No. 34.
Woensdag 27 April 1904.
ie Jaargang
Vrijbiljetten.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wetenschappelijke leergangen voor
volwassenen.
FEUILLETON.
De Zonnebloem.
De Administratie v«..„
DE EEMLANDER.
Vft'scliijntI Liberaal Orgaan roor Amersfoort en Omstreken
Woensdags en Zaterdags.!
Bureau
Hendrik van ViaDdenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regelïmeer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Wij, mannen der Rede, zooals de
christelijke mannen de niet-christelijken
zoo gaarne bestempelen, wij gaan met
deze qualificatie niet volkomen accoord.
Wij wenschen niet door te gaan voor
wandelende denkmachines, voor inenschen
zonder boeinselen, zonder ideaal. Niet,
dat wi j ons zouden schamen, er een Rede
op nn te houden. Do naam „redelijk
wezen" wordt den mensen toch immers
niet als scheldnaam toegerekend? En de
rede, d. w. z. het gezond verstand, is
toch waarlijk niet een der minste gaven,
die de mensch ontvangen heeft. Zijkan
hem voor veel behoeden, ook voor on
redelijk fanatisme, en voor ongemotiveerde
zelfverheffing. Geen redelijk wezen zal
dan ook aan het groote nut der Rede
twijfelen. Maar zij is niet alles. Men
komt er niet mee toe. Alleen door het
gebruik der Rede komt men er niet toe
het goede te doen en het verkeerde na
te laten. Wij beschikken daartoe over
gevoel en ov/i een geweten. Wel wil
men het som* voorstellen, alsof de zede
lijke waard oyvijn den mqftsch onafschei
delijk verblinden is aan het omhelzen
van bepaalde godsdienstige dogma's.
Zoo trachtte de Eembode .immers recht
streeks verband te constateren tusschen
misdaad en het niet aanhangen van het
Katholieke geloof, maar ons.statistiekje,
gesteld tegenover haar brutale bewering
in deze, is haar blijkbaar zoo slecht
bevallen, dat zij op ons stukje „Het
Kruis in Nederland" heeft gezwegen als
een mof. Voor „deze slak" (de uitdruk
kingen zijn van de Eembode) had zij
geen „zout".
Wij, vrijzinnigen, hebben zooals gezegd
is, wel degelijk onze beginselen en onze
idealen. Het ligt niet in onze bedoeling,
in dit artikel dit thema verfler uit te
werken. Alleen wenschten wij voor één
onzer idealen een lans te breken. Wij
wenschen n.l. reeds op aarde zoo veel
geluk als mogelijk is te brengen onder
het bereik van zoo velen als mogelijk is.
Ook wij beamen, dat de mensch bij
brood alleen niet kan leven. Het stoffe
lijk welzijn van den mensch is een factor
van zijn geluk, niet het Geluk zelf. De
gastronoom mag aun de tong de rol
toekennen van de concentratieplaats van
Naar het Noorsch.
20
Ik moest dus maatregelen nemen om
een ander onderkomen te vinden, plaatste
een advertentie in de courant, en ont
ving een overgroot aantal brieven van
welgezinde lieden, die zich tegen een
meer of minder billijke vergoeding be
reid toonden, mij met open armen in
hun woning te ontvangen.
Dames, veelal weduwen, boden mij
elegante vertrekken aan met allerlei ge
riefelijkheden, zooals een piano, kaart
spel en gezellig verkeer. Ambtenaren
wier woning te ruim was in verhouding
tot hun inkomen, waren bereid mij in
den schoot van hun gezin op te nemen,
en mij, minst genomen, als zoon des
huizes te beschouwen; en pension-hou
deressen zonden mij ter inzage opge
togen getuigenissen (in afschrift) van com
mensaals, die gedurende tien- en twin-
alle menschelijk genot, wij meenen, dat
weten en begrijpen twee zaken zijn,
die in oneindig lioogere mate aan het
menschelijk geluk bijdragen. Kennis en
wetenschap te brengen onder het bereik
van hen, die geen wetenschappelijk op
leiding mochten genieten, voor wie de
bronnen dus ontoegangkelijk zijn, wij
achten het een schoone taak.
