Buitenland. Binnenland. schuldig, bij het schilderen der toonee- len van onzedelijkheid tijdens de kermis dagen, zooals zoo treffend aan den dag kwam, toen de juistheid der rapporten der middernaehtzendclingcn over de Utreehtsche kormis getoetst werden aan de uitkomsten van het persoonlijk on derzoek van den Burgemeester aldaar. En door overdrijving kan een zaak nooit gediend worden. Het is volkomen waar, dat enkele ernstige feiten zich bij de aatste kermis hebben voorgedaan, doch moet de uitzondering tot regel ver heven wordenErkent niet ieder onbe vooroordeelde, dat de kermis alhier van jaar tot jaar „tammer" is geworden? Voor de godsdienstige overwegingen door de voorstellers aangevoerd hebben we eerbied, zooals we die koesteren voor iedere eerlijke overtuiging vooral waar die overtuiging uitgesproken wordt zoo onomwonden, als de voorstellers dit hebben gedaan, wetende, dat hunne huidige politieke mede standers, de volgelingen der Roomsch- Kath. kerk, zooals door hun optreden trouwens reeds gebleken is, htm steun aan het voorstel niet zullen verleenen. We onthouden ons dus van een oordeel uit te spreken, waar de voorstellers het argument bezigen: „dat de Overheid geen macht heeft dan van God" en „dat de Overheid als dienaresse Gods niet mag gedoogeu de bestendiging van de kermis, als bestendiging van een kwaad." Ook wij hebben onze moreele gron den. die ons in beginsel doen plaatsne men in de rijen van de tegenstanders der kermis, doch wij weten, dat mora liteit een teer plantje is, welks groei niet bevorderd kan worden door het plotseling en brekend ingrijpen in his torisch ontwikkelde toestanden. Wij zoe ken verhooging van het zedelijk peil door verheffing van het individu en in aansluiting daarmede bedachtzame be strijding van het kwaad, opdat het ge neesmiddel niet erger gevolgen te voor schijn roepe dan de kwaal. Wij wen- schcn, dat geleidelijk voortgegaan wor de op den weg der inperking van de euvelen der kermis dat met vaste hand door de Overheid de aan den dag tre dende feiten beteugeld en voor het ver volg zoo veel mogelijk voorkomen wor den dat ieder op zijn weg in die rich ting medewerkeniet het minst door veredoling van het volksvermaak, door bestrijding van drankmisbruik, door ver heffing van het maatschappelijk en ze delijk peil der lagere volksklasse, door verhooging van het besef bij ieder, dat hij verantwoordelijk is voor zijne daden, en dus moet overwegen of zijne midde len hem genoegens veroorloven, zonder dat hij zich zelf en zijn gezin er door aan nijpende, zorgen blootstelt. Wc zijn overtuigd, dat langs dien weg de kermis door bloedarmoede te gronde zal gaan, althans, dat haar karakter zich zoodanig zal wijzigen, dat de ker- misweek een tijdperk van geoorloofde ontspanning zal worden; want men ver- lieze niet uit het oog, dat er algemee- no oorzaken moeten bestaan, die de levensvatbaarheid van zooveel volksver maken op een bepaald tijdstip van het jaar verhoogen, oorzaken van al lerlei aard (afsluiting van arbeidsover eenkomsten, uitbetaling van jaarloonen enz.), die ongetwijfeld zouden blijven nawerken, ook al werd de kermis plot seling afgeschaften men vragc zich af, onder welken vorm die oorzaken dan tot uiting zouden komen en of hare ge volgen wellicht niet erger zouden zijn dan de tegenwoordige, voortvloeiend uit de bestaande kermis. Op al de aangevoerde gronden komen wij tot het besluit, dat de argumenten der voorstellers niet krachtig genoeg zijn, om alleen daarop eene beslissing te gronden tot afschaffing der kermis, waarbij wij, zooals reeds vermeld is, het godsdienstig uitgangspunt der voorstel lers eerbiedigen. Doch voor andersdenkenden, wier overwegingen niet op denzelfden grond slag berusten, bestaat o.i. de verplich ting, om zoo ze al in beginsel met de voorstellers meegaan, om de kermis af te schaffen, toch ervoor te waken, dat de afschaffing zelve langs zóó geleide lijken weg geschiede, dat hare nadoelen, vooral in financieel opzicht, zoo min mogelijk storend ingrijpen op de wel vaart van vele ingezetenenvoor welken vorm van afschaffing een langdurig over gangstijdperk noodzakelijk is. Ging het eerste halfjaar in Italië zonder