No. 42. Woensdag 25 Mei 1904. ie Jaargang Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Bevordering van den Nationalen Arbeid? FEUILLETON. TWEE VRIENDEN. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. linrean Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentiën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Gelijk wij in een vorig blaadje op merkten, ontbreekt in de Memorie van Toelichting bij het tariefontwerp eene uiteenzetting van de beginselen, die den beoogden ommekeer in onze handels politiek zoude» kunnen rechtvaardigen, zoo goed als geheel. Alleen in de laatste alinea van de eerste paragraaf dezer Memorie, in welke de Minister de strek king van het ontwerp tracht toe te lich ten, komt iets hieromtrent voor, waarbij het de moeite loont nader stil te staan. Ue Minister geeft daarin uiting aan de verwachting dat de voorgestelde tarief herziening dienstbaar zal blijken „aan de ontwikkeling onzer nijverheid en mitsdien aan bevordering van den nati onalen arbeid". En ook verder in de Memorie, bij de toelichting der verschil lende tariefposten, wordt die begeerte om den nationalen arbeid te bevorderen telkens weder beleden. Hiermede wordt een onderwerp aan geroerd, dat niemand in den lande on verschillig kan zijn. De opvolgende regeeringen in het tijdvak, dat ons land geleidelijk de verwezenlijking van het ideaal der handelsvrijheid deed naderen, hebben waarlijk de bevordering van den nationalen arbeid niet uit het oog ver loren. Daargelaten nu de in dat tijdvak gevolgde handelspolitiek zelve, welke de cijfers bewijzen het met volkomen stelligheid') aan de ontwikkeling van ons nationaal bedrijfsleven in zijn verschillende uitingen in liooge mate bevorderlijk is geweest, heeft de over heid millioenen besteed aan den aanleg en de verbetering onzer verkeersmiddelen met binnen- en buitenland, aan de uit breiding iler volksontwikkeling en zoo veel meer, wat rechtsstreeks aan de bevordering van den nationalen arbeid moest ten goede komen. In ditverband moge inzonderheid ook worden herin nerd aan de behartiging der landbouw belangen door de oprichting der land bouwproefstations, de subsidies voor proefvelden, de verbetering van het landbouwonderwijs door aanstelling van 1) Belangrijke gegevens daaromtrent zijn o. m. te vinden in eene, bij de firma Moutun en Co te 's Gravenhage, verschenen brochure van den heer Jhr. Mr. H. Smissaert over .Vrijhandel cn Welvaart." Wie heeft ccnig vermoeden wat zijn lot zal zijn Wie heeft vooraf zand gestrooid op den weg dien hij loopen moet Uit het Noordsch van 2.) ALEXANDER L. IGELLAND. Den eersten Mei gingen zij naar de Lyonsche credietbank over; maar toen zij zich in het bureau van den chef be vonden, om afscheid te nemen, zeide de oude bankier tot Charles, nadat Alphonse het vertrek verlaten had, want deze ging altijd voor: „Sentimentaliteit deugt niet voor een man van zaken". Van dien dag af veranderde Charles. Hij werkte niet slechts vlijtig en nauw keurig zooals altijd, maar hij toonde een vernuft en een zoo bewonderenswaardige arbeidzaamheid, dat hij spoedig de op merkzaamheid van zijne meerderen tot zich trok. Dat hij in zaken veel knap per was dan zijn vriend, was spoedig duidelijk te zien, maar telkens als hij bevorderd werd had hij een innerlijken strijd te voeren. Telkens als hij voorge- zuivelconsulenten en landbouwleeraren, door oprichting van zuivelscholen en instelling der wintercursussen, verbete ring van den veestapel enz. Indien dan ook werkelijk de beoogde tariefherziening kan brengen wat de Minister er van verwacht, dan, zeker, zouden niet alle ernstige bezwaren tegen zijn voorstel zijn uit den weg geruimd, dan zou het in verschillende opzichten nog wijziging behoeven, doch dan zou toch ongetwijfeld een sterk argument, ten gunste van wat de protectionisti sche kern van het ontwerp is, den Mi nister ten dienste staan. Daarom is het teleurstellend, dat de Minister in het bedoelde gedeelte der Memorie van Toelichting de gronden verzwijgt, op welke zijne verwachting steunt. Van protectionistische zijde is bij herhaling, vermoedelijk om te doen gc- looven, dat de leer van den Vrijen Handel niet rust op eenig verstandelijk betoog, deze leer een dogma genoemd. Maar terwijl deze leer sedert meer dan een eeuw door tal van schrijvers van