Stadsnieuws.
Advertentiën,
A.J.v.Zalingen,®
Allerlei.
- - CONFISEUR. - -
UIT DE PERS.
Een „aandeelhouder v/d H. 8. M.
oohrijft in de N. R. Ct.
Wees zoo goed en plaats onderstaand
stukje in Uw blad en geef het een goed
plaatsje, opdat alle aandeelhouders en
houders van obligation der TI. IJ. S. M.
het lezen, waarvoor bij voorbaat mijn
dank.
Een deel van het personeel der II. IJ.
S. M. ging met zijn tijd mede en richtte
een Coöperatieve vcrceniging op. liet
bestuur der Maatschappij steunde het
loffelijk pogen van het personeel 0111
ook zelf hun economischen toestand te
verbeteren.
Een klein deel van den handel nam
dit euvel op, gooit in gezelschap van so
cialistische raddraaiers het bestuur der
Maatschappij met vuil en dreigt met
„boycot" van de H. IJ. S. M. zoolang
zij .de hulpvaardige hand niet terugtrekt
en het personeel in zijn gezond en
loffelijk pogen tot lotsverbetering door
eigen initiatief en door eigen kracht
steunt.
Ziedaar in weinige; woorden de ver
houding van een partijtje kleinhandelaars,
die niet met hun tijd medegaan en
zich oppermachtig gevoelen, en een
Maatschappij, die haar personeel wil
helpen
Dat zij niet met hun tijd medegaan,
zal ik niet trachten nader aan te toonen.
Ieder, die eenigszins begrip heeft van
de economische toestanden, zal beseffen,
dat de Twentsche en Amersfoortsche han
delaren er vlak naast zijn.
Rest dus te tornen aan hun gewaande
oppermacht.
„Zoolang de II. IJ. S. M. de coöpe
ratie van haar personeel steunt, geen
vervoer per H. IJ. S. M." M. a. w.
neem haar de klandizie af.
Best, maar hebben die handelsmen-
schen, die dergelijk besluit decretccren,
geen clientèle te verliezen?
Zijn er geen aandeel- en obligatie-
houders der II. IJ. 8. M., die een der
gelijk middeneeuwsch ongerechtigd pogen
euvel zullen opnemen?
Zeer zeker. Laat ik daarom die kort
zichtige handelsmenschen uit den'droom
helpen door de navolgende verklaring:
Als aadeelhouder der II. IJ. 8. M.
zeg ik de klandizie op aan mijn krui
denier, steenkolenhandelaar, wijnkooper,
enzenz., die het mocht wagen tot het
dwaze besluit, om de II. IJ. S. M. te
boycotten, mede te werken, en ik hoop,
dat zonder uitzondering alle aandeel-
en obligatie-houders, wier belangen door
dat onzinnige dreigement benadeeld zou
den kunnen worden, mijn voorbeeld
zullen volgen.
De uitvoering daarvan is niet moeilijk:
A. Is uw kruidenier, B. uw steen-
kolenliandclaar, enz enz.
Eene wandeling naar het station en
u vraagt den chef of een ander bekend
ambtenaar: „Heeft mijnheer A. of B.
jullie ook geboycot?"
„Ja mijnheer,, doch hoe vraagt udat
zoo?"
„Och neen, niets; maar C. is toch zoo
dom niet wel?"
„Wel neen mijnheer, die is nog een
trouwe klant".
„Dank u zeer".
„Nog denzelfden dag wordende „boy
eotters" geboycot en deniet-boycottende
handelsman, die met zijn tijd medegaat
en niet aan dwaasheden mededoet, telt
een klant meer.
En nu nog een goeden raad aanbui-
tenstaanden
Ambtenaren van Post- en Telegraaf,
van groote Maatschappijen, Stoomvaart
lijnen, c.d., volgt het voorbeeld van het
II. IJ. S. M.-personeel en sticht óok
coöperaties. Als gij dat doet, valt er
niets meer te „boycotten" en dan kan
de coöperatie zijne ontwikkeling krijgen,
zooals in het kader van den tijd past.
liet Kamerlidmaatschap.
De Arh. Schrijft:
„Naar aanleiding v in de in de prac-
tijk opgedane ervaring, moet het voor
nemen bestaan een wetsontwerp gereed
te maken tot aanwijzing van de Staats
ambten en Staatsbetrekkingen, die 011-
vereeuigbaar zullen verklaard worden
met bet lidmaatschap van éen der beide
Kamers van de Staten-Generaal.
„Op de gewone wijze is door tusschen-
komst van hot Ned. correspondentie-
bureau in Den Haag dit bericht aan de
bladen medegedeeld, waardoor het min
of meer een officieus karakter ver
krijgt, Niettemin wekt het verbazing,
omdat het niet juist kan zijn of getuigt
van wonderlijke ongrondwettige voor
nemens in den Regeeriugskring. Art.
