Binnenland.
Uit de Omgeving.
Waarom niet?
Beroep op de solidariteit der
Nederlandsche arbeiders.
Allerlei.
ben daar nl. plaats op een podium(niet
overdekt), dat uit gedeelten bestaande
even vóór de uitvoering op een paar
karren wordt aangevoerd en onmiddel
lijk na afloop wordt weggereden. Zoo is
het mogelijk, alle stadsgedeelten bij af
wisseling van de uitvoeringen te doen
genieten.
Zweden en Noorwegen zullen hun
geschil over de grenslijn ter zee in het
Christiania-fjord door een Arbritage-com-
missie doen uitmaken met beslissende
uitspraak.
Een tooneel-eriticus te Lauterbach
(Hessen) werd door een operette-zan
geres vervolgd wegens beleediging, om
dat hij geschreven had, dat zij te veel
partij trok van haar prachtige figuur
door zich te kleedcn met „een aandui
ding van hetgeen een costuum kon hee-
ten". De juffrouw toonde „de aandui
ding" aan de rechters, maar er zich in
kleeden en zich zóó aan de rechters
vertoonen, opdat dezen met eigen oogen
konden aanschouwen, daar wilde zij lie
ver niet aan. Op dien grond sprak de
rechtbank den criticus vrij.
„Man en vrouw zijn één" schijnt de
Duitsche postadministratie te denken.
Althans zij stuurde den man op den
dag, dat zijne vrouw tot 3 maanden
veroordeeld werd wegens oneerbiedig
spreken van den Duitschen Keizer, het
bevel thuis, zijn pensioen aan te vragen.
Niet van je familie, maar „van je vrouw
moet je het maar hebben" zullen ze nu
in Duitschland wel gaan zeggen.
Hebei, de leider der Duitsche Sociaal
democraten, had het ongeluk, tot twee
maal toe in den Rijksdag te verklaren,
dat hij niet zou dulden, dat maar één
voet gronds aan het Duitsche Rijk ont
nomen werd. De Rijkskanselier van
Biilow vond daarin aanleiding, Bebel
dan in overweging te geven zijn mee
ning in leger- en vlootvragen te herzien.
Of Bebel ook, zooals Schaper ten on
zent, door zijn partij onderhanden ge-
nomen zal worden
Het blijkt werkelijk een door de Ja
panners gelegde onderzeesche mijn te
zijn geweest, die de Petropavlofsk met
40 officieren en 750 minderen heeft
ten gronde gericht. Aangenaam doet het
te lezen dat een Japansch gewezen mi
nister, met een speciale opdracht te
New-York vertoevende, een warm woord
wijdde aan de nagedachtenis van den
daarbij verongelukten, Makarof, wat alge-
mcene instemming vond bij het geheele
met hem aanzittende gezelschap, dat
voor het overige geheel Japansch ge
zind was.
Sommige bladen houden hardnekkig
vol, dat de Japanners in het bezit zijn
van onderzeeërs, andere bladen daaren
tegen even hardnekkig het tegendeel.
Daar „onze oorlogscorrespondent" nog
niets van zich het hooren, moeten wij
ervan afzien partij te kiezen tusschen
deze meeningen.
Dat de beschaving in twee eeuwen
reusachtige vorderingen lieeft gemaakt,
blijkt wel hieruit, dat de oorlogscorres
pondenten, die zich van de draadlooze
mochten bedienen „slechts" als spionnen
gefusileerd zullen worden door de Rus
sische regeering. Voor twee honderd
jaar zouden ze minstens levend zijn ver
brand.
Toen de Christus-beelden uitdeFran-
schc gerechtsgebouwen werden verwij
derd, stonden er berichten in de Katho
lieke pers, die deden gelooven, dat zoo
wat de helft der rechters hun ontslag
zouden nemen. Thans blijkt, dat heter
in heel Frankrijk vier zijn geweest.
Het was dus veel drukte om niets.
De oorlog in Azië leidt onwillekeurig
de aandacht af van de gebeurtenissen
Neen, neen, hij kon het niet. Zijn
armen omsloten beiden tegelijk, dewee-
nende vrouw en het kleine kind, den
vredesengel, wiens handje den palmtak
gebracht had. Toni zag vol vreugde en
geluk naar den ouden vriend van hare
familie alles, alles was nu goed.
