Stadsnieuws.
len worden, om de dreigende herhaling
tijdig te voorkomen.
Zooals de bladen vermelden is in het
Engelsche Parlement reeds een stem
opgegaan om in dien zin drang op onze
Regeering te doen uitoefenen, en werd
onomwonden in het licht gesteld wat het
zeggen wil voor een koloniale mogend
heid als Nederland, dat „in het een-
en-dertigste jaar van den Atjeh-
oorlog", zooals de interpellant het
noemde, zulke barbaarsche „wapenfeiten"
door ecuc beschaafde natie bedreven
kunnen worden.
Raadsverslag.
Onder voorzittorschap van den bur
gemeester Jhr. J. W. A. Barchman
Wuytiers vergaderde Maandag 1 Augus
tus 1904 des namiddags half twee de
Raad onzer Gemeente. Tegenwoordig
waren 12 leden en de Secretaris Jhr.
mr. B. W. Th. Sandberg. Afwezig wa
ren de heerenC'. Th. van Beek en mr.
van Voorst Vader met kennisgeving en
verder de heeren Wethouder Visser, en
mr. Prikken, cén vacature.
I)c notulen der vergadering van 5 Juli
worden vastgesteld zooals zij door den
secretaris zijn ontworpen.
Ingekomen zijn van Gedeputeerde
Staten: de goedkeuring van de veror
dening op de Banken van Leening; van
B. en W. het proces verbaal van de
opname van kas en boeken van den
gemeente ontvanger; een schrijven van
de commissie voor de feestelijke her
denking in het openbaar van den ver
jaardag van li. M. de Koningin.
De secretaris doet voorlezing van dit
schrijven, waarin de commissie meedeelt
dat ze het toegestane c-redict van f ÖOO
niet kan aanvaarden, om de grioveude
en bezwarende bepalingen waaronder
dit is verleend. Tevens deelt de com
missie mede, dat met op 4 na algemeene
stemmen besloten is, de commissie te
ontbinden, nadat ze de volgende motie
had aangenomen met algemeene stem
men
De commissie daartoe aangezocht dooi
den heer burgemeester, welke zich ten
doel stelde het feestelijk herdenken in
het openpaar van den verjaardag van
II. M. de Koningin, vooral door het ge
ven van volksfeesten in den ochtend en
den middag van 31 Augustus 1904;
betreurt de mindere waardeering van
besluit geen |ge'oruik te maken van
het door den Raad onder zóó verzwren-
de bepalingen verleend credict;
den Gemeenteraad, gebleken bij de be
raadslagingen omtrent haar verzoek tot
verleenen van een crediet;
en draagt aan het Dagelijksch Be
stuur der commissie op, den Gemeente
raad met dit besluit in kennis te slellcu.
De Voorzitter. Nu do commissie
het crediet niet wenscht te aanvaarden,
stel ik namens Burg. en Weth. voordat
crediet te bestemmen tot onthaal van de
kinderen van Bijzondere en Openbare
Lagere scholen. B. en W. gaan uit van
de idee dat een dergelijke gelegenheid
uitmuntend geschikt is om de jeugd eer
bied en liefde voor de koningin in te
prenten.
De heer Plomp. Mijnheer de voor
zitter. Toen ik in de vorige vergadering
voorgesteld heb, dat de commissie zelf
standig over een bedrag van f 500 moest
beschikken, wilde ze aanspraak maken
op het crediet toegestaan door den Raad,
had ik niet gedacht, dat de commissie
zich daardoor beleedigd zou gevoelen.
Bn nog minder kan ik uie dat voorstel
len nu lezing der toelichting van de
commissie in de plaatselijke bladen. Er
heeft zelfs in. i. zelden een grootere
overeenstemming bestaan tusschen een
commissie en den Raad. Men is uitge
gaan van de idee een feest te geven,
een volksfeest en vooral een kinderfeest.
Daar is de Raad ook van uitgegaan en
wat er nu voor grievends is in de
voorwaarden, is mij ten eenenmale niet
duidelijk.
Nu willen Burg. en W. een zelfde be
drag vaststellen voor dergelijke feesten.
