Buitenland. Binnenland. Stadsnieuws. In Frankrijk bepaalt een oude wet van 1849, dat de minister van binncn- landsche zaken het recht heeft, ieder vreemdeling' te ontzeggen binnen de grenzen van het land te vertoeven. Hij kan dus, bij wijze van Politie-inaatre- gel, ongewilde personen over de grens doen zetten, welke bevoegdheid ook de prefecten der grensdopartementen bezit ten tegenover daar niet gevestigde vreemdelingen met verplichting evenwel, dat zij er den minister onverwijld mee in kennis stellen. Nu is dit den pastoor Delsor, lid van den Duitschen Rijksdag voor Elzas-Lotharingen overkomen, waar over door de oppositie in de Kamer wel heel wat kabaal zal gemaakt worden. Het zal den minister evenwel niet veel moeite kosten zich te rechtvaardigen, want als wc lezen, hoe deze apostel der liefde en zijn partij te keer gaat, tegen de Fransche overheid, dan moe ten we tot de conclusie komen, dat hij niet veel eerbied schijnt te hebben voor het Gezag. Op de meest heftige wijze wordt door hem en zijn vrienden te keer gegaan tegen de huidige Fransche po litiek. En uiet alleen het ministerie moet het daarbij duchtig ontgelden, maar ook Loubct krijgt zijn deel. Zoo hield kort geleden een pater-jezuïet een zoo op- zw eepende redevoering, dat het geheele publiek zijn gal uitstortte tegen een por tret van den president dat in de zaal hing. Hierop kwuni het verbod van verkoop van de Courant, van Delsor, de „Yolksfreund" in Frankrijk. En het ant woord daarop Een artikel in de „Yolks freund", waarin de meeste gemeene uit drukkingen Combes naar het hoofd wer den geslingerd. Geheel de clericale bewegingdan ook door Delsor en zijn partij in Elzas op touw gezet, geven den minister of een hem vervangend pretekt het recht, hem te verhinderen zijn werk op Franschen bodem voort te zetten. Hij kwam nu wel niet met het uitgesproken doel om dit te doen in Frankrijkintegendeel hij zou spreken tot Elzasscrs over El zas maar de Fransche regccring waag de het er maar niet op, meenende en zeker terecht, dat achter dit vaderlands lievende en neutrale werk, zeker wel iets anders zou schuilen. De hertog van Devonshire schijnt niet opgewassen te zijn tegen Chamber lain, die in alle opzichten, met uitzon dering alleen in de waardigheid toont de meerdere te zijn. Het valt dan ook niet moeiclijk, nu reeds te voorspellen, dat in de bijeenkomst der unionistische afgevaardigden Devonshire zal vallen als voorzitter. Chamberlain zal even wel nog trachten de partij te redden. ■Er zal namelijk in die vergaderiag be sproken worden, de partij te doen blij ven bestaan, trots het groote meenings- verschil in zake handelspolitiek. Een voorstel hieromtrent van Chamberlain, die de groote meerderheid der partij achter zich heeft, zal ongetwijfeld wor den aangenomen, en dan zullen hoogst waarschijnlijk medestanders van Devons hire in de partij blijven, zoodat deze met een heel wat kleiner aantal, dan eerst te verwachten was, er uit zal trek ken. Wat deze vrijhandelaars dan zul len doen is nog niet beslist. Of zij zich zullen aansluiten bij de liberalen of dat ze zullen overgaan tot de vor ming van een verceniging van unionis tische vrijhandelaars, zal nog moeten blijken. Dit laatste is het meest waar schijnlijkde viijhandelaars uit het con servatieve kamp kunnen zich dan bij hen voegen. Tegen een toetreden tot de liberale partij bestaan overwegende bezwaren. Het voornaamste is zeker wel. dat er tal van liberalen zijn, die liever steun zoe ken bij de Ieren, zoodat er van