Binnenland.
Tweede Kamer,
derde liet door de kerkgewelver „Rei
zigers voor Oost-Baden, Rastatt, Karlsruhe,
Heidelberg en Mannheim."
Te Zürich heeft Maandagmorgen een
botsing plaats gehad tnsschen politie
agenten en stakende werklieden van een
ijskastfabriek. Agenten, die eenige aan
het werk gebleven werklieden naar de
fabriek vergezelden, werden dichtbij de
fabriek door de stakers en liefhebbers
van een relletje opgewacht en metstee-
ncn gegooid. Er is één agent ernstig
aan het hoofd verwond. De politie ging
vervolgens met de blanke sabel op de
menigte in en heeft twee personen in
hechtenis genomen.
Uit Rome komt een bericht, dat men
wel doet onder benefice te aanvaarden.
Merry del Val's positie zou tengevolge
van de bekende protestnota tegen het
bezoek van president Loubet, geschokt
zijn en Rampolla waarschijnlijk weer
staatssecretaris worden, maar eerst later.
Gravin Lonvay ex-kroonprinses
Stefanie die sedert verscheiden weken
te Genua is behandeld door den Itali-
aanschen dokter Bossi, is geheel her
steld naar Hongarije vertrokken.
Een opzienbarend faillissement is
te Praag uitgeproken, nl. dat van
den porseleinfabriekant Arthur Hieg, van
de firma Fischer Mieg te Pirkcn-
hammor en schoonzoon van den bij vele
Karlsbad-bczoekers bekenden hotelhouder
Pupp. Mieg heeft een passief van 2 mil-
liocn kronen en is naar een sanatorium
overgebracht. Speculaties in goudmijn-
aandeelen hebben hem ten val gebracht.
Te Madrid kwam het tot vechtpartijen
tusïchen stakende en niet stakende
spoorweg-arbeiders.
Vrouwen van stakers omringden op
straat het rijtuig der Koningin-Moeder,
die haar geld gaf en beloofde bij den
Koning voorspraak te wezen voor de
rechten der stakers.
Clcrieale regeering en zorg voor het
openbaar onderwijs.
Petit Bleu meldt, dat oen onderwijzer
te Eremliodegem, een plattelandsge
meente, voor een klasse staat van 107
leerlingen!
Uit New-York werd aan de Frankf.
Ztg. geseind:
De Boerengeneraal Pearson en de
Nedcrlandsche journalist Yan der Hoeft
werden op grond van pogingen tot op
lichting tegenover den vroegeren adjunct
staatssecretaris Webster Davis gevangen
genomen. Zij beschuldigen hem, geen
rekening te hebben bijgehouden van de
Bocrenfondsen ten bedrage van 200.000
dollar. Davis bezocht Zuid-Afrika gedu
rende den Boerenoorlog eu keerde terug
als vurig aanhanger der Boerenzaak.
Spoedig daarna plaatste hij veel geld in
grondbezit.
De vorstin Marie van Erbach-Schön-
berg geeft in een van de Duitsche tijd
schriften memoires ten beste over den
vorige vorstvanBulgarije, Alexander, haar
jongeren broeder.
Onder andere beschrijft ze een ge
zamenlijk tochtje. Bij de aankomst te
Varna werd het vorstelijk gezelschap
zeer hartelijk door de bevolking ont
vangen, en zelfs in de gevangenis
klonk hoerageroep. Dat gaf Alexander
aanleiding het volgende verhaal te doen:
In een der gevangenissen trof hij eens
een ouden, aan handen en voeten ge
bonden Turk aan, die zeven jaar ge
kregen had, omdat hij overal den op
stand gepredikt had. De man lag spra
keloos in zijn cel en de opzichter lichtte
den vorst omtrent den aard van zijn mis
drijf in. Sandra, zooals de vorst famili-
aarweg genoemd werd, deed de ketenen
van den Turk losmaken en zeide: In
plaats van zeven jaar in het tuchthuis
te zitten, zult ge zeven jaar door het
land gaan en verkondigen dat je ge
dwaald hebt, toen je het volk tegen mij
opzette.
Toen eerst bezwoer de Turk, dat hij
onschuldig was, en op valsche getuige
nissen was veroordeeld.
