den voerman A. ter Veen te Norg op een pas toegevro-
zen water, niet het gevolg, dat het onder jhet ijs ge
raakte. Een ander kind van genoemden persoon wilde
het eerste redden, doch getaakte óók onder het ijs,
waarop het derde kind van denzelfden persoon middelen
in het werk stelde, om de twee kinderen te redden,
doch dit mislukte, want het kwam insgelijks onder het
ijs. Deze drie kindereu zouden zonder twijfel omgekomen
zijn, zoo niet een aldaar woonachtige schoenmaker (die
als goed zwemmer bekend staat) zich te water had be
geven met dat gelukkige gevolg, dat hij alle drie de
kinderen gered aan de ouders terug gaf. Een der kin
deren is echter vrij ongesteld, doordien het langen tijd
in het water lag.
BRUSSEL, den 3. Dec. De Koning, het gedrag
willende beloonen van den spoorwegwachter bj het
station Charleroi, Sarasin genaamd, die in den avond
van den 11. November, zoo als vroeger gemeld is, (zie
ons vorig Nominer) door zijn moed en zijne tegenwoor
digheid van geest en tevens met levensgevaar de ge
volgen voorkwamwelke het opbreken der rails door
een misdadiger, dien hij verjoeg, moest hebben, heelt
den genoemden spoorwegwachter benoemd tot Ridder
der Leopoldsorde, terwijl de Minister van Openbare
Werken Sarasins daggeld van 2 Ir. tot 2 lr. 40 centi
mes heelt verhoogd.
Nabij Stuhmin Westpruissenhad onlangs een
zeer zeldzaam voorval plaats. Een ouden Poolschen schaap
herder werd van regtswege aangezegd, dat zijn broeder
in Polen gestorven was en hem vijftigduizend zilveren
roebels had nagelaten. In plaats van over deze erfenis
verheugd te zijn, weigerde hij, tot algemeene verbazing
die te aanvaarden. Hij begeerde, zeide hij, geen geld
van een broeder, die een verrader en vriend der Russen
geweest was, en daardoor den dood zijner brave ouders
had verhaast; hij was ook veel te bejaard, en gevoelde
geen lust, om zijne rust voor hebzuchtige erlgenamen
op te offeren, maar wilde liever tevreden zijn met wat
hij in het zweet zijns aatisehijns verdiende. De betrek
kingen des onbaatzuchtigen mans waren echter van eene
andere meening; daar alle vertoogen vruchteloos bleven,
klaagden zij hem bij de reglbank aan, en deze heeft
den armen schaapherder veroordeeld om een schatrijk
man te worden.
Te Madrid hebben twee Dames uit minnennijd
geduelleerd, en wel met de pistool. Verscheidene schoten
werden zonder gevolg gewisseld, tot dat eene dezer
Amazonen een kogel door haar gewaad kreeg, die langs
de linkerdij afschampte en eene wond maakte. Vermits
er dus bloed gevloeid was, werd het gevecht gestaakt.
De jonge Heer, die de aanleiding tol dezen twist was,
heeft later het geschil welen bij te leggen.
Uit Konstantinopel wordt van den 14. Nov. berigt,
dat de Russische Gezant den 6. en 9. oflieièel aan het
Turksche kabinet had medegedeeld de hein uit Peters
burg toegezonden instruction. Het blijkt nu, dat Rusland
werkelijk niets minder eiseht, dan de uitdrijving van al
de zich in Turkeije bevindende Polen, dus ook van die
Polen welke er hunne vasle woonplaats hebben, en sinds
jaren hadden, en waarvan velen onder de bescherming
van andere Europesche Mogendheden staan, met naiuc
onder die van Engeland en Frankrijk. Betrekkelijk deze
beide laatstgenoemde rijkenverlangt Ruslanddat zij
aan de te voeren onderhandelingen geen deel zullen
hebben, en verder, dat aan Fuad Lffendibuitengewoon
Gezant van Turkije aan het Russisch Hof, onbepaalde
volmagt zal gezonden worden, ten einde hein in staat
te stellen, oin te Petersburg eene eindbeslissing tot stand
te brengen en daarbij naar goedvinden te werk te gaan
waartoe de Porte zich echter geenszins geneigd beloont.
In een den 10. Nov. gehouden Ministerraad heeft het
Turksche kabinet daarenboven besloten niets te zullen
doen zonder medeweten van Erankrijk en Engeland,
tengevolge waarvan dan ook aan de Gezanten dier Staten
ter goedkeuring aangeboden zijn de voorslagen, welke
de Porie aan Rusland en Oostenrijk wilde maken, n.l.