Al is het niet moeilijk een voorbeeld
op te diepen van den een of ander, die
ondanks groote kunde toch diep en diep
ongelukkig was, zulk een uitzondering
werpt den regel niet omver, dat weten
en doorgronden een begeerlijk goed is,
bijdragende tot de voltooiing van ons
geluk. Wij plaatsen ons vierkant tegen
over hen, die beweren, dat een mensch
te gelukkiger is, naarmate hij dommer
is. De boschmensch zou volgens die
opvatting op het toppunt van geluk
zaligheid staan.
Ook deelen wij niet het gevoelen van
het Katholieke Kamerlid, dat in 1898,
toen d# zaak in de Kamer ter sprake
kwam, aldus "sprak: „De poging, om het
hooger onderwijs te brengen binnen het
bereik Van alle klassen der bevolking,
acht ik een geheel nutteloos en in som
mige Opzichten gevaarlijk werk. Gevaar
lijk, ómdat men zal vormen half-geleerden
(Ón van de bedenkelijkste soort) onder
de ontwikkelde menschen, die zonder
waarlijk wetenschappelijke vorming, veel
grooter pretentiën vertoonen dan de
eigenlijk geleerden, over alles den staf
breken en niet zelden tot de grootste
dwaasheden vervallen".
Wij zien de zaak niet zoo donker in.
Naar onze meening zullen juist de „pre
tentiën" op het weten afnemen, naarmate
men meer gaat weten.
Zooals bekend is, heeft de zaak van
wetenschappelijke leergangen voor vol
wassenen Engeland tot bakermat. Van
daar heeft zij haar intrede gedaan in
Amerika, Noorwegen en Zweden, België,
Oostenrijk, Duitschland, Zwitserland en
eindelijk in ons land.
Welke onderwerpen zijn voor het
doel zooal geschikt? Prof. Treub
behandelde in dien geest de staathuis-
kunde, Prof. Blok „de nieuwste geschie
denis van Nederland", Dr. van Gulik
de „Electriciteit", de heer Klein, bacterio
loog en v. Etten, ingenieur, behandelden
samen „Gezondheidsleer",Mr.Slotemaker
het „handelsrecht", enz. Ook werktuig
kunde, aardrijkskunde, sterrenkunde,
tigtallen van jaren tot hun hoogste te
vredenheid bij haar zouden hebben
ingewoond.
Uit al dit fraais en verleidelijks moest
ik nu een keus doen.
Ik stormde als een brievenbesteller
trap op, traf af, leerde hier en daar een
diepen en verre van bemoedigenden blik
slaan in het familieleven, en liet einde
lijk, zwervensmoede, het anker vallen
bij een weduwe met één volwassen
dochter.
Het zag er bij haar werkelijk aller
gezelligst uit. De vertrekken waren keu
rig gemeubileerd en overladen met kunst
bloemen, snuisterijen, geborduurde kus
sentjes en kleedjes.
Bij mijn eerste binnentreden vond ik
demama, een bleeke gedistingeerde dame,
aan de piano bezig met een wals van
Chopin, terwijl de dochter, een opval
lende schoonheid, met zwarte oogen en
een schitterend teint, gezeten voor een
schildersezel met sierlijke draperieën
er omheen zich met een schets in water
verf onledig hield.
Later, bij nadere kennismaking, zou
ik tot de ontdekking komen dat ze ook
haar gelaat met waterverf behandelde.
We waren het zeer spoedig eens over
den prijs en de verdere voorwaarden.