Dalberg had reeds voor den aankomst
van Oskar en zijn jonge vrouw, de stad
verlaten, men hoorde van hem nooit
meer iets. Daarentegen kwam in den
loop van den zomer de gravin Hartenstein
in haar paleis terug en verscheen dadelijk
met het vroolijkste, meest onbevangen
gelaat op Heuveloord om te informee-
ren naar haar kleine lieveling, de tegen
woordige Mevrouw Beming en om bij
deze gelegenheid al haar netten voor
den jongen echtgenoot weder uit te
werpen. Haar openlijke vertrouwelijkheid
tegenover Oskar, haar blikken en wenken
waren bestemd om Toni's ijverzucht op
te wekken. De nog steeds schoonc vrouw-
had het den burgelijken man niet ver
in Europa. Toch blijkt het ook in den
Balkan nog niet pluis te zijn. Turksche
troepen hebben weer moeten vechten
tegen opgestane Bulgaren en Grieken.
Er zouden bij die gevechten zelfs 18
Turksche belastingambtenaren zijn ge
dood.
Het Panama-kanaal zal nu toch ein
delijk werkelijk tot stand komen. De
Senaat der vereenigde staten heeft het
desbetreffend wetsontwerp bij acclamatie
aangenomen.
Van liet Oorlogster rein.
De „Algemeine Zcitung" weet mede
te (leelen, dat er sprake is van een in
terventie van de mogendheden tusschen
Rusland en Japan. De gezamenlijke
stappen zouden gedaan worden, zoodra
Rusland eenig militair succes zou hebben
behaald.
De Russische schilder Yereschagine
die met de Petropaflovsk is omgekomen,
had het voornemen, met eenige andere
schilders in combinatie, een internatio
nale tentoonstelling te organiseeren van
schilderijen op den oorlog betrekking
hebben de onder het motto: liet verschrik
kelijke van den oorlog. Wij weten, dat
de oude Duitsche Keizer Wilhelm I
reeds het bezichtigen van werken van
dezen Russischen schilder had verboden,
omdat zij „meer geschikt waren afschuw
dan liefde voor den krijgsdienst aan
te kweekeu".
Den Japanners schijnt het toch hoe
langer zoo meer meenens te zijn met
hun aanval op Port-Arthur. Niet alleen
dat zij het van de zeezijde bombardeeren
maar thans bericht men uit Tientsin,
dat aldaar 70 Japanschc transportschepen
zijn gesignaleerd, op weg naar Kindsjoe
40 K. M. noordelijk van Port Arthur.
Het doel van dit troepentransport zou
zijn, een landing te beproeven en zoo
Port Arthur van de noord- en landzijde
af te sluiten. Uit Petersburg wordt eene
landing van de Japanners bij Port Ar
thur reeds al een feit vermeld. Het
wachten is nu op officieel nieuws.
De anti-revolutionaire pers voelt zich
niet op haar gemak. Dat blijkt uit de
middelen welke zij aangrijpt.
Moesten kort geleden de vrijmetse
laren dienst doen als vogelverschrikkers
en werd het door De Standaard voor
gesteld als zou 't verzet tegen dr. Kuy-
per's Ilooger Onderwijswet van hen
uitgaan, thans heeft de anti-revolutionaire
Rotterdammer een nieuw monster ont
dekt, wel geschikt der goegemeente
den schrik om 'thart te doen slaan:
„Hr. Troelstra als minister
Bij een bespreking van de a. s. Sta
tenverkiezingen, voorspelt dit blad een
toekomstigen minister int. P. J. Troel
stra.
„Zeker is mr. Troelstra voor elk mi
nisterie op dit oogenblik veel te revo
lutionair, doch de tactiek kan meebren
gen, de wilde neigingen voor een
gezetten tijd wat te bedwingen.
„En hoe zouden nu toch de liberalen
moeten handelen, wanneer zij alleen
door den steun der socialisten er in
konden slagen ,om het kabinct-Kuyper
te wippen?
„Mr. Troelstra als handig en kundig
aanvoerder|zijner socialistische volgelin
gen zou dan gewis en zeker zijn het
hem toekomend gedeelte van den buit
komen opcischen.
