Binnenland. Allerlei. Uit de Omgeving. De Times verneemt uit Tandzjer dd. 12 lezer: De secretaris van het Fran- sclie gezantschap die op het oogenblik te Fes vertoeft, heeft bevel gekregen, voorloopig daar te blijven, daar de Sul tan nog altoos weigert, zijne toestem ming te geven tot invoering van deAl- gerijnsche politie in Tandzjer. l)e Fran- sche regeering zal vermoedelijk gedwon gen zijn, langs diplomaticken weg pressie te oefenen. Lord Milner heeft een onderhoud ge had met de Koningin der Swazi's. In antwoord op een begroeting door de Europeesche bewoners, gewaagde Milner van het „afschuwelijke netwerk van concessies" waarin Swaziland „verstrikt" was. Hij voegde erbij dat aan den tegen- woordigen toestand binnen enkele weken een einde zou gemaakt worden en be toogde dat het noodig was de conces sies op te zeggen. De opmarsch der Britten naar Gvangtse is gisteren begonnen. De personentrein BelgradoSolo- nika blijft van gisteren af tot nader order 's nachts te Oeskjoeb staan in het belang van de veiligheid der reizigers. Tijdens een brand te Urbich, bij Erfurt, hebben de brandweerlieden ruzie gemaakt met den opperbrandmeester Hoyer en gingen dezen te lijf. Hij kreeg o. m. een slag met een koperen mond stuk. Wat er onder die omstandigheden van den brand is terechtgekomen, vinden wij niet vermeld. Men schrijft aan de N. li. Ct." Als proeve van de vrijheid, die aan de Vrije Universiteit aan de leeraren der wetenschap gelaten wordt, is bij den strijd over het promotie-recht der Uni versiteit, herhaaldelijk verwezen naar Seinpost, toen een der hoogleeraren ge stold werd voor de keus 0111 f eigen wetenschappelijke overtuiging te verloo chenen, óf ontslag te nemen. Wegens den persoon, dien het gold, als geleerde en staatsman zoo hoog in aanzien, heeft die uitbanning in den lande groot opzien gebaard, en heeft zelfs een man als Hovy, steunpilaar van de hem zoo dierbare instelling, daarin aanleiding gevonden zich uit het Direc torium terug te trekken. liet gebeurde met den heer De Sa- vornin Lobman is evenwel niet het eeuige geval geweest in de geschiedenis der Vrije Universiteit, dat een hooglceraar van zijn plaats werd weggedrongen. Om niet te spreken van een jongen Lohman, van wien men nog zou kun nen veronderstellen, dat hij niet langer aan een school verbonden wenschte te blijven, die zijn vader zóó bejegend had, hebben in de eerste jaren der jonge in stelling nog drie hoogleeraren de school verlaten: Van Konkel, dr. Dilloo (voor de Oostersche talen) en dr. Hoedeniaker. Wat de eigenlijke aanleiding daartoe geweest is weet ik niet. Maar vrij willig was hun heengaan stellig wel niet. Wie eenmaal met de zoo begeerde pro fessorale toga bekleed is, keert niet te rug naar bescheidener werkkring dan, zij het ook zedelijk, gedwongen. Waar zijn er aan de openbare universiteiten de voorbeelden van, dat de katheder voor predikstoel of rechtzaal verlaten wordt? Wat het geweest is, dat het dezen profeBsored onmogelijk gemaakt heeft aan te blijven: óf de heerscht van één enkel man, die geen zelfstandige gees- Men zou twee avonden achtereen een vroolijke vaudeville geven, La Colore d'Achille geheeten. Het was alsof het stuk voor de gelegenheid was gemaakt. Achille Pangolin is een moderne Sga- narellc, een verwaande en onnoozele oude, die in alles de bewijzen van het denkbeeldig bedrog zijner vrouw meent te zien. Alles komt hem verdacht voor, van het miauwen zijner kat tot de uit vallen van zijn papegaai. Hij ziet een stok in de gang staan en denkt datjeen mededinger dien heeft achtergelaten, breekt hem