Buitenland.
De Kansel ontwijd!
Uit de Omgeving.
Stadsnieuws.
vrijhandel en omhelzen 't beschermend
stelsel, ja of neen?
En nu het slot van 't artikel:
„In de praktijk is het stelsel van
„lage invoerrechten, hooge Directe
„belastingen en hooge accijnzen ge
bleken niet houdbaar te zijn
„maar er zijn nog sterker sprekende
„feiten".
„De heer Pierson, Minister van
„financiën zijnde, is aanvankelijk als
„kampioen voor dit stelsel opgetreden.
„Om de invoerrechten laag te
„houden, werden op zijn voorstel
„in 1892 de Vermogensbelasting
„aangenomen en de accijns op gedis-
„tilleerd verhoogd."(De spati-
„eering is van ons).
„Een ander Minister van financiën,
„de lieer Sprengcr van Eijk, had reeds
„in 1895 een verhooging der Invoer
rechten in 't belang der schatkist moc-
„ten tot stand brengen en wel door
„eene nieuwe wijze van heffing volgens
„de waarde te organisceren"
Onbewezen blijft de aanhef en de rest
is, zachtkens uitgedrukt, minder juist.
Iloe kan de schrijver [beweren dat om
de invoerrechten laag te houden de
Vermogensbelasting ontstond!
De motieven toch welke Pierson
noopten ons belastingstelsel te verbeteren
waren:
1°. dat het onroerend goed te zwaar
gedrukt werd als gevolg der hooge re
gistratie- rechten (5.52
2°. dat de verteeringsbelasting te hoog
was opgevoerd.
3". dat eene pcrsonecle belasting op
de inkomsten uit vermogen ontbrak,
waardoor het roerend vermogen, het zoo
genaamde kapitaal in portefeuille, dat
tot nu toe niet of bijna niets aan de
schatkist opbracht, zou getroffen worden.
Iloe kan bij deze gronden ontleend
aan de gewisselde stukken de schrijver
nog beweren dat „de vermogensbelasting
„is eene soort tweede grondbelasting
„drukkendeop den nationalen landbouw!"
liet onroerend bezit komt bovendien
in 't algemeen slechts voor -/3ja niet
zelden slechts voor de helft der waarde
voor deze wet in aanmerking.
Het beroep op den minister Sprenger
van Eijk, die eene verhooging der
invoerrechten zou beoogd hebben door
de nieuwe wijze van heffing volgens de
waarde in plaats van volgens liet ge
wicht, is eveneens niet juist.
Niet „verhooging", maar verbete
ring der invoerrechten was de grond
gedachte der genomen maatregelen.
Hij heffing naar het getal, maat of
gewicht worden de slechtere kwaliteiten
even hoog belast als de betere. Het ge
volg hiervan is tweeërlei.
Vooreerst dat het gebruik der betere
soorten te weinig wordt belast, zoodat
de hoogere klassen der samenleving,
in 't algemeen personen met meer draag
vermogen, betrekkelijk minder belasting
betalen. Ten andere zijn de mindere
kwaliteiten te zwaar belast, waarvan
het gevolg is dat de belasting als eene
protectie werkt op de inlandsche nijver
heid welke zich dus meer in 't bijzonder
zal gaan toeleggen op 't vervaardigen
dier grovere en mindere kwaliteiten en
dus van zelf gestuurd wordt in eene
richting die p e r s e s 1 e c li t te noemen is.
't ls er dus verre van, dat beide be
windslieden zouden verloochend hebben
de beginselen der liberale partij.
Wij waardceren gaarne elke eerlijk
geuite overtuiging, al is zij de onze niet,
maar gaan niet mede met den schrijver,
waar hij ter bestrijding van de mcening
van anderen motieven aanvoert, die hem
bekend moesten zijn als onjuist of hun
oogmerken toedicht, die nimmer in hun
brein opkwamen.
Oorlog- tnsschen Japan en
Rusland.
Alvorens een kort overzicht te geven
van de oorlogsfeiten, willen wij, nu even
als een tiental jaren geleden wederom
alle blikken gevestigd zijn op het groote
Eilandenrijk in den Stillen of Grootcn
Oceaan, door de inwoners Nippon
gedoopt, door ons Japan genoemd en
eens, als het door Macro Polo beschre
ven fabelland Zipangu, het doelwit van
Europeesche ontdekkers, eenige zaken
in herinnering brengen, die wellicht den
huidigen toestand beter doen begrijpen.