„Met name een plaats in het dan
komend ministerie.
„Naar revolutionair staatsrecht ware
er ook zeer weinig tegen in te brengen.
„En zoo het liberalisme na de be
haalde overwinning de sociaal-democra
tie zou trachten af te schepen of te negee-
ren, ware door het onttrekken van de
socialistische hulp terstond het dood
vonnis der vrijzinnige meerderheid ge-
teekend.
geven, dat hij haar niet gehoorzaam
naar Italië gevolgd was.
Zij wilde nu hem al haar macht voor
oogen voeren, zoodat de jonge vrouw in
't eerste oogenblik haar nauwelijks ver
worven geluk opnieuw bedreigd zag
maar slechts in'teersteoogenblik. Oskar
kuste lachend het donkere wolkje van
het voorhoofd van zijn lieveling.
„Maak je niet angstig," fluisterde hij,
„zij komt niet weer. Ik heb haar met
eenige hoffelijke woorden mijn huis ver
boden.
„Jij?" vroeg hoogst verwonderd de
jonge vrouw. „Jij, Oskar?"
„Ik, schat. Dergelijke vrouwen kun
nen ons een enkele maal tot een dwaas
heid verleiden; maar het ontwaken uit
zulk een bezwijming pleegt geheel te
ontnuchteren."
Toni vleide innig haar hoofdje aan
zijn borst uit haar hart was de laatste
schaduw verdwenen.
„Er zal alzoo aan een zeer invloed
rijke positie van mr. Troelstra niet zijn
te ontkomen."
Natuurlijk moet deze ijselijke voor
spelling dienst doen om de kiezers te
waarschuwen voor het stemmen op libe
ralen.
Wat is hierin evenwel nu zoo ver
schrikkelijk? Waarom zou mr. Troelstra,
voor 't geval dat zijne partij voldoenden
invloed verkrijgt, niet evengoed minis
ter kunnen worden als b.v. zijne par-
tijgenooten Millerand en Pelletan?
Dat men de toekomst nooit moet
vooruitloopen en onmogelijk verklaren
wat hoogstens onwaarschijnlijk lijkt, be
wijst wel het optreden van den huidigen
Minister-president. Wie in de dagen
van „de verovering der Nieuwe Kerk
te Amsterdam", zooals het toen, en
niet bij voorkeur in de liberale pers
heette, de voorspelling had gewaagd
van wat we te 1901 hebben zien ge
beuren, zou stellig uitgelachen zijn.
Evenmin zou men in 1894, toen de
„mannen met twee namen" het van do
zijde van den Standaard-redacteur moes
ten ontgelden, vermoed hebben dat „De
man met-twee-namen", inr. de Savornin
Lobman, tien jaren later het loodsvischje
zou worden van het Kuyper-ministerie.
De „wilde neigingen", welke zich toen
openbaarden bij den toekomstigen pre
mier zijn terwille van taktischc eischen
voor gezetten tijd bedwongen en dr.
Kuyper plukt daarvan thans de vruchten.
Zoo zal hot ook mr. Troelstra kunnen
vergaan.
Zoowel naar revolutionair als naar
anti revolutionair staatsrecht ware daar
tegen niets in te brengen.
Slechts in één opzicht verschillen wij
met De Rotterdammer van mecning:
Niet aan eene overwinning van de libe
ralen zal mr. Troelstra de portefeuille
te danken hebben, maar aan dr. Kuy
per. Hooger-Onderwijswet, Tariefwet,
toeuemend militairisme zijn de sporten
van de ladder waarlangs de socialis
tische leider zal opklimmen tot den
ministerieclen zetel.
Verkiezingen voor «le Provin-
eiale Staten.
De periodieke verkiezingen voor leden
der Provinciale Staten van dit gewest
zullen plaats hebben op Dinsdag den
7 Juni aanstaande.
Voor deze verkiezingen zal de stem
ming zoo noodig, plaats hebben op
Woensdag den 15 Juiu aanstaande en
de herstemming, zoo noodig, op Dins
dag den 28 Juni daaraanvolgende.
De aftredende leden voor de Provin
ciale Staten zijn.:
In het kiesdistrict Utrecht I de hee-
ren: Jhr. mr. J. E. Huydecoper van
Maarseveen en Nigtevecht, mr. J. de
Louter en mr. L. van Lier.