Maar eenmaal zoo'n post aangenomen
blijft licht een blijvenden post. Voorzich
tigheid is dus aan te bevelen. Eerst
moet blijken, dat de burgers zooveel
sympathie voor de zaak hebben, dat
feestvieren mogelijk wordt. Wij zijn in
geen geval in den Raad om feesten te
organiseeren maar slechts om subsidie
te verstrekken om ze mogelijk te maken.
De Voorzitter meent dat men een
dergelijk besluit gerust kan nemen zon
der gebonden te zijn voor volgende ja-
aan oom Frits, die zoo spottend over
overste Scluappc had gesproken. Dat
was een veel interessanter persoonlijkheid
als die oude couponnensnijder van een
oom!
IVordt vervolgd.
ren. Wat de steun van de burgers be
treft, wij kunnen toch moeiclijk gaan
collecteeren. Een kinderfeest op konin
ginnedag is hoogst nuttig, wil men iets
doen om bij de kinderen liefde en eer
bied op te wekken voor het vorstelijk huis.
De heer van Es veld. fs de som
van f 500 wel voldoende? De feestcom
missie vroeg flOOU en rekende op een
groote bijdrage van de burgerij. Wil
men de kindereu onthalen dan vrees
ik dat f 501) niet genoeg is. Als men
dan i ook iets wil doen moet men meer
geven.
De heer van Eek. Ook ik kan
niet meegaan met het voorstel van
Burg. en Weth. Ik heb het in de vorige
raadsvergadering al gezegd dat ik niet
veel waarde hecht aan kinderfeesten
maar veel meer belang zie in volks
feesten. Maar dan moet liet volk er
zelf ook wat voor opbrengen. Wat
betreft het aankweeken van liefde en
eerbied voor 't vorstelijk huis ben ik
van meening, dat de onderwijzers dat.
het beste kunnen doen onder het leeren.
Wil men nu evenwel een kinderfeest
daarvoor, dan moet dat zijn voor alle
kinderen en niet alleen voor de koste-
looze scholen. De kinderen der andere
scholen hebben het even goed noodig
als die der mindere seholen,
De voorzitter. liet denkbeeld was
om de kiuderen van de scholen voor
meer uitgebreid onderwijs er buiten te
laten. Er blijven dan nog 7 scholen
over, zoodat er voor elke school f70
zou zijn. Dit is nu wel niet veel maai
de hoofden van scholen zouden toch
een feest kunnen aanleggen voor het
indrukwekkende van den dag.
De heer Veis IIoy|n. Wanneer ik
me goed herinner, wat er vroeger is
gezegd in openbare vergaderingen, dan
werd er juist een grief van gemaakt,
dat niet alle kinderen gelijkelijk behan
deld werden, maar dat de kinderen van
welgestelde lieden werden buitengesloten.
Wethouder Cel os se. M. d. V.
Gaarne zou ik een enkele opmerking
willen maken naar aanleiding van het
geen hier door sommige heeren is ge
zegd. 'tis in geen geval de bedoeling
ieder jaar zoo'n post aan den Raad
voor te leggen en op de gemcentcbe-
grooting te brengen, j Maar de aanlei
ding voor dit voorstel ligt voordehand.
Er was een commissie voor de feeste
lijke viering van den Koninginnedag.
Nu het evenwel door de m. i. minder
correcte wijze ;an optreden dier com
missie misloopt meenen Burg. en Weth.
toch iets te moeten doen. Zou f 500 nu
wel voldoende zijn? 't Was zeker wen-
schelijker de kinderen van alle scholen
aan de feesten te laten deelnemen, maai
er zijn stemmen opgegaan van ouders,
die op dien dag huil eigen kinderfeest
houden. Dat is een standpunt en waai
er velen zijn, die dat standpunt innemen,
dienen we ons daar aan te houden. Op
Koninginnedag zal het nuttig zijn iets
te doen voor de kinderen. Ernstige be
zwaren kunnen dan ook niet tegen het
voorstel van B. en W. bestaan, waai
de feesten voor de grooten door
"Vreemdelingenverkeer" zullen worden
georganiseerd.
D|C heer Jorissen. De heerC'elossc
zegt, dat er zoowel sympathie voor
het plan van de commissie was, maar
ik kan me vergissen, ik heb daarvan
niet veel van gemerkt. De commissie
heeft zich er zelf ook zeker weinig van
voorgesteld, anders had ze toch niet
zoo gauw het bijltje er bij neergelegd.
De commissie heeft waarschijnlijk geen
kans gezien de f500 bij elkaar te krijgen.