een op zijde zetten van Home-Rule wel geen sprake zal zijn, De aangewezen weg zal dan ook wel zijneen nieuwe par tij van unionistische vrijhandelaars, die samenwerking zal zoeken met de libe ralen. De staatscommissie voor enquête naar den toestand van het spoorweg-perso- van pijnhet gewonde been sleepte buiten den wagen. Stinc zag dit en ijlde toe. „Laat mij u helpen"! smeekte zij, terwijl zij, het gebroken lichaamsdeel on dersteunend, naast den wagen medeliep. „Och, we komen er zoo ook wel." „Het ongeluk is immers geheel en al mijn schuld", zeide het meisje on derworpen. „Het is dus mijn plicht te helpen". Sidse antwoordde niets maar liet haar medegaan. (Wordt vervolgd). neel is met haar omvangrijken arbeid klaar. De resultaten daarvan zullen niet minder dan vier lijvige boekdoelen vul len, waarvan drie bevatten de stenograp- hische verslagen der zoo uitgebreid moge lijk gehouden verhooren, terwijl het vierde zal inhouden het eigenlijke ver slag der commissie, met bijlagen. Na een korte inleiding zal in dit vierde deel worden meegedeeld, op welke wij ze de commissie haar taak heeft opge vat, terwijl vervolgens een zakelijk ré sumé wordt gegeven van hetgeen om trent de vier spoorwegmaatschappijen is vernomen zoowel van de zijde van het personeel als van de maatschappijen. Hierbij zullen afwijkende verklaringen zooveel mogelijk tegenover elkaar wor den gesteld. De conclusiën, waartoe de commissie na het gehouden onderzoek is gekomen, zijn onderverdeeld in ongeveer vijftig paragrafen waarvan elk één of meer wenschen bevat. De bijlagen, die het vierde deel zal bevatten, zijn: le het verslag van de bezichtiging van ecnige stations2e overzicht van buitenlandsche wetgevingen omtrent dienst- en rusttijden en premiën 3e een gedeelte van de ontvangen rap porten van vereenigingen van spoorweg personeel, waarvan vermoedelijk, een achttal in hun geheel zullen worden op genomen, terwijl van de andere een lijst, met enkele korte uittreksels, wordt opgemaakt; 4e verscliillende lijsten en registers. Hoogstwaarschijnlijk zal de belang rijke arbeid dezer commissie tegen het eind dezer maand uitkomen. De burgemeester van AVoudrichem, Yerhagen, over wiens benoeming onlangs zooveel te doen is geweest, heeft in den Raad aldaar voorgesteld, de vergadering met gebed te openen, welk voorstel ech ter met algemeene stemmen werd ver worpen. Uit Utrecht meldt men ons, dat het reeds vrij zeker is, dat de middelbare technische school daar gevestigd zal worden. De geheime zitting van Don derdag van den Utrechtschen gemeen teraad was, naar men er ons bij verzekert aan deze zaak gewijd. Dinsdagmiddag omstreeks half vijf wandelde de leerling van de 5e kl. der H. B. S., P. B., ju#t een paar meisjes, mede-leerlingen Cdèr H. B. S., aan den Soesterweg, op weg naar het Station. Een paar jemgens ttiit den werkenden stand liepen;en dufrfttm tygtfi de meisjes aan, waaroveivU. B^-'"een aanmerking maakte. Daarover^chcen een der jongens zoo gebelgd, ---*dat hij P. B. scheldend achtervolgde. Op eens voelde deze een slag op het hoofd en een prik in het lichaam. Toen hij de plaats betastte, bleken hem een paar bloedenden wonden te zijn toegebracht met een mes. P. B. verzocht een volwassen persoon, die van het voorval getuige was, de politie te willen halen, waaraan deze niet voldeed. Later bleek liet de vader van den dader te zijn. P. B. werd voorloopig verbonden ten huize van een der meisjes. Donderdag werden op het politiebureau zoowel door den gewronde, als door