In het kiesdistrict Utrecht II de hee-
ren: A. W. Mees, dr. B. Reiger en H.
A. van Beuningen.
In het kiesdistrict Amersfoort dehee-
ren: Mr. F. D. graaf Schimmelpenniuck,
P. Hartman, B. Th. van Beek en J.
Bolk.
In het kiesdistrict Amerongen de hee-
renMr. W. II. J. baron van Heemstra,
jhr. mr. L. II. J. M. van Asch van
Wijck en G. C. D. d' Aumale baron
van Ilardenbroek.
In het kiesdistrict IJselstein de hee-
ren: E. G. Wentink, G. vanllazendonk,
jhr. mr. J. B. L. C. C. deWijkerslooth
de Weerdestijn en II. J. Schilte.
In het kiesdistrict Breukelen de hoe
ren: W. I. Doude van Troostwijk, mr.
J. M. Schout Velthuys en J. II. de
Waal Malefijt
Medearbeiders
Nu de georganiseerde werkgevers in
de Diamantindustrie de bemiddeling,
aangeboden door Zijne Excellentie den
Minister van Binnenlandsche Zaken,
hebben afgewezen is het te verwachten
dat de strijd tusschen hen en ons lang
durig en bitter zal zijn en zien wij ons
genoodzaakt een ernstig beroep te doen
op uwe hulp.
Totnogtoe hebben wij den strijd met
eigen middelen kunnen voeren. Thans
echter nadert het oogenblik, dat onze
hulpbronnen uitgeput zullen zijn en dat
wij den steun zullen behoeven van allen
in den lande, die gelooven dat het recht
aan onze zijde is, in het bijzonder van
u, onze medearbeiders.
Op 17 Februari dezes jaars werden
6000 diamantbewerkers door de Amster-
damsche Juwcliers-Vereeniging op straat
geworpen, werden 30.000 menschenvan
hun middel van bestaan beroofd. Een
industrieel conflict van dezen omvang
is, gelooven wij, in ons land nog niet
voorgekomen. Met het oog op dien
grooten omvang, moest de uitkeering aan
de uitgeslotenen zeer laag worden gesteld.
Zij bedraagt slechts f 5.per week, plus
f 0.25 per kind. Het is stellig onnoodig
u er op te wijzen, hoe weinig een der
gelijke uitkeering beteekent in een stad
als Amsterdam, waar de woninghuur zeer
hoog is, de levensbehoeften zeer duur
zijn hoe grost de ellende is, die
heerscht in de gezinnen onzer leden,
waarvan zeer velen reeds door hunne
patroons zonder werk werden gelaten
vele weken vóórdat de uitsluiting officieel
werd afgekondigd.
Doch al is de uitkeering gering
door de groote massa uitgeslotenen ver
slindt zij wekelijks buitengewoon veel
geld. Tegen dergelijke aderlatingen is
zeis de bestgevulde weerstandskas niet
lang bestand. En als gij bedenkt, dat
op 1 April 1902 een uitsluiting eindigde,
die drie volle maanden had geduurd, en
wij nu, nog geen twee jaar later, weder
voor het feit kwamen te staan, dan zult
gij ons toestemmen, dat onze leden zich
groote offer's hebben moeten getroosten,
om zoo spoedig reeds in staat te zijn
eenige maanden lang niet eigen midde
len een zoo geweldigen strijd te kunnen
voeren.
Maar nu komt de nood aan den man
en rekenen wij op u, kameraden op
u, medearbeiders, van welke godsdien
stige of politieke overtuiging gij ook
moogt zijn.
De vier organisaties van diamantbe
werkers, die een korte poos gescheiden
waren, zijn door den aanval der juwe
liers naar elkander tocgedreven en vor
men thans een compact geheel. Zij voe
ren met elkander den strijd en vragen
met elkander den steun van alle arbei
ders.