allerlei natiën is getoetst cn deugdelijk bevonden, en haar aanhangers bij voort during zich bereid toonen haar tegen redelijke kritiek te verdedigen, zoekt men thans juist omgekeerd in deze Me morie te vergeefs naar de gronden voor de protectionistische verwachtingen des Ministers. Intusschen dient toch deze zinsnede der Memorie, welke een principieel ar gument ten gunste der voorgestelde politiek van bescherming, zoo al niet ontwikkelt, dan toch vermeldt, nader te worden onder de oogeu gezien. Wat is er dan van dit ontwerp voor de bevor dering van den nationalen arbeid te wachten Reeds aanstonds worde opge merkt, dat het woordje „den" hier te eenenmale misplaatst is. Verschillende takken van den nationalen arbeid zul len door de beoogde tariefhervorming niet worden gebaat, doch uitsluitend en onbetwistbaar geschaad - en daaronder die, welke blijkens het aantal van hun beoefenaars in het Nederlandsch bedrijfs leven den eersten rang bekleeden. Dat handel en verkeer, en al de bedrijven, welke daarmede in oniuiddelijk verband staan, schade zullen lijden door eene tariefherziening, welke ons verkeer met het buitenland niet alleen zal, doch ook wil bemoeiclijken, is duidelijk cn wordt door onze protectionisten niet ontkend. trokken werd had hij min of meer het gevoel vau een slechte daad begaan te hebben, maar niettegenstaande dat ar beidde hij met een rusteloozeil 'ijver voort. Eens op een dag zeide Alphonse op zijn tuchtigen openhartigen toon: „Gij zijt toch een knappe kerel, CharlesGij komt oud en jong vooruit, om nicteens van mij te spreken. Ik ben waarlijk trotsch op u!" Charles kreeg een kleur. Hij had steeds gedacht, dat het Alphonse] krenkte voor bijgegaan te worden en nu moest hij hooren, dat zijn vriend heiu niet alleen gaarne den voorrang gaf, maar boven dien nog trotsch op hem was! Langzamerhand stelde hij zich gerust, en zijn soliedc arbeid werd meer en meer op prijs gesteld. Maar toch, als hij nu werkelijk de knapste was, hoe kwam het dan, dat men hem in het gewone leven geheel over het hoofd zag, terwijl Alphonse de lieveling van allen was? Zelfs zijne bevorderingen en de bewij zen dat men zijne diensten erkende, werden hem op eene drooge zaakkun dige wijze gegeven, terwijl de geheele wereld, van den directeur tot aan den bode, voor Alphonse altijd een vrien delijk woord of vroolijkcn groet over hadden. In de verschillende kantoren en af- deelingen van de bank werden allerlei intriges gespeeld om het bezit van mijn- In de tweede plaats noemen wij de bedrij ven van landbouw en veeteelt, aan welke van den disch van dit ontwerp ook zelfs geen kruimke toevalt. Zij zullen te lijden hebben van het duurder worden van tal van levens- en bedrijfsbenoodigdheden, doch daar blijft het voor hen dan ook bij. Hetzelfde geldt van de visscherijcn, en van de verschillende groepen van arbeiders met het hoofd of met de han den, die men pleegt samen te vatten onder den aigemeenen naam van „be oefenaars van vrije beroepen". Evenzoo van hen, die in ambtelijke betrekking zijn geplaatst. En eindelijk van de ver schillende nijverheidsgroepen, die onbe schermd blijven, zooals de diamantindu strie, de typografische vakken, de spin nerijen, de bouwbedrijven, de veenderij cn nog zooveel meer. Laten wij een voor de protectionisten zéér gunstige (zelfs gelijk bleek, bewijs baar veel te gunstige) onderstelling een oogenblik aannemen, t. w. dat do door het ontwerp beoogde bescherming ten goede komt aan de geheele Neder landsche nijverheid, zoodat alle daartoe behoorende bedrijfstakken van de gunsten der bescherming genieten. Laten wij daarbij verder een oogenblik aannemen, dat van den regen op de hoofden der, dan toch steeds in de eerste plaats be schermde, ondernemers, een en ander afdrupt op alle in htm bedrijf werkende personen. Dan nog worden van de in Nederland blijkens de jongste beroeps telling in eenig beroep werkzame per sonen, ten getale van 1.923.579, niet meer dan 650.574, of ongeveer een derde deel beschermd, Voor de overige twee derden der Nederlandsche werk zame bevolking brengt het ontwerp niets dan nadeel. Wat blijft er in het licht dezer cijfers over van de leuze der be vordering van den nationalen arbeid? Doch er is meer. Bevordering van den nationalen arbeid langs den weg der protectie kan niets anders