,1. Visser, te Westernieland, vernam
dat een zeedier strandde aan de Lau
were en hij bracht het aan land. 't Ge
wicht van het dier bedraagt ongeveer
zeshonderd pond, de lengte tien voet.
De omvang van het lichaam is zoo
groot als van een paard. De donkere
kleur van het bovenlijf komt overeen
met die van den bruinvisch, het onder
lijf is echter lichter gekleurd, als 't ware
grijswit. Op de bovenkaak bij den neus
is een witte streep van een paar vingers
breed. Kiezen ontbreken, maar 't aantal
tanden is boven 2 maal 23 en beneden
ook.
Het N. v. d. D. meldt:
Aangezien er verschil van meening
bestond over de uitspraak van het woord
corrigeeren, werd aan de vijf professo
ren in de Nedcrlandsche taal der uni
versiteiten gevraagd of de uitspraak met
g of zj moest zijn. Twee dier heeren
gaven met opgaaf van redenen te ken
nen, dat de uitspraak moest zijn mot
g; twee anderen met zj, en de vijfde:
men kan ze beide gebruiken.
De Arnh. Cl. vertelt, dat minister Kuy-
per bij het drankwetdebat op zeker
oogenblik sprak van artikel 9 vers 3.
De oud-predikant kwam om den hoek.
Het Haagsche G'orrespondenticburcau
meldt officieus:
„Het moet zeker zijn dat de inspan
nende arbeid, welke de behandeling en
de verdediging der Drankwet thans in
de Tweede Kamer in het bijzonder van
den minister van binnenhmdsche zaken
vordert, niet zal toelaten dat deze zich
vooreerst aan de beantwoording van het
Kamerverslag omtrent het Hooger Ou
derwijs zal kunnen zetten, liet gevolg
hiervan zal vermoedelijk zijn dat de
wet niet vóór de helft van Juni voor
openbare beraadslaging gereed is, zoo
dat de afdoening als vanzelf tot na de
a.s. Statenverkiezingen verschoven moet
worden."
Toen er sprake van was dat de Eerste
Kamer de behandeling der wet tot na
de Statenverkiezingen verschuiven zou,
was Dc Standaard en op zijn voorbeeld
de christelijke pers er gauw bij omdat
als een soort gemeene streek voor te
stellen.
Het spreekt van zelf, dat, nu dr.
Kuyper hetzelfde doet, De Standaard
en op zijn voorbeeld de christelijke
pers dat als een daad van diepe staats
manswijsheid zullen huldigen.
De nestor der Haagsche Journalisten,
de heer B. dc Vries, hoopt den lOen
Juni a.s. den merkwaardigen dag te
gedenken waarop hij 55 jaren geleden
en wel reeds op 12-jarigen leeftijd de
eerste schreden zette op het gebied der
dagbladpers. Tot heden wijdt deze vete
raan in de journalistiek zich nog steeds
met jeugdige werkkracht aan de moei
lijke taak, die hij reeds meer dan een
halve eeuw meer bijzonder als verslag
gever op de perstribune iu de Kamer
der Statcn-Generaal vervulde.
Omtrent do schaking van hetlG-jarig
meisje B. J. B. Y„ zie ons vorig
nummer deelt dc „O. II. Ct." nog
het volgende mede:
De schaker is de in de sportwereld
geenszins onbekende B. J. A., eigenaar
van den harddraver Redburr. De politie
deed overal nasporingende vader van
het meisje is, vergezeld van een reche-
cheur, zelf per automobiel in verschil
lende groote plaatsen o.a. ook te Haar
lem, een onderzoek gaan instellen, en
er is getefonccrd naar verschillende
groote plaatsen, als Londen, Parijs en
Brussel.
Aangezien Redburr was ingeschreven
voor den Kranenburg-prijs te Bergen,
had de politie eenige hoop A. daar te
zullen aantreffen, en werkelijk dit is
gelukt.
Zondag is de hand op hem gelegd.
Hij zat een glas bier te drinken in de
tent op het paddock, toen twee rijks
veldwachters en een inspecteur- van po
litie te Alkmaar hem uitnoodigden.mee
te gaan. Hij dronk eerst op zijn gemak
zijn glas leeg en ging toen kalm mee.
Het meisje is te Rotterdam aange
troffen en naar haar oudei's terugge
bracht. Volgens haar verklaringen zou
den de beide geliefden één dag te
Brussel hebben doorgebracht.