Met een aanvankelijk aan ongeloof
grenzende verbazing sloeg het "Westen
in 1894/95 de ongedachte krachtsont
wikkeling gade van het voorheen ge
minachte Japan, toen het den grooten
Chineeschen kolossus op zijn voetstuk deed
waggelen en ijlings waren toen alle „be
schaafde*' groote mogendheden bij de
hand, om voor den overwinnaar de vruch
ten zijner overwinning zoo gering mo
gelijk te maken. Japan werd gedwongen
Wei-Hai-Wei te ontruimen en de onaf
hankelijkheid van Korea te erkennen,
terwijl het daarentegen lijdelijk, schoon
wrokkende moest aanzien hoe Rusland
zich, met schending van alle beloften
en overeenkomsten, nestelde in Mans-
joerije en immer meer beproefde zijn
invloed in Korea te bevestigen.
Met wrok in 't hart zag Japan de
vruchten zijner opofferingen zich ont
glippen, tengevolge van de samenwer
king der Westersche mogendheden. De
gehoopte overheerschende invloed over
China en Korea ging verloren en intus-
schen moest het toelaten dat zijn ge
duchte mededinger in het Verre Oosten,
Rusland, zich immer meer versterkte,
Duitscliland vasten voet verkreeg in
China, Engeland en Frankrijk hun in
vloedssfeer voortdurend uitbreidden. De
afstand der Pexadores en van Formosa
boden geene voldoende vergoeding aan;
het oog van alle Japanners bleef steeds
gericht op Korea en wel 0111 tweeërlei
redeneneen Russisch Korea vormde
een voortdurende bedreiging voor Japan
en dwong het immer tot de tanden ge
wapend te blijven, 0111 een onverwachten
aanval te kunnen afslaanvoorts werd
daardoor de meer dan 2000 jaren ge
koesterde droom, Korea te maken tot
een wingewest, een kolonisatiegebied,
voor altijd verwijderd.
Om dezelfde redenen was Korea voor
Rusland onontbeerlijk. Bcheerschte Japan
de Japansche Zee en de Straat van Korea,
dan was de verbinding over zee tusschen
Russisch-Siberie de haven van Wladiwo-
stok, met de Russische vesting aan de
golf van Petchiii, Port Arthur en Dalny,
verbroken. Bovendien verloor Rusland
tengevolge van de inbezitneming van
Korea door Japan de gelegenheid den
stroom zijner kolonisten te leiden naar
het vruchtbare Zuidelijke Korea, terwijl
mede zijn overwicht over China dreigde
verloren te gaan.
Dat het dan ook te ecniger tijd tot
eeu strijd zou moeten komen tussclicn
den Russischen Beer en den „Kleinen
Jap" was te voorzien, tenzij de tusschen-
komst van bevriende mogendheden leidde
tot eene voor beide rijken aannemelijke
overeenkomst. En deze ware ook wel
licht verkregen, had niet de vrees voor
het „gele gevaar" een verbond tusschen
Japan en China, de diplomatie beheerscht
en daarbij Engeland deze gelegenheid
benuttigd voor 't bereiken van eigen
doeleinden: Rusland de handen te binden,
0111 vrij spel te krijgen in Thibet en
Perzië, en tevens den bondgenoot, Japan,
wiens macht en industriëele ontwikkeling
gevaarlijk konden worden voor de Britsche
belangen in Azië, voor gcruimen tijd te
kortwieken.
"VVant hoe ook de uitslag van den
oorlog moge zijn, beide partijen zullen
voor geruimen tyd worden uitgeput.
Maar is, na den Zuid-Afrikaanschen
kindermoord, na de Chineesche plunder
tocht, deze oorlog niet de bitterste satire
op het Haagsche Vredescongres en Car
negie's Vredespaleis? De Vrede-Tzar,
die zijn mede-ondertcekenaar van de
Haagsche Conventie dwingt tot een
bloedigcn strijd, terwille van het bezit
van een onafhankelijk rijk, welks onaf
hankelijk hij bij verdrag verklaarde te
erkennen.