merkwaardige gebeurtenissen voor bij, met het tweede is het anders ge steld. Na een pontificaat van 25 jaren overleed den 20ston Juli paus Leo XIII. Bij de verkiezing van een opvolger maakte Oostenrijk-Hongarije gebruik van het recht van veto, waardoor kar dinaal Rampolla voor altijd hot voor uitzicht op het pausschap ontnomen werd. Het conclave koos Giuseppo Sarto, die den naam Pius X aannam. Of het waar is, wat al aanstonds werd verluid, dat met het optreden van den nieuwen paus, een andere wind gaat waaien door de Yaticaansche atmosfeer, zal de tijd nog moeten loeren. liet voorgenomen bezoek van den Tsaar aan Italië werd op het laatste oogenblik afgezegd, waarschijnlijk ten gevolge van de beweging, tegen dit be zoek, op touw gezet, door den Soc. dem. afgevaardigde prof. Enrico Fcrri. Men is het er niet over eens of dit afbestellen tot gevolg had don val van het kabinot-Zanardelli. Officieel wordt dit aftroden toege schreven aan Zanardclli's zwakke ge zondheid, hetgeen zeer wel aan te nemen is, want 26 Doe. kwam de tijding van diens dood. Het nieuwe ministerie, ge vormd door Giolotti werd door Kamer en Senaat lang met onwelwillend ont vangen. Yeel opzien baarde het procos van den oud-minister van marine Bettolo tegen het socialistische blad „Avanti" on den redakteur prof. Ferri over beweerde onregelmatigheden in het beheer der marine. Oostenrijk-Hongarije zag dit jaar eenige verbetering komen in de dwars drijverij en de daaruit voortkomende wanorde in de Kamer. Had Oostenrijk in het begin des jaars veel toegegeven, waardoor blijkbaar de rust werd her steld, dit jaar kenmerkte het Hongaar- sche parlement zich door aanhoudende obstructie. Het was de voorgestelde legerhcrvorming, die geen genade kon vinden in de oogen der machtige Kos- suth-partij. Door het drijven dezer partij moest het ministerieBzell plaats maken voor een ander, dat na heel wat moeite saamgcstcld werd door graaf Khuen Hcdervary. Tengevolge van het be kende omkoopschchandaal waaraan Khuen evenwel geheel onschuldig bleek, moest hij aftreden in 't laatst van Juli, maar nadat verschillende Iiongaarsche politici waren geraadpleegd, werd den 23sten September Khuen Iledcrvary voor do tweede maal de vorming van een kabinet opgedragen. Al heel spoe dig moest hij weder wijken, nu voor de felle oppositie en trad graaf Stefanus Tisza op als Kabinetsformeerder. Deze wist een compromis aan te gaan met Kossuth, waarbij het voordeel grooten- deels aan de zijde der Kossuth-partij wasTisza maakte daarmede evenwel zoo goed als geheel een einde aan de elk werk belettende obstructie. In Rusland zijn de woelingen en uitbarstingen evenals vorige jaren nog aan do orde van den dag en steeds komen berichten van geweldadige onder drukking, waaruit we mogen opmaken, dat de regeering maar niets schijnt te leeren, en vooralsnog niet genegen schijnt een meer liberaler standpunt in te nemen. De verschrikkelijke moordgeschiedenis van Kisjinef vormt een treurige blad zijde in Rusland's geschiedenis van het jaar 1903. Het gevoerde proces tegen de aanleggers dezer gruwelen heeft doen zien, dat de Joden in het land van Tsaar, niet te veel op bescherming van de overheid moeten rekenon. 'Ver klaarbaar is het dan ook dat groote emi gratie-plannen in bewerking zijn. De minister van financiën, wiens be leid gedurende zijn tienjarig minister schap, grootendeels oorzaak is van den achteruitgang van het platteland, heeft plaats gemaakt voor Pleske, die cven- w el reeds met langdurig verlof is wegens ziekte, hetgeen in Rusland gelijk staat met aftreden. Rusland's optreden in Finland is verre van sympathiek te noemen. Het inee- doogenlooze optreden van Bobrikof en von Plehwe onder de Finnen, heeft den bekenden vredesapostel William Stead een open brief doen richten aan von Flehwe, wiens antwoord daarop getuigde, dat er voor de Finnen, alsnog geen hoop op menschelijker behandeling te wachten is. Van het mislukte bezoek van den Tsaar aan Rome spraken we reeds. België bleef ook in 't afgeloopeu jaar nog de zegeningen van het clcri- caal bewind genieten. De hoogst ge brekkige ongevallenwet werd aangeno men, nadat de regeering beloofde, bin nen