Binnenland.
Tweede Kamer,
Allerlei.
Italië, in de protestnota over Loubet's
reis naar Rome, te verzwakken.
De Temps geeft een lezing volgens
hetwelk de bewuste zinsnede slechts in
één der protesten voorkwam en wel in
dat gericht tot het hoofd van een Ka
tholieken Staat, dat twee jaren geleden
den Koning van Italië wilde bezoeken
en dit destijds naliet op de bedreiging,
dat de Paus de diplomatieke betrekkin
gen zou afbreken. Nu die reisplannen
weer opnieuw werden gemaakt werd
hem alleen aangezegd, dat alleen om
speciale redenen de Parijsche nuntius
ditmaal niet werd teruggeroepen, het
bekende dreigement.
Een aardig geval wordt uit Parijs ge
meld. Daar kwam een jongmensch een
portefeuille met 600 francs deponceren,
die hij had gestolen maar van een dief.
Hij had voor de aardigheid zich inge
laten met een verdacht individu, dat
hij den indruk had gegeven, dat hij
veel geld bij zich had. Toen deze hem
met een loos praatje wist 6' overreden
om tijdelijk over en weer hun porte
feuilles in bewaring te geven liet hij
zijn compere in den steek. In de porte
feuille van den dief bevond zich 600
francs, in die van den amateur-dito geen
40.000 francs maar courantenpapier.
Nog eenmaal schijnt de naam Kwilecki
door de wereld te zullen klinken. Nadat,
zooalsmcn weet, de Duitsche justitie erkend
heeft, dat inderdaad dc jeugdige graaf
een kind van de Poolsche gravin is,
maakt de baanwachtersvrouw Mayer
thans aanspraak op hem. Als het een
beetje wil, krijgen we dus eerlang een
nieuw proces over dezen voor zijn mon
digheid al beluchten graaf.
Dusseldorf zal in 1905 haar tentoon
stelling van scheepvaart hebben. Het
gemeentebestuur heeft daartoe besloten.
Een 95-jarige vrouw te Jassy, die
haar einde voelde naderen en geen fa
milie of kennissen had, zorgde zelf tijdig
voor doodkist, kaarsen enz. Men vond
haar gestorven in de kist met de kaar
sen nog brandende.
De paus heeft aan twee leden van
de katholieke vereeniging „Austria" te
Innsbruck, Arthur Weber en Dr. Schu
macher, die beiden weigerden te duel-
leorcn toen ze werden uitgedaagd, res
pectievelijk het eerekruis pro ecclesia
en de Gregoriusorde verleend.
De wereldlijke overheid had beiden
als straf uit het reserve-officierenkorps
verwijderd.
Een moordaanslag op Peter I van
Servië is gereduceerd tot een persoon
lijke wraakneming van een boer op een
baanwachter, die daartoe een steen op
de rails had gelegd, doch niet wist, dat
de Koning met den naderenden trein
reisde.
Eerst de vrijheid en nu het geld wordt
den Fnmen ontnomen. De Russische
Regeering heeft, voor oorlogsdoeleinden,
3.840.000 gulden van een som van
6.720.O0O gulden afgenomen, welke in
de Finsche schatkist aanwezig was en
men is maar al te bang dat de rest
van het batig saldo denzelfden weg zal
opgaan.
Te Yelsen is eindelijk de proef aan
gevangen met de brug open. Zij heeft
tot 4.20 geduurd. Dat zij niet eerder
kon aanvangen, lag aan het defect zijn
van het machinetje dat den vangarm in
beweging moet brengen. Daardoor kon
zelfs van half negen af het tramverkeer
niet over de pont worden geleid, zooals
dit nu reeds weken achtereen plaats
heeft. Hieruit blijkt, welk een stagnatie
het verkeer zou ondervinden, door zoo'n
klein defect, als de brug eens werkelijk
weg was. En wat dit beteekent blijkt
nog béter uit de volgende cijfers, die
officieel zijn: Van 2 uur tot 4.20 zijn
overgebracht: 734 voetgangers, 96 fiet
sen, 71 karren, 38 rijtuigen met paar
den, 1 auto en 3 trams.
Eu nu rijden er nog geen hooiwagens
en zijn wij nog niet in dengroententijd.