Ik zou geheel in den kost zijn en uit
den aard der zaak daarbij ook van het
aangenaam gezelschap der beide dames
profiteerengezellig verkeer werd het
letterkunde leenen zich bij uitstek voor
het doel. Men zou met meer recht de
vraag: welke takken van wetenschap
leenen zich er toe, mogen vervangen
door de vraag: welke leenen er zich niet
toe. Vooral sedert de projectielantaarns
hunne diensten aan de wetenschap in
zoo ruime mate zijn gaan verleeneu, is
het onder het volk brengen vau weten
schap eerst recht een dankbaar en loonend
werk geworden.
Waar wij in deze stad verschillende
wetenschappelijk gevormde mannen heb
ben, een gelukkig gevolg o. a. van het
aanwezig zijn van een II. B. school en
een Gymnasium, zijn de leerkrachten
ervoor in ruime mate aanwezig. En wij
zouden ons al zeer vergissen, indien niet
een voldoend aantal bekwame mannen
lust en tijd voor deze goede zaak zouden
over hebben.
Waar wij in den laatsten tijd nog al
eens hebben aangedrongen op politieke
organisatie, daar wenschen wij dit artikel
te besluiten met een beroep b.v. op het
Bestuur van de Afd. van „het Nut" en
dat van „Ons Huis" om de handen ineen
te slaan en reeds nu do organisatie ter
lianc^ te nemen van „wetenschappelijke
leergangen voor volwassenen", opdat
deze leergangen reeds in het a.s. winter
seizoen in werking kunnen treden.
Wij zijn overtuigd, dat het woord
„kennis is macht" ook in Amersfoort
genoegzaam zal zijn doorgedrongen on
zal worden begrepen, om voldoende deel
neming te waarborgen.
Ten onzent kent men de zonnebloem
zoo geheeten, omdat haar groote
bloemen zich naar het zonlicht keeren
slechts als sierplant en treft men haar dan
ook alleen in den bloementuin aan. Om
haar nuttigheid wordt zij niet gekweekt
en deze is dan ook aan de meesten
onbekend. Hier en daar is een enkele,
die in een verloren hoekje eenige plan
ten laat opgroeien, om het zaad aan
zijn hoenders te voederen. Men heeft
daarin dan ook een uitstekend voeder,
dat niet alleen de eierproductie be
vordert, maar aan het vederkleed den
geweuschten glans geeft. Wij voederen
het sedert jaren in den nazomer jen den
herfst, als het hoendervolkje ruit, het
komt daardoor weer spoedig in de veeren
genoemd, en ik moet eerlijk bekennen
dat het mij daaraan niet heeft ontbro
ken; het was er voor een jong mensch
inderdaad gezellig genoeg.
Het hart der jongejuffrouw was na
melijk een vat overvol tot ovcr-
vloeiens toe van gloeiende gevoelens,
welke zij mildelijk uitstortte over een
ieder, die haar nabij kwam. Ik had er
nog slechts eenige weinige dagen ge
woond, toen ook ik mijn deel kreeg
van het warme stortbad en deerlijk ge
brand werd.
Ik kan er mij nog geen juist begrip
van maken hoe het eigenlijk toegegaan is.
De gegevens waren: schemering, een
sterke bloemengeur, het schijnsel der
kachel en een causeuse overschaduwd
door een waaierpalm. De mama zat aan
de piano weer een wals van Chopin te
spelen; de dochter en ik zaten natuur
lijk op de causeuse, hoe we daar
gekomen waren mag de hemel weten
en we zaten vrij dicht bij elkander.
Het was verschrikkelijk warm in de
kamer, zoo warm als in 't vaderland der
waaierpalmen, zoo benauwd dat ik alles
om mij heen vergat. Ik herkreeg eerst
mijn bewustzijn toen mama de hanglamp
aanstak, en ik tot de ontdekking kwam
dat ik een meisje had opgedaan en een
witte vlek op den linkerschouder van
mijn jas, daar waar het aanvallig wicht
haar schilderachtig kopje tegen mij had
aangeleund.
en begint vroeg te leggen. Maar dit is
niet het eenige voordeel aan het kwee
ken van zonnebloemen verbonden. Dit
voordeel is zoo groot en er is van de
zonnebloem zooveel merkwaardigs en
wetenswaardigs te vertellen, dat wij
het wel de moeite waard achten er
eenige oogenblikken bij stil te staan
misscliien dat enkele tot een proefne
ming worden opgewekt.
