Binnenland. Tweede Kamer, Allerlei. Italië, in de protestnota over Loubet's reis naar Rome, te verzwakken. De Temps geeft een lezing volgens hetwelk de bewuste zinsnede slechts in één der protesten voorkwam en wel in dat gericht tot het hoofd van een Ka tholieken Staat, dat twee jaren geleden den Koning van Italië wilde bezoeken en dit destijds naliet op de bedreiging, dat de Paus de diplomatieke betrekkin gen zou afbreken. Nu die reisplannen weer opnieuw werden gemaakt werd hem alleen aangezegd, dat alleen om speciale redenen de Parijsche nuntius ditmaal niet werd teruggeroepen, het bekende dreigement. Een aardig geval wordt uit Parijs ge meld. Daar kwam een jongmensch een portefeuille met 600 francs deponceren, die hij had gestolen maar van een dief. Hij had voor de aardigheid zich inge laten met een verdacht individu, dat hij den indruk had gegeven, dat hij veel geld bij zich had. Toen deze hem met een loos praatje wist 6' overreden om tijdelijk over en weer hun porte feuilles in bewaring te geven liet hij zijn compere in den steek. In de porte feuille van den dief bevond zich 600 francs, in die van den amateur-dito geen 40.000 francs maar courantenpapier. Nog eenmaal schijnt de naam Kwilecki door de wereld te zullen klinken. Nadat, zooalsmcn weet, de Duitsche justitie erkend heeft, dat inderdaad dc jeugdige graaf een kind van de Poolsche gravin is, maakt de baanwachtersvrouw Mayer thans aanspraak op hem. Als het een beetje wil, krijgen we dus eerlang een nieuw proces over dezen voor zijn mon digheid al beluchten graaf. Dusseldorf zal in 1905 haar tentoon stelling van scheepvaart hebben. Het gemeentebestuur heeft daartoe besloten. Een 95-jarige vrouw te Jassy, die haar einde voelde naderen en geen fa milie of kennissen had, zorgde zelf tijdig voor doodkist, kaarsen enz. Men vond haar gestorven in de kist met de kaar sen nog brandende. De paus heeft aan twee leden van de katholieke vereeniging „Austria" te Innsbruck, Arthur Weber en Dr. Schu macher, die beiden weigerden te duel- leorcn toen ze werden uitgedaagd, res pectievelijk het eerekruis pro ecclesia en de Gregoriusorde verleend. De wereldlijke overheid had beiden als straf uit het reserve-officierenkorps verwijderd. Een moordaanslag op Peter I van Servië is gereduceerd tot een persoon lijke wraakneming van een boer op een baanwachter, die daartoe een steen op de rails had gelegd, doch niet wist, dat de Koning met den naderenden trein reisde. Eerst de vrijheid en nu het geld wordt den Fnmen ontnomen. De Russische Regeering heeft, voor oorlogsdoeleinden, 3.840.000 gulden van een som van 6.720.O0O gulden afgenomen, welke in de Finsche schatkist aanwezig was en men is maar al te bang dat de rest van het batig saldo denzelfden weg zal opgaan. Te Yelsen is eindelijk de proef aan gevangen met de brug open. Zij heeft tot 4.20 geduurd. Dat zij niet eerder kon aanvangen, lag aan het defect zijn van het machinetje dat den vangarm in beweging moet brengen. Daardoor kon zelfs van half negen af het tramverkeer niet over de pont worden geleid, zooals dit nu reeds weken achtereen plaats heeft. Hieruit blijkt, welk een stagnatie het verkeer zou ondervinden, door zoo'n klein defect, als de brug eens werkelijk weg was. En wat dit beteekent blijkt nog béter uit de volgende cijfers, die officieel zijn: Van 2 uur tot 4.20 zijn overgebracht: 734 voetgangers, 96 fiet sen, 71 karren, 38 rijtuigen met paar den, 1 auto en 3 trams. Eu nu rijden er nog geen hooiwagens en zijn wij nog niet in dengroententijd. Ecu meisje van den werkman G. S. te Gouda goot petroleum in de kachel, om haar feller te doen branden. Zij schijnt evenwel wat te dicht bij het vuur te hebben gestaan want plotseling vatten