Wat met besliste zekerheid kau ver
meld worden, is het zeegevecht bij
Port Arthur.
De correspondent van de New York
Herald te Tsjifoe, die het geluk had, oog
getuige te zijn van dit gevecht, schrijft
daarover het volgende:
Maandagnacht lag ik in quarantaine
met het Indo Chineesche stoomschip Co
lumbia tusschen den ingang dor haven
van Port. Arthur en de Russiche vloot,
zeer dicht bij deze laatste.
Slechts een van de Russische oorlogs
schepen maakte gebruik van zijn zoek
licht, maar niet stelselmatig. Slechts drie
torpedobooten patrouilleerden in den om
trek van de vloot, alle andere torpedo
booten lagen in de haven.
Alles was rustig. Een Russische amb
tenaar vertelde ons, dat hij de Japansche
vloot over drie of vier dagen verwachtte.
Het licht in den vuurtoren was reeds
ontstoken, ook branden er bakens.
Tegen acht uur zongen de Russische
matrozen hun avondgebed. Het klonk
plechtig over het water.
Het weer was prachtigniet koud en
een heldere luchtde wind was zuidelijk,
de horizon heiig. Het werd volkomen stil.
Ik ging juist naar bed, tegen half
twaalf, toen ik drie duidelijke maar ge
dempte ontploffingen hoorde, achtereen
volgens. Ze kwamen blijkbaar van on
der water want de Columbia trilde hevig.
Onmiddellijk daarop werd er gescho
ten met twaalfponders en drieponders.
Zoeklichten vlogen rond, maar weer niet
stelselmatig.
Ik keek toe, denkende dat het ma
noeuvres waren, tot middernacht, toen
het schieten nagenoeg ophield. Om drie
uur 's morgens werd er in 't geheel
niet meer geschoten.
Omstreeks één uur kwamen twee
linieschepen, waarschijnlijk de Pereswjet
(het was de Retwisan, die er eenigszins
op gelijkt Red.) en de Tscsarewitsj
met een groote kruiser langs ons, zij
stoomden naar den ingang van de ha
ven. Daar bleven de linischepen op de
ondiepte in het kanaal liggen. Beiden
zitten daar nu aan den grond, hulpeloos
«licht bij elkaar, maar den toegang tot
de haven niet versperrende behalve voor
diepgaande schepen. De Retwisan was
in liet voorschip, de Tsesarewitsj in het
achterschip door een torpedo getroffen.
Verder deelt gemelde correspont mede,
dat er na drieën niet meer geschoten
werd, alhoewel de zoeklichten in alle
richtingen over den zeespiegel speelden,
en liet licht van den vuurtoren gedoofd
was.
's Morgens 0111 ongeveer acht uur zoo ver
haalt hij verder, doken zestien Japansche
oorlogschepen, waaronder v ij flinieschepen
aan den gezichteinder op; zij gingen
in rechte linie liggen. Tegen kwart over
elf kwam de eerste vuurstraal van een
Japansch schip. Een 12-duims projectiel
sloeg dicht bij de torpedobooten en de
beschadigde slagschepen in: een prach
tig schot.
Omdat de Columbia in een gevaarlijk
positie verkeerde, gaf de kapitein last
tot vertrek, niettegenstaande het ver
bod der Russen.
Het bombardement van de forten duur
de tot kwart voor 12. De Poltawa werd
door een zwaar projectiel geraakt aan
den voet van zijn voorsten schoorsteen.
Een ander oorlogsschip met drie schoor-
steenen werd midscheeps op zijn pant
ser getroffen. Een derde, ook een linie
schip, kreeg een granaat op den ach
tersteven, buiten het pantser.
De Columbia zelf is er afgekomen
met een klein gat in haar achterdek,
door een granaatsplinter veroorzaakt,
en eenige krassen op haar achterkajuit.
Het officiëcle Russische rapport spreekt
nog slechts van de drie kruisers Askold
Diana en Novvik.
Laatste Rerieliten.
De laatste berichten over den oorlog
leveren weinig nieuws op. Het ministe
rie van marine, wordt uit Tokio geseind,
heeft bekend gemaakt, wat als oorlogs
contrabande beschouwd wordt.