Ecu meisje van den werkman G. S.
te Gouda goot petroleum in de kachel,
om haar feller te doen branden. Zij
schijnt evenwel wat te dicht bij het
vuur te hebben gestaan want plotseling
vatten haar kleercn vlam. Hoewel spoe
dig personen tot blussching aanwezig
waren, werd haar lichaam overdekt met
brandwonden. In hopeloozen toestand
werd zij naar het gasthuis gebracht.
De Standaard maakt zoo iets als
amende honorable. Maar hoe!
Het heette, kort geleden nog, keer
op keer in het ministerieele blad, dat de
oppositie tegen de Drankwet „politieke"
oppositie was, waarbij niet de goede
zaak der drankbestrijding het doel was,
waarnaar allen mikten dat deed
alleen de rechterzijde maar waar bij
linkerzijde deze bedoeling voorzat: het
christelijk Kabinet een beentje te lichten.
Bewezen werd die onbewijsbare mal
ligheid natuurlijk niet, ook niet toen
naar bewijzen met belangstellenden aan
drang werd gevraagd.
Thans komt het orgaan van den
Ministe# van Binnenlandsche Zaken met
een driestar over den „amendementen-
regen", waarin te lezen valt: „Het
politieke spelletje heeft thans uit en er
wordt van rechts en links ernst met de
zaak gemaakt."
Och komSinds wanneer heeft de
linkerzijde zich boetveerdig bekeerd?
Sinds „in hoofdzaak dc lijn, door de
Regeering uitgeteekend, gevolgd wordt?"
Men moet maar durven. Vad.
Op de beide Pinksterdagen werden od
de lijnen van de Haagsche Tramweg-
maatschappij vervoerd 152,027 passagiers.
De stoomtram der Staatsspoor ver
voerde op de beide dagen ongeveer
30,000 personen naar en van Scheve-
ningen. Aan het Hollandsche Spoorstation
alhier werden 14,860 plaatsbewijzen voor
verschillende steden afgegeven.
Het wandelhoofd Koningin "VVilhelminu
te Scheveningen werd in de Pinkster
dagen door 32,300 personen bezocht, een
buitengewoon cijfer bij het veel vroeger
invallen van Pinksteren.
Door de gemeentetram te Amsterdam
werden gedurende de beide Pinksterda
gen vervoerd 259,282 passagiers.
De Doopsgezinde Predikanten hebben
aan de Eerste Kamer een adres gezon
den voorzien van een tachtigtal hand-
teekeningen, waarbij zij aandringen op
verwerping van de Hooger Onderwijswet.
den Haag 27 Mei 1904.
't Is met dc verwarring van verleden
week Donderdag beter afgeloopen dan
verwacht werd. Toen Vrijdagochtend do
Kamer weer bijeen kwam werden ach
tereenvolgens alle amendementen afge
stemd met grootere of kleinere meer
derheid. Dc verdeeling der stemmen was
over 't algemeen zoodanig, dat het geen
partij-stemmingen konden genoemd wor
den. We willen er verder dus maar niet
over spreken.
Bij 't volgend artikel kwam de |heer
Nolting met een amendement om tege
moet te komen aan de bemoeilijking,
die hij zag in den weg gelegd aan 't
opkoopen van twee vergunningen om
die door één ander te vervangen. Hij
stelde voor, op deze opkoopers niet van
toepassing te maken de bepaling, dat
een nieuwe vergunning na vijf jaar kan
worden ingetrokken.
Nu, dat was den Minister wat kras;
als die bepaling nu eens eenige jaren,
b.v. vijf, voor deze menschen niet van
toepassing verklaard werd, dan zou hij
wel mee kunnen gaan. Goed, zei de
heer Nolting, laat ons dan zeggen tien
jaar. De Minister nam toen 't amendement
over, zeer tegen den zin van den heer
Talma, die zich ernstig ontevreden toonde
en nu per amendement voorstelde de
oude lezing te herstellen. Dit amende
ment werd echter met 40 tegen 33 stem
men verworpen.
Dinsdag werd geen vergadering ge
houden, maar Woensdag begon dc Ka
mer met nieuwen moed en met onge
wone vaart. Twee artikelen werden af
gedaan en aan een derde werd begon
nen. Art. IX geeft den Raad de be
voegdheid om
lc. het verleenen van tappers- of slij
tersvergunningen voor bepaalde stads-
deelen of straten te verbieden,
2e. voor zulke stadsdeelen een maxi
mum vast te stellen,
3e. uren te bepalen w aarop de tappe
rijen en slijterijen gesloten moeten
zijn.
