Buitenland.
Binnenland.
er over eens zijn, dat die hande
lingen ongepast waren, ontving hij
daarop zeer terecht een korte terecht
wijzing van de zijde der hoeren Mr.
Ileyligers en van Esveld, die bovendien
van oordeel waren, dat. hij dingen-in den
Raad had gebracht, die er volstrekt
niet thuis behoorden.
Ook nu had de heer Ivlebcr o.i. „met
spek geschoten"; want ware er een grein
waarheid in zijn bewering, dan hadden
de feiten geheel anders moeten ver
loop en.
Toen beproefde de heer Kleber zijn
figuur te redden door de minder lief
lijke dan verdachtmakende voorstelling
aan het antwoord te geven, dat B. en W.
althans de houding der ambtenaren niet
hadden willen vergoelijken," maar
de heer van Esveld sneed hem de pas
af door te zeggen, dat er hierbij „niets
viel te vergoelijken!"
De lieer Jorissen trachtte nog te be-
toogen, dat de politiek in de Ambachts
school was gebracht, waarop de wet
houder Celossc hem ter snede ant
woordde, dat dit toch wrel wat erg Jn
's blaue liinein" wras, omdat de heer
Celossc zelf alle bedoelde vergaderingen
bijgewoond had en geen enkel woord
over politiek daar had hóoreii uitspreken.
Wij ineenen nog wel eens gelegen
heid te zullen hebben, om op dit ge
deelte van de peroratie, des heeren
Jorissen terug te komen en willen daarom
thans volstaan met de verzekering, dat
liet door hem bedoelde raadslid, n.o.m.,
niets anders heeft ervaren dan de nood
zakelijke gevolgen van de werken, die
hij zelf heeft gewrocht.
De poging des heeren Jorissen, om
in deze zaak de gemeentelijke subsidie
te betrekken, welke de Yerceniging
„Ambachtsschool voor Amersfoort en
Omstreken" ontvangt en waarvoor, zoo
als de lieer van Esveld terecht opmerkte,
do gemeente waar verkrijgt," getuigde
van weinig schroom in de keuze der
middelen door zijne partij aangevoerd
in haren strijd ter zake van de Ambachts
school.
Onze rubriek „Buitenland" willen we
aanvangen met een overzicht van de
voornaamste gebeurtenissen in het jaar
1903.
Du it sell land is in 1903 rijk ge
weest aan merkwaardige voorvallen.
Talrijk zijn de bezoeken die Wilhelm II
bracht aan en ontving van vorstelijke
vrienden. Opmerkenswaard daarvan voor
al, is het bezoek aan Kopenhagen, waai
de keizer werd voorgesteld aan den
bekenden Sociaal-demokratischen bur
gemeester Jensen, die daarbij wijzer
standpunt innam dan zijn Duitsche par-
tijgenooten. Hadden deze wat minder
vrees, om met „het Ilof" in aanraking
te komen, getoond, de lieelc kwestie
van het ondervoorzitterschap van den
Rijksdag door Bernstein en Yollmar op
het tapijt gebracht, zou niet zoo'n ge
weldige botsing in den boezem der partij
hebben te wreeg gebracht. De partijdag
te Dresden heeft voorzeker de Duitsche
Soc. dem. niet van een gunstigen kant
doen kennen en waarschijnlijk zouden
geen 3 mill, kiezers op Soc. dom. ge
stemd hebben en zouden ze geen 81
afgevaardigden in den Rijksdag hebben
gekregen als een dergelijke liistorie zich
had kunnen afspelen vóór de verkie
zingen.
Dit respectabel getal afgevaardigden
maakte van Bülow denkelijk huiverig
om het weer eens met uitzonderings
wetten tegen de soc: dem. te beproe
ven; de ervaring met de socialistenwet
opgedaan, dat de redactie juist krach
tige actie wekt, schijnt dus nog niet te
zijn vergeten.
Moesten de agrariërs bij de Rijksdag-
verkiezingen, die over 't geheel geno
men weinig verandering hebben gebracht
in de verhouding tusschen rechterzijde
centrum en linkerzijde, menige veer la
ten, bij de Landagverkiezingon in Prui
sen, waarbij het drieklassenstelsel ge
volgd wordt, hebben zij getracht het ge
leden verlies zooveel mogelijk te be
mantelen. Ook liierbij kwam weinig ver
andering in de Partijverhoudingen.