weinige jaren de wet te zullen herzien. Het wetsvoorstel-Woeste tot beteugeling der onkuischheid werd na kraehtigen tegenstand van de linkerzijde, die gevaar vreesde voor de vrije kunst uiting, aangenomen. In Zwitserland werd bij referendum verworpen oen voorstel tot wijziging van art. 72 der grondwet. Sommige mannen vreesden overheersching der groote steden, vandaar het voorstel, voortaan niet meer op elke 20.000 zielen van de geheele bevolking, maar op elke 20.000 Zwitsersche burgers een lid voor den Nationalen Raad te doen kiezen. Verder werden nog verworpen: een voorstel tot wijziging van art. 32bis dei- grondwet, betrekking hebbende op den kleinhandel in sterken drank, en een aanvulling van het strafwetboek. Binnen niet al oplangen tijd, kunnen we do voltooing der Simplontunnel verwachtenvan de 19.730 M. zijn er reeds 18.000 geboord. Met Silvela, die in het begin van 1903 Sagasta verving kwam de regee ring in Spanje in handen der conser vatieven, die reeds duidelijk bewezen hebben, niet geschikt te zijn voor deze taak. Twisten onderling hebben de liberalen doen vergeten naar buiten te werken. Onder Montero Rio en Canalejas is een nieuwe partij gevormd, die meer demo- kratisch zal optreden. De krachtige propaganda der repu blikeinen heeft bij de verkiezingen dit jaar velen van hen in de Cortes ge bracht. De verkiezingen in Denemarken gaven dit jaar een overgroote meerder heid aan de radicalen, waardoor een einde is gekomen aan de IJslandscho kwestie, zoodat dit eiland voortaan be stuurd zal worden door een minister, die een deel van het jaar zal wonen te Reykjavik. De verkoop der Deensche Antillen heeft nog niet zijn beslag gekregen. De toestand in de Balkaustaten blijft oproerig, zoodat hoe langer hoe meer deze staten den weg der ontbin ding opgaan. Macedonië en Albanië hebben den Sultan dit jaar heel wat zorgen gebaard. Of Bulgarije zich bij deze opstanden strikt onzijdig heeft gehouden, valt te betw ijfelen. Tijdens de oorlogsstemmiug, die nog niet geheel geweken is, ver toefde vorst Ferdinand op zijn goederen in Hongarije. Wellicht vreesde hij een zelfde lot als dat, hetwelk Alexander en Draga in Servië' den lOden Juli ondergingen. Of het koning Peter zal gelukken het leger vrij te maken van de moordenaarsbende staat nog te be zien. In Griekenland trad in Juli het ministerie-Delyaimis af. Theotokis ver ving Deïyannis, maar moest op zijn beurt plaats maken voor een ministerie- Ralli. Van de landen buiten Europa staan we slechts stil bij Transvaal en de kwestie Rusland-Japan. De Boeren hebben een bang jaar doorgemaakt. Door het grootendeels mislukken van de oogst en de veeziek ten werd er vooral op het platteland veel gebrekg eleden. Een wetgevende vergadering, waarin de voormannen der Boeren evenwel geen zitting wenschten te nemen, is in gesteld. Met hand en tand verzet men zich tegen het dreigend gevaar van de in voering van Ohineesche werkkrachten. Of dit evenwel helpen zal, staat te be twijfelen reeds meermalen hebben de goudmagnaten bewezen, dat hun mach-t zeer groot is. Een commissie heeft deze zaak nu onderzocht en rapport uitge bracht. De meerderheid is van oordeel dat Zuid-Afrika gebrek heeft aan arbei ders, de minderheid denkt er anders overhet oordeel is nu aun de regee- ring. Na de botsing tusschen hot ministerie van Gordon Sprigg en de Zuid-Afri- kaanschc partij is een Parlementsont- binding gevolgd. De Jamcson-partij heeft daarop bij de verkiezing de over winning behaald12 van de 23 leden. In Februari krijgen we daar de ver kiezing voor de Wetgevende vcrgadc- ring. De kwestie Rusland-Japan is nog onopgelost. Beide landen maken zich gereed voor den oorlog. In Amerika worden zoowel door Japan als door Rusland groote hoeveelheden verduur zaamd vleesch opgekochtterwijl Japan uit St. Paul 1UO.OOO vaten meel laat komen en uit Norfolk 11.500 ton steen kolen. In Petersburg is men van mee- ning dat Engeland en Amerika Japan steunen, daar anders Japan wel wat ootmoediger zou zijn geweest ten op zichte van Rusland. Ook de laatste Russische voorstellen heeft het als onaannemelijk teruggezonden. De apostel des vredes wenscht evenwel geen duim breed terug te