Den Haag 20 Mei.
Langzaam, heel langzaam sukkelen we
voort, 't Paard voor een trekschuit is
er nog een harddraver bij. Dinsdag heeft
de Kamer een artikel klaar gekregen,
Woensdag weer een en Donderdag is
zij in artikel NI blijven steken. Als 't
zoo voortgaat, duurt 't tot half Juli eer
de Kamer met 't geheele wetsontwerp
gereed is.
En niet alleen de Kamerleden ook
de Minister van Binnenlandsche Zaken
houdt telkens lange redevoeringen om
aan te geven, waarom hij 't een of an
der zoo geschreven heeft, doch „intus
scheu" (zooals de gebruikelijke term
luidt) tegen wijziging geen bezwaar heeft.
Uit de discussies vermelden we 't
volgende.
Voorgesteld werd de verkoop van sterke
dranken iu openbare middelen van ver
voer te verbieden. De lieer Rink stelde
een amendement om dit verbod te schrap
pen. Hij meende, dat dit een noode-
iooze plagerij was, en vreesde geen too-
neelen van dronkenschap; hij werd daarin
krachtig gesteund door den heer van
Raalte, die deze bepaling zelfs een dra
conische wuitas noemde.
De voorstanders van de bepaling, zoo
als dc heeren Melchers, van derZwaag
eu de Minister, gaven hoog op van de
dronkemanstooneelen op de stoombooten
van onze binnenvaart; over den aanstoot
gegeven aan de medereizigers; over de
walgelijke taal, door sommige heden
uitgeslagen enz.
Al was de verdediging niet van over
drijving vrij te pleiten, de argumenten
kunnen toch sterk genoeg heeten om
de drankverkoop in vervoermiddelen te
verbieden, 't Amendement van den heer
Rink vond dan ook niet veel steun en
verwierf slechts 14 stemmen.
Een ander lang debat werd gevoerd over
een amendement van de sociaal-demo
craten, bedoelende dc uitzondering ge
maakt voor militairen op marsch, in
legerplaatsen of in localiteiten, aan het
militair gezag onderworpen, te schrappen
en dus de drankverkoop in kazernes enz
te verbieden.
Oppervlakkig lijkt er voor dit amen
dement veel te zeggen. Alleen 't
houdt geen rekening met de werke
lijkheid. Indien de drankverkoop in
't leger verboden wordt, zullen de
militairen daarom nog niet geheelont
houders worden. En er bestaat alle vrees,
dat de vroeger beruchte soldatenkroe-
gen weer zullen ontstaan, zoodat 't ge
neesmiddel erger dan de kwaal zou zijn.
Dit alles werd in een heldere, over
tuigende rede door den Minister van
Oorlog uiteengezet. Na een lang debat
kon 't amendement dan ook slechts acht
stemmen behalen, n.l. die van de soci
aal-democraten en van den heer Staal
man. Wonder genoeg, had de heer Scha
per zich voor de stemming verwijderd,
hoewel hij zelf medcondertcekenaar was.
Over artikel VI werd ten eerste een
uitvoerig debat gevoerd over verschil
lende vormkwesties, merkwaardig genoeg,
doch waarmede we onze lezers niet wil
len vermoeien.
De hoofdkwestie is echter dc nieuwe
bepaling, dat door den Kroon te begin
nen in 1905 en in 't vervolg om de
vijf jaar op voorstel van den geineeutc-
teraad 't aantal vergunningen in een
gemeente kan verlaagd worden.
De sociaal-democraten stelden een
amendement, waarbij ook de meerder
heid der meerderjarige ingezetenen zulk
een recht van petitie gegeven wordt.
Minister Kuyper verklaarde met 't
denkbeeld in te stemmen. Daar echter
voor de uitvoering een heel stel arti
kelen noodig zou zijn, kon hij het nu
niet steunen. De heer Schaper stelde
voor een en ander bij Koninklijk Be
sluit te regelen, doch de Minister ver
klaarde 't amendement voor onaanne
melijk. Ten slotte diende de heer Bor-
gesius een amendement in, waarbij be
paald werd dat niet de raad, maar Ge
deputeerde Staten, 't voorstel zullen doen;
als reden gaf hij op, dat hij bij voor
stellen van den raad vreesde voor 't
toegeven van persoonlijke vijandschap
enz. De Minister was dit amendement
niet ongenegen.