In Rusland, Oostelijk Hongarije en
Amerika wordt de zonnebloem in het
groot verbouwd en de teelt is zeer
loonende, dewijl bijna ieder deel vau
de plant voor een of ander doel waarde
heeft.
Het zaad, vooral van de soort met
grijs witte pitten, heeft een hoog olie
gehalte en bevat, volgens Wolff's voe-
dertabellen, gemiddeld 13% eiwit en
ruim 23% vet, waardoor het een uit
nemend voeder is voor melk- en mest-
vee, bovendien onvervalscht en zuiver.
De olie waarvan de gepelde zaden
2432% bevatten, is geel van kleur
en aangenaam van smaak, zeergeschikt
voor bakolie. Ook is zij van onwaar
deerbaar nut voor kunstschilders, vooral
ter bereiding van blauwe 011 groene
verven, en kan men er bijzonder zachte
zeep mee bereiden. Van hetgeen er na
de olie-bereiding overblijft, worden zeer
voedzame koeken geslagen, welke een
eiwitgehalte bezitten van 28% en een
gewild handelsartikel zijn: alleen Duitsch
land betrekt uit Rusland jaarlijks 30
millioen KG.
Men heeft hoofdzakelijk twee soorten
die met de genoemde grijswitte pitten
en een andere met blauwachtig zwarte
zaden. De laatste, groeiende in de be
kende groote scliijven of zaadhouders,
zijn niet zoo olierijk als de eerste en
worden dan ook gegeten: de smaak is
tusschen dien van noot en van amandel
en wordt door onze jongens en meisjes
op het platteland „lekker" genoemd.
Gepeld en gemalen of aan stukjes ge
stampt, geven de pitten meel, waarvan
allerlei meelspijzen, voedzaam brood en
fijn gebak bereid worden.
In Italië wordt het zaad geroosterd
en vervangt daar de cichorei: 3 deelen
er van worden vermengd met 9 deelen
koffie en men verkrijgt daardoor een
beteren drank dan met cichorei.
Van het zaad komen we op de bloe
sems. Deze bieden rijkelijk honig en
worden dan ook door de bijen ijverig
Dien avond dronken we een glaasje
punch en gevoelden we ons alle drie
overgelukkig.
Den volgenden avond gingen we naar
de komedie, en sedert togen we gere
geld, bijna avond aan avond, nu eens naar
dezen dan naar genen schouwburg; maar
het ongelukkigste was dat wij als geën-
gageerden er moeilijk alleen heen konden
gaan; mama vergezelde ons steeds en
dus moest ik, vaak tegen verhoogden
prijs, voor een derde plaats betalen,
hetgeen mijn budget danig in de war
bracht, te meer daar wij na afloop der
komedie niet minder konden doen dan
in een restaurant gaan soupeeren, en
natuurlijk in het fijnste en duurste.
Vroeger nam ik nog wel eens een
kennis mee, het liefst iemand bij wien
„het er aan zat", en die mij dan later
op zijn beurt vrij hield. Nu mocht ik
zelf zoowel voor de plaats als voor het
souper de beurn trekken.
Op een goeden dag ontmoette ikonder-
weg een tweetal van mijn komedie-
vrienden. Zij hadden mij in langen tijd
niet gezien, troonden mij mee naar een kof
fiehuis, waar een aardig glaasje port werd
geschonken, en onder den invloed daar
van toonde ik mij vrijgevig toen zij
mij voor dien avond om mijn kaart
vroegen.
Nu kan ik vóór het eten heel weinig
ei-dragen, en ik moest dus volmondig
erkennen dat ik er bij mijn tehuiskomst
bezocht Mooi lijkt de honig niet, hij is
donker, bijna zwart van kleur, doch
wordt, daar de plant nog laat bloeit,
door de bijen gewonuen in een tijd als
er overigens weinig honingsap te garen
is. Zonnebloemen mogen dus in de na
bijheid van den bijenstal niet ontbreken.