haar kleercn vlam. Hoewel spoe dig personen tot blussching aanwezig waren, werd haar lichaam overdekt met brandwonden. In hopeloozen toestand werd zij naar het gasthuis gebracht. De Standaard maakt zoo iets als amende honorable. Maar hoe! Het heette, kort geleden nog, keer op keer in het ministerieele blad, dat de oppositie tegen de Drankwet „politieke" oppositie was, waarbij niet de goede zaak der drankbestrijding het doel was, waarnaar allen mikten dat deed alleen de rechterzijde maar waar bij linkerzijde deze bedoeling voorzat: het christelijk Kabinet een beentje te lichten. Bewezen werd die onbewijsbare mal ligheid natuurlijk niet, ook niet toen naar bewijzen met belangstellenden aan drang werd gevraagd. Thans komt het orgaan van den Ministe# van Binnenlandsche Zaken met een driestar over den „amendementen- regen", waarin te lezen valt: „Het politieke spelletje heeft thans uit en er wordt van rechts en links ernst met de zaak gemaakt." Och komSinds wanneer heeft de linkerzijde zich boetveerdig bekeerd? Sinds „in hoofdzaak dc lijn, door de Regeering uitgeteekend, gevolgd wordt?" Men moet maar durven. Vad. Op de beide Pinksterdagen werden od de lijnen van de Haagsche Tramweg- maatschappij vervoerd 152,027 passagiers. De stoomtram der Staatsspoor ver voerde op de beide dagen ongeveer 30,000 personen naar en van Scheve- ningen. Aan het Hollandsche Spoorstation alhier werden 14,860 plaatsbewijzen voor verschillende steden afgegeven. Het wandelhoofd Koningin "VVilhelminu te Scheveningen werd in de Pinkster dagen door 32,300 personen bezocht, een buitengewoon cijfer bij het veel vroeger invallen van Pinksteren. Door de gemeentetram te Amsterdam werden gedurende de beide Pinksterda gen vervoerd 259,282 passagiers. De Doopsgezinde Predikanten hebben aan de Eerste Kamer een adres gezon den voorzien van een tachtigtal hand- teekeningen, waarbij zij aandringen op verwerping van de Hooger Onderwijswet. den Haag 27 Mei 1904. 't Is met dc verwarring van verleden week Donderdag beter afgeloopen dan verwacht werd. Toen Vrijdagochtend do Kamer weer bijeen kwam werden ach tereenvolgens alle amendementen afge stemd met grootere of kleinere meer derheid. Dc verdeeling der stemmen was over 't algemeen zoodanig, dat het geen partij-stemmingen konden genoemd wor den. We willen er verder dus maar niet over spreken. Bij 't volgend artikel kwam de |heer Nolting met een amendement om tege moet te komen aan de bemoeilijking, die hij zag in den weg gelegd aan 't opkoopen van twee vergunningen om die door één ander te vervangen. Hij stelde voor, op deze opkoopers niet van toepassing te maken de bepaling, dat een nieuwe vergunning na vijf jaar kan worden ingetrokken. Nu, dat was den Minister wat kras; als die bepaling nu eens eenige jaren, b.v. vijf, voor deze menschen niet van toepassing verklaard werd, dan zou hij wel mee kunnen gaan. Goed, zei de heer Nolting, laat ons dan zeggen tien jaar. De Minister nam toen 't amendement over, zeer tegen den zin van den heer Talma, die zich ernstig ontevreden toonde en nu per amendement voorstelde de oude lezing te herstellen. Dit amende ment werd echter met 40 tegen 33 stem men verworpen. Dinsdag werd geen vergadering ge houden, maar Woensdag begon dc Ka mer met nieuwen moed en met onge wone vaart. Twee artikelen werden af gedaan en aan een derde werd begon nen. Art. IX geeft den Raad de be voegdheid om lc. het verleenen van tappers- of slij tersvergunningen voor bepaalde stads- deelen of straten te verbieden, 2e. voor zulke stadsdeelen een maxi mum vast te stellen, 3e. uren te bepalen w aarop de tappe rijen en slijterijen gesloten moeten zijn. 4e dagen te bepalen waarop hetzelfde moet geschieden. De heer Borgesius wilde alinea 3 doen vervallen als overbodig. De heer Scha per wilde opnieuw trachten dc socië teiten bij dit artikel gelijk te stellen met de tapperijen en slijterijen. Beide pogingen mislukten. 