De Russische troepen in het Siberisch
militaire district worden tot ten strijde
trekken gereed gemaakt; tegelijk wor
den tot den actievendicnstgcroepen.de
manschappen der reserve van leger en
marine uit hetzelfde district.
Pretoria 12 Febr. Er is een request
openbaar gemaakt, ondertcekend door
Botha, De laReij, Burger, Smuts en
tien andere leiders der. Boeren, die dit
geseind hebben aan den secretaris voor
koloniën, en dat den invoer van Azia
tische werkkrachten in Transvaal betreft.
Deze invoering Wordt door de Boeren
als een algeineene ramp voor het land
beschouwd. (N. R. C.)
Geiuciig-rio Berichten.
l>c Japansdic oorlog en....
Humor.
Men heeft wel eens beweerd, dat de
oorlog van 187071 door keizerin
Eugénie (voor den afloop?) „ma petite
guerre" genoemd werd. De Telegraaf
deed ons daaraan denken, waar ze
schreef, onder liet opschrift:
„De Triomf der beschaving":
„Gelukkige Japanners Vijftig jaar
geleden waren het je reinste barbaren
ze vloekten niet, staken elkaar niet
overhoop, wisten niet wat alcohol was en
hadden nooit gehoord van Marx, Treub,
sociale quaestie, Rede, Openbaring, en
leger- en marine-begrootingen. Ze wer
den geboren en stierven als heidenen en
aten net zooveel rijst als ze lustten.
Totdat op een onzaligen morgen de gade
van Keizer lvomei Tenno een Parijsch
modeblad in handen kreeg
Een uur later werd Markies Ito dooi
den Mikado ontboden.
Ito, zei Komei Tenno, gezijtvoor
staatsman geboren, eenmaal zal de dag
aanbreken, dat gij Japan's grootste mi
nister zijn zult. Ga naar Europa en be
studeer daar de vrouwenklecding en
speciaal het décolleté. Alsdus wil het de
Keizerin".
Op kosten der keizerlijke kas vertrok
Ito naar Parijs, bleef daar vijftien maan
den en bestudeerde het Parijsebe décol
leté tot in zijn geheimste schuilhoeken.
Een enkelen keer zag men hem te Ply
mouth en Spithead, waar hij door zijn
gouden bril de Engelschc oorlogsschepen
opnam
De keizerin was zoo tevreden met zijn
rapporten, dat hem bij zijn terugkomst
een ministers-portefeuille werd aangebo
den. Er zijn wel ministers-portefeuilles
om minder weggeschonken
Van toen af heeft de beschaving in
Japan steeds meer getriomfeerd! En heb
ben thans de Japanners precies als de
meest moderne Westersche staten, een
grondwet, een parlement, een staaatsbe-
grooting, gevangenissen en een staats
schuld, directe en indirecte belastingen,
waarschuwingen, aanmaningen, dwang
bevelen en deurwaarders, ridderorden,
nieuw malthusianisme, politici, hoofdelijke
omslagen, staathuishoudkunde, uniformen,
hofbals, een leger, een loot, en sociaal
democraten. Ze eten ook minder rijst
dan vroeger, wat 't wijze bestiering is.
En op dit oogenblik laat Japan al wat
Westcrscli 011 op zijn beschaving trotsch
is, ver achter zich. Het heeft zijn mo
dernen oorlog.
Dat is de triomf der beschaving.
In „de Jongelingsbode" lezen wij het
volgende ingezonden stuk:
Geachte Redactie!
Vriendelijk verzoek ik u opneming van
liet volgende „ter waarschuwing" voor
onze Bondsleden.
Maandag 7 Dec. 1.1. trad in de Chr.
Ger. kerk te De Lier op Ds. v. Lummel
van Dellt, tot het houden eencr politieke
lezing, waartoe Z.Eerw. was uitgenoodigd
door de A. E. Propaganda-club „Dr.
A. Kuyper" te dier plaatse.
Deze club had echter meer gedaan dan
een spreker uitnoodigen. Zij had ook
debaters per advertentie in „Het Volk"
opgeroepen, hun krachten te komen meten
met den spreker. Aan deze welwillende
uitnoodjgiug gaven gehoor een sociaal
democraat en een anarchist, deze laatste
voor deze extra gelegenheid gekleed met
rood vost. Na afloop van de lezing
verkrijgt het woord, de Sociaal democraat,
de bekende Hermans.