wijken, zoodat de ge spannen toestand van 't oogenblik wel niet lang meer zal duren. De Peters- burgsche correspondent van de New- York Herald spreekt nog van een dag of tien. Ondertusschen blijft, de Tsaar in zijn rol. Hij heeft een kerstlied vervaardigd, getiteld „Vrede, vrede." De Prov. Asser Courant deelt mede, dat de koningin en de prins-ge- maal den wensch hebben te kennen gegeven, om de Drcntsche venen eens te gaan zien. De heer F. van der Goes is op nieuw toegelaten als privaat-docent aan de Ainsterdamsche hoogeschool. Resorbinum of resorcinum. Tegen den dokter, die aan een kind resor cinum (in plaats van resorbinum) voor schreef, tengevolge waarvan het kind overleed, is een maand hechtenis ge- ëischt. De Standaard weet te berichten, dat naast de redevoeringen van Dr. Kuyper, ook die van de kamerleden dr. de Visser, rur. Aalberse on ds. Talma, gehouden bij het Begrootingsdebat, af zonderlijk gedrukt en. verspreid zullen worden. Ons dunkt, dat de antirevolitionnairen in de keus van hun propagandamiddel, niet gelukkig zijn geweest. Het is juist van hunne zijde geweest, dat tegen de soc. dem. kamerleden steeds werd aangevoerd, dat deze eigen lijk niet voor de kamerleden oreerden, maar dat de redevoeringen bestemd waren, buiten de muren van het ver gaderlokaal der 2c kamer dienst te doen. Maar krijgen de redevoeringen van antir. partij en katholieke sprekers, op die wijze verspreid, nu feitelijk niet het zelfde gewn-aakte karakter? Zullen de clericalc sprekers in ons parlement zich daardoor niet gaan beijveren, om ook eens een „redevoering voor de kiezers" te houden? Maar er is meer. Het debat in de 2e kamer bestaat uit redevoeringen, die als kamraderen op elkaar ingrijpen. De rede voering van A. is oen terugslag op-, een bestrijding van-, dus niet te begrijpen zonder- de redevoering van B. En nu geeft de antir. propaganda een tweegevecht te zien, waarin u één strijder in volle wapenrusting vertoond wordt, de anderis zoek. Men ziet wel de stootcn, die hij zijn tegenstander trachtte te brengen, maar hoe zij door dien tegenstander werden gepareerd en hoe deze onmiddellijk in ruil voor den stoot, die hem niet deerde, den eerste een beslissenden degenstoot toebracht (men denke o.a. aan de „lcgende"-geschiedenis van Prof. v. d. Ylugt) dat wonschen do antir. propagandisten maar .liever in het duister te laten, kan het zijn in het ver geetboek te schrijven. Wij voorspellen de antir. partij niet veel succes van haar methode, om de kiezers voor te lichten. En wij wenschen haar er ook geen succes mee toe. Wij houden ons lievei aan het hoor en wederhoor. Statcn-Gcncraal. TWEEDE KAMER. Ilooger onderwijs. (V ervolg.) Naar aanleiding van het mondeling overleg op deze punten, verklaarde de minister zich bereid de intrekking van het diplomeeringsrecht voor sommige gevallen verplicht te stellen, in welken zin het wetsontwerp is gewijzigd ook ten aanzien van de intrekking van aan wijzingen van instellingen, stichtingen of vereenigingen, bevoegd tot het hebben van leerstoelen aan openbare universi teiten. Ten aanzien van de theologische facul teiten blijft de minister van oordeel dat de voor het diplomeeringsrecht gestelde bepalingen niet moeten gelden. Alles, zegt de minister, wat niet rechtstreeks liet diplomeeringsrecht raakt, ligt, wat de bijzondere universiteiten aangaat, buiten het kader van deze wetsvoor- dracht. Waar in de afdeelingen bezwaar werd gemaakt tegen de subsidiën van het bij zonder hooger onderwijs, zegt de minis ter dat zulke subsidiëering hier niet wordt voorgesteld. Het facultatieve verlee nen van een uiterst beperkte bijdrage voor localiteit houdt rechtstreeks en uit sluitend verband met het in zake bij zondere leerstoelen bepaalde. Een in gereedheid gebracht ontwerp omtrent de gemeentelijke subsidiën zal ook ter sprake kunnen brengen de vraag, die gesteld werd of aan provinciën en gemeenten moet worden verboden bij zondere universiteiten met geld uit eigen kas te steunen. Ontkennende dat de vrees gegrond zou zijn, de instelling van bijzondere leerstoelen aan de openbare universi teiten aanleiding zou geven tot een on- gewensehten geest van polemiek, zegt de