00, met verzoek oin hetzelve ter
hand te stellen aan de Commissie, belast niet de zorg
voor de nagelatene betrekkingen der Cholera offers binnen
Amersfoort, opdat gezegde Commissie daarvan uitreiking
zoude doen aan zulke huisgezinnen, die, als braaf en oppas
send, boven anderen waardig zijn, geholpen te worden.
Daar te dezer Stede zoodanig eene Commissie niet be
staat heeft de Heer Okhuijzen bovengemeld bedrag op
heden toegezonden aan het Stedelijk Bestuur, met ver
zoek aan hetzelve om daarmede te handelen overeen
komstig de bedoelingen van den gever.
11. Dec. Heden werd alhier het stoffelijk overschot
van den waardigen Schoolopziener, den W. Ed. Gestr.
Heer 11. G. Schluiter, ofschoon zonder eenige bijzondere
staatsie, echter op eene indrukwekkende wijze leraarde
besteld. Een zestiental Onderwijzers uit Z. Ed. District
volgden, op het daartoe door hen gedaan verzoek, in
rouwgewaad het lijk van den door hen zoo hoog ge-
achten Ontslapene tot nabij de rustplaats; van hier
droegen zij het, onder zigtbare aandoeningen, naar het
giaf, alwaar, na de ter aarde bestelling, een hartelijk
woord werd gesproken door den Heer T. J. Ilondius,
President der Plaatselijke Schoolcommissie, betrekkelijk
's Mans groote verdiensten als Schoolopziener, welke
roeping Z. Ed. Gestr. nu ruim 41 jaren, met zoo veel
liefde en harlelijkheid voor de zaak zelve en bijzonder
ook voor het personeel van Onderwijzers, bekleedde.
Hierna nam de W. Ew. Heer J. 11. van Rossem het
woord, die uit naam der diep bedroefde familie, de
Plaatselijke Schoolcommissie bedankte voor de hulde,
den Overledenen toegebragtalsmede ook de Onderwijzers
voor het laatste bewijs, dal zij van hunne hooge achting
den Overledene gegeven hadden. Diep roerden deze
woorden, allen, die bij de plegtigheid tegenwoordig
waren, 's Mans assche ruste in vrede 1
Alhier is 1.1. week een kind deerlijk gebrand. De
moederweduwein zeer behoeftige omstandigheden
verkeerendelag ernstig ziek te bedterwijl een ander
barer kinderen belast was met de oppassing van de
jongere. Bij het vuur spelende raakten de kleederen
in vlam, terwijl geene tijdige hulp kon voorkomendat
het vuur gebluscht werd. Het is thans in zorgelijke om
standigheden. Waarschuwend voorbeeld, vooroudersom
hunne kinderen vooral des winters niet alleen te laten.
Ouk is alhier op Zondag avond door de duisternis
eeu oud man in het water geraakt bij het uitgaan der
kerk. Om rede daardoor veel menschen op straat waren
is hij gelukkig spoedig kunnen gered worden.
Bj besluit van den 6. dezer heeft Z. M. aan G.van
Steijn van llensbroek, op zijn verzoek eervol ontslag
verleend als Burgemeester der Gemeente Soest, in te
gaan niet den 1. Januarij aanstaande.
UTRECHT, den 1. Dee. Heden middag, omstreeks
2 uur, viel van de werf, bij de Gaardbrug alhier, het
dochtertje van den Heer Bosch, in de Lijnmaikt, in het
water der oude Gracht. Op het geroep om hulp der
voorbijgangers snelde Cornelis Godart, winkelbediende
van den lieer N. van Dort, toe, en sprong, zonder zich
een oogenblik te beraden, zoo gekleed als hij was, in
het water, en had het geluk, het meisje, dat reeds op
het punt was van te zinken, van een' gewissen dood
te redden en aan de in ladeloozen angst verkeerende
ouders terug te geven. Eere zij den edelen redder, die
zich niet ontzag, ondanks de koude, die toen heerschte,
en de pogingen, die hij moest aanwenden, de drijvende
ijsschotsen weg te duwen, maar alléén het doel voor
oogen had, een mensch te redden; doch edeler is
de daad, indien men daarbij in aanmerking neemt, dat
de man zelf in diepen rouw verkeerde, doordien hij
slechts twee dagen te voren eene geliefde Echtgenoot
door den dood verloren had. Hij vinde voor het eerste
voldoening in de overtuiging van te hebben welgedaan,
en voor het tweede den troost, dien hij behoeft.
3. Dcc. Heden aanvaardde de Heer L. G. van
Goudoever het buitengewoon Hoogleeraarsambt in de
Geneeskundige faculteit aan onze Hoogeschool, met het
houden eener plegtige redevoering in de groote gehoor
zaal der Akademie, de chirurgicae et obstreliciae dis-
ciplinae in Academia Rhena-trajectina adminiculis oerum-
que amplifications optabili, d. i., over de hulpmidde
len voor het Heel- en Verloskundig Onderwijs aan de
Utrechlsche Hoogeschoolen over het wenschelijke van
derzelver uitbreiding.
ASSEN, 28. Nov. Heden ging een jeugdig kind van