Scherper dan ooit werden in 't afgc-
loopen jaar in den Rijksdag de talrijk
voorkomende soldatenmishandelingen af
gekeurd een gevolg van de vele ge
ruchtmakende krijgsraadprocessen. Een
stap vooruit mag het genoemd worden,
dat dergelijke processen voortaan open
baar zullen zijn.
De verduitsching der Polen vordert
nog maar zachtjes, ofschoon de regee
ring ontzettend veel doet om de Pool-
scko landen te doen bewonen door
Duitsche kolonisten, en zelfs een Duit
sche Academie te Posen heeft gesticht.
Do treurige zaak van de Kroonprin
ses van Saksen is geëindigd met het
uitspreken der echtscheiding. Behalve
vele processen wegens soldatenmishan-
deling trokken de aandacht de gedingen
van het „bloemen medium" Anna Ro-
the van den Sadist Dippold en van gra
vin Kwalicka.
In Engeland was dit jaar een krach
tig politiek leven. Yooral de strijd der
Konconformisten tegen de onderwijswet
werd heftig"gevoerd. De Ieren stonden
hierbij aan de zijde der regeering, maar
het bleek dat zij ook vergoeding voor
hun steun kregen. De nieuwe lersche
landwet, door de regeering ingediend, is
in Ierland met. vreugde ontvangen, liet
groote meerendeel der nationalisten zien
hierin een stap in de richting tot vrij
making van het lersche volk.
De koninklijke commissie tot onder
zoek van de voorgeschiedenis en de
eerste geschiedenis van den Oorlog bracht.,
vooral voor het departement van oorlog,
lcelijke dingen aan liet licht. Het bleek
dat dit nog al eens was te kort gescho
ten, vooral bij de voorbereiding van den
oorlog, terwijl overtuigend bewezen wérd,
dat, ofschoon liet leger niet gereed was
voor den strijd, Engeland den oorlog
doorgedreven heeft.
Werd in 1902 op de begrooting een
invoerrecht op graan en meel gebracht,
deze post was van de begrootiug, dit
jaar ingediend, geschrapt, hetwelk de
vrijhandelaars als een overwinning van
hun beginsel beschouwden. Toch w as de
kwestie der iuvocrrcehtcn niet van de
baan, hetgeen Chamberlain bewees toen
hij 15 Mei niet. zijn nieuwprogram voor
den dag kwam, waarin het vrijhandel
stelsel werd verworpen als zijnde ver
ouderd, en protectie als het nieuwste
handclstclscl werd aanbevolen. De enorme
propaganda, die Chamberlain voor zijn
protectionistisch program voert, doet
iedereen verbaasd staan.
In September verliet Chamberlain
het ministerie, gevolgd door Ritchie,
lord Hamilton, lord Balfour of Burleigh
en later nog door den hertog van De-
vonsliire. Begrijpende het gevaar voor
den vrijhandel heeft de liberale partij
zich slagvaardig gemaakt en alle twee
dracht ter zijde gesteld. Rosebery en
Campbell Bannerman hebben elkaar de
hand toegestoken en treden nu onver
moeid tegen Chamberlain's plannen op,
terwijl ook uit het kamp der unionisten
zich hulptroepen aanbieden.
In Frankrijk was het dit jaar na
tuurlijk weer een geruchtmakend pro
ces dat veel beroering heeft teweeg ge
bracht. Maar trots de groote geheimen
die Thérèse zou openbaren en ofschoon
do beroemde Labori de verdediging der
Humberts op zich had genomen, toch
zijn zij achter slot en grendel gebracht.
Een commissie uit de Fransche Kamer
is nu bezig de dossiers Humbert na
te snuffelen om op te sporen of er ook
nog politieke personen in de zaak be
trokken zijn. Het laat zich evenwel
aanzien dat er voor de Rationalisten
geen buitenkansje, zoo noodig voor hen
nu er in de Dreijfus-zaak nog meer
licht zal komen, uit te halen zal zijn
tegen de Republikeinen.
Steviger dan ooit staat het ministe-
rie-Combes. Het anti-clerieale program
ma wordt streng gevolgd en onverbid
delijk heeft de rcgecring, de wet op
de congregatiën doorgevoerd. De mi-
uisterieele meerderheid is evenwel nog
verder gegaan en wilde afschaffing van
het Congrcgratie onderwijs in alle gra
den, waaraan de regeering voldaan heeft.
