No. 2. Zaterdag 6 Januari 1904. ie Jaargang. Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken1 Bureau: I (voorloopig) Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER' Wees u zelf! FEUILLETON. DE LANDER. Verucliljnt Woensdags en Zaterdags. Redacteur: P. van der Meer Jzn. I Beekesteinsche Laan 32. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 marVcr. f, -. - o.75 Franco per post- 0.00 Prijs der advcrtentlën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) L. S. De administratie herinnert er hen aan, die de in ons vorig nummer ingesloten kaart aan ons per post willen zenden, dat frankeering daarvan met één cent vol doende is. Zij deelt dit even mede, omdat een paar lezers reeds die kaart toezonden met een postzegel van twee en een halve cent er op. Het „Wees u zelf", dat „De Eem- lauder" aan liet hoofd van ieder nuru mer den lezer zal toeroepen, heeft dieper zin dan de leekedichter er aan gaf, toen hij zong „Wees U zelf," zei ik ïot"y3mand, Maar hij kon niet-hijwas niémfuid!...' Waarlijk zichzelf té wezen,'dat ziil kort en goed beteekoneh vrij tq zijn f Niet do vrijheid, die bjcs&at <n onge bondenheid, d.w.z. in de afwezigheid van allo banden} Maar'de vrije geest zal alles vermijden,' 'wat kan strekken hom slaafs onderworpen te maken aan één enkele wijze van opvatting, aan één manier van onderzoek, met uitsluiting van allo andere methodes, en wel, omdat alle dingen uit den aard samen gesteld zijn, én de Maatschappij, én de Wetenschap, die er een kort begrip van is, een even geschakeerd beeld aanbie den. Zijn vrijheid van denken gebrui kende om te onderzoeken, wat hem mocht wordon opgedrongen om inder daad door eigen nadenken en met volle instemming van zijn hart tot zijn eigen dom te verklaren, wat hij door geest en gemoed heeft verkregen, daartoe zal hij moeten leoren bevestigen, twijfelen, ja ontkennen, waar het moet. De geest, verlost van alle belemme ringen, en het gemoed, vatbaar voor alle indrukken, zullen dan te zamen één geheel vormen, één element, ge schikt om, met andere samenwerkende, den harmoni8c-hen toestand voor te be reiden en te verwezenlijken, welke het Wie is niet bang voor hem? Een schetsje, Vrij uit het Duitsch vertaald naar A. DENARIUS. Slot.) In de laatste pleitzaak kon ik helaas, geen beslissende uitspraak doen, daar ik nog geen ervaring heb opgedaan om trent den smaak van groene zeep. Daar tegenover stond, dat ik het duidelijk inzag Dezo verwikkelingen maken ecu verandering van lucht dringend noodig." Dus kwam ik met dit voorstel voor den dag. Het werd algemeen goedge keurd, vooral door Frits, die, na het genot allerlei kattekwaad uit te voeren, niets liever doet dan met mij te gaan wandelen. Alleen dezo voorwaarde stelde ik, dat hij vooral het geelgrijze pak zou aantrekken, waarvan ik de aanschaffing niet zonder moeite had verkregen. Ik had daarmede namelijk een bij- zondore bedoeling gehad. Zooals bekend is, heerscht alom in het dierenrijk een zoogenaamde beschermingskleur. Dc haas moderne maatschappelijke leven tege moet gaateen organisme, bestaande uit kloeke gedachten, oprechte en zelf- verworven overtuigingen, wezenlijke vereischten voor dc vruchtbare daad!... En welke is nu de beste gedrags regel, om dc aanbevolen vrijheid te verwerven, om inderdaad zichzelf te wezen Eenvoudig dezeIndien zich voor onzen geest een verbinding van begrippen vertoont, om 't even door welke oorzaken, die aanspraak schijnt to maken op ons vertrouwen, dan is het onze plicht de tegenovergestelde samenhang voor ons geestesoog te laten optreden. Moeten wij een oordeel