doormidden en ziet dat het zijn eigeu stok is. Eveuzoo gaat het met zijn hoed: hij vergeet hem in de kamer van zijn vrouw, komt terug en vindt hem, deukt hem ineen en zoekt in alle hoeken naar den eigenaar van den verwenschteu hoed. In zijn groote wanhoop wil hij zich het leven benemen en staat gereed zich voor het hoofd te schieten. Maar zie, er is iets dat hem weerhoudt. Hij wil zich wel van kant maken, maar zich liever geen zeer doen: de dood is hem welkom, maar pijn vindt hij lastig. Om zijn afkeer van het leven met zijn medelijden met zich zelf te ver zoenen, gaat hij vóór den spiegel staan en schiet op zijn beeltenis. De klucht werd stormachtig toege juicht. Elk woord van La Colerè d'Achille was zoo toepasselijk! Twee uur vóór Gorgeon moest spelen had hij geweigerd zijn vrouw te ontvangen. Zijn ten naast zich duldt; zeker is het, dat een universiteit, waar binnen wei nige jaren de helft barer professoren af gedankt of weggedrongen wordt, al heel oneigenaardig een vrije universiteit heet; en dat, wanneer, gelijk dezer dagen op den Yrije-Universiteitsdag door dr. Gee- sink geleeraard wordt, dat de dogma tische grondslag, „in geen enkel op zicht een belemmering van de vrijheid in wetenschappelijk en onderwijzend opzicht vormt", men verbaasd zich af vraagt, wat in die kringen onder vrijheid verstaan wordt. Mevrouw Elisa van Calcar geb. Schi- otting is "Woensdag te 's-Gravenhagc op bijna 81 jarigen leeftijd ontslapen. Velen zullen met oprecht leedwezen kennis nemen van het heengaan van deze merkwaardige en hoogbegaafde vrouw, die gansch haar arbeidzaam leven gegeven heeft in dienst van de mensch- heid, en niet weinigen tot zegen is ge weest. Vooral als opvoedster der jeugd nam mevrouw Van Calcar in ons land en in 't bijzonder in de stad harer in woning een eereplaats in. De methode van opvoeding, waarvan zij zooveel heil verwachtte voor de toekomstige man en vrouwen, mocht zij, vooral in haar laatste levensjaren, die haar door de liefdevolle toewijding van haar hoogbe jaarden echtgenoot en vriendenkring zoozeer werden veraangenaamd, meer en meer in toepassing zien brengen. En 't is wel haar grootste vreugde geweest nog vóór korten tijd, dag aan dag, vlak naast haar woning, den „kindertuin" te mogen bezoeken, defröbelinrichting door haar gesticht en met zooveel succes werk zaam, dat in een ander gedeelte der stad een gelijksoortige school moest worden ingericht. Mevrouw Van Calcar, die ook als schrijfster haar verdiensten had en nog tot kort voor haar dood gelegenheid vond haar beginselen op 't gebied van bet zielsleven in haar tijdschrift: „Op de grenzen van twee werelden, onderzoek en ervaring op 't gebied van 't Hoo- gere Leven" neer te leggen, zal door zeer velen, die haar en haar arbeid heb ben leeren waardeeren, diep worden be treurd. Bij verschillende gelegenheden trouwens laatstelijk nog op iiaar tach tigsten verjaardag, bleek ondubbelzinnig hoe hoog Elisa van Calcar, in wie ook haar echtgenoot de heer II. C. Van Cal car, zooveel verliest, werd geapprecieerd als edele vrouw, als trouwe vriendin, als schrandere paedagoge, als kindervrien- din vooral ook. Donderdag verwierp de Eerste Kamer de Hooger Onderwijswet met 27 tegen 22 stemmen. ïu 11 em o rijt ui - Den lOn Maart 1884, velen onzer lezers zullen zich dit nog herinneren, genoot onze stad de eer een bezoek te ontvangen van de Transvaalsche depu tatie, bestaande uit de heeren Paul Kruger, Du Toit en Smit. 