't Volgend artikel is zeer lang. De Voorzitter stolde eerst de 12 eerste pun ten aan dc orde, waarbij bepaald wordt, wanneer een vergunning niet verleend mag worden. Hierop waren tal van amendementen ingediend. Een dm bepalingen is, dat de betrokken locaüteit niet belmoren mag aan Kijk, provincie, gemeente of waterschap. De lieer Fock acht dit ver bod overbodig en wil 't dus schrappen. De heer Rink wil 't verbod van ver gunning in stations doen vervallen. De heer Bolsius wil drie punten schrap pen en wel 't gebod, dat de localiteitcn gelijkvloers moeten zijn, dat zij aan de zijde van den openbaren weg moeten liggen en dat de localiteit volledig in zicht van den openbaren weg af moet geven. Over deze bepalingen ontstond een lang debat, de Minister hield zijn standpunt niet streng vol, nogal begrijpe lijk nu deze amendementen van be vriende zijde kwamen, nij liet de be slissing aan de Kamer over. De heer Smeenge wilde ten slotte 't gebod schrappen, dat de vergunning, houder een natuurlijk persoon moet zijn- waardoor dus naamlooze vennootschap pen enz. geen vergunning zullen krijgen. De Minister en de Commissie van Rap porteurs meenden, dat 't amendement niet mocht aangenomen worden, daar op deze wijze de vergunning nooit zou kunnen uitsterven, 't Kapitaal zou zich van deze vergunningen meester maken en de regeering zou den druk van zulke monopolisten te veel gaan voelen. Donderdagmiddag kwam nog 't eerst genoemde amendement in stemming; dc stemming staakten (41 tegen 41). De tweede stemming hierover en de overige stemmingen werden nu tot den volgen den morgen uitgesteld. Prol'. Vau «Ier Vlugt cii l>r. Kuyper. Professor W. van der Ylugt is opge treden te Koudekerk voor een stamp volle zaal en een aandachtig gehoor, met een rede over de beteekenis der op handen zijnde verkiezing voor de Pro vinciale Staten. Hij stelde in 't licht, waarom juist thans, nu de Eerste Kamer voor zulk een gewichtige beslissing komt te staan, de verkiezing yooi- de Pr. St. van zoo groot belang is. Eigenaardig schetste de heer v. d. Mugt het tegen woordige coalitie-ministerie, dat berustte op een afspraak: „om elkander wat te geven en van elkander wat in ruil te nemen en elkanders wenschen te ver vullen". „Gevolgelijk kan", aldus de professor, „op die wijze een zeer kleine fractie, vooral als zij door een buitengewoon bekwaam man geleid wordt, haar wil opleggen". Yeel vermag het overmoedig vertrou wen van één man. Aldus Dr. Kuyper met zijn onnoeme lijk klein troepje Calvinisten". We zullen van de geheele, overigens zeer merkwaardige en schoone rede van den heer Yan der "Vlugt geen verslag geven, doch een paar uitspraken wen schen we, vooral ook in verband met wat we zelf schreven, even te memo- reeren. Bij zijne bestrijding van de Hooger Onderwijswet geeselde de spreker scherp de eigenaardige tactiek van Dr. Kuyper om al zijn tegenstanders als ongeloovigen en Socialisten in de oogen van de goe gemeente te brandmerken. „Wie het niet ten volle met hem eens is wordt gerangschikt onder de god loochenaars en socialisten. En verder: „In strijd met de waarheid wordt de vechtwijze op die manier voortgezet". Na nog de Tariefwet aan een scherpe critiek onderworpen te hebben, sprak de heer v. d. Ylugt als zijn meening uit: „Beide maatregelen (Tariefwet, Hoo ger Onderwijswet) maken het der Eerste Kamer schier tot plicht een beslist iieen te dom hoor en. Blijkens de luide toejuichingen, was de rede van den begaafden spreker wel „ingeslagen". Bij het debat