De heer Lohman wilde van 't geheele
regeeringsvoorstel niet weten.
De middag eindigde in cenhopeloozc
verwarring, waarbij de heer Talma een
amendement en een gewijzigd amen
dement indiende en de heer Idsinga zijn
voorbeeld volgde, zoodat ten slotte ver
daging tot den volgenden dag werd
voorgesteld, opdat de leden de stukken
gedrukt zouden voor zich kunnen zien.
JEvolutie.
Een onzer lezers schrijft ons:
„De Eemlander" liet in zijn jongste
hoofdartikel „Revolutionair?" ons kennis
maken meteen artikel uit: „Dc Vrijheid"
„Nieuws en Adv. blad voor de Zuid-
Ilollandsche eilanden," waarin de libe
ralen gehekeld worden om hun evolutie
loer.
Op dienzelfden dag vermeldt de nieuwe
Rottcrdamsche courant in het kamer
overzicht uit de rede van het Roomsch
Katholiek lid van Vlijmen:
„Spreker is groot voorstander van
„maatschappelijke evolutie: staat daarbij
„op 't standpunt van onzen gcwaardccrden
„veteraan Li eft i nek.
„Die evolutie werkt door en op de
„werking daarvan vertrouwt hij voor
„de verbetering van toestanden ook op
„sociaal gebied.
Maatschappelijk evolutie schijnt
dus wel geoorloofd, in dc oogen der
reactionaire partijen, - edoch niet de
staatkundige evolutie, welke' laatste
echter even zeker dooi de historie der
volken bewezen is, als de eerste.
De willekeur der heeren schijnt voor
zulke tegenstrijdigheden niet terug te
deinzen!
UIT DE PERS.
In liet Sociaal Weekblad schrijft mr.
L(imburg) een artikel over het werk
onzer christelijke regeering. Waar we
tegenwoordig herhaaldelijk door de chris
telijke propagandisten het ministerie zoo
uitbundig hooren prijzen, kan het zijn
nut zeker hebben, deze streng zakelijke
critiek gruotendeels over te nemen.
We hadden altijd gedacht, dat de
krachtige persoonlijkheid van den Pre
mier, van huis uit democraat in zijn
gevoelens, er borg voor stond, dat hij
al zijn krachten zou geven om zijn
denkbeelden ten bate van het land te
verwezenlijken, nu hij den eersten
regeeringszetel innam. Deze illusie is
vervlogen; er is al spoedig gesproken
van een oude plunje, die afgelegd werd,
eu er zijn geen daden gevolgd van
eenige beteekenis. Alleen de herziening
van de wet op 't Hooger Ouderwijs geeft
uitvoering aau een lievelingsdenkbeeld
van dr. Kuyper en juist hier is het de
vraag of hij door met dit ontwerp niet
te wachten, niet een groote politieke
fout heeft begaan, een fout die zich zal
wreken in de mindere hechtheid zyner
coalitie.
Maar behalve het Hooger Onderwijs
vindt men tot nog toe geen enkel groot
denkbeeld van den Premier in de wet
geving uitgedrukt. Er is in die drie
jaar gepeuterd aan de Gemeeutewetge-
ving, zonder dat die wet eenige esseu-
tieele verandering heeft ondergaan»
behalve dat de vrouw meer is achter
gesteld dan te voren; er is een wijzi
ging van diezelfde gemeeutewet aan
hangig gemaakt die de sporen draagt
te zijn ontworpen door iemand, die van
de ontwikkeling der gemeenten en de
sociale taak die hen \yacht in de toe
komst, niet het miuste begrip schijnt
te hebbener is een wijziging van de
Provinciale wet ter tafel gebracht, die
de autonomie van de provincies op be
lastinggebied belemmert in stede van
die te verruimen. Maar van een krach
tige hand die onmiddellijk aan de ploeg
werd geslagen om de „kleine luyden"
aan sociale wetgeving te helpen geen
spoor. Er lag bij de komst van het
Ministerie een outwerp-arraenwetmen
had dit zoo men èr zich niet mee
wilde vcreenigen kunnen omwerken,
maar dat er niets bruikbaar in was, is
niet aan te nemen; en toch van een
ontwerp-armenwet schijn noch schaduw.