Het wetsontwerp hieromtrent is reeds
ingekomen. Het rijk krijgt nu natuur
lijk meer kosten voor het openbaar on
derwijs, naar schatting 25 millioen francs.
In vele opzichten is evenwel 1903 voor
de financiën een gunstig jaar geweest;
en hierin schijnt voorloopig geen ver
andering te komen, zoodat minister Rou-
vier vertrouwt, in 1904 de uitgaven wel
te zullen kunnen bestlijden.
De verhouding tot het buitenland
wordt hoe langer hoe meer vrieudschap-
p elijker.
Het Bondgenootschap met Rusland
blijft onveranderd, Italië toonde zich
een goed vriend en ook Engeland toon
de in 1903 goede maatjes te zijn met
Frankrijk.
Niet alleen met de toestemming van
13 en \V van Amsterdam, doch ook met
hunne medewerking is van wege de
afdeeling „.Amsterdam" van den Bond
van Nederlandsche Onderwijzers eene
enquête ingesteld in zake den arbeid
van schoolgaande kinderen, waarvan het
verslag dezer dagen is verschenen.
De heeren C. Thomassen en "\V. Post
zijn met dien arbeid belast geweest en
hoe deze heeren zelf over de resultaten
van hun onderzoek denken, blijkt ten
duidelijkste uit de volgende zinsnede,
welke in bedoeld verslag voorkomt
„Onze enquête is geslaagd en de
uitkomsten geven een vrijwel nauwkeurig
overzicht van den bestaandentoestand."
Het onderzoek strekte zich uit tot
de scholen eerste en tweede klasse te
Amsterdam.
In 't geheel werden do lijsten terug
ontvangen van 120 scholen, n. 1. van
102 scholen der eerste, en van 18 scho
len der tweede klasse. Het aantal terug
ontvangen ingevulde lijsten bedraagt 673
Bovendien kwamen een aantal lijsten
terug met de opmerking, dat er geen
arbeid door de kinderen verricht werd.
Bijna zonder uitzondering hadden deze
laatste lijsten betrekking op de laagste
klassen, (eerste en tweede)
liet aantal kinderen uit alle klassen,
waar arbeid verricht werd, kan gesteld
worden op ongeveer 25000.
Toch kan het rapport niet op alge-
heele volledigheid aanspraak maken,
daar eonigc weigeringen inkwamen.
liet ouderzock strekte zich uit:
a. Over den aard van den arbeid.
Wat dit punt betreft, zijn genoemde
heeren begonnen met deze hoofdvcrdce-
ling:
Ie arbeid industriëele bedrijven
2e arbeid voor industriëele bedrijven;
3e arbeid in handelsbedrijven 4e arbeid
voor handelsbedrijven 5e arbeid buiten
een bedrijf.
b. Over den duur van den arbeid.
c. Over liet loon.
Op de traagIs de nadcelige invloed
op het onderwijs te constateercn? ant
woorden de heeren„Het is om <le
vuisten te bullen en in verzet te
komen tegen een maatschappij, die
zooveel kinderen belet kind te zijn
in den waren zin des woords.
„We willen ons echter intooinen en
onze taak van rapporteurs zoo objectief
mogelijk ten einde trachten te brengen.
We zullen beproeven ons tot 't ge
ven der feiten te beperken en het aan
den lezer overlaten zelf zijn conclusies
te trekken.
We betwijfelen liet echter of dit ge
lukken zalwant wie dagelijks met
kinderen omgaat en haa t heeft voor zijn
volkje, die kan liet maar niet gelaten
aanzien, welke misdaden er aan hen be
gaan worden."
De vraag werd in 751 gevallen niet
beantwoord, in 1184 gevallen met neen
en in 968 gevallen met ja. In 100 ge
vallen durfde men noch neen noch ja
antwoorden.
Uit den omvangrijken arbeid der hee
ren deelcn wij enkele der incest spre
kende feiten mee
A. v. S., een meisje van 9 jaar, doet
boodschappen voor een modiste en een
schoenmaker. Ze is dikwijls verstrooid
en klaagt vaak over pijn in dé zij of
pijn hij de ademhaling.