beteeke- nen dan dit: binnen onze grenzen doen vervaardigen een deel van hetgeen tot dusver uit den vreemde werd betrokken, en wel zonder dat de overigens bestaande „nationale arbeid" in omvang afneemt. Hoe stelt men zich dit nu voor? Van het benoodigd kapitaal spreken wij niet, ofschoon ons niet bekend is, dat Neder landsche industrieele ondernemingen van voldoende soliditeit en levensvatbaarheid ooit te vergeefs naar het vereischte heer Alphonse, want het was of een stroom van leven en frischheid steeds zijn schoone gestalte en vroolijken geest volgde. Charles had daarentegen dikwijls ge merkt, dat zijne collega's hem als een droogen jongen beschouwden, die slechts aan zijne zaken en aan zijn eigen per soon dacht. En toch bezat hij een hart, zoo fijn gevoelig als weinige; slechts bezat hij de gave niet, zijne aandoe ningen in woorden te brengen. Charles behoorde tot die kleine zwarte Franschen, wier baard bijna vlak onder de oogen begint, zijn gelaatskleur was geel en zijn haar was ruw en borstelig. Als hij vroolijk was, werden zijne oogen niet grooter, maar draaiden cn vonkelden. Als hij lachte, trokken de einden van zijn lippen op, en dikwijls, wanneer zijn hart vol vreugde en goedheid was, had hij de menschen half verschrikt door zijn terugstootend uiterlijk zien terug deinzen. De eenige, die hem zoo goed kende, dat hij zijne leelijkheid niet meer zag, was Alphonse, maar de overigen begrepen hem niet; hij werd wantrou wend en meer en meer eenzelvig en achterhoudend. In een bijna onmerkbaar crescendo werd in hem de gedachte levendig, waarom hij nooit iets van datgene zou bereiken, wat hij het meeste noodig had een vroolijken hartelijken omgang, en eene vriendelijke tegemoetkoming, waar kapitaal hebben moeten zoeken. Doch waar zijn de scharen van thans werk- looze, en in de nieuw te vestigen of uit te breiden ondernemingen bruikbare, werkkrachten binnen onze landpalen te vinden? Stellig is werkloosheid ook van bekwame werklieden in Nederland niet onbekend. Terecht heeft men opgemerkt, dat het met de in een land beschikbare werkkrachten gaat als met de woningen in een groote stad. Zij zijn nooit alle gelijktijdig bezet. Doch van werkloosheid in eene mate, als door het argument der „bevordering van den nationalen arbeid" wordt ondersteld, is toch in ons land schijn noch schaduw te vinden. Uit een en ander volgt, dat in genoemd argument voor „bevordering" moet wor den gelezen „verplaatsing", en dat, tegen over industrieën, welke bij aanneming van hot ontwerp-Harte tot meerderen bloei zullen komen, er noodwendig andere zullen staan, die in moeilijkheden ge raken, en, indien zij niet geheel ver dwijnen, in omvang zullen verminderen. Welke industrieën het eerst zouden te lijden hebben van de tot standkoming van dit ontwerp, zullen wij in een vol gend blaadje behandelen. Thans bepalen wij ons tot het betoog, dat het inge diende ontwerp zelfs het een derde deel der Nederlandsche bevolking, dat in nijverheidsbedrijven werkzaam is, als groep beschouwd, niet bevoordeelt doch niet meer bereikt dan een verschuiving van welvaart Het ontwerp doet een ruwe greep in de ontwikkeling van ons bedrijfsleven, hier gevend wat hetginds nam. Mag eene dergelijke handelwijze worden omhangen met de schoonklin kende leuze dor bevordering van den nationalen arbeid? Vereeniging Het Vrije Ruilverkeer'". UIT DE PERS. Onder het opschrift „De Bloei van de haven" komt in -het Volk" hot vol gende artikel voor: De welvaart in zaken straalt af op het gansche volk. De haudol geeft rij kelijk werk aan rappe handen. Indien niet ondernemende patroons hun her senen inspanden oin handel en bedrijf te doen bloeien, de arbeiders zonden geen werk hebben. Eero dus dien onderne- menden en bekwamen mannen. Zulke taal krijgt men vaak genoeg bij hij de warme woorden zou kunnen uiten, die hij nu steeds in zijn binnenste verborg. Waarom ontving iedereen Al phonse met open armen, terwijl hij zich tevreden moest stellen met stijve bui gingen en koele blikken? Alphonse vermoedde niets. Hij was vroolijk en gezond, verrukt over het le ven en over zich zelf en zijn werk te vreden. >Men had hem in dc gemakke lijkste en aangenaamste afdeeling der zaak geplaatst, waar hij, door zijn flink hoofd en zijn talent ont met menschen om te gaan, zijne betrekking uitstekend