over een persoon of een zaak uitspreken, en wij meenen daartoe te kunnen overgaan, dan behooren wij ons eerst af te vragen, of, wat daar tegenovergesteld kan wor den, niet aanneembaarder zou zijn want alleen menschon met een lijdelijk be krompen verstand kunnen zonder aar zeling hun geloof hechten aan de ver zekering, welke do uiterlijke schijn of drang van buiten af hun geeft. „Het is do eigenaardigheid van den dwaas, dat hij zelden twijfelt, die van den gek dat hij nooit twijfelt;den man van gezond verstand herkent men hieraan, dat hij dikwijls twijfelt (Charles Renouvicr.) Alzoo „Men kent een zaak goed," zoover dat mogelijk is„wanneer men zelfs de redenen om haar te betwijfelen heeft ingezien" (Maurice Barrès) Amersfoortsche Kei-mis. Heeft dc Amersïoortsglie kermis tal van vrienden, voofql jjader hen, die herinneringen van onverdeeld genoegen aan haqr_te danken hebben, ook vij andenfiplt fee, en, w^iijrlijk piet minder, want' nfct<GEyl Uilenspiegel kan ze ge tuigen, flat zqhot vaak. j'èr naar gemaakt heeft", j En 5 die vij afmen hebben niet stil gezeten, want -reeds zestien malen den loop der tijden zijn ernstige pogin gen aangewend, om haar van het leven te berooven. Tot dusver echter te ver geefs, al moet erkend worden, dat die pogingen althans gestrekt hebben om in veel opzichten de kwade gevolgen der welbekende Amersfoortsche kermis te verminderen. Elke aanval toch had ten gevolge, dat maatregelen werden genomen (ver vroegd sluitingsuur, verscherpt openbaar toezicht, wering van zedenkwetsende vertooningen), om het peil der kermis vermaken te verheffen. Krachtig werd door particuliere ver- eenigingen aan dit laatste medegewerkt door het geven van nuttige en aange name voorstellingen, om door concurren tie met die vermaken, dc kermis afbreuk te doen in hare kwade gevolgen. Dat liierbij ook godsdienstige overwegin gen in hot spel kwamen en niet uitslui tend moreele, kan er toe meegewerkt hebben, dat de invloed dier pogingen betrekkelijk eenzijdig is gebleven. Geens zins willen we met deze opmerking eene mindere waardcering toonen voor de goede bedoeling dic-.c uch en leeuwerik dragen de klem- van den akker, waarop zij levensommige vlin ders kan men nauwelijks onderscheiden van de boomschors, waaraan zij zich ge woonlijk hechtenzelfs dc sprinkhaan bekleedt zich mot de groene kleur, die zijn gcheele omgeving draagt, om zich aan de oogen zijner vijanden te ont trekken. En daar men bij de opvoeding zijner kinderen dikwijls wijs doet op de wenken der natuur acht te slaan, is het niet meer dan billijk dat een ondeugende jongen de kleur draagt van het vuil, waarin hij zich het meest op zijn gemak voelt. Daarom had ik voor Frits een pakje aangeschaft, geelgrijs, als stof, ver mengd mot klei, en bezaaid met allerlei figuurtjes 't leek wel alsof verscheiden patronen dooreengeweven waren. Hot kwam geheel overeen met den diluviaal- grond in de omstreken der stad, ten minste in dat gedeelte waar wij dage lijks wandelen. Na een kwartier huppelde Frits, in zijn diluviaalkiel gekleed, dolblij de straat op. In zulke oogenblikken houd ik hem in bedwang door hem stevig vast te houden, anders zou zijn optreden al tc veel gelijken op dat van een clown in moeten er op wijzen, dat de uitoeiüoo- pende godsdienstige opvattingen van de verschillende gezindten algemeenc sa menwerking op die gronden ernstig be moeilijkten. Ditzelfde is dan ook het eerste verschijnsel geweest, dat ons trof, toen in do Raadszitting van den 24en November 1.1. do zeventiende poging belichaamd werd in het voorstel van do heeren Veis Heyn en