4e dagen te bepalen waarop hetzelfde
moet geschieden.
De heer Borgesius wilde alinea 3 doen
vervallen als overbodig. De heer Scha
per wilde opnieuw trachten dc socië
teiten bij dit artikel gelijk te stellen
met de tapperijen en slijterijen. Beide
pogingen mislukten.
't Volgend artikel is zeer lang. De
Voorzitter stolde eerst de 12 eerste pun
ten aan dc orde, waarbij bepaald wordt,
wanneer een vergunning niet verleend
mag worden.
Hierop waren tal van amendementen
ingediend. Een dm bepalingen is, dat
de betrokken locaüteit niet belmoren
mag aan Kijk, provincie, gemeente of
waterschap. De lieer Fock acht dit ver
bod overbodig en wil 't dus schrappen.
De heer Rink wil 't verbod van ver
gunning in stations doen vervallen.
De heer Bolsius wil drie punten schrap
pen en wel 't gebod, dat de localiteitcn
gelijkvloers moeten zijn, dat zij aan de
zijde van den openbaren weg moeten
liggen en dat de localiteit volledig in
zicht van den openbaren weg af moet
geven. Over deze bepalingen ontstond
een lang debat, de Minister hield zijn
standpunt niet streng vol, nogal begrijpe
lijk nu deze amendementen van be
vriende zijde kwamen, nij liet de be
slissing aan de Kamer over.
De heer Smeenge wilde ten slotte 't
gebod schrappen, dat de vergunning,
houder een natuurlijk persoon moet zijn-
waardoor dus naamlooze vennootschap
pen enz. geen vergunning zullen krijgen.
De Minister en de Commissie van Rap
porteurs meenden, dat 't amendement
niet mocht aangenomen worden, daar
op deze wijze de vergunning nooit zou
kunnen uitsterven, 't Kapitaal zou zich
van deze vergunningen meester maken
en de regeering zou den druk van zulke
monopolisten te veel gaan voelen.
Donderdagmiddag kwam nog 't eerst
genoemde amendement in stemming; dc
stemming staakten (41 tegen 41). De
tweede stemming hierover en de overige
stemmingen werden nu tot den volgen
den morgen uitgesteld.
Prol'. Vau «Ier Vlugt cii
l>r. Kuyper.
Professor W. van der Ylugt is opge
treden te Koudekerk voor een stamp
volle zaal en een aandachtig gehoor,
met een rede over de beteekenis der op
handen zijnde verkiezing voor de Pro
vinciale Staten. Hij stelde in 't licht,
waarom juist thans, nu de Eerste Kamer
voor zulk een gewichtige beslissing komt
te staan, de verkiezing yooi- de Pr. St.
van zoo groot belang is. Eigenaardig
schetste de heer v. d. Mugt het tegen
woordige coalitie-ministerie, dat berustte
op een afspraak: „om elkander wat te
geven en van elkander wat in ruil te
nemen en elkanders wenschen te ver
vullen".
„Gevolgelijk kan", aldus de professor,
„op die wijze een zeer kleine fractie,
vooral als zij door een buitengewoon
bekwaam man geleid wordt, haar wil
opleggen".
Yeel vermag het overmoedig vertrou
wen van één man.
Aldus Dr. Kuyper met zijn onnoeme
lijk klein troepje Calvinisten".
We zullen van de geheele, overigens
zeer merkwaardige en schoone rede van
den heer Yan der "Vlugt geen verslag
geven, doch een paar uitspraken wen
schen we, vooral ook in verband met
wat we zelf schreven, even te memo-
reeren.
Bij zijne bestrijding van de Hooger
Onderwijswet geeselde de spreker scherp
de eigenaardige tactiek van Dr. Kuyper
om al zijn tegenstanders als ongeloovigen
en Socialisten in de oogen van de goe
gemeente te brandmerken.
„Wie het niet ten volle met hem eens
is wordt gerangschikt onder de god
loochenaars en socialisten.
En verder:
„In strijd met de waarheid wordt de
vechtwijze op die manier voortgezet".
Na nog de Tariefwet aan een scherpe
critiek onderworpen te hebben, sprak de
heer v. d. Ylugt als zijn meening uit:
„Beide maatregelen (Tariefwet, Hoo
ger Onderwijswet) maken het der Eerste
Kamer schier tot plicht een beslist iieen
te dom hoor en.