Men had de Ongevallenwet moeten aan
vullen ten behoeve van landbouw- en
visschersbedrijf, welk laatste vooral zulk
een belangrijk contigent ontmoedige
volgers van den, in hun oog zoo groo-
ten, minister telt.
Ook hiervan kwam niets. Het vraag
stuk dèr ouderdomsverzekering was ja
ren achtereen bestudeerd en door een
particuliere en door een Staats-commis-
sie, er bestond daarover een avantprojet
en... het rust tot den liuidigen dag of
beweegt zich althans alleen in de mi-
nistefieele bureaux. Het zedelijk peil
van het volk moest worden verhoogd,
spel en drank moesten worden bestre
den! Ja, er is een ontwerp tot afschaf-
fipg van de Staatsloterij, maar werken
de zoo ongeveer over een halve eeuw.
Trouwens, hoe weinig de voorstanders
van volksverzedelijkingin de afschaffing
van de Staatsloterij het ware middel
zien, bewijzen wel onze naburen, die
thans juist de Staatsloterij invoeren om
de menschen af te houden van het veel
gevaarlijker dobbelen bij particulieren.
Maar de Drankwet zal men zeggen
Ja, de Drankwet, zij gaf ons juist dit
artikel in de pen; de drankwet immers
komt bewijzen dat de Premier ook het
talent van wetten maken niet bezit in
die mate als wij dat van hem hadden
verwacht, en dat hij zich door de Ka
mer op sleeptouw laat nemen zooals
weinig ministers voor hem. De Drank
wet? Is er ellendiger wetsgeknutsel te
noemen, dan waarvan de Kamer de
laatste paar weken getuige is geweest?
Stond daar een staatsman, die wist wat
hij wilde, die bereid was, ja; tot gemeen
overleg, maar die zijn hoofdbeginselen
fier stelde boven ieder accoordje De
Drankwet! Verzedelijking van het volk!
Wel mocht de heer Troelstra uitroepen:
dat de minister tegen zijn eigen chris
telijke bondgenooten had te strijden en
slechts leden van de oppositie aan zijn
zijde vond! Want van het oorspronke
lijk wetsontwerp, dat al onkenbaar ver
anderd was bij de Memorie van Ant
woord, is nu na de discussie niets, hoe
genaamd niets meer overgebleven. Dob
berend op de baren van de parlementaire
stroomingen zich overgevend aan de
katholieke bondgenooten, die van die
scherpe verzedelijking des volks niets
en niets moesten hebben, het hoofdbe
ginsel der splitsing van tapperij en slij
terij teruggedrongenvoor tientallen jaren,
zoo slingert de minister van bikboord naar
bakboord, en zegt, dat hij over de
juridische vragen van sociëteiten en
vergunningsrecht wel eens het oordeel
van de juristen uit de Kamer wil hoo
ren. Hier waarlijk was hij „wetgever
op mislukking uit".
En dan komt de Rogeering in afwach
ting van de sociale wetgeving die er
nog niet is, het protectionisme liet land
binnen halen„alweer in strijd met
de democratische idee, die zooveel mo
gelijk directe, geen indirecte belastingen
wil, die de arbeidersklasse wil ontheffen
inplaat6 van die, indirect, te bezwaren
die geen bevoorrechting wil van enke
len ten koste van allen."
Waarom dit alles thans geschreven
wordt? vraagt schr. Zijn antwoord luidt:
„Omdat het in de ministerieele pers
met nauw verholen spijt wordt aangezien
dat alle vrijzinnigen in den lande zich
vereend aangorden tot den strijd bij de
Staten-verkiezingen. Hoe nu? Moeten we
dan de Eerste Kamer ook nog brengen
in uw handen die het volk steenen ge
ven voor brood? Is het niet de eerste
plicht van al wat vrijzinnig denkt om
althans dat lichaam zoo sterk te maken
dat het de tariefwet kan keeren als de
Tweede Kamer het niet doet? Het is
raadselachtig hoe men schamper op die
vrijzinnigencoalitie kan neerzien! Tot
nog toe heeft het Kabinet niets gegeven
van wat de democratie verwacht; in
aantocht is een wetsontwerp, dat schro
melijke gevolgen heeft voor 's lands
welvaart. Dat men alles doet dit te
keeren is niets dan voldoen aan een
allereersten plicht."