de twee meisjes, de beide jongens, die in middels opgespoord zijn, herkend. Yoor de betrekking van klerk ter gemeente-secretarie alhier (vacature II. Klerk) hebben zich slechts 15 sollicitanten aangemeld. Draukwctactic. De openbare vergadering, uitgeschre ven door het Amersf. drankbestrijdings- comité op Woensdag 13 Januari was maar matig bezocht. De voorzitter, de hr. W. Hekkenberg, drukte hierover bij de opening zijn spijt uit; waar het zoo'n belangrijk onderwerp gold, moest de heelc zaal bezet zijn geweest. De eerste spreker, de hr. Willcmsen, zal niet spreken over het drankwetsont werp maar enkele beschouwingen geven over het alcoholisme. Men kan gerust zeggen dat er in ons land per jaar on geveer voor 150 mill, gulden wordt ver dronken. Alen zou daarvan 10 steden met een aantal inwoners als Utrecht kunnen onderhouden, per persoon 15 gulden gerekend. Allerlei ziekten zijn het gevolg van alcoholgebruik. Dat hebben de Engelschc levensverzekeringmaatschappijen begre pen, die het tarief voor geheelonthouders lager stelden. Hoe de gemeenschap lijdt onder het misbruik bewijzen de statistieken. Op Maandag is het aantal misdaden en ongevallen gr.ooter dan op andere dagen. Ongeveer de helft der misda digers komen in de gevangenis door den drank; bij krankzinnigen evenzo'o. Daartegen moet iets gedaan worden. Yandaar dan ook, dat het ieders plicht is, de regeering te steunen, wanneer deze pogingen in het werk stelt om het drankgebruik en misbruik te beteu gelen. Mevrouw Ileijn-Bieren, schetst den zorg van de ouders voor hun kinderen. Dag en nacht, thuis en daarbuiten, overal waken zij over hun lievelingen. Zij her innert aan de plaat: „Zijne Majesteit het kind." Een drukke straat in Londen. Tuf-tufs, rijtuigen, menschen, kinderen, alles warrelt dooreen. Plotseling komt er rust. Waardoor? Een kind aan de zorgen van het kin dermeisje ontsnapt, steekt de straat over. Alles staat stil, want er is een kind in gevaar. Een oud moedertje vond op straat glasscherven, zij raapt ze op, om ze een eind verder in de gracht te gooien, ;want zoo zegt ze: met het warme weer loopt het jonge volkje nog al eens op bloote voeten. Niet alleen voor kinderen dient even wel zoo gewaakt te worden, ook onder groote menschen vindt men zwakken, ook op hun weg liggen struikelblokken. En het groote struikelblok is zeker wel het alcoholisme. De zwrakken zijn zij, die erfelijk be last zijn; zij, die inecnen sterk te staan maar toch in werkelijkheid niet krachtig genoeg zijn om op tijd te zeggen: tot hiertoe en niet verder. Zoolang we in een maatschappij leven, zijn w e verantwoordelijk voor den gang van zaken, en dienen de sterken de zwakken en kleinen te beschermen. Hoe? Door waarschuwend op te treden en door voorbeeldzoo moeten wij toonen, dat wre den drank kunnen missen. Maar de drankbestrijders schieten daarin te kort. Thans zal de wet ze te hulp komen, van daar dat alles gedaan moet wrorden om deze wet zoo goed mogelijk te doen zijn. Spreekster eindigde haar boeiende rede met het vers: „Wijd gaapt de deur van de kroeg." Als derde spreker trad op de heer G. Bruna met het onderwerp:. „Het Drankwetsontwerp." Hij begon met te zeggen, dat man nen de wetten maken en vrouwen de zeden; de vrouwen mogen niet meedoen aan het wetten maken en toch is de invloed van de vrouw op de uitvoering van de wet groot. Hoe mooi de inhoud van de drank wet ook zal mogen zijn, de wet zal niets vermogen, als het volk niet ernstig een goede uitvoering wil. De hoofdzaak kan niet gedaan