Zij hopen en vertrouwen dat hun ver
zoek niet ijdel zal zijn. Gij hebt onge
twijfeld aandachtig dezen strijd gevolgd
gij kent stellig zijn aanleiding, zijn
verloop en het stadium waarin hij thans
verkeert. Gij hebt gezien hoe wij tot
het uiterste zijn gegaan om den strijd te
voorkomen, hoe wij elke poging omhein
te doen eindigen hebben -bevorderd en
getracht te doen slagen. Gij weet dat
alles vruchteloos is geweest, dat de ju
weliers strijd wilden tot eiken prijs,
omdat zij het blijkbare voornemen heb
ben onze organisatie te vernietigen, al
thans hare werkdadigheid te verlammen.
Medeavdeiders, dat kunt, dat zult gij
niet gedoogen. Onze strijd is de uwe
mede. Onze nederlaag zal u ireffen zoo
goed als ons. Onze overw inning zal ook
uwe zegepraal zijn.
Steunt ons daarom uit alle macht,
zoo spoedig en zoo ruim gij kunt
zoolang ook als noodig zal blijken te
zijn.
Onze mannen en vrouwen staan pal.
Zij zullen buigen noch wijken, zoolang
het hun even mogelijk is fier rechtop
te blijven staan. Maakt hun dat moge
lijk, kameraden, en de zege isniettwij-
felachtig.
Wij noodigen u dus uit, ons financi
eel op zoo groot mogelijke schaal te
helpen. De gelden die gij ons schenken
wilt, zullen naar verhouding verdeeld
worden over onze vier vereenigingen.
De Algern. Ned. Diamantbewerkers-
bond, die aangesloten is bij denAmster-
damsclien Bestuurdersbond, heeft dat
lichaam verzocht de organisatie van deze
steunbeweging op zich te nemen, en de
A. B. B. heeft die taak op zich geno
men. Hij zal onmiddelijk alle maatrege
len nemen om op planmatige wijze de
bijdragen in te zamelen, in samenwer
king met de centrale organisatieswaarbij
de zusterorganisaties aangesloten zijn.
Evenwel kunnen reeds dadelijk' vóór
zulke maatregelen in werking zijn ge
treden, gelden worden opgezonden aan
den Amsterdamschen Bestnurdersbond,
secretaris S. J. Pothuis, Reguliersdwars
straat 73.
Medearbeiders, wij hebben aan dit
alles niets meer toe te voegen. Wij re
kenen er op, dat gij in deze moeilijke
tijden met ons leeft en voor ons werkt
dat gij ons helpen zult ter wille van
het recht, ter wille van de vrijheid en
de onafhankelijkheid der vakorganisatie,
ter wille van de solidariteit der arbeiders.
Kameraadschappelijk groetend,
Het bestuur van den Alg. Ned.
Diamantbcw erkersbond
HENRI POLAK, Voorzitter.
JAN A. VAN ZUTPIIEN, Secretaris.
Het bestuur der Chr. Vereenigingvan
Diamantbewerkers
(Vakafd. „Patrimonium")
J. DOUWES Jr. Voorzitter.
J. TRAMPE, Secretaris.
Het bestuur der R.-K. Diamantbewer-
kersvereeniging
P. J. J. HAZEVOET, Voorzitter.
J. A. BRUIJNS, Secretaris.
Het hoofdbestuur der Vereen, van
Isr. Werklieden en Handelsbedienden
„Betsalel"
S. l'ARSSER. Voorzitter.
J. B. AA, 2de Secretaris.
Amsterdam, 29 Maart 1904.
Deze zaak verdient den steun van
allen, onverschillig van welke gezindheid
of partij, die ook in den socialen strijd
de rechtsvraag boven de machtsvraag
stellen; die het niet lijdelijk kunnen aan
zien, dat moreele beginselen in ons land
op zóó brute wijze ondergeschikt wor
den gesteld aan de onmeedoogende wijze
macht van het geld. Daarom openen
we bij dezen in ons blad een inschrij
ving ten behoeve der uitgeslotenen en
wel van wekelijksche bijdragen over den
geheelen tijdsduur van den strijd per
week invorderbaar. Ook giften iu eens
zijn natuurlijk welkom.
Ingeschreven zijn reeds:
Administratie Eemlander f 1 per week.
N. N. f 1 per week.
Wie volgt?
„Daar was laatst een meisje loos
„Die zou gaan varen als één matroos",
zoo zongen we indertijd, en we meen
den natuurlijk, dat slechts Ilollaudschc
meisjes zoo „vaarlustig" konden zijn.