Blijkens de luide toejuichingen, was
de rede van den begaafden spreker wel
„ingeslagen". Bij het debat verklaarde
een der aanwezigen, dat er wel tegen
standers van den inleider waren, maar
dat zij zich niet mans genoeg ge
voelden 0111 met den spreker in
debat te treden.
Een gulle bekentenis voorwaar!
liet tarief eii <le arbeidsloonei».
Door de protectionisten is steeds den
arbeiders voorgespiegeld dat bescherming*
zal strekken tot bevordering van den nutio-
nalen arbeid.
Wat hiervan aan is, bespraken wij reeds
in een vorig blaadje. Doch daarnaast moge
de vraag opzettelijk Avordeu onderzocht,
welken invloed de herziening van het tarief
op de arbeidsloonen zal hebben.
Arbeidsloon is de som gelds, die een
patroon den werkman voor ,'diens arbeid
betaalt. De werkman koopt voor die som
wat hij noodig heeft om van te leven. Hij
heeft er dus eenerzijds groot belang bij een
zoo ^hoog mogelijk loon te verdienen, en
anderzijds zijn levensbehoeften zoo goed
koop mogelijk te verkrijgen.
Wat doet nu het nieuwe tarief? Het stelt
voor invoerrechten te leggen op tal vau
artikelen, ook voor den werkman van dage-
lijksch gebruik: zijn voedsel zal worden
belast, b.v. havermout met f2.50 per 100
K.G., d. i. 20 pCt. van de waarde, stokviscli
met 10 pCt; zijn kleederen en de grondstof
fen daarvan, de manufacturen, zijn hoed of
zijn pet met 12 pCt., zijn schoenen, laarzen
of klompen met 10 pCt.; petroleum, bijna
het eenige licht dat hem ten dienste staat,
met 12 pCt.; zijn schop of zijn spa, zijn
boor of zijn beitel en ander gereedschap
met 3 pCt., de naaimachine van kleermaker
en naaister eveneens met 3 pCt., zelfs zijn
bed om op te slapen met 12 pCt., etc. alles
mits die zaken worden ingevoerd. Komen
deze uit het binnenland, dan zullen zij
duurder worden inet een waarshijnlijk iets
geringer bedrag, doch stellig niet goedkoo-
per.
De prijsstijging der verbruiksartikelen
zal maken dat de werkman voor zijn loon
minder kan koopen dan thans het geval is.
Het spriugt in het oog dat daardoor de ar
beiders in alle bedrijven zullen worden be
nadeeld, immers zij deeleu het lot van al
de verbruikers, op wie de verhooging der
prijzen verhaald wordt.
Wordt dit nadeel vergoed door een alge-
in eeene verhooging der loonen? Door de
protectionisten wordt de verwachting uitge
sproken dat „de" nationale nijverheid zich
zal ontwikkelen, dat m. a. w. het onzen
industrieelen en ondernemers beter zul gaan,
zoodat ook hun werklieden zullen worden
gebaat. Doch betwijfeld mag worden dat de
werkgevers, nu eens aangenomen, dat het
tarief hun aller belangen behartigt, hooger
loon zullen uitkeeren, reeds op den enkelen
grond dat hen hun goed gaat. Een werkge
ver betaalt meer loon, wanneer hij moeilijk
geschikte arbeiders kan krijgen en minder
loon, naarmate meer werklieden zich aan
bieden om werk.
Zal de wijziging van het tarief hoogere
loonen brengen, dan moet één van beide
gebeuren: er moet meer werk komen, zoo
dat meer arbeiders worden gevraagd, of
wel er zullen minder werklieden beschik
baar moeten zijn. Dit laatste is van zelf
uitgesloten, oiudat door het nieuwe tarief
wel tal van buitenlandsche goederen wor
den geweerd maar niet de buitenlandsche
arbeiders. De vorkoopers van goederen, de
werkgevers, zullen dus wél, dc verkoopers
van arbeid, de werklieden, niet tegen de
buitenlandsche concurrentie worden be
schermd. Waaruit reeds blijkt dit slechts
een klein deel der deelhebbers aan de pro
ductie zal worden begunstigd.
En zullen al dr versch illemle groepen
van werklieden hun loonen zien stijgen
omdat door de verhooging der inkomende
rechten er meer werk in „de" nationale be
drijven zal komen?