worden door den wet gever, maar moet worden gedaan door het volk zelf. Ieder moet in zijn omgeving voor de goede toepassing en naleving der wet doen, wat zijn hand hem te doen geeft. Het alcoholisme wordt belieerscht door vraag en aanbod. Tiet aanbod kan geregeld worden door de wet, maai de vraag blijft en nu kan de wet alleen van belang zijn, als zij wordt uitge voerd door welwillende menschen. Hierop gaat spreker de wet zelve na aan de hand van het bekende adres van de Drankbestrijders aan de Tweede Kamer. In de allereerste plaats wordt nage gaan de beteugeling van den clandes- tienen verkoop, en dat deze laatste groot is, blijkt uit een statistiek over de provincie Limburg, waarin staat, dat op 1 officieële herberg wel 10 niet officieële voorkomen. Spreker acht het fnuiken van dezen verkoop èn in 't belang van de drank- verkoopers èn in 't groot zedelijk be lang van de maatschappij. Clandestiene verkoop is juist daarom zoo moreel gevaarlijk, omdat hij min achting doet ontstaan voor wet en politie; hij tast het gezag in zijn grond aan. Op dit punt zal dus goede samen werking kunnen bestaan tusschen drank bestrijders en drankverkoopers. De regeering splitst in 't nieuwe onfc- werp de gelegenheden, waar drank verkocht wordt in: a. waar drank verkrijgbaar is ter plaatse (dus verkoop per glas). b. waar cbank verkrijgbaar is voor gebruik elders (dus verkoop per groo- tere hoeveelheid). Wordt in de thans vigeerende wet 2 liter reeds groothandel genoemd; in het nieuwe ontwerp wordt deze hoe veelheid opgevoerd tot 10 Liter. Deze wijziging zal moeten voorkomen het misbruik van sterken drank op't werk; in Noorwegen heeft men, geleerd dooi de practijk, bedoelde hoeveelheid tot 50 liter opgevoerd. Ter bestrijding van clandestienen ver koop zullen volgens het nieuwe ont werp vergunningen en verloven worden verleend. Vergunning moet ieder hebben, die sterken drank, en een verlof ieder, die welken anderen drank ook verkoopt. Wordt nu bij iemand, die een verlof heeft, toch clandestien verkocht en hij 2 maal veroordeeld, dan wordt het ver lof ingetrokken en daarmee is de per soon in kwestie zijn bestaan kwijt. Vervolgens bespreekt de heer Bruna het toezicht dat zal worden uitgeoefend door inspecteursde resultaten van dat toezicht zullen geheel afhankelijk zijn van (1e personen, die benoemd worden, van hunne instructie en bevoegdheid. Inspecteurs zullen b.v. toegang heb ben tot alle localiteiten, waarin vermoed wordt, dat sterke drank geschonken wordt. Houders van een localiteit met een ver lof mogen daarin ook geen sterken drank in voorraad hebben. Vervolgens bespreekt de heer B. nog de bepalingen, gelden de voor lokalen van Rijk, Provincie Gemeente -en Waterschap en die voor wachtkamers van openbare middelen van vervoerverder dat alle vergunningen gelijkvloers moeten liggen aan den open baren weg en van dien weg moet er volledig „inzicht" in de lokaliteit be staan. (De tijd van groene gordijntjes enz. zal dan voorbij zijn Vcrslagg Wanneer vergunningen verbouwd wor den, dan mag in 't nieuwe plan het ver gunningslokaal niet grooter aangewezen worden. Dat uitbetaling van loon enz. in kroe gen bij deze nieuwe wet verboden wordt dat café's met „damesbediening" niet meer mogen bestaan, wordt in deze wet gezegd; het begin en einduur van verkoop van sterken drank wordt in dit wetsontwerp vastgesteld. Zondags mag b.v. vóór 2 uur des middags geen ster ke drank verkocht worden. Zeer snedig merkt de heer Bruna hierbij op, dat de regeering