L. v. d. B., oen meisje van 12 jaar,
bezorgt brood. Ze is geheel scheefge
groeid.
H. de J., een jongen van 11 jaar, vent
niet. melk. Hij moet om half 5 's mor
gens opstaan en is por week 50 uur
in 't touw. Hij heeft een zeer goeden
aanleg, doch is nu en dan „suffig".
P. M., 13 j„ is melkbezorger. Werk
tijd ruim 40 uur. Een sterke jongen,
slaperigheid komt zoo nu en dan voor;
een jongen met goede geestvermogens,
die nu lang niet tot hun recht komen.
J. F. P., jongen van 12 j., moet
waschgoed halen en brengen. Komt
's Maandags niet schoolzeer achterlijk,
had de hoogste klas al moeten door-
loopen en zit pas in de vijfde.
0. S. E. v. L., meisje van 11 jaar.,
blijft soms dagen aaneen thuis om op
de groentezaak te passen. Onverschillig
en verwaarloosd kind.
.1. C. de B., meisje van 11 jaar, vent
eiken morgen niet melkkomt soms te
laatblijft ook wel een morgen thuis,
als ze doornat is geregend.
G. S., meisje van 10 j. Doordat Grietje
om 11 uur te bed gaat en om 5 a 6
uur weer op moot, zit ze 's middags
onder de les meestal te slapen.
J. W., 10 j., broodbezorgster. Ze is
een zeer vlugge leerling. Het kind is
wat in elkaar gedrukt door de zwaarte
van den broodzak.
P. C. J. K., 11 j„ broodbezorger
a 50 ct. per week. Is in dienst bij de
bekende firmaStaat om half 4 op.
Moet er half 5 zijn, tot schooltijd. Ka
schooltijd van half 5 tot 6. Des Zater
dagsavonds tot half écuHij zegt, dat
er bij11 jongens aldus werken.
II. H., meisje van 12 j., verkoopt
bloemen. Yooral de zedelijke vorming
lijdt hieronder. Ze is een paar malen
's nachts om 12 uur nog op den Dam
gezien.
J. S., 10 j., is broodbezorger. Komt
's morgens op school om uit te rusten.
Is onrustig en kon veel meer vorderingen
maken dan nu. Moet om 5 uur op.
A. K., 10 j., helpt moeder in een
bierhuis. Hij is maanden achtereen af
wezig geweest. De leerplicht heeft hem
weer tot schoolbezoek gedwongen.
E. S. P., 11 j., zakjesplakster. Tus
schen schooltijd en 's avonds tot 11 uur.
Yan 1 Januari tot 1 Mei 25 ongeoor
loofde verzuimen, in Febr. 18. Een ver
volging is tot lieden nooit ingesteld.
A. v. d. L., meisje van 13 j., vent
met melk. Verzuimt soms weken achter
een (leerplicht???) Zeer afgetrokken.
A. C. D., meisje van 12 j., moet
„oppassen" als moeder uit werken gaat.
Verzuimt 20 a 30 schooltijden per maand.
Ik heb haar nu al in geen 3 weken
gezien.
.1. H„ 12 j., is krantenvouwer. Komt
nooit.
J. S., is tabakstripper. Verzuimt door-
loopend.
II. K., 12 j., is bij 't sigareinnakeii.
Verzuimt doorloopend.
W. D., meisje van 13 j„ blijft geheel
van de school weg. Werkt in een brei-
inrieliting.
M. D., meisje van 13j.Tooneelspelen
(bij verschillende gezelschappen.) Loon
zeer uitecnloopend. Repetities tusschen
12 en 1 uur (natuurlijk niet dagelijks.)
Nudeelige invloed zeer merkbaar.
J. S. 11 j., jongen. Zingt in 't koot-
van de opera, 30 a 45 c. per avond.
Kwam in den winter voel te laat op school
F. v. d. II., 9 j., scliouwburgLeidsclie
plein. Op ongeregelde tijden. 30 cents
per avond. Is soms wat suf.
G. v. G., 12 j., heeft in een schouw
burg toezicht bij een branddeur 0111 't
gratis binnenkomen te beletten. Loon
f 2. Werktijd van half 8 tot 11 uur,
ook 's Zondags. Zit reeds voor den 3cn
keer in de 6e klas. Is 's morgens ga
perig.