aan Oostenrijk, bewaking der vlugtelingen in het bin
nenland van Turkije, tot tijd en wijle, dat de rust in
Hongarije volkomen zal hersteld zijn maar niet langer,
waarlegen Oostenrijk dan natuurlijk het verlof lot terug-
keeren zou moeten intrekken; eii aan Rusland, verwij
dering, (de Porte vermijdt het woord uitdrijven) van
dusdanige Polen als deel genomen hebben aan de ge
beurtenissen in Hongarije en door den Russischen Gezant
als zoodanig zullen worden aangewezen, met uitzonde
ring noglans van dezulken, die Mahomedaansch zijn ge
worden, en wat zulke Poolsche vlugtelingen betreft, die
zich in Turkije ophouden tengevolge overeenkomsten van
dat rijk met andere Mogendheden, over deze kan de
Porte beschikken nocli onderhandelen, waarom zij meent
dat Rusland mogt het de verwijdering blijven verlan
gen, zich daartoe zal hebben te wenden tot de betrok
ken kabinetten. Het berigt, waaraan wij deze bijzon
derheden ontleenenvoegt er bijdat de Noordsche
Hoven niets onbeproefd lieten, om eene verwijdering
tusschen Engeland en Frankrijk te bewerken, wat echter
tot toen (14. Nov.) niet was gelukt, wijl beide zich
voortdurend bereid verklaarden om Turkije ook verder
te ondersteunen. Dat de Engelsche vloot den ingang der
Dardanellen weder zou verlaten en bij Ourlak gaan
ankerenmoestmeende men worden toegeschreven
aan de veiklaring van den Russichen gezant, dat hij
het afgebroken veikecr alleen dan weder regelmatig
zou opvatten, wanneer de Engelsche vloot naar genoemde
plaats onder zeil zou zijn.
Met gelukkige jaar 185©.
In de nagelatene papieren van een' Benediktijncr
Monnikdie voor eenige jaren in den ouderdom
van 97 jaren te Straatsburg overleed vond men de
navolgende profetie beschreven
Zoo sta ik dan aan den grenspaal dezer wereld
nog eene schrede en eene andere neemt mij op in
hare heldere sferen. Reeds ontdoet zich mijn geest van
de knellende banden des vleesches; hij kan vrijer reeds
zien en aan die blikken der verrukking vertoonen zich
gedaanten, zoo als ik er, zelfs in mijne droomen nooit zag.
Welk een hemelsche vredewelk een zuiver
akkoord der zalige geestenhen allen doorstroomt do
verkwikkende adem van Hem, die de liefde zelve
is. Met nooit matte hand schrijft de Heer de
bestemming der Volken gelijk van iedcren niensch
in het boek des levens; daar ligt het opengeslagen
het werk des Almagtigen, met gouden letters geschre
ven die geen moordenaar uitwisschen kanmaar
die eeuwiglijk versch blijven.
«Wat in den ouden dag plaats had, cn in den
laatsten tijd dien ik beleefdegebeurd isalles
kan ik duidelijk zien. Met verbazing echter hechten
zich mijne blikken vast aan een bladwaarop in
vlammend schrift te lezen staat het jaar 1850, de
eerste helft der negentiende Eeuw na de geboorte
van Hemdie daar zit aan de regterhand Zijlis
Hemelschen Vaders. Oongeloovigen haast u tot
bekeering; want weldra is het zaad rijp, cn de
oogsttijd is niet verre meer.
«De bewegingen op 't kerkelijk gebied, de scheu
ringen door de stellingen van ijdele menschen en
allerlei dwaalleeraars veroorzaakt, die de broeders heb
ben tweedragtig gemaaktovermits ieder het regie
geloof meende te hebben zullen in het jaar 1850
ten einde komen. Vorsten en Geestelijkenhoogge-
plaatsten en onaanzienlijken zuilen op een groot Con
gres zamen komen hetwelk in eene oude Stad aan
den Rhijn gehouden zal worden en zullen beraad
slagen. Zij zullen zich vereenigen tot vaststelling van
de ware en algemeene leer des Christelijken geloofs,
en zullen uitroeijen en verwijderen alwat met de
wetten der natuur en der rede niet overeenkomt
want de Volkeren zullen het stof hunner wanbegrippen
afschuddenen hun geest zal niet meer omgeven zijn
door het spinneweh van bedriegelijke hervormers.
Wel zal een bestaand Genootschap haar Hydrahoofd
meer dan ooit verheffen en hare brandende fakkels
in aller harten slingeren maar dat spooksel zal niet
lang duren want de Vorsten zullen het niet langer
dulden en deze secte uitroeijen met wortel en tak/
Aan verschijningen en teekenen aan den hemel
zal het niet ontbreken vooral in den herfsttijd en
zij zullen de Volken vermanen lot boete en verbe
tering. De ongelukkigen mogen meenen dat dit de
voorboden zijn van het einde der wereld, maar dit is
nog verre, doch nabij is altoos de laatste oogenblik
van ons leven daarom maakt in tijds bestelling over
uw huis, en weest bedaard en wel toebereid, terwijl
het nog dag is! Weest deugdzaam-, en hecht uw hart
niet aan schijnheiligheid, want die het hoofd laten
hangen schijnen wel als lammeren doch van binnen
ziet het er gansch anders uit.
Ken groot Kerkvorst doet ijverig zijn best, om
zijn Volk uit de bocijen der duisternis te trekken cn
door wijze lecringen tot het zuivere geloof te voeren;