verklaarde een der aanwezigen, dat er wel tegen standers van den inleider waren, maar dat zij zich niet mans genoeg ge voelden 0111 met den spreker in debat te treden. Een gulle bekentenis voorwaar! liet tarief eii <le arbeidsloonei». Door de protectionisten is steeds den arbeiders voorgespiegeld dat bescherming* zal strekken tot bevordering van den nutio- nalen arbeid. Wat hiervan aan is, bespraken wij reeds in een vorig blaadje. Doch daarnaast moge de vraag opzettelijk Avordeu onderzocht, welken invloed de herziening van het tarief op de arbeidsloonen zal hebben. Arbeidsloon is de som gelds, die een patroon den werkman voor ,'diens arbeid betaalt. De werkman koopt voor die som wat hij noodig heeft om van te leven. Hij heeft er dus eenerzijds groot belang bij een zoo ^hoog mogelijk loon te verdienen, en anderzijds zijn levensbehoeften zoo goed koop mogelijk te verkrijgen. Wat doet nu het nieuwe tarief? Het stelt voor invoerrechten te leggen op tal vau artikelen, ook voor den werkman van dage- lijksch gebruik: zijn voedsel zal worden belast, b.v. havermout met f2.50 per 100 K.G., d. i. 20 pCt. van de waarde, stokviscli met 10 pCt; zijn kleederen en de grondstof fen daarvan, de manufacturen, zijn hoed of zijn pet met 12 pCt., zijn schoenen, laarzen of klompen met 10 pCt.; petroleum, bijna het eenige licht dat hem ten dienste staat, met 12 pCt.; zijn schop of zijn spa, zijn boor of zijn beitel en ander gereedschap met 3 pCt., de naaimachine van kleermaker en naaister eveneens met 3 pCt., zelfs zijn bed om op te slapen met 12 pCt., etc. alles mits die zaken worden ingevoerd. Komen deze uit het binnenland, dan zullen zij duurder worden inet een waarshijnlijk iets geringer bedrag, doch stellig niet goedkoo- per. De prijsstijging der verbruiksartikelen zal maken dat de werkman voor zijn loon minder kan koopen dan thans het geval is. Het spriugt in het oog dat daardoor de ar beiders in alle bedrijven zullen worden be nadeeld, immers zij deeleu het lot van al de verbruikers, op wie de verhooging der prijzen verhaald wordt. Wordt dit nadeel vergoed door een alge- in eeene verhooging der loonen? Door de protectionisten wordt de verwachting uitge sproken dat „de" nationale nijverheid zich zal ontwikkelen, dat m. a. w. het onzen industrieelen en ondernemers beter zul gaan, zoodat ook hun werklieden zullen worden gebaat. Doch betwijfeld mag worden dat de werkgevers, nu eens aangenomen, dat het tarief hun aller belangen behartigt, hooger loon zullen uitkeeren, reeds op den enkelen grond dat hen hun goed gaat. Een werkge ver betaalt meer loon, wanneer hij moeilijk geschikte arbeiders kan krijgen en minder loon, naarmate meer werklieden zich aan bieden om werk. Zal de wijziging van het tarief hoogere loonen brengen, dan moet één van beide gebeuren: er moet meer werk komen, zoo dat meer arbeiders worden gevraagd, of wel er zullen minder werklieden beschik baar moeten zijn. Dit laatste is van zelf uitgesloten, oiudat door het nieuwe tarief wel tal van buitenlandsche goederen wor den geweerd maar niet de buitenlandsche arbeiders. De vorkoopers van goederen, de werkgevers, zullen dus wél, dc verkoopers van arbeid, de werklieden, niet tegen de buitenlandsche concurrentie worden be schermd. Waaruit reeds blijkt dit slechts een klein deel der deelhebbers aan de pro ductie zal worden begunstigd. En zullen al dr versch illemle groepen van werklieden hun loonen zien stijgen omdat door de verhooging der inkomende rechten er meer werk in „de" nationale be drijven zal komen? Deze vraag moet reeds aanstonds ten stelligste worden ontkend voor al de tegen vast loon werkzame personen in dienst van provincie, Rijk en gemeente. Moeilijk toch kan worden beweerd, dat