Deze vraag moet reeds aanstonds ten
stelligste worden ontkend voor al de tegen
vast loon werkzame personen in dienst van
provincie, Rijk en gemeente. Moeilijk toch
kan worden beweerd, dat de loonen der
spoorwegmannen en tramkoetsiers, der post
beambten, schrijvers en klerken, van weg
werkers en straatreinigors, der arbeiders op
rijks- en gemeentewerven, aan gasfabrieken
en waterleidingen en van zooveel meer
tegen een vastgesteld loon arbeidendejwer-
kers, door de tariefherziening omhoog zul
len gaan.
Hetzelfde geld voor de werklieden in de
onbeschermde bedrijven, zooals landbouw
en veeteelt, veenderij, visscherij, diamant
industrie, de bouwbedrijven, spinnerijen en
drukkerijen. Meent men werkelijk dat de
verhooging der productiekosten dezer be
drijven bevorderlijk zal zijn aan hunne ont
wikkeling? Mag in ernst worden beweerd
dat de boer zijn arbeiders meer daggeldzal
geven, als hij gedwongen wordt ineer te
betalen dan thans voor zijn ploeg* en zijn
egge en andere werktuigen, noodig voor de
uitoefening van zijn bedrijf? Is er eenige
grond te verwachten dat de reeder zijn
visschers een hooger aandeel zal geven in
de besomming, wanneer hij zijn zeilen en
netten, zijn ankers en touwen en wat er
meer noodig is om zijn schip uit te rusten
huurder moet koopen?
Moet het in het belang der arbeidende
klassen worden genoemd eene belasting te
leggen op steenèn, gezaagd hout en andere
bouwmaterialen, waardoor het bouwen van
arbeiderswoningen duurder moet worden
en daardoor de huren dan stijgen? Zal dit
niet ;ecn belemmering blijken voor het sla
gen van maatregelen tot verbetering der
volkshuisvesting?
En is voor de ondernemers in de bouw
vakken en de jandere bovengenoemde be
drijven de stijging der bedrijfskosten niet
eer een prikkel tot verlaging der loonen?-
Meermalen toch heeft de werkman onder
vonden dat het duurder worden van grond
stof en hulpmiddelen in een bedrijf in de
eerste plaats op het loon wordt verhaald,
en in elk geval op verhooging daarvan be
lemmerend werkte.
Ook voor de export-industrieön zullen
zich dezelfde bezwaren doen gelden. Al de
ondernemers, die voor uitvoer werken en
door het vrijhandelstelsel in staat worden
gesteld met succes op de wereldmarkt te
coneurreeren, hebben geen voordeel van
de verhooging der inkomende rechten. In
tegendeel, ook zij zullen voortaan hun
machinerieën, hun drijfriemen, hun buizen
en „fittings" en andere deelen, en sommi
gen hun grondstof, duurder moeten betalen,
waardoor hun de concurrentie op de wereld
markt nog moeilijker wordt gemaakt dan
deze thans voor velen reeds is. Eu gesteld
dat de prijsstijging der verbruiksartikelen
werkelijk de geldloonen zal doen stijgen,
is dit dan niet een reden te ineer, waardoor
zij zullen worden genoopt de concurrentie
op te geven? Dan heeft verhooging der in
komende rechten tengevolge inkrimping
van export; de voor uitvoer werkende in
dustrieelen waarlijk niet het minst krach
tige deel van den nationalen arbeid zien
hun afzet verminderen, en „slapte" ontstaat
die meebrengt gedeeltelijk stopzetten van
hunne fabrieken met afdanking van werk
volk of verlaging der loonen.
"Ook zal de belemmering van handel en
verkeer door de wijziging van het tarief
werkelijk geen voordeel brengen aan de
duizenden in havens en dokken werkende
arbeiders. Deze weten te goed dat uitblij
ven van booten voor hen niet beteekent
verhoogiug der loonen.
Allerminst mag dus worden gesproken
van bevordering van „den" nationalen ar
beid, alsof alle bedrijven een tot nu toe
ongekenden bloei tegemoet gaan, en even
min mag bij den werkman de waan wor
den gewekt, alsof door verhooging van het
tarief in allo bedrijven volop werk zal
Avorden geA'onden.