waarnam. Hij had eene uitgebreide conversatie, iedereen maakte gaarne kennis met hem en hij was bij zijne mannelijke zoowel als bij zijne vrouwelijke bekenden zeer gezien. Een tijd lang volgde Charles hem in dc kringen, die zich voor Alphonse openden, totdat de gedachte bij hem op kwam, dat hij slechts terwille van zijnen vriend werd uitgenoodigdvan dat oogen blik af trok hij zich terug. Toen Charles Alphonse voorstelde, samen een eigen zaak op te zetten, antwoordde deze: „Het is zeer vrien delijk van u, dat ge mij daartoe uitkiest, want het zou u niet moeielijk vallen een veel knapperen conrpagnonte vinden." Charles had gemeend, dat de veran derde verhouding en het meerdere samen werken Alphonse ver van die kringen verwijderd zouden houden, welke Charles te lezen. Er behoeft heen bepaalde bron bij te worden gonoemd, ge kunt er desnoods v(jftig Holtaudsckekrantenna men onder zotten, zonder dat men u eene vergissing zal verwijten. We ontkennen bekwaamheid en onder nemingsgeest niet, al wordt daarover misschien wel eens wat erg hoog opge geven, maar we zien er wat anders onder liggen, dat eigenlijk de hoofdzaak is, en dit is de winstmakerij. Al die inspanning borust op een redelijk uil- zicht om winst te maken, en hierop alleen. Natuurlijk, zal men ons ant woorden, dat weet een kind. Maar, zeg gen wij dan weer van onzen kant, als dat zoo eenvoudig is, dan is het ook maar toeval, als de winstmaker ook in anderen kring eenige welvaart verspreidt want hij. moet trachten zooveel mogelijk winst te maken en dus zoo weinig mo gelijk aan anderen te geven. En dat is geen fraai recept om in wijden kring welvaart te versprijden. Er komt juist in deze plagen weer een merkwaardig voorbeeld van de waarde van zulke zinnetjes als waarfuee we dit artikel begonnen. De lïotterdamsche aanvoer van granen is van vrij groote beteekenis en geeft aan veel handen werk. Zwa tr werk, maar hot hoort niet tot het slechts be taalde. En als er nu aan de Rotterdum- scho haven eens een staking was, dan hoorde men in den trant van zedemees- ter-braafheid dikwerf zeggen de arbei- bers moesten toch nadenken, want als zij door staking de levering hier in de haven onzeker maken, of den doorvoer vertragen, dan krijgt Rotterdam con slechten naam, en als zij de loonen op schroeven, wordt Rotterdam als ovor- laadplaats te duur. En dan komen dc gevolgen neer op den rug van dezelfde werklieden. Het werk zal verdwijflen, en dat is voor hen het ergst. Wij knappe Rotterdammers sloven ons uit oin winst te maken, zeker, maai' ook om werk in de haven te brongen, en zoo komen de gevolgen van ons bedrijf ook tongoede aan den brcedeu kring der arbeider». Zoo spreekt het hoofd der firma Za- kenmaker Co. en strijkt welgevallig de hand over het van denken moede hoofd. Joris Goedblood, de brave burger staat or bij, is van bewondering ver vuld en verteld middag en avond in zij li café hoe zorgzaam het firma-hoofd en zijn gelijken de welvaart der arbei- nu eenmaal niet kon uitstaan, en hen nog meer aan elkander zouden hechten, want eene onbestemde vrees had hem bevangen, dat hij zijnen vriend eens zou kunnen verliezen. Hij wist het zelf niet recht en het zou ook zeer moeilijk te bewijzen ge weest zijn, of hij ijverzuchtig was op alle menschen, die zich als 't ware om Alphonse verdrongen, of dat hij naijverig was op het geluk, dat zijn vriend overal rondom zich verspreidde. Zij begonnen hunne zaak voorzichtig en met beleid en het ging hun goed. Over het algemeen was men van oor deel, dat die beide mannen een goed geheel vormden. Charles vertegenwoor digde het solide vertrouwbare element, terwijl de schoone elegante Alphonse aan de jonge firina een glan» verleende, die volstrekt niet onbeduidend was. Ieder die in het kantoor trad, viel zijne gestalte op cn het sprak als van zelf, dat men zich tot hem wendde. Charles bukte zich dan oyer zijn werk en liet Alphonse het woord voeren; als deze hem iets vroeg, antwoordde hij kortaf en zonder op te zien. Daarom ge loofden de meeste bezoekers, dat Char les een bevoorrecht klerk was en Al phonse de eigenlijke chef der zaak. Als Franschen hadden zij er weinig aan gedacht te huwen, cn als jeugdige Parijzenaars leidden zij een loven, waar. in de liefde eene groote rol speelde

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1