't Was voornamelijk om den eer- waardigen professor Halting een bezoek te brengen, dat dit drietal in Amers foort kwam, maar de gemeenteraad, zoowel als de burgerij, waren met dit bezoek zoo ingenomen, dat men besloot de Transvalers feestelijk te ontvangen. Aan feestvreugde en huldebetoon heeft het der commissie dan ook niet ontbroken. Hoewel het dien dag een echt „hon denweer" was, dit vermocht du geest drift niet te temperen. woede onder het spel was echt. Bij on geluk was het pistool een eerwaardig reliek uit den tooneelrommelhet brandde te laat af. Een der heeren van het or kest riep in'slecht Fransch: „Mis!" Toen na de voorstelling de regisseur zich bij Gorgeon verontschuldigde, zei deze bedaard: „'t Is niets. Thuis heb ik een beter pistool dat zal ik morgen avond meebrengen." Den volgenden dag liet hij liet hem zien; 't was wezenlijk een mooi pistool niet dubbele loop. „Ziet u, als het eerste schot niet afgaat, is er nog een tweede kogel." Nog nooit had men den komiek met zooveel vuur zien spelen als dien avond. In het laatste tooneel schoot hij niet op den spiegel; eensklaps veranderde hij van houding en de kogel trof zijn vrouw. Zij viel levenloos neder. Ter stond daarop schoot Gorgeon zich voor het hoofd. liet voorval werd druk besproken. Vorst Vasilikof's opmerking was deze: „Twee menschen die elkander innig had den liefgehad! Maar zoo zijn de Franscheri!" -^.| EINDE. j^- Nauwelijks werden de stoere, vierkante gestalten bij het uitstijgen der spoor weg-coupé zichtbaar, of, een donderend gejuich, vermengd met de tonen van het Transvaalsche volkslied steeg uit honderden kelen op. Overal waar de de Commissie verscheen werd ze mèt groot enthousiasme toegejuicht Door den Raad werd den heeren een diner aan geboden, waarbij het aan de gebruike lijke toasten niet ontbrak natuurlijk. Ook Kruger hield een toespraak. Vol hoop voor de toekomst waren zijne woorden: Nu in Nederland geko men zijnde en kennfs genomen hebbende (aldus de president) van de nieuwsbladen, hebben wij gezien dat: „toen ons leed had, julli weendedet; toen ons vreugd had, julli vroolijktet."Spr. wenschte dat wij de bandentusschen Nederland en de Zuid- Afrikaansche Republiek nauwer zouden toehalen en de Hollandsche schepen in be Delegoabaai hunne koopwaren zouden brengen. Voor ondernemende lieden biedt Zuid-Afrika een schitterende toe komst. De president eindigde zijn toe spraak daarom met de woorden: „werpt uw brood op het water en ge zult het terugvinden". Hoopvolle klanken kort na de schit terende overwinningen op de Engelschen. Maar het „perfide'1 Albion had niet voor goed afgezien van zijn streven 0111 geheel Zuid-Afrika aan zich te onder werpen, en vaderlandsliefde en onver saagdheid moesten bukken voor het recht van den sterkste. Iloe treurig zijn de laatste levensjaren geweest van den grooten man, aan wien Zuid-Afrika zooveel te danken had, doch wiens werk thans is vernietigd door ruw geweld. Te Clarcns in Zwitserland is de groote Kruger ontslapen. Dit bericht kwam den meesten onzer zeker geheel onverwacht Wel waren er in den laatstcn tijd nu en dan ongun stige berichten omtrent den gezondheids toestand van den 78 jarigen balling verspreid, maar deze werden ook telkens weder tegengesproken. Toch wist men dat het leed 0111 zijn volk als een worin knaagde aan deze voor korten tijd nog zoo krachtige figuur. Zijn dood sluit een stuk wereldge schiedenis af, dat tot eeuwige schande zal strekken van de beschaafde natiën van Europa en Amerika. Tc schitteren der tegen dien duisteren achtergrond van heerschzucht, gouddorst en zelfzucht verrijst daarentegen de grootheid van het volk, waarvan hij deel uitmaakte en welks eer ook de zijne is. UIT DE PElls! Uit