Dr. Knyper eu de Drankwet.
Aan dr. Kuypcr's houding bij de be
handeling der Drankwet wijdt T(ak) in
De Kroniek een artikel.
Reeds kwam herinnert schr. „het
voorloopig verslag aan de Regcering
een hutspot bieden van bijna enkel bit
tere kruiden. Daarop volgde de memo
rie van antwoord. En dat was een raar
stuk. Een goed deel van de wet werd
ingetrokken; al wat principieel op nieu
we banen was geleid in het ontwerp,
verdween en [toch werd in den aanhef
van liet stuk een principieel gebral ge
hoord, als had men te doen met een
maatregel die tegenover de moeilijkheid
van het onderwerp ook eenige wezen
lijke beteekenis zou hebben."
Bij de mondelinge behandeling van
art. 1 kwain de schipbreuk te kijk,
waaruit alleen de splitsing van tapperij
en slijterijen werd gered, maar zonder
toepasselijkheid op bestaande vergunnin-
gen.
„Dit teekent onze Premier als wet
gever. Met grooten omhaal van woorden
betoogde hij dat de spitsing zonder ge
volg in de wet blijven moest, en het
klonk als van den kuiper die dapper
hamert op een leege ton. Het reëele
prijsgeven, althans wat men voor het
reëele houdt, en heftig strijden voor den
ledigen vorm, dat getuigt vangemisaan
werkelijkheidsgevoel, en opent een nieuw
zicht op de toekomst dezer regeering."
En tegen al de bezwaren van liet
machtig drankkapitaal, van de machtige
drinkgewoonte, heeft dr. Kuyper zijn
kans iiiei- berekend. „Hij verzon, of
liet verzinnen, tal van voorschriften,
waarvan een meer berekend man had
kunnen voorzien dat ze onder de gege
ven omstandigheden geen wret konden
worden. En daarom moest hij in zijn
memorie van antwoord tien pas achter
waarts, en bij artikel een nogmaals tien.
Dc man die ervan houdt om een groot
vertoon van kracht te maken, en die
om het andere woord van een principe
spreekt, bracht, zich in een positie dat
hij met zich moest laten sollen. Hij
moest terugkrabbelen, want een deel
van zijn eigen meerderheid bedreigde
eenige zijner wezenlijke bepalingen.
Liet hij het tot stemming komen, dan
verloor hij post voor post aan een deel
van zijn eigen troepen.
„De zwakke stee van dezen in menig
opzicht sterken man is zijn praalzucht.
In de eerste troonrede, opgesteld in den
roes der zegepraal, was een wettelijke
regeling der drankbestrijding in groote
en zeer positieve woorden aangekondigd
En het moest dan nu ook gebeuren,
men was aan een termijn gebonden.De
zelfgenoegzaamheid van den Minister
was in het voorjaar 1903 sterk gevoed:
hij had toen zijn doel bereikt. In den
zomer daarna moest hij aan zijn Drank-
wet werken. Yol machtsbesef en met
de woorden van zijn eerste troonrede
in het trotsche hoofd, dicteerde hij zijn
bepalingen, zonder de mogelijkheid der
aanneming te overwegen. Hij zou dat
wel klaarspelen. En nu, nog geen jaar
later, staat hij voor de Kamer nietmeer
ah gebieder maar hij ligt er als haar
speelbal."
Wat een staatsman betoogt de
schr. in De Kroniek verder het hardst
te vermijden heeft, „dat is de leiding
uit handen geven, en de Kamer met
het ontwerp laten doen wat ze wil. Dat
kost hem een stuk van zijn reputatie
en van zijn invloed. En zoo gebeurde
het hier. De stuurman moest wijken
voor den loods, want hij kende hetvaar-
watcr niet. Dat is voor stuurlieden did
alle zeeën bevaren niet erg; maar onze
man had voorgegeven dat hij zelf de
haven kon vinden, en hij moest als
Minister er den weg weten.
„Het debat liep over zijn hoofd heen;
zijn pogingen om er wezenlijk aan deel
te nemen, faalden. Hij beproefde de Ka
mer met vertelseltjes uit Normandië en
andere landen van de wijs te brengen
zooals de wijze Nathan deed, nadat hij