de loonen der spoorwegmannen en tramkoetsiers, der post beambten, schrijvers en klerken, van weg werkers en straatreinigors, der arbeiders op rijks- en gemeentewerven, aan gasfabrieken en waterleidingen en van zooveel meer tegen een vastgesteld loon arbeidendejwer- kers, door de tariefherziening omhoog zul len gaan. Hetzelfde geld voor de werklieden in de onbeschermde bedrijven, zooals landbouw en veeteelt, veenderij, visscherij, diamant industrie, de bouwbedrijven, spinnerijen en drukkerijen. Meent men werkelijk dat de verhooging der productiekosten dezer be drijven bevorderlijk zal zijn aan hunne ont wikkeling? Mag in ernst worden beweerd dat de boer zijn arbeiders meer daggeldzal geven, als hij gedwongen wordt ineer te betalen dan thans voor zijn ploeg* en zijn egge en andere werktuigen, noodig voor de uitoefening van zijn bedrijf? Is er eenige grond te verwachten dat de reeder zijn visschers een hooger aandeel zal geven in de besomming, wanneer hij zijn zeilen en netten, zijn ankers en touwen en wat er meer noodig is om zijn schip uit te rusten huurder moet koopen? Moet het in het belang der arbeidende klassen worden genoemd eene belasting te leggen op steenèn, gezaagd hout en andere bouwmaterialen, waardoor het bouwen van arbeiderswoningen duurder moet worden en daardoor de huren dan stijgen? Zal dit niet ;ecn belemmering blijken voor het sla gen van maatregelen tot verbetering der volkshuisvesting? En is voor de ondernemers in de bouw vakken en de jandere bovengenoemde be drijven de stijging der bedrijfskosten niet eer een prikkel tot verlaging der loonen?- Meermalen toch heeft de werkman onder vonden dat het duurder worden van grond stof en hulpmiddelen in een bedrijf in de eerste plaats op het loon wordt verhaald, en in elk geval op verhooging daarvan be lemmerend werkte. Ook voor de export-industrieön zullen zich dezelfde bezwaren doen gelden. Al de ondernemers, die voor uitvoer werken en door het vrijhandelstelsel in staat worden gesteld met succes op de wereldmarkt te coneurreeren, hebben geen voordeel van de verhooging der inkomende rechten. In tegendeel, ook zij zullen voortaan hun machinerieën, hun drijfriemen, hun buizen en „fittings" en andere deelen, en sommi gen hun grondstof, duurder moeten betalen, waardoor hun de concurrentie op de wereld markt nog moeilijker wordt gemaakt dan deze thans voor velen reeds is. Eu gesteld dat de prijsstijging der verbruiksartikelen werkelijk de geldloonen zal doen stijgen, is dit dan niet een reden te ineer, waardoor zij zullen worden genoopt de concurrentie op te geven? Dan heeft verhooging der in komende rechten tengevolge inkrimping van export; de voor uitvoer werkende in dustrieelen waarlijk niet het minst krach tige deel van den nationalen arbeid zien hun afzet verminderen, en „slapte" ontstaat die meebrengt gedeeltelijk stopzetten van hunne fabrieken met afdanking van werk volk of verlaging der loonen. "Ook zal de belemmering van handel en verkeer door de wijziging van het tarief werkelijk geen voordeel brengen aan de duizenden in havens en dokken werkende arbeiders. Deze weten te goed dat uitblij ven van booten voor hen niet beteekent verhoogiug der loonen. Allerminst mag dus worden gesproken van bevordering van „den" nationalen ar beid, alsof alle bedrijven een tot nu toe ongekenden bloei tegemoet gaan, en even min mag bij den werkman de waan wor den gewekt, alsof door verhooging van het tarief in allo bedrijven volop werk zal Avorden geA'onden. De meerdere werkkrachten, die zullen noodig zijn indien de beschermde onderne mers hunne Avinsten a-oor uitbreiding hun ner zaken bestemmen, of nieuwe onderne mingen in de beschermde nijverheidstakken wonlen opgericht, om