Na een korte opmerking van den
heer Celosse wordt het voorstel in stem
ming gebracht en verworpen met 7
togen 5 stemmen. Tegen de heeren
Plomp, Jorissen, Oostervcen, Hamers,
Tromp van Holst, Yels Heyn en van
Eek.
De voorzitter doet mededeeling, dat
is ingekomen een schrijven van den
heer H. J. Croockewit, waarin deze
meldt, dat hij wegens vertrek uit de
gemeente ontslag neemt als lid van
den Raad, als regent van liet Burger
Weeshuis en als commissaris van het
fonds voor den gewapenden dienst.
De voorzitter. Ik meen de
gevoelens van den Raad te vertolken, wan
neer ik het uitspreek, dat we het zeer
betreuren, dat hij ons verlaten heeft
en ik|hoop dat het hem elders welga. (Zn
stemming.)
Ingekomen is een schrijven van Cu
ratoren van het gymnasium, waarin ze
verklaren geen bezwaar te hebben tegen
het ter bezichtiging stellen van de kast
met inlaudsche vogels, welke aan het
gymnasium is geschonken. Hiermede is
voldaan aan het verzoek van den heer
Kleber in de vorige vergadering gedaan.
Verder een adres van „Vreemdelin
genverkeer" om f 100 subsidie voor
1905: te behandelen bij de Gemeente-
begrooting; een kennisgeving van den
onderwijzer J. van den Broek dat hij
zijn benoeming aanneemt, voor kennis
geving; de begrooting over 1905 van de
d.d. Schutterij, te behandelen bij de
Gemeentebegrooting.
Hierna kwam aan de orde punt 1
van de agendade Bouwverordening.
De heer Vels-Heyn. Ik zou willen
voorstellen de verordening terug te zenden
naar de afdcelingcn. Zij is zoo ingrijpend
en ik acht ze niet voldoende toegelicht.
We hebben geen tijd gehad om ons
voldoende op de hoogte te stellen, het
geen voor ons niet deskundigen bijna
ondoenlijk is.
De voorzitter. Ik wil even opmer
ken, dat de verordening kwam onder
de oogen van tal van deskundigen, en
dat ze in de afdcelingen is behandeld.
Bovendien is het tijd van afdoening,
daar de Woningwetdien tijd bepaald op
1 Augustus, zoodat er kans bestaat dat
er aanschrijving zal komen van Gede
puteerde Staten.
De heer Plomp. Ik ondersteun
gaarne het voorstel van den heer Yels-
Heyn. Dat de zaak zoo laat wordt be
handeld is niet de schuld van den Raad.
Wel is dd. 2b April het ontwerp inge
diend, maar eerst einde Juni ontvingen
de Raadsleden de stukken. En aan het
onderzoek in de afdcelingen kan men
ook niet veel waarde hechten daar van
de 17 Raadsleden slechts S leden aan
dat onderzoek deelnamen. Dat onder
zoek kon dus niet het resultaat hebben,
dat men zich er van voorstelt. De op
merkingen, die gemaakt zijn bewijzen
dat er nog al veel af te dingen valt.
Ik zou willen, dat de bouwverordening
publiek werd gemankt, dan kunnen des
kundigen liunnne opmerkingen maken,
zoodat wij er dan ook beter over kun
nen oordeelen.
De voorzitter. Dat slechts 8 le
den aan het afdeelingsonderzoek hebben
deelgenomen is waar, maar de verorde
ning is toch onderzocht door meer leden
die zitting hadden in de Gezondheids
commissie, in de commissie voor fabri
cage en in de commissie voor wetgeving.
Het publiek maken van de verordening
wijkt geheel af van de gewone wijze
van werken.
De heer Kleber. Gaaarne wil :k
het voorstel Vels-Heyn steun. Hoe
wel ik hulde weusch te brengen aan
de verschillende commissies voor het
belangrijk aandeel in de voorbereiding,
acht ik het voorstel van te ingrijpen
den aard, dat we het nog wel eens goed
onder de oogen mogen zien.
De heer II e y 1 i g e r s. De veror
dening is van alle kanten onderzocht
en wanneer de afdeel: ngsvergaderingen
zoo slecht bezocht waren, is dat de
schuld van de afwezige leden. We zijn
nu reeds 11 jaar bezig met deze ver
ordening. Al zijn er leden die er geen
studie van hebben gemaakt, anderen
hebben dat wel gedaan.