De groote, ruwe bladeren van den
zonnebloem leveren een kostelijk vee
voeder, dat, ook blijkens onze eigen
ondervinding, door koeien, schapen en
geiten met graagte wordt genuttigd,
zoowol in verschen staat, als gedroogd
of ingekuild. Het afbladeren kan twee
maal worden gedaan: de eerste maal,
■wanneer de plant 1 i\ 1,5 Meter hoog
en de bloeitijd geëindigd is, alsdan
neemt men de onderste bladeren en
tevens de van bloemkoppen voorziene
zijstengels weg, de laatste, oiu eendrach
tige bloem aan den hoofdstengel te
krijgen. Vóór het oogsten van 't zaad
heeft de tweede afbladering plaats.
De houtachtige stengel is rijk aan
kali of potasch; gebruikt men hem als
brandstof, dan kan de asch tot bemesting
dienen. De laatste jaren wordt het merg
dat veel lichter is dan kurk, door de
industrie benut tot de, vervaardiging
van reddingsgordels, reddingsboeien.
Van den wortel maakt men knoppen
of handvatten voor stokken, parapluis,
onz.
Uit bovenstaande blijkt het veelzijdig
nut der bloemen. Wij geven nu voor
de kweekwijze en voor het oogsten de
volgende aanwijzingen.
Men kan de zonnebloemen telen óp
alle soorten grond, het best gedijen ze
op knlkhoudendc teemachtige gronden
en op humusrijken zandgrond. Zij houden
van veel vocht en zijn dus op zeer
drogen grond niet tehuis, tenzij men
zorge voor gercgelden water-toevoer.
Wil men echter lage, zeer vochtige ge
deelten van akker of weide voor de
cultuur geschikt maken, dan zaaie men
er zonnebloemen. Deze zijn ook bij
slikgaten of modderputten zeer op haar
plaats, daar zij tevens de lucht van
meststoffen zuiveren. Op zulke lage,
drassige plekken zij de planten-afstand
30 c. M. anders neme men dien afstand
gemiddeld 70 c. M. eveneens dien dei-
rijen. De pootdiepte is 3 4 c. M.,
in ieder gaatje komen 2 pittenlatei-
wordt een plantje weggenomen. Voor
1 Hectare behoeft men 1210 K. G.
zaaizaaid, dat dooV éen werkman in ongc-
zeer opgezet uitzag en buitengewoon
spraakzaam en vriendelijk was.
Mijn aanstaande schoonmama en mijn
meisje daarentegen waren verre van
spraakzaam of vriendelijk. De eerste zag
er uit alsóf zij pijn in al haar kiezen
llad, en de laatste had veel van
een beschilderde martelares. Zij spreid
de een droefgeestige gelatenheid, of
gelaten droefgeestigheid ten toon.
„Ik heb van ochtend een glaasje port
gedronken," begon ik boudweg.
„Ja, dat merk ik" zeide mijn meisje
op doffen toon.
„I11 mijn jonge dagen kwam mijn be
minde nooit in koffiehuizen", verklaarde
de moeder.
„Ik had er ook geen zin in, maar
zij hebben mij geen lust gelaten. Het
was natuurlijk weer 0111 die vrijkaarten
te doen."
Mijn meisje trad eensklaps geheel
verzoend op mij toe, lichtte mijn knevel
in de hoogte 0111 mij des te beter te
kunnen kussen, en zeide:
„lloor eens, mijn vriend, je hebt altijd
zooveel last en displeizier van die kaar
ten, voortaan zal je daarvan verschoond
blijven. Ik zal er mij van nu af aan
mee belasten en ze niet anders uitlec-
nen dan aan onze naaste familie, dat
zijn allen fatsoenlijke menschen, die er
geen misbruik van zullen maken"
Hoe gedienstig en zelfopofferend
toch.