één Mortel (les geloof». Ofschoon de politieke Christenen al het mogelijke doen om goed te doen uitkomen dat trots de vele punten van verschil zij dit ééne groote punt gemeen hebben, dat zij leven uit, een wortel des geloofstoch komt zoo nu en dan een minder voorzichtig schrijver, misschien in wat te ver gedreven eerlijkheid onder de broeders, vertellen dat het niet die eenheid niet al te schitterend staat. We herinneren bijv. aan het Hoofdartikel in „De Standaard" van dc hand des heeren Dhaene van Yarick, handelende over de bekende standbeeldkwestie, waarover men in Katholieke kringen niet weinig was verstoord en verbitterd. Dr. Kuyper achtte het toen noodig van do regeeringstafel mede te deelen, dat hij in geen enkel opzicht iets uit staande had met de plaatsing van dat artikel in zijn lijforgaan. De minister, gehoord de Roomsche pers, deed niet onduidelijk blijken hoe hij had ingezien dat men de koalitie- vrienden niet ongestraft kan prikkelen. Thans lezen we echter in liet Gere formeerde Jonyelinfi-bladdat geredi geerd wordt door een gereformeerd pre dikant, die bij dr. Kuyper in hoog aan zien staat, een stuk dat beschuldigingen bevat aan het adres van Rome, die gansch haar wezen aantasten en ont- eeren. Het luidt als volgt: „Do Vorige Paus Leo XIII heeft Pro- testantsche zendelingen verwezen naai de hel. Dat is de man niet kwalijk te nemen want hij geloofde immers dat er buiten zijn kerk geen zaligheid is; maar wij zijn zoo vrij om te gelooven dat hij niet onfeilbaar was. Rome heeft op het gebied der zen ding een eigenaardige manier om het werk van die „hellewichten" tot nut van eigen kerk te laten strekken. Is er hier of{ daar een zendingsterrein waar het bijzonder goed gaat, waar de predi king des Evangelies vrucht draagt, dan duurt het nooit heel lang of Rome ge voelt roeping om ook dat terrein te be zetten. Rome bedient zich daarbij ook niet altijd van eerlijke middelen. Tegenover mannen die de Paus „Dienaren des Sa tans" die „de heerschappij van den vorst der duisternis zoeken uit te breiden" genoemd heeft (Bul van 1 Dec. 1880), is dat misschien ook niet noodig. „Wanneer Rome kan, neemt ze de wereldlijke macht in haar arm. Het re volutionaire Frankrijk, dat in eigen l&nd de kerk vervolgt, steunt in de koloniën de pogingen der Jezuïten en verdrijft, zoo mogelijk, in naam van het „aller- ehristelijkste Frankrijk" de Evangelische Zending. Dat is geschiedt of tenminste beproeid op| de Carolinen, op Tahiti, op Madagaskar. „Onder do Kols in Voor Indië ge bruikt de Jezuït andere middelen. Hij beloofde den armen Kol voorspraak bij het gerecht, als hij zich maar eerst bij de H. „Katholieke" kerk voegde en dan zou hij ongetwijfeld in het proces over een eigendom van zijn land in het ge lijk gesteld worden. „Ook vond de pater het door en door onbillijk dat de protestanten de inen- schen zoo weinig genot gunden; hij zag volstrekt geen zonde in zulk een hei denschen feestdans en in het drinken van rijstbrandewijn. Hij gunde het vleesek graag wat vrijhoid, als hij do ziel maar in de eenige schapenstal mocht brengen „Wanneer de pater met zulke beloften- de lieden heeft overgehaald dient hij ze haastig den Roomsehen doop toeRome doopt op het zendingsveld de Protestan" ten over soms wel «10.000 Kols in eene week. „Op midden Java maakte de pater het nog brutaler. Hij beloofde rovaalweg aan elk die zich doopon liet een rijks daalder. „In Ncd. Indië heeft den Rooinschen zending echter niet overal toegang. De regeering wil eigenlijk geen tweeërlei zending op een terrein. Maar Rome weet den weg. Toen