De heer Kleber. Al 1/a jaar, de
Raad kent het omwerp pas een maand
Anderen wellicht als lid van de Gezond
heidscommissie. Het ontwerp is midden
in den zomer ingediend, nu veel leden
afwezig zijn, zelfs de wethouder van
openbare werken.
Methouder Celosse. Het ontwerp
heeft verbazend veel tijd gekost en
(onverstaanbaar).
De heer Plomp. Zegt de heer Ce
losse dat ik een deskundige heb geraad
pleegd?
De heer Celosse. Pardon, een dar
leden van de afdeeling, die ik gepresi
deerd heb, had zijn licht reeds opge
stoken bij een deskundige.
De heer Jorissen. M. de V., ,om
de heer Plomp te helpen
De heer Plomp. Neen ik heb geen
hulp noodig.
De heer Jorissen. Ja, maar ik ben
dat lid geweest en ik zie daarin vol
strekt geen kwaad.
De heer Veis Ileyn. De meeening
van deskundigen kan van veel belang
zijn. Ik herinner er aan, dat we bij de
vee- en vleesckkeuring ook zeer gewaar
deerde voorlichting kregen.
De heer Plomp. Ik wil niets anders
dan verlof aan de couranten om de ver
ordening te publiceereu.
De voorzitter. De Raad heeft in
lichtingen kunnen inwinnen. Ik moeter
bezwaar tegen maken de stukken tepu-
blieeeren want dat moeten wc dan bij
elke verordening doen.
De heer Veis Heyn. Dat is niet
de bedoeling van den voorsteller.
De heer Plomp. Ik heb slechtsver-
lof gevraagd voor deze verordening. Die
richting moet het echter wel uit.
De h eerlleylige rsonverstaanbaar
De heer Kleber. Bestaat er werke
lijk bezwaar, dat de gemeente dergelijke
voorstellen publiek maakt. Goede voor
lichting is niet alleen in liet belang van
den Raad, maar het is een gemeente
belang. Ik zou er sterk voor zijn eerst
te publiceeren.
De voorzitter. Dit is een voorstel
van zeer ingrijpenden aard; hetwelk in
een volgende vergadering als afzonder
lijk punt op de agenda moet worden
gebracht. Het is nu niet maar even uit
te maken.
De heer Esveld. Ik ben niet voor uit
stel van dit ontwerp. Het heeft toch ver
schillende pha6en doorloopeu. De Ge
zondheidscommissie heeft het van alle
kanten bekeken. Ook de commissie van
fabricage terwijl het ook in de afdeelin-
geu is onderzocht. Zoo heeft het ontwerp den
Raad bereikt, behoorlijk onderzocht. Dat
er heeren de afd. vergaderingen niet
hebben bijgewoond zal wel meer gebeu
ren. Vervolgens hebben de heeren een
maand gehad om deskundige voorlich
ting te krijgen. Dat de bouwers nictop
de hoogte zijn, geloof ik niet. Ik heb
een bouwer gesproken, die van alles op
de hoogte was en die slechts 2 aan
merkingen had. Ik zie dan ook geen re
den voor uitstel. Bovendien het ontwerp
is gebaseerd op de Woningw et, een rijks
wet die de verordening voorschrijft.
De heer Plomp. De argumenten van
de heeren Heyligers en Esveld komen
me niet zwaarwichtig voor. De eerste
schijnt zelfs critiek van de bouwers te
vreezen. Dat is geen compliment voor
den Raad, die boven de bouwers staat en
slechts voorlichting vraagt.
Wanneer de voorzitter zegt, dat de
publiceering bij motie kan worden uit
gemaakt, dan ben ik dat volkomen niet
hem eens, maar zou een principicele be
slissing willen uitstellen tot bij de Be
grooting, maar ik zie niet in waarom
we hier geen uitzondering kunnen maken.
Wethouder Celosse. Geen van de
leden, heeft mijn opmerking bestreden,
dat wanneer we de verordening niet
behandelen er een aanschrijving zal ko
men van Gedeputeerde staten, met een
verordening, die wel eens minder naai
den zin van den Raad zou kunnen zijn.