op de binnenlandsche markt van dc a'oordeelen der bescherming te genieten, zullen Avorden ontrokken aan de onbeschermde takken van nijverheid en aan de exportiudustrieën. Tarielverhooging brengt dus niet vermeerdering doch louter verplaatsing arau arbeid. Het eind van het lied zal zijn dat er niet meer werk is gekomen, doch dat de Averk- liedên hun a'oedsel, gereedschap en kleeding duurder zullen moeten betalen, wat gelijk staat met Avillekeurige a'erlaging der loonen. Wel moge de prijsstijging der levensbe hoeften de strekking hebben het loon in de beschermde bedryVen op den duur te doen stijgen, men \*ergete toch niet dat ook deze verhooging niet automatisch, doch in vele geA'allen eerst na strijd met de patroons zal worden verkregen. En dan nog heeft de werkman er niets bij gewonnen; het meerdere geldloon moet hij besteden aan den hoogeren prijs der levensbehoeften; zijn geldloon moge ziju gestegen, zijn werkelijk loon is er niet op verbeterd. Eu ook in de benadeelde bedrijven is een loonbewegizg te Avachton, doch hier tegen de verlaging of "öm het behoud der loonen. Zoo prikkelt protectie door verhooging der inkomende rechten in alle bedrijven den strijd tusschen Avorkgever en Averkman, tot schade van beide partijen, tot ben^ideeling van heel onzen nationalen arbeid. AVat kan de vaderlandsliefde een mensch, ja zelfs een voor zachten indruk ken dikwijls ongevoelig reporter parten spelen. De woeste automobilist vanwien wij den vorigen keer melding maakten, en die door den vaderlandlievenden verslaggever natuurlijk voor een vreem deling werd uitgemaakt, blijkt bij nader onderzoek een raszuivere Hollander te zijn, en wel de heer v. D. uit Baarn. In dubbelen zin spijt het ons dus, dat wij niet goed waren ingelicht. Tomeer, daar de heer v. D. het niet alleen onder Willemsdorp met van den Nadort aan den stok heeft gehad, maar ook op den Dubbcldamschen weg met Dr. Degenaar, wiens koetsier, de dolle vaart ziende, waarmee de automobiel kwam aanzetten, van zijn rijtuig sprong en voor het paard ging staan. De hond van Dr. werd door de automobiel overreden, maar overigens liep alles nog al goed af, althans voor den dokter; de automobilist zal er natuurlijk niet zonder boete afko men. Een ander automobielongeval, gelukkig met een zeer bevredigend slot, had Zon dag op den Biltschen straatweg plaats. Daar werd nl. een 7-jarig meisje door een Amsterdamsche automobiel aange reden, maar daar de bestuurder nog tijdig had weten te stoppen, kreeg het kind slechts enkele onbeteekenende ont vellingen. Doch het zou nog meer en wat beters krijgen De automobilist bleek nl. een heel vriendelijk heer te zijn. Hij stapte uit zijn „snel-tuffenden" wagen en richtte eenige belangstellende vragen tot de ouders van het kind, welks vader ech ter zeer slecht, te spreken was. Na zich overtuigd te hebben, dat de toe stand van 't kind volstrekt niet gevaarlijk was, ging hij, na den vader de hand te hebben gedrukt, weer heen. In de „vader lijke hand" waB echter wat achter ge bleven. Het was een opgevouwen pa piertje, en wat nteer zegt.... een „lappie" van honderd gulden. Als bij tooverslag was nu hettooneel veranderd, en zag men toorn en bezorgd heid der ouders in blijdschap veranderd. Den vrijgevigen automobilist werd een hartelijk en dankbaar afscheid achterna geroepen, en het kind kreeg eenextra- pakkert. „Extra-pakkerts", althans andere dan zij hadden verwacht kregen onlangs twee Engelsche bruiden, wier geschiedenis aldus luidt. De predikant van een Londensch ker spel zat in zijn studeerkamer te peinzen over zijn preek voor den volgenden Zondag, toen de-koster ontsteld de ka mer binnensnelder

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2