het de Minahassa wilde binnengaan, en dit doorde reg-ee- ring belet werd, werden eenige zooge naamde Ambonesche soldaten, die uit de Minahassa afkomstig waren," tot de Roomsche kerk bekeerd. Toen zij na volbrachten diensttijd weer naar het va derlijk dorp terugkeerden, vroeg do priester al gauw toegang om daar zijn leden te bezoeken. En toen hij er een maal was, zat hij niet stil. „Intusschen gelukte het de Roomsche paters, bij de Europeesche beambten meer bemind te zijn dan de zendelingen. Het is reeds herhaaldelijk gebeurd dat de onverschilligste ongeloovigen van Rome goed en van de Protestantsche zending kwaad spraken. „Hoe dit komt? Misschien dat zekere Duit>che reiziger De Zintgraff het ons wel vertelt. Hij zegt: „Ik gaf den voor keur aan den omgang met Frausehe Priesters, zij drukken bij mijn zwakhe den een oogje toe en laten ook eens een enkele keer 2 maal twee vijf zijn: ik scheid van hun niet met het bewust zijn dat ik een arine zondaar ben, maar wel met het gevoel dat zij fameus be minnelijke kerels zijn." „Dit komt zoowat neer op hetgeen iemand eens uit Java schreef: „De pa ters zitten ook nog eens in de soos (so ciëteit) en kaarten eeu spelletje mee; die zendelingen zijn overal te stijf voor." Tot zoover het Gereformeerde Jonge ling sblad. Hier worden beschuldigingen uitgespro ken, die niisschienj(M;e zijn niet in staat zc te controleeren) nietonweerspiokcnziillen blijven. Wat ons evenwel in niet ge ringe mate verwonderd is, dat de anti- revolutionaire jongelingschap waarvoor dit artikel geschreven is, bij andere ge legenheden wordt opgetrommeld om te strijden voor een samengaan met Rome, ter eere van Christus. Geen ongelukkiger werk dan „Allerlei" te schrijven bij een temperatuur, waar door de dikke heer Bruis uit de Camera Obscure zeker een beroerte zou krijgen, en in een tijd, waarin alle kranten voor drie kwart aan .Generaal Van Heutz gewijd zijn en voor het overige kwart slechts ongelukken weten te vermelden waarbij verbrande automobielen, ver dronken schippers, overreden kinderen, enz. enz. de Hoofdrol vervullen. Denk er nu aan, dat een Allerlei schrijver evenals een Clown altijd min of meer „komiek" moet zijn, en ge kunt u, als ge een weinig fantasie bezit een denkbeeld vormen van den wanhopigen toestand, waarin zich thans zoo'n ge dwongen-komiekeling moet bevinden. Wees maar eens moppig, als aan elk van de weinige haren, die je nog resten, een druppel zweet hangt, als een dauw druppel aan een grashalm. Doe een ander maar eens lachen, als je zeli in een stemming verkeert van „pfff, ge lukkig da'k zit", en de ander in zijn niets-doen en niets-denken liefst door niets gestoord wil worden. En als ge dat kunt lezer, dan neem ik eerbiedig mijn hoed voor tl af, en wil ik zelfs, uit bewondering voor uw talent, aan „de Telegraaf" een brief schrijven 0111 u aan te bevelen, als Uiltje, de eeuwig-moppige, eens mocht komen te overlijden. E11 zoo lang de plaats van Uiltje niet vakant is, zoudt ge, indien die rol niet te nederig ware voor uw genie, mij wellicht voor mijn allerlei de stof kunnen leveren, die ik niet vinden kan. „Vinder", trouvère, trouba dour, dat zou dan uw titel, uw eere- naam zijn; ik ben slechts verzamelaar, „omvormer", van wat anderen geschre ven, overgieter, van wat anderen reeds gegoten hebben, inaar gij zoudt zoeker, vinder, schepper zijn. Daarom, 0 moppige lezers, komieke lingen, droge- maar (met het oog op dit jaargetijde) vooral natte-comici, sta mij in dezen hopeloos-pessimistischen, bran dend-warmen, nieuwtjes-armen zomertijd bij, en laat mij niet bezwijken