De heer Jorissen. Ook is nog niet op
gelost waarom de verordening zoo laat
hij den Raad kwam, zoodat er geen
tijd was voor degelijk onderzoek.
De voorziter. De zaak is al 2 jaar
hangende. We moesten wachten op het
in werking stellen van de Woningwet
en toen moest het ontwerp eerst naar
de verschillende commission.
De heer Plomp. We kunnen de aan
moediging van Gedeputeerde Staten wel
voorkomen door God. St. kennis te ge
ven, dat wc de behandeling der veror
dening hebben uitgesteld.
Wethouder Celosse. Daar zullen
ze zich weinig aan storen, art. 8 dei-
woningwet is imperatief.
De voorzitter. Ik stel voor de
discussie te sluiten. We hadden nu de
verordening al kunnen afgehandeld heb
ben.
De heer van Eek. Ik wenscli
mijn stem nog even te motiveeren. Ik
zal tegenstemmen want hoe meer be
langhebbenden men hoort, hoe meer
verwarring er zal komen.
De heer Kleber. Ik steun het
voorstel ook niet om de belanghebben
den. Er wordt gezegd de Raad heeft
geen haast gemaakt naar het advies
van de Gezondheidscommissie is geda
teerd 19 Nov. 1903, dat van de com
missie van fabricage 20 Febr. 1904.
Toen hebben B. en W. het ontwerp
ie handen gehad dat eerst laat aan den
Raad is verzonden.
Wethouder Celosse. Ik kan ver
zekeren, dat zoowel B. en W. als de
verschillende commissiën er de handen
mee hebben votgehad.
Het voorstel Vels-Heyn: terug naar
de afdeelingen, wordt in stemming ge
bracht en aangenomen met 7 tegen 5
stemmen. Voor de heeren: Vels-Heyn
Kleber, Plomp, Jorissen, Oosterveen,
Hamers, Tromp van Holst.
De heer Plomp. Mag ik nu voor
stellen aan de bladen verlof te geven
de verordening te publiceeren?
De voorzitter. De pers heeft het
en kan het dus publiceeren?
Punt 2. Verzoek van de firma II.
Gerritsen om gemeenteterrein te mogen
pachten voor het stichten van een hooi
schuur, mot advies.
B. en W. zeggen in hun advies:
„Door den heer 1). Gerritsen, koop
man alhier, handelende onder de firma
11. Gerritsen, werd aan ons vergunning
gevraagd, om op het terrein aan de
Koningspoort, de z.g. oude zwemschool,
een schuur te mogen bouwen tot ber
ging van hooi en stroo ter vervanging
van een hooiberg.
Met het oog op de wenschelijkkeid
om alle hooi- en stroomagazijnen zooveel
mogelijk op de daarvoor aangewezen
plaats buiten de Koningspoort te con-
centreeren, zouden wij deze vergunning
ongetwijfeld verleend hebben, ware het
niet, dat voor de plaatsing van de schuur
meer grondruimte vereischt wordt, tot
in gebruik geving waarvan uwe mede
werking vereischt wordt Dientengevol
ge stellen B. en W. voor „aan den heer
D. Gerritsen, handelende onder de firma
II. Gerritsen, alhier, met ingang van
den dag na de vaststelling van dit Raads
besluit voor den tijd van vijf en twintig
jaren in huur af te staan, een gedeelte
van het terrein, kadastraal bekend Ge
meente Amersfoort sectie E. No. 4297,
groot ongeveer 340 M2, strekkende
langs den beek ter lengte van 29.5 M.
en ter breedte van 11.5 M., uitsluitend
om te dienen tot plaatsing van een
houten schuur op steenen voet met pan
nen gedekt.
De heer Plomp. Door den heer Ger
ritsen wordt verzocht een hooischuur
te mogen bouwen op het terrein van
de oude zwemschool en B. en W. zeg
gen in hun advies, dat ze met 't oog op
de wenselielijkheid om alle hooibergen
te concentreeren geen bezwaar daarte
gen hebben.