Het blijkt echter dat ook Amerika zijn
„looze" meisjes heeft, of althans gehad
heeft.
In de „Toevlucht voor oude zceliedeu"
te New-York is namelijk de oud-Kapi
tein John Tweed overleden, die jaren
lang en tot voor korten tijd gezagvoer
der van een transatlantisch stoomschip
was, maar nu bij de lijkschouwing een
vrouw bleek te zijn.
Men vermeldt niet of de familie ook
een proces daarover zal beginnen, evenals
de Amsterdammer vader van „het jon
getje, dat een meisje was." Van Am-
Sterdamsclie vaders gesproken; men
schijnt iu onze hoofdstad vreemde ver
tegenwoordigers van het genus „vader"
te hebben. Zoo komt er sedert gerui-
menl tijd wekelijks te Durgerdam,
een koopman handelende onder den
naam „firma Vader," van Amsterdam,
verschillende ingezetenen komt hij elke
Bij week een dubbeltje ophalen, waarvoor
zij dan later uit zijn magazijn te Am
sterdam op de Weteringschans voor
f5 a flO of meer een huishoudelijk
artikel zouden mogeu uitzoeken.
Toen nu deze week een paar per
sonen zich met dat doel daar heen be
gaven, vonden zij wel het magazijn,
maar do inhoud was verdwenen, en de
dubbeltjes-kassier „die wast er geweest,
maar die komt nooit weerom."
Wie wel „weeromgekomen", is dat
is de welbekende dichter-zanger Speen-
hoff, van wien het gerucht liep, dat hij
er met een Rotterdamsche dame van
door was.
Toen hij dezer dagen te Tiel optrad,
richtte liij, alvorens met zijn voordrach
ten te beginnen, zich tot het publiek,
o. a. verzekerende dat hij er niet aan
gedacht had om zich met een andere
vrouw te verwijderen. Wanneer echter
zijn spaarpot het toeliet en zijn vr»uw
er in toestemde, d«n wist hij nog niet
wat hij doen zou,'t geen overgezet zijnde
beteekent, dat hij het heel goed wist.
Zeker zou hij geen worst koopen uit
de „stille slagerij" van den kastelein v.
D. te Lexmond, te wiens huize Zaterdag
avond de politie een groote hoeveelheid
vleesch en worst in beslag heeft geno
men. De ontmiddelijk ontboden gemeente-
veearts keurde alles af als ongescliikt
voor het verbruik.
Op last van den Burgemeester is
'snachts niet minder dan ruim 1000 kilo
gram afgekeurd vleesch, waarvan het
meeste zelfs geheel bedorven was, onder
politie-toezicht begraven.
Niet begraven maar verbranden wil
het Leidsche Dagblad de springtouwen.
„Door het onophoudelijk springen wor
den hart en lever aangcdaan.| Het is
de oorzaak van ernstige kwalen, met
den dood als onvermijdelijk gevolg,"
aldus het Leidsche Dbl. Wij vreezen
echter, dat onze Leidsche zuster lang
zal mogen zingen van „Jaapie sta stil"
voor de kinderen niet meer zullen vragen
„en waarom zou ik stille staan?" Een
zoo geliefd spel als het touwtjespringen
dat bovendien, als het matig gedaan
wordt niet schadelijker is dan hard loo-
pen, zal zoo gauw nog niet verdw ijnen,
vooral als de ouderen zoo goed voor
gaan met „bankjespringen".
Baarn. Toen voor eenige weken de
heer Ketelaar alhier sprak over „De
vrijheid van den onderwijzer," stelde de
heer Luycx hem de vraag: Kiest de
Bond partij?, waarop de heer Ketelaar
antwoordde: neen!
De heer Luycx verklaarde van een
tegengestelde meening te zijn maar kon
dien avond slechts een overtuiging uit
spreken, zonder daarvoor bewijzen te
kunnen aanbrengen. Een der aanwe
zigen stelde daarop voor, aan dat onder
werp eens een debatavond te wijden,
hetgeen door beide heeren werd aan
genomen. Die debatavond nu had Maan
dagavond plaats in hotel de la Promenade.
Na opening door den heer van Wijk
sprak de heer I.uye.v ongeveer als
volgt:
Alvorens over te gaan to( het beant-