Oosterveen, „om in beginsel te hesluiten tot af schaffing der kermis". De gronden, waarop het voorstel be rustte, waren van financieelen, moreelen en godsdienstigen aard. Hulde brengende aan de beginselvast heid en den moed der voorstellers, mo gen wij toch niet nalaten ons gevoelen uit te spreken, dat wij twijfelen aan de juistheid hunner bewering: „dat de eventueele afschaffing der kermis financi eel een groot voordeel voor de gemeente den circus. Maar nauwelijks had ik hom losgelaten, om mijn sigaar op te steken of ik hoor, heel aan het andere emde der straat„Vadervaderkijk eens wat die grappige man daar doet!" Eu daar stond hij met de handen op den rug en zag op naar een straat- maker, een kerel als een boom, die bezig was straatsteenen in te stampen, maar even zijn werk gestaakt had en glimlachend op het ventje neerzag. Ik trok Eritsje mee; deze episode was goed afgeloopen. Gelukkig komt men in dit gedeelte der stad weldra uit de druktemen is spoedig hcelemaal buiten en op een ter rein, dat voldoende gelegenheid aanbiedt naar hartelust zijn vrijheid te genieten. De gemeente heeft daar twee nieuwe straten aangelegd, die nu van riolen worden voorzien, en daar zijn kleine openingen en grobte gaten. Dat is juist iets voor Frits, daar in- en uit te krui pen. Soms kan hij er alleen weer uit krabbelen, soms heeft hij daarbij mijn hulp noodigik waag er mijn deftiger kleeren dan ook maar aan.... nu er geen kapellen zijn of eenig ander gedierte, waarop Frits jacht kan maken, komt zou zijn. Het moge waar zijn „dat thans een aanzienlijke som, door de burgerij aan de kermis besteed, ten gunste komt aan hen, die elders woonachtig zijn" zoo als de voorstellers verzekeren, niet min der waar is het in het oog van iederen onpartijdige, dat een veel aanzienlijker som, komende van hen, die buiten de gemeente wonen aan de neringdoende burgerij ten goede komt, zoodat, be halve dé'niet geringe inkomsten der ge meentekas uit hoofde der verhuring van de standplaatsen, bij bedoelden ruil het voordeel zich ongetwijfeld aan de zijde der gemeente Amersfoort bevindt. We weten het allen, dat de rechtge aarde Amersfoortcr een scherp ontwik keld waarnemingsvermogen bezit aan gaande te behalen financieelo voordce len, al kan vaak dat vermogen mislei dend werken door grooter waarde toe te schrijven aan het dubbeltje van he den, dan aan den gulden van morgen, zooals bij andere zaken menigmaal op beschamende wijze gebleken is, doch in zake .uu de kennis pleit üet finau cieel argument ongetwijfeld in het voor deel van de voorstanders. Natuurlijk zal deze beweegreden niet voor iederen ne ringdoende in dezelfde mate van kracht zijn, doch voor het- geheel kan haar juistheid niet ontkend worden. We ach ten het bovendien ietwat bevreemdend, dat het financieele argument, afgezien van zijne onjuistheid, juist door deze voorstellers op den voorgrond kon wor den gesteld, want dc beginselen hun ner partij verbieden „het-dienen van den Mammon". Ook over hot moreele argument zooals het door de voorstellers wordt toegelicht-, moeten wij een ander gevoelen uitspreken. „In den tegenwoordigen tijd" zoo luidt de toelichting, „sinds liet verkeer zooveel gemakkelijker is geworden en alles hier is to verkrijgen, wat elders wordt geboden, is het eigenlijke doel dit plekje juist van pas. Buitendien zal ik wel oppassen de belangstelling in waterbouwkunde uit te doovenwant alles wat tot het bouwvak onder en boven den grond behoort, heeft een toekomst en men kan niet weten hoe ver Frits het eenmaal nóg brengt. In elk geval heeft iedere jongen het van