Deze bestijgt den kanselen van
daar verkondigt hij zijn theoriën, en o,
wonder! Zoodra hij is uitgesproken volgt
er een daverend applaus! Denk nu niet
dat dit kwam van geestverwanten, o
noen, die zijn in de Lier niet te vinden,
dus ook niet op de vergadering. Denk
ook niet dat het kwam van liberale
zijde, o neen, want die kwamen in de
vergadering slechts sporadisch voor. Neen,
dit applaus werd voortgebracht door
leden der A. R. Pr. Cl., waarvan
velen ook leden zijn van de Jong. Yer.
op Gereformeerden grondslag, afd. van
het Ger. Jong. Verbond daar ter plaatse.
Na Hermans volgt de anarchist de
beruchte Samson, en ook hij bestijgt
den kansel om van daar zijn „Alle
eigendom is diefstal" enz. enz. te doen
hooien. Na zijn reden weer dezelfde
vertooning als hierboven beschreven.
Omschrijving, waarvoor ik waarschuw
is, geloof ik, M. de R., overbodig.
Hoogachtend,
Uw dn.
D. NOORDAM.
's Gravénzande, 14 Jan. '04.
Wij gaan vrijwel met den inhoud van
dat stukje mede. Alleen verschillen w ij
met den inzender over de plaats, waai
de fout schuilt. Volgens den inzender
liep het verkeerd, toen Hermans den
kansel beklom. Maar wij mecnen, dat
liet reeds mis was, toen Ds. Van Lum
mel den kansel beklomtot liet.
lioudcn cener politieke lezing.
Vcenemlaal. De WelEerw. heer
Ds. P. Bokma hoopt Zondag 10 April
alhier zijn afscheid te prediken om den
Zondag d. o. v. zijne intrede in Schie
dam te doen.
Eenige schenkingen in geld heb
ben Veenendaal het verblijdend uitzicht
geopend op het bezit van een zieken
huis. De familie Woudenberg stelde ter
nagedachtenis aan wijlen Mevr. van Wou
denberg voor de oprichting de som van
f 500 beschikbaar. De vcreeniging Zie
kenverpleging zonderde f 100 uit hare
kas af en liet muziekgezelschap „D.S."
schonk voor het menschlievende doel
hetzelfde bedrag Mochten meerdere bij
dragen de oprichting eencr dergelijke
instelling mogelijk maken
Het bestuur der vcreeniging „Oran
jedag" heeft zich per ingezonden stuk
ken tot de burgers van Stichtsch- en
Geldcrsch-Veenendaal gewend, ten einde
de collecte, welke eerstdaags voor het
bekende en aan allen sympathieke doel
gehouden zal worden, nogmaals warm
aan te bevelen.
Hilversum. De politie heeft hier
zoo nu en dan de handen nog al eens
vol. De vorige week word hare hulp
ingeroepen om een oude vecte tusschen
de familiën v. d. K. en wed. B te
beslechten.
Men ging elkander duchtig te lijf tot
met waschstampers houweelen toe en toen
de ingeroepen hulp kwam, bad een doel
der strijdenden zich reeds van het slag
veld verwijderd.
Verder moest zij een commensaal van
de wed. B. tot bedaren brengen, die
aldaar den boel kort en klein sloeg.
Zonder vorm van proces werd bij de
deur uitgezet. Hij kwam, na het noo-
ilige gebruikt te hebben, om moed te
krijgen, terug. De politic vond liet nu
maar raadzaam dit heer achter slot en
grendel te zetten.
In de in hef café „De Berg" aan
den 's-Gravclandsche w eg gehouden ver
gadering van de afdeeling Hilversvm en
omstreken van de Nedcrlandsche Maat
schappij voor tuinbouw en plantkunde
hield de lieer Ivors, tuinbouw-leeraar te
Zeist, een lezing over de cultuur en
het vervroegen van druiven en perziken,
welke zeer druk bezocht was.
V elcn der bezoekers deden vragen
aan den spreker.