minister tot nadere toelichting van dit deel der voordracht o. a. dat ten aanzien van het recht van examineeren het desbetreffende artikel bedoelt, dat de faculteit aan de bijzondere hoogleer- aren het recht zal kunnen toekennen om mede te examineeren in het vak of in de vakken, die door hen onderwezen worden, en zulks volgens de bepalingen die de faculteit goed zal vinden daar voor te maken. Onverkort blijft ook aan de bestuurders van de in de wet bedoelde kerkgenootschappen het recht aanzoek te doen om door henzelven gesalarieerde leerstoelen bij de rijksuniversiteiten te mogen oprichters De uitzondering, gemaakt voor de theologische leerstoelen, is noodzakelijk met het oog op de principieele tegen stelling tusschen de belijders en ontken ners eener bijzondere openbaring. Den doctoralen titel hier voor de bekleeders van bijzondere leerstoelen te eischen is evenmin mogelijk, waar de wet op het hooger onderwijs feitelijk het ver krijgen van den doctorstitel in de god geleerdheid voor alle roomsch-katholieken en Israëlieten zoo goed als uitsluit. Ruime vrijheid zal hier echter moeten gelaten worden (verklaarde de minister aan de commissie van voorbereiding) aan het inzicht der instelling, stichting of veree- niging die den leerstoel wenscht te ves - tigen. Breedvoerig verdedigt de minister het stelsel van het wetsontwerp betrek kelijk de Polytechnische school te Delft en de voorgenomen oprichting van een landbouw-hoogeschool en van een han- dcls-hoogeschool. Het hooger onderwijs strekt niet alleen om den geleerden stand te doen voortbestaan. In 's ministers begrip is tweeërlei soort inrichtingen denkbaar ten eerste universiteiten, d. i. instellingen, die het geheel der weten schap in haar éénheid onderwijzen, en ten andere hoogescholen, d. w. z. scho len, die wel hooger onderwijs geven, maar het wetenschappelijk onderzoek richten op een stuk maatschappelijk le ven van eigen aard. Zonder voorbehoud stemt de minister in, dat het geen zin zou hebben voor de hierbcdoclde studie klassieke voor bereiding te vergen. Waar de vestiging van een zelfstan dige hoogeschool voor de technische wetenschappen „wij algemeen goedkeu ring" vond, zegt de minister dat de school te Delft te sloopen en het on derwijs in deze vakken naar de univer siteit over te brengen, stellig onraad zaam zou zijn. De hoogescholen voor landbouw en handel zullen op verre na niet den om vang behoeven te hebben van een tech nische hoogeschool. Ze kunnen met een veel kleiner onderwijzend personeel ont staan en zullen een veel kleiner appa raat vereischen. Ernstig zal dan ook overwogen worden of het niet geraden en profijtelijk zal zijn, deze hoogescho len in een universiteitsstad te vestigen, teneinde met het daar reeds te vinden onderwijs voordeel te doen. Voor het overige wil de minister zich hier niet verder uitlaten over de inrich ting en regeling van deze hoogescholen. Hij wenscht hier slechts het beginsel te doen uitmaken en blijft daaraan hechten dat de opneming van een landbouw- en handelshoogeschool in het kader van ons hooger onderwijs aanbe veling verdient. De vraag, of ook de veeartsenijkunde niet aanspraak heeft op hooger onder wijs, zal, zegt de minister in antwoord op een betrekkelijke vraag, aan de orde komen al6 de plannen voor de vestiging van een landbouw hoogeschool tot ver dere ontwikkeling geraken. De waag is of door een middelbaar onderwijs in de veeartsennijkunde niet op eenvoudiger voet mannen te vormen waren, die vol doende bekwaam zouden zijn om den landbouw in menig opzicht van dienst te kunnen zijn. Slechts tegen enkele onderdeelen van de bepalingen betrekkelijk de reorgani satie van de Polytechnische school wer den bedenkingen gemaakt. De reorga nisatie zelve vond over het algemeen bijval. Met betrekking tot de eindexamens der openbare gymnasia, zegt de minister dat, waar bij openbare evengoed als bij bijzondere gymnasia neiging tot te ster ke protectie van eigen leerlingen zou kunnen voorkomen, hiertegen door het in de wet voorgedragen stelsel zal wor den gewaakt. Het vraagstuk van het toelatingsexamen behoort voorshands in

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2