Wanneer we nu dit verzoek inwilligen
dan zijn we daaraan voor 25-jaar ge
bonden. Eenigen tijd geleden is dooi
de gemeente aangekocht de voormalige
looierij-Overgooi-, De overweging zat
daarbij voor, dat de gemeente eigenares
werd van dat terrein om de beschikking
te hebben over het terrein tusschen
Kampoort en Koningstraat. We heb
ben dat terrein verhuurd voor 3
jaar en toen is door mij voorgesteld
een opzeggingstermijn te stellen van 6
maanden. Daarbij ben ik uitgegaan van
de gedachte om daar een beter stads
gedeelte te doen verrijzen, door oprui
ming van oude krotten. Wanneer we
nu dit perceel verhuren voor 25 jaar,
dan acht ik dit in strijd niet hot ge
meentebelang.
Om nog een andere reden ben ik
tegen het voorstel: ik zou liever zeggen
alle hooibergen weg, ook om het brand
gevaar. Hooi brandt gauw en hevig.
Èn ten derde het brandgevaar komt
nog dichter bij een onzer Opeub. Lagere
scholen.
De heer van Eek. Ook ik ben tegen
inwilliging van het verzoek en voorna
nu-lijk tegen de wijze waarop er aan
wordt, voldaan. Voor liet terrein moet
de gemeente f 11 grondbelasting betalen
en ontvangt dus slechts f 14 per jaar.
(Verder onverstaanbaar.)
De voorzitter. Het is juist de be
doeling de hooibergen te concentreeren,
ter voorkoming van brandgevaar. Wat
het geven van recht van opstal betreft,
dit is in lijnrechten strijd met hetgeen
de lieer Plomp wil, want recht van op
stal wordt gewoonlijk voor zeer langen
tijd verleend.
De heer Plomp. Wanneer het al
leen in de grondbelasting zit, kunnen
we bepalen, dat die komt voor rekening
van den huurder.
De heer H|amers. Ook ik heb be
zwaar tegen de plaatsing, want een ge
deelte, dat nu open is onttrekt men aan
den brandweer, zoodat deze niet op
het terrein kan werken.
De heer Kleber. Ik kan me niot
vereenigen met het voorstel zooals het
daar ligt. Er zal slechts een tusschen-
ruimte blijven van 7 M; wat gevaarlijk
is voor den brandweer. Dat dit gevaar
niet denkbeeldig is, is bewezen bij den
laatsten brand, waar brandweermannen
geschroeid ziju, ofschoon daar deruimte
veel grooter is.
De voorzitter. Wat de moeielijk-
heid bij brandgevaar betreft, dat is wel
eenigszins denkbeeldig. Onlangs wasdaar
nog hooibroei en toen konden de slan
gen van drie plaatsen worden aange
bracht. Het denkbeeld van den lieer
Plomp is geheel nieuw en nog niet door
IS. en W. overwogen. Het kan hierbij
dan ook niet in behandeling komen.
Wethouder Celosse. De hooi
bergen staan daar al geriiimen tijd en
zullen er nog wel langer staan achter
een muur zoodat ze niet zooveel gevaar
opleveren. Het verspreiden van de hooi
bergen acht ik veel gevaarlijker.
De heer van Eek. Ik ben het in
zoover met den heer Celosse eens maar
zal dan ook tegenstemmen om het finan-
cieele deel, daar de Gemeente de be
lasting zal moeten betalen.
Dehecr Plomp. Het uitgansgpunt,
dat die bergen daar al zoo lang ziju ge
weest is niet goed en volstrekt geen
reden om ze er te laten. We zouden
in de politieverordeningen wel maatre
gelen kunnen nemen om het brandge
vaar te beperken, maar we hebben het
terrein gekocht om het daar vrij te ma-
keu en nu moeten we 't niet uitgeven.
De heer Oosterveen. Ik ga mede
met de bezwaren van de heeren Kleber
en Hamers. Ik zou advies willen inwin
nen van den opperbrandmeester. Als die
geen bezwaar heeft kunnen we in de
volgende vergadering nog beslissen,
De heer Hamers. Ik ben van oor
deel, dat als men den brand wil blus-
schen, men toch op het terrein moet
wezen en liet gevaar voor de O. L.
school door den heer Plomp genoemd
weegt ook zwaar.
De heer Plomp. Ik ben er voor de
belissing aan te houden.
De heer Esveld. Dan nog liever
naar de afdeelingen.
De heer Celosse. En de hooiber
gen naar de Mookerhei.
Zonder h. stemming naar de afdee
lingen verzonden.
Zonder discussie of stemming worden
de volgende punten aangenomen:
3. Verzoekvan Dr. J. H. Moll om