In een naschrift zeggen de heeren
Thomassen cn Post:
Op één ding moeten we hier nog
wijzen. Onder de opmerkingen troffen
we ook eenige malen deze aan; „Deze
leerling is wel vermoeid enz, doch ik
schrijf dat toe aan de extra-lessen. Tus
schen en na schooltijd ontvangt hij gods
dienstonderricht."
„Ook deze: „De kinderen uit dat
weeshuis moeten op geregelde uren
breien. Dat heeft zeker invloed op hun
frischheid."
„Beide opmerkingen pleiten wel zoo
zeer tegen overlading, dat we ze laten
afdrukken." „Nog zouden we hier de
conclusiën kunnen geven, die uit de
vorenstaande gegevens te trekken zijn."
We achten dat echter onnoodig cn
zijn overtuigd, dat ieder lezer tot dit
resultaat zal komen
-Hoe eer lioe liever moet aan allen
kinderarbeid een eind worden gemaakt."
Uit Zutfcn meldt men aan verschil
lende bladenDe kassier Boerendans,
alhier, heeft sedert eenige dagen onze
gemeente verlaten zonder orde op zijn
zaken te stellen. De rechtbank heeft
hem gisteren failliet verklaard.
Het passief moet zeer aanzienlijk zijn.
Boerendans was zoogenaamd directeur
der Geldersclie Hypotheekbank.
De begrooting van het Nederl. Land-
bouwcomité is aan de leden toegezonden,
vastgesteld in inkomsten en uitgaven
tot een bedrag van f 8250, zijnde onge
veer f 6000 lager dan in liet vorig jaar,
omdat de bewerking van het landbouw-
vcrlag thans is overgegaan naar de af
deeling Landbouw bij liet departement,
van waterstaat enz., en dientengevolge
de rijksbijdrage en de uitgaven in even
redigheid zijn verminderd.
Landelijke naïveteit.
Hot volgende vermakelijke tooneeltje
speelde zich op een der jongste feest
dagen af bij do perronkaart-antomaten
aan het Centraalstation te Utrecht
Boerenvrouw komt aan 't loket
„Menier, daor heb ik een halve stuuver
in die otcmaat gegooid, en nou komp
er niks uut."
Ambtenaar: „Jawel, vrouwtje, maar
je moet er ook twee halve stuiverstuk
ken ingooien."
Boerenvrouw een oogenblik later
„Menier, nou heb ik nog 's een halve
stuuver er in gegooid, cn nou komp er
nog niks
Ambtenaar denkt, dat er iets defect
is cn komt langs een heelen omweg bij
de automaat.
„Wel vrouwtje, laat eens kijken, hoe
je dat nou gedaan hebt."
„Menier, ik heb in deuze otemaat een
halve stuuver gedaan en in die daor ook
een
Ambtenaar laat zich onwilkeurig brom
mend een kernachtige uitdrukking ont
vallen, die juist niet vleiend is voor do
verstandelijke vermogens van de boerin
en heeft vervolgens nog moeite om haar
duidelijk te maken hoe er „dan wél wat
uutkomp."
Ten laatste zei de vrouw: „Nou be-
griep ik het" en zc kreeg haar perron-
kaartje.
In de Kerstnacht overleed in de Oosten
burgerdwarsstraat te Amsterdam een ar
me weduwe, die aldaar alleen woonde
en reeds eenigen tijd ziekelijk was ge
weest. Toch was het moedertje niet ge
heel eenzaam gestorven,
i Zij had een hond, die haar niet ver
laten had de buren vonden het trouwe
dier op het lijk van zijn meesteres zit
ten, waarvan het niet dan met moeite
te verwijderen was. Zij hebben het bij
de politie gebracht.
lederen dag des Zondags rust de
„dokter" zonder uitzondering wan
neer de trein liet station binnenkomt en
er geen tram rijdt, staat een rijtuig ge
reed, om lien, die het „Bocrke" willen
bezoeken, daarheen te vervoeren. Vroe
ger, toen deze dienst niet bestond, zag
men vele dergelijke passagiers zich
haasten, om van don trein zoo snel
mogelijk naar Suaineer te loopen, elkaar
de loef af te steken en een volgnummer
bij den dokter te veroveren, dat het
vooruitzicht gat op een minder lang
durig wachten in de ontvangkamer. Op
sommige dagen toch is het aantal be
zoekers zoo groot, dat de laatsten niet
voor 's avonds 7 uur geholpen zijn.