daarmee den rusttijd van de vergunninghouders wil beschermen en de verleiding van de drankgebruikers wil verminderen. Verder wil de regcering weten aan wie zij vergunning verleent. Hiermee is het bestaan van alle naamlooze vennoot- schapjes uit. Hiermee heeft spreker het voornaam ste uit de wet behandeld; hij wil eindi gen met datgene wat de drankbestrij ders willen. In de eerste plaats „local- option." Onder „local- option" wordt verstaan het recht van 't bestuur eener gemeeete, om alle drankverkoop in hunne gemeente te verbieden of te beperken, wanneer een meerderheid van mannen en vrou wen zich uitspreekt in dien zin, (lat zij verkoop van sterken drank niet wenscht. De regeering wil 't maximun gele genheden, waar sterke drank verkocht wordt, niet verhoogende drankbestrij ders willen dit verlaagd zien. (Zooals onzen lezers bekend zal zijn, houdt het aantal gelegenheden waar drank ver kocht wordt, verband met het aantal inwoners in een plaats.) De regcering laat personen beneden 16 jaar niet toe in een café zonder ge leide de drankbestrijders willen dezen leeftijd verlaagd zien de laatsten willen verbod van aanmaak, in- en verkoop van absinth; verder wenschen zij, dat de vergunningen verleend aan sociëtei ten onder 't maximum zullen vallen. Ten slotte zegt spreker nogmaals, dat 't volk zelf moet zorgen, dat de vraag naar drank minder wordtde regeering doet dit t. o. z, van 't aanbod. „Nogmaals, zoo eindigt spreker, wil ik er u op wijzen, dat 't prachtigste wapen niet helpt, als de soldaat niet deugt." Hierop komt Mr. Rutgers aan 't woord over:" de ontvangst van het drankwets ontwerp door drankhandel en drankbe strijders". Bij de eersten is „Leiden in last" en de laatsten vinden het in dezen tijd een lust om te leven; dat wasin'tkort, wat deze spreker betoogde. Vooral liet hij er veel licht op vallen, dat de ver houding tusschen de drankverkoopers en drankbestrijders niet al te vriendschap pelijk is. Spreker eindigt met de behandeling van de argumenten, die tegen „local option" worden aangevoerd en vindt natuurlijk geen enkel daarvan steek houdend. Voor de drankbestrijders is „local- option" een bij uitstek mooi proga- gandamiddel. „Een goede drankwet, zoo eindigt spreker, kan niet alles, maar met een goede drankwet vermag de natie veel." De voorzitter, de heer Hekkenberg, sluit de vergadering, Dadat in aller ijl oen motie bij zitten en opstaan is aan genomen. Het „Frysk Selskip", het vorige jaar alhier opgericht, gaf gisteren avond op de bovenzaal van „De Keizerskroon" zijn eerste uitvoering. De zaal was goed bezet en men zat „zoo gezellig bij samen". De heer J. v. d. Val Kzn. opende de feestelijke bijeenkomst niet eene har telijke toespraak, er op vertrouwen de dat fouten, indien ze gemaakt zou den worden en daarvan was hij over tuigd, niet al te ernstig zouden worden aangerekend. Na dezen speech werd het zoo werke lijk mooie „Frysk Folkslied" gezongen. Zeer goed werden hierna opgevoerd het in Friesland zeer bekende komedie stuk „yn 'e Frouljue fortiist" en „Atc Jierdei" een blijspel, Een geanimeerd bal besloot deze eerste feestavond. Met belangstelling begroeten we een nieuw teeken van gemeenschapsleven op Kerkelijk gebied, dat gegeven werd door (1e oprichting van den „Doopsge zinden Kring" hier ter 6teiie. Slechts kort geleden opgericht met 34 leden, is dit aantal nu tot 50 geklommen. Doel is de Doopsgezinden te Amersfoort en in de Omstreken, die zich niet bij andere gemeenten wenschen aan te sluiten, in staat te stellen