aan een maagkwaal door het overvloedig gebruik van komkommers. Varia. Te Keulen zal van 5 tot 7 October eeu „Internationaal Congres tegen onze delijke literatuur", vorgaderen. In Yokohama is een groote drukkerij, waarvan de eigenaar en zijn 220 werk lieden Christenen zijn. De dag wordt begenuen met een godsdienstoefening, waaraan allen deelnemen. Alle schepen, die bestemd zijn voor West- of Zuid-Afrika en komende van Europa en Amerika, leggen aan te Ma deira. Hier volgt een lijst van sterke dranken die in één week passeerden. Genomen van de dagelijksche opgave, zooals is aangeplakt in Liverpool. MO,000 kisten jenever pd. st. 240,000 800.000 kruiken rum pd. st. 240,000 86,000 barels rumpd. st. 7200 24,000 butts rumpd. st. 240,000 80,000 kisten brandewijn pd. st. 00,00*1 28,000 kisteu Iersche whiskey pd. st. 60,000 30,000 kisten Old Tom pd. st. 60,000 75,000 bareis Absiuthe pd. st. 45,000 40,000 kisten Vermout pd. st. 4,0o0 Totaal pd. st. 1,046,000 of meer dan twaalf uillioen gul dens om de Afrikanen naar bun verderf te helpen. Gevolgen van den oorlog. Wat is eigenlijk malaise? Meestal heeft men niet meer dan een vage voor stelling van de periodiek in den handel terugkomende tijden van „weinig zaken doen", maar hoever dat wel gaat, daar van weet men in den regel niets. Wij hoorden onlangs een cijfer noemen zegt het N. v. d. D. dat althans eenig houvast geeft. Er was onder koop lieden sprake van minder telegrammen verzenden dan gewoonlijk, en éen meende, dat er in de maand Juni in Amsterdam wel 4 a 5000 handelstelegrammen min der verzonden waren, 't Bleek, dat er 40000 telegrammen minder verzonden zijn dan anders in Juni. Zooals 't in Amsterdam is, gaat 't wel in de heele wereld. De oorlog oefent overal een verlammende werking uit. Er zijn takken van handel die stil lig- ged. De ieder handel bijv.onlangs wer den op een veiling 2000 huiden aange boden. Er werd geen bod op gedaan. Baar 11. Alhier is opgericht een afdceling van het „Centraal-Comité voor vacanties- en herstellingskolonies". Het be stuur bestaat uit: dr. Muijsken, dr. Astra, mcj. Cainbier van Nooten, mevr. Paine Strieker, geb. Dudok de Wit, en mej. Druijvestein. Reeds traden een 60-tal ingezetenen als lid toe. De raad dezer gemeente is tegen heden in een buitengewone vergadering bijeengeroepen, ten einde plannen te ontwerpen voor een feestelijke ontvangst van Generaal van Heutz die in den loop der volgende week aan het station der II. IJ. S. alhier zal aankomen tot liet bezoeken van H. M. de Koningin- Moeder op Soestdijk. Barue veld. Woensdagnamiddag is de klerk der posterijen en telegraphic d. II., die sedert enkele dagen als plaats vervanger ten postkantore alhier werk zaam was, wegens een tekort in zijn kas, op last van den officier van justitie gearresteerd en gevankelijk naar Utrecht overgebracht. Op zijn vorige standplaats, te Montfoort, moet het tekort ongeveer f 200 bedragen, terwijl hier ruim f 5 te weinig aanwezig was. De H. nam zelf het telegram op, waarin zijn arrestatie' gelast werd, en wilde toen dadelijk het kantoor verlaten, wat hem echter door den directeur belet werd. Mjkcrli v. d. Brom uit Hoeve laken kwam Zaterdagavond leel'yk te pas. Met een met hooi beladen wagen reed hij over de Laakbrug, het voorwiel kwam buiten de brug eu alles buitelde om. V. d. B. kwam er onder en met behulp van vele personen mocht het eerst gelukken hem uit zijn netelige positie tc verlossen. Met gekneusd en: ge'oroken rcchterbovenbeen werd v. d. B., dio reeds kreupel liep, opgenomen

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2