Den laatsten tijd wordt liet den ouden
man te druk en hij denkt er ernstig
over zijn praktijk neer te leggen en
rust te gaan nemen. Natuurlijk doen
tal van wonderlijke verhalen over „het
Boerke" de ronde. Maar zeer velen
houden vol hun genezing te danken
te hebben aan hem.
Blijkens een lioofdartikeltjo in „De
Standaard," waarin uitgerekend wordt,
dat door den grooten voorraad gereed
liggende wetsontwerpen waarvan het
sectie-onderzoek zal moeten aanvangen,
de tijd te kort is om de Drankwet af
te handelen schijnt de Regecring
voornemens om den termijn van 1 Mei
1904, van de voorloopige drankwetsre
geling van April 1901, te verschuiven.
„De Maasbode" schrijft 1 lierbij
„Ons komt het niet onwaarschijnlijk
voor, dat Regecring en rechterzijde in
eenig uitstel van behandeling een wel
kom middel zouden vinden, om tot na
der onderling overleg te geraken om
trent een gewijzigde lezing van het Drank-
wètsontwerp."
Het Boerke" tan Saumeer. Men
schrijft aan het Vad.
Aan de tramlein DrachtenVeen-
wouden ligt, halverwege ongeveer, liet
onaanzienlijke plaatsje Suameer. (Sumir
zeggen de Friezen.) Toch heeft het
een bekendheid gekregen, niet alleen
in 't Noorden des lands, maar tot zelfs
in Holland en Zeeland, die menige
groote plaats het zou benijden. Dat heb
ben de wonderen van „het Boerke" ge
daan. Stel u niet voor een klein, nietig
persoontje, maar een grooten flinken
krassen zeventiger, op cn top het tvpo
van een Frieschcn boor. Ons boerko
speelt voor dokter. Hoe hij daartoe ge
komen is? Hij zelf vertelt, dat hij in
de boerderij zijner ouders al vroeg ge
raadpleegd werd bij gewone ziekten
en dat zijn waarnemingsvermogen, zijn
gezond verstand cn eenige algemeene
kennis hem daarbij zooveel succes schon
ken, dat weldra ook buren, kennissen,
enz. baat zochten bij hem, den veedok
ter, wiens naam spoedig ook in ruimer
kring gevestigd was.
In deze oefenschool jarenlang gevormd,
waagde hij het ook al eens voor lichte
ongesteldheden van huisgenooten raad
te schaffen, ook dit gaf hem naam
eerst in de plaats, spoedig daarbuiten
ook en eindelijk de geheele provincie
door. De boerderij werd bijzaakdo
dagelijkscho bezoeken van patiënten
nampn toe, do consulten namen spoedig
al zijn tijd in beslag. Do boerenwoning
zelf was niet meer een gescliikte plaats
voor de bezoekerser werd een afzon
derlijke wachtkamer gebouwd, doelma
tig ingericht voor de vele patiënten,
die dikwijls van verre gekomen, soms
uren moesten wachten, voor hun bourt
gekomen was.
De Vereeniging tot bestrijding der
tuberculose, gevestigd te Rotterdam
ontving op 31 December 1903 een gilt
van 100 gulden van H. M. de Konin
gin Moeder.
In hel ziekenhuis.
De N. C. Bchrijft:
De muren van ons stedelijk zieken
huis (den Haag) kunnen droeve geschie
denissen verhalen.
Zij was de dochter van eon Amster-
damseh geneesheer, vrij^O vermogend,
maar ook onbekrompen vrijgevig. Nie
mand ging van hem ongeholpen en on
getroost. Hij liet haar echter genoeg na,
om te kunnen bestaan. Maar zij, lucht
hartig en vrijgevig als haar vader, stond
haar erfdeel af aan een broeder, die er
zaken mee zou drijven. De zaken gingen
fouthet geld was weg en hij zag zich
gedwongen een pension te beginnen,
waarvoor zij kapitaal opnam. Het was
een gezellig, smaakvol ingericht home,
en men gevoelde er zich in een be
schaafde omgeving.
Het pension werd een der eerste in
de provinciestad het bloeidehet op
genomen geld werd langzamerhand af
gelost.
Doch ziekte kwam. Zij streed-; zij wor-