Godsdienstoefeningen te houden onder een Doopgezind Predikant, en te zorgen voor catechctinisch onder wijs om hierdoor noodzakelijke vervloei ing van Kinderen van Doopsgezinden in andere gemeenten te voorkomen. Morgen te half elf zal Ds. E. M. Ten Cate van Monnikendam die zich reeds sedert Februari 1903 belast met de catechisatie voor den Doopsgezinden Krfng de eerste predikbeurt vervullen in de Luthersche Kerk. Het is bet Bestuur natuurlijk niet mo gelijk geweest alle Doopsgezinden, in dezo plaats verstrooid, te bereiken. Voor sommigen kan het dus zijn nut hebben dat we liier mededeelen dat het Bestuur gevormd wordt door den Heer P. van Gelder (Voorzitter), Korte Bergstraat 18, B. E. Best (Secretaris) Wyersstraat 3 en Ch Geyl (Penningmeester) Heiligen- bergerweg 27. Toen de lieer en mevrouw de B., wonende op dqtt-.Berg, om half een Woensdagnacht;., thttiskwamen, vonden zij één der gordjjnen in de serre half opgetrokljpn en/rhn-.dcur niet gesloten. Met het Yboniemen,„edCTi volgenden morgen hui^Jsintfcren over deze non chalance diT les te lezen, gingen zij ter ruste. Later hoorde een der zoons be neden wel gerucht en gestommel, maar hij dacht niet anders, of 't zouden zijn ouders wel zijn. Den volgenden morgen kwam de heer B. tot de ontdekking, dat ongevraagde gasten zijn woning met een bezoek had den vereerd. Zooals toen bleek waren deze met een ladder (do indrukken in het zand wezen dat uit) door een tui melraam in de keuken gekomen. Het gordijn, dat er vooriiing, lag op den grond. De deur tusschen keuken en gang, welke gesloten was, werd toen door middel van een hakmes, dat ze er aantroffen, geforceerd. Vervolgens brachten de inbrekers een bezoek aan huiskamer, salon en studeer kamer. In de huiskamer hadden ze getracht met het hakmes het buffet te openen, maar dat is hun niet gelukt. Het hak mes werd onder het buffet teruggevon den. In de salon werd een bonlieur-du-jour doorsnuffeld, maar het daarin aanwezige tazelzilver werd, hoewel zij het blijk baar in handen hebben gehad, niet medegenomen. Het was, zooals uit alles bleek, meer hun doel, contanten te vinden. Alle doosjes en zelfs het triktakspel werden daartoe onderzocht. Ook hun bezoek aan de studeerkamer, waar een lessenaar werd opengebroken, leverde niets op. Bij hun arbeid verschaften de dieven zich licht door een kaars van de piano te nemen. Daarna hebben ze een bezoek ge bracht aan de woning van den heer H. die er tegenover woont. In den nacht werd deze opgeschrikt door een geluid van het openspringen eener deur. Naar benedengaandc, vond deze een raam opengeschoven. Denkende aan een on achtzaamheid en aan de werking van den wind, begaf hij zich weer ter ruste. Eén feit staat vastmatadors zijn deze inbrekers nog niet in him vak. Het ecnige, wat werd buitgemaakt, waren vier eieren, waarmede zij zich waarschijnlijk hebben willen versterken, voor een volgende oudernemiug. Men zij dus gewaarschuwd en sluite ramen en deuren. Naar wij vernemen zullen met 1 Maart a. s. ruim 80 werklieden van de Cen trale Werkplaats te Haarlem naar do nieuwe wagenwerkplaats alhier worden overgeplaatst PREDIKBEURTEN. Zondag 17 Januari 1904. Groote Kerk10 uur voor. Ds. v. Aalst (H. Avondmaal) 1 '/z uur. n. m. Ds. Meiners. 5 '/z uur. n. m. Ds. vanAalst (Dankz.) Remonstrantsche Kerk Voormiddags: 10 '/z uur lis. I. Hooykaas. Luthersche Kerkvoormiddags 10 uur Ds. E. M. ten Kate Doopgez. Pred. te Monnikendam voor den Doopgezinden Kring.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2