tijd tot tijd noodig zich eens vrij te bewogen in een ruimte, waar geen trappen of handdoek rekken zijn en hij geen brievenbesteller of groene zeep ziet. Anderhalf uur later leverde ik hem thuis weer af. Mijn vrouw wiep een blik op den gevreesdeu Frits en zijn modder- kiel met de bcschermingsklcur, een tweeden blik op mij, die niet beschermd was geweest, en een derden ten hemel. Oik kende die blikken zoo goed Ik zei dus maar niets ik ging naar mijn kamer om alles wat ik doorleefd had op te schrijven want hot was mij bekend dat men op deze manier zich het best van benauwende indrukken be vrijdt. Maar ik raakte aan het peinzen en was nog niet tot de slotsom mijner overdenkingen geraakt of daar schoot Frits toe en klom op mijn stoel. Ik keek omhij straalde van vreugde en der kermis vervallen. Het is niet langer noodig dat allerlei vreemde kooplieden tot schade van onze neringdoenden, dio minstens even solicde waren leveren, hunne artikelen in kramen en tenten aanbieden." Wat deze overweging met moraliteit te maken heeft, ontsnapt ons ten eenen male, ook al volgt er op „dat de kermis dan ook langzamerhand ontaard is en in hoofdzaak geworden volksvermakelijkheid, wier karaktor al heel weinig verheffend is en dan ook helaashet peil van zedelijk leven ken nelijk verlaagt." Zelfs dit laatste kunnen wij, in zoo algemeenen vorm, niet volkomen beamen, vooral waar de voorstellers hierna go- wagen van „feiten die voor zich zelf spreken" en van „grootc zedelijke ellende, door de kermis veroorzaakt." We erkennen, dat de kermis door de verleiding, die ze voor velen aanbiedt, laatstgenoemde euvelen bevordert, doch men rneene niet, dat het afschaffen der kermis, dio euvelen zou doen verdwijnen. Bovendien vergoten de voorstellers geheef, en zij zeif zijn toch ook jong geweest, hoeveel onschuldig genoegen menigeen vooral der jongeren op de kermis heeft gesmaakt. Is het dan zoude, om aan een kennisvermakelijkheid doel te nemen? Iloevele zondaars zijn er dan niet in imersfoort, die toch met een gerust geweten rondloopen"Voor hoeveel ouders is het niet een genot om hunne kinderen in de gelegenheid te stellen, zich op onschuldige wijze te vermaken en hoo zelden doen die gelegenheden zich voor! Gij wilt den werkman en zijn gezin de gepaste kermisvreugde ontnemen doch wat geeft gij hem er voor in do plaats Erken, dat bijv. de volkslezingen van het Nut in die richting trachten te wer ken, doch uwe medewerking werd daarbij niet ondervonden. Bovendien maakt Uwe partij zich in dezen aan onmiskenbare overdrijving blonk van netheid, maarmet de woorden: „Lieve beste vader! ik heb voor U ook een boterham meegebracht liet hij de helft van zijn besmeerd stuk brood op het manuscript vallen, natuurlijk met den vetten kant naar beneden, want in zulke dingen is het kind altijd onge lukkig dat is nu eenmaal zoo. Ik had het verhaal der wederwaar digheden, die wij op één enkelen dag met den knaap hadden met, nu ik moet zeggen, nog al aardige illustraties ver sierd en wilde een redacteur, dien ik ocd kende, verzoeken, het in zijn tijd schrift op te nemen. Maar al is men met iemand bevriend, met zulk gemors kon ik hem toch niet beleedigen. Dus zoo goed was ik niet of ik moest de beide laatste bladzijden overschrijven. Maar dc laatste teekening, dc allerlaatste die het tooneel met de boterham had moeten voorstellen, is weggebleven. Ik was bang voor een nieuwen inval van den goedbartigen jongen, die eenig is zijn leven en streven, die ons allen regeert, die Frits de verschrikkelijke blijft

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1