De meerdere werkkrachten, die zullen
noodig zijn indien de beschermde onderne
mers hunne Avinsten a-oor uitbreiding hun
ner zaken bestemmen, of nieuwe onderne
mingen in de beschermde nijverheidstakken
wonlen opgericht, om op de binnenlandsche
markt van dc a'oordeelen der bescherming
te genieten, zullen Avorden ontrokken aan
de onbeschermde takken van nijverheid en
aan de exportiudustrieën. Tarielverhooging
brengt dus niet vermeerdering doch louter
verplaatsing arau arbeid.
Het eind van het lied zal zijn dat er niet
meer werk is gekomen, doch dat de Averk-
liedên hun a'oedsel, gereedschap en kleeding
duurder zullen moeten betalen, wat gelijk
staat met Avillekeurige a'erlaging der loonen.
Wel moge de prijsstijging der levensbe
hoeften de strekking hebben het loon in
de beschermde bedryVen op den duur te doen
stijgen, men \*ergete toch niet dat ook deze
verhooging niet automatisch, doch in vele
geA'allen eerst na strijd met de patroons zal
worden verkregen. En dan nog heeft de
werkman er niets bij gewonnen; het meerdere
geldloon moet hij besteden aan den hoogeren
prijs der levensbehoeften; zijn geldloon moge
ziju gestegen, zijn werkelijk loon is er niet
op verbeterd.
Eu ook in de benadeelde bedrijven is een
loonbewegizg te Avachton, doch hier tegen
de verlaging of "öm het behoud der loonen.
Zoo prikkelt protectie door verhooging
der inkomende rechten in alle bedrijven den
strijd tusschen Avorkgever en Averkman, tot
schade van beide partijen, tot ben^ideeling
van heel onzen nationalen arbeid.
AVat kan de vaderlandsliefde een
mensch, ja zelfs een voor zachten indruk
ken dikwijls ongevoelig reporter parten
spelen. De woeste automobilist vanwien
wij den vorigen keer melding maakten,
en die door den vaderlandlievenden
verslaggever natuurlijk voor een vreem
deling werd uitgemaakt, blijkt bij nader
onderzoek een raszuivere Hollander te
zijn, en wel de heer v. D. uit Baarn.
In dubbelen zin spijt het ons dus, dat
wij niet goed waren ingelicht. Tomeer,
daar de heer v. D. het niet alleen onder
Willemsdorp met van den Nadort aan
den stok heeft gehad, maar ook op den
Dubbcldamschen weg met Dr. Degenaar,
wiens koetsier, de dolle vaart ziende,
waarmee de automobiel kwam aanzetten,
van zijn rijtuig sprong en voor het paard
ging staan. De hond van Dr. werd
door de automobiel overreden, maar
overigens liep alles nog al goed af,
althans voor den dokter; de automobilist
zal er natuurlijk niet zonder boete afko
men.
Een ander automobielongeval, gelukkig
met een zeer bevredigend slot, had Zon
dag op den Biltschen straatweg plaats.
Daar werd nl. een 7-jarig meisje door
een Amsterdamsche automobiel aange
reden, maar daar de bestuurder nog
tijdig had weten te stoppen, kreeg het
kind slechts enkele onbeteekenende ont
vellingen. Doch het zou nog meer en
wat beters krijgen
De automobilist bleek nl. een heel
vriendelijk heer te zijn. Hij stapte uit
zijn „snel-tuffenden" wagen en richtte
eenige belangstellende vragen tot de
ouders van het kind, welks vader ech
ter zeer slecht, te spreken was. Na
zich overtuigd te hebben, dat de toe
stand van 't kind volstrekt niet gevaarlijk
was, ging hij, na den vader de hand te
hebben gedrukt, weer heen. In de „vader
lijke hand" waB echter wat achter ge
bleven. Het was een opgevouwen pa
piertje, en wat nteer zegt.... een „lappie"
van honderd gulden.
Als bij tooverslag was nu hettooneel
veranderd, en zag men toorn en bezorgd
heid der ouders in blijdschap veranderd.
Den vrijgevigen automobilist werd een
hartelijk en dankbaar afscheid achterna
geroepen, en het kind kreeg eenextra-
pakkert.
„Extra-pakkerts", althans andere dan
zij hadden verwacht kregen onlangs twee
Engelsche bruiden, wier geschiedenis
aldus luidt.
De predikant van een Londensch ker
spel zat in zijn studeerkamer te peinzen
over zijn preek voor den volgenden
Zondag, toen de-koster ontsteld de ka
mer binnensnelder