ItusKiiiu. Met ingang van 16 Fe
bruari a.s. verwisselt de telefoniste. 0.
W. Huyer alhier met hare ambtgenoote
W. v. Helden van 's-Gravenhage van
standplaats.
In de vergadering van de afdce-
ing „NaardenBussum van de Vcr
eeniging tot opvoeding van halfverweesde
en verwaarloosde kinderen bleek uit het
door den secretaris uitgebracht verslag,
dat de afdeebng 171 leden telt.
Door een tweetal uitvoeringen, ten
voordeele der vereenigiug geven, waren
de geldmiddelen in het afgeloopen jaar
zeer versterkt. Ondanks die versterking
wees het verslag van de penningmecs-
teresse toch achteruitgang van het batig
saldo aan. Was dit ultimo Deo. 1902
f 436.981, thans bleek hetslechtsf34.3.02
te bedragen.
Omdat het standpunt, ingenomen tegen
overliet voorstel Yels-HeynOosterveen,
door den Amersf. Best.bond c. a. in hun
adres aan den Raad, (zie ons vorig num
mer) een geheel nieuw is, laten wij de
toelichting, behoorende daarbij, hieronder
in haar geheel volgen:
Toelichting.
Ter nadere toelichting van de redenen
welke adressanten genoopt hebben, bij
gaande overweging aan uwen Raad te
doen toekomen, dient het volgende:
Adressanten meencn, dat wanneer
wordt weggedacht het drankmisbruik
tijdens de kermis, er hiervan veel over
blijft, dat zooal niet een nuttige, dan
toch wel een aangename ontspanning is
voor den arbeider, en niet het minst
voor arbeiderskinderen.
Bovendien wordt van deze ontspanning
juist wegens haar bizonder levendig
karakter genoten door hen, die door
slechte woning, onvoldoende loon, voort
durende tekortkomingen en weinig zaclit-
stemmende genietingen, zich aangetrok
ken gevoelen tot hard en luidruchtig
vermaakmet bonte versiering en scherpe
klanken. Juist dus door hen voor wie
gebrek aan middelen daarvoor, bijna
altijd een beletsel is zich eens werkelijk
ontspanning te verschaffen.
Voor vele arbeiders en bijna alle
arbeiderskinderen is dan ook de kermis
een kleine ontspanning in de regelmatige
tekortkoming van stoffelijke en geeste
lijke voldoening. Daar echter adressanten
overtuigd ziju van de w enschelijkheid om
de volksvermaken op een hoogcr peil
te brengen, en bewust zijn van de gun
stige gevolgen welke verheffing van
zedelijk karakter en ontwikkeling van
schoonheids- en kunstgevoel met zich
brengt, kunnen zij zich er wel mee ver
eenigen, en zijn er zelfs sterke voor
standers van de kermis in dien zin te
wijzigen, dat de vermaken een meer
opbouwend karakter krijgen, voor hen
die er aan deelnemen.
Echter meenen adressanten, dat zonder
er wat beters voor in de plaats te geven,
de kermisontspanning aan hen die daar
van op gepaste wijze genieten, en ook
aan de kinderen niet mag worden ont
nomen.
In bijgaand adres geven adressanten
dan uwen Raad in overweging een Com
missie te benoemen welke tot opdracht
heeft, te onderzoeken in hoeverre en op
welke wijze, de kermis zou kunnen wor
den vervangen.
Nog komt het adressanten gevveuscht
voor in 't kort aan te duiden waarom
door hen niet wordt gedeeld de meening,
dat aan hen die op gepaste wijze van
het kermisvermaak genieten, dit zou
moeten worden ontnomen, terwille van
de treurige gevolgen van het drankmis
bruik gedurende de kermis.
Adressanten meenen dat teveel wordt
voorgesteld, alsof het drankmisbruik uit
sluitend te wijten is aan de kermis, en
alleen daarmee gepaard gaat. Ook, dat
bij beschouwing van het drankvraagstuk
het sterkst den nadruk wordt gelegd,
op de gevolgen welke het drankmisbruik
na zich sleept.
Dit wordt gewoonlijk ook gedaan door
voorstanders van afschaffing der kermis,
zoo ook door de beide leden van Uwen