96 der Grondwet somt de Staatsambten
en Staatsbetrekkingen op, welke met
het lidmaatschap der Kamers onvene-
nigbaar zijn, en die opsomming is zon
der eenigen twijfel limitatief, en voor
geen uitbreiding vatbaar. Of bestaatiuis-
schien het voornemeu tot Grondwets
herziening? 't Zou zeker wol wat al te
gewaagd wezen, dit uit het bovenstaande
berichtje af te leiden."
Naar aanleiding van dit bericht schrijft
het Vaderland:
Wij kunnen de Arnh. G'rt. gerust
stellen. Het aangekondigde wetsontwerp
bedoelt niets ongrondwettigs. Alleen
het Correspondentieburenu communiqué,
was wat slecht gesteld.
Het voornemen moet zijn te herzien
de wet van 12 Aug. 1890, (verciecht
door art. 90 der Grondwet), die aan
wijst de hoogc en gewichtige openbare
betrekkingen, welke de benoembaarheid
met zich brengen tot lid van de Eerste
Kamer.
En verder staat het 2e lid, van art.
96 Gw.: „De wet regelt voor zooveel
noodig de gevolgen van de vcrecniging
van het lidmaatschap van een der beide
Kamers met andere dan de in het eerste
uitgesloten uit 's Lands kas bezoldigde
ambten"
De ,iu de practijk opgedane ervaring"
maakt vooral een betere regeling van
deze aangelegenheid zeer noodig.
Mocht Vor.del in het specifiek A111-
sterdamsche drama den „Gysbrecht van
Aemstel" de reizangers het schoone lied
doen aantreffen:
„Waar werd oprechter trouw
Dan tusschen man en vrouw
Ter wereld ooit gevonden,"
de 20e eeuwsche Amsterdammers weten
wel beter; althans de bewoners van de
Frans Halsstraat, die dezer dagen ge
tuige waren van een echtelijke scène,
waarbij de „gloeiend aaneengesmede
zielen" allesbehalve „saaingcsmolten*
bleken te zijn.
1 )en man, die nog al eens ruzie maakte
met zijne cchtgenoote en dus voor zijne
benedenburen vrij lastig was, had men
aangezegd, dat hij moest verhuizen. Op
dien avond had zijne vrouw hier reeds
een begin aan gemaakt en juist een
deel van de huishoudelijke artikelen in
een mand en emmer op een kar geladen,
toen haar man thuis kwam. Deze ont
stak in woede, oiodat zijn vrouw gevolg
had gegeven aan het opzeggen van c'e
woning. Eerst nam hij toen een emmer
met steengoed en wierp dat op straat,
zoodat de scherven wijd en zijd vlogen;
daarop moest een mand met andere
steen- en glaswaar het ontgelden. Zijn
woede scheen toen nog niet bekoeld,
want nauwelijks was de spiegel naar
boueden gebracht of ook dit stuk huis
raad werd tegen de wereld geslagen.
Hetzelfde lot ondergingen stoelen en
oenige andere voorwerpen.
Toen werd het de vrouw toch wat al
te kras. Zij snelde naar het politiebu
reau en kwam met een paar agenten
terug. De man was echter gevlucht; doch
toen hij later terugkwam werd hij opge
pikt.
Hulde aan de ijverige politie, die don
dwingeland zoo handig wist te pakken
en op te bergen.
Je kunt anders tegenwoordig ook
heele rare politie-agentcn aantreffen, van
wie je nou niet zoo bizonder veel hulp
en steun ondervindt. Daarvan deed ten
minste de vorige week een jongmensch
te Christiauia nog een minder aangename
ervaring op.
Hij moest voor zijn patroon naar de
Bank 0111 een bedrag van 500 kronen te
innen. Met een behaaglijk gevoel van
zelfvoldaanheid over het volbrengen van
een z. i. zoo gewichtige boodschap stapte
hij het gebouw van de bank uit. Maar
hoe schrok hij, toen hij, nauwelijks bui
ten, door een man aangesproken werd,
die hem arresteerde als verdacht van
zakkenrollerij, en hem beval in te stap
pen 111 het gereedstaande rijtuig.
De jongen, doodelijk verschrikt stapte
in en de politieman beval den koetsier
naar het bureau te rijden. Onderweg
begon hij een verhoor en ontnam zijn
arrestant maar vast de 500 kronen, zijn
horloge, sleutels en andere zaken. Aan
het stadhuis stapte de dienaar des ge
rechts uit, gelastte den koetsier even op
den „lummel" te pa9sen en ging, den
portier groetend, binnen, om echter door
een andere deur te verdwijnen en niet
bij 't rijtuig terug te keoren.
Na lang wachten kwamen koetsieren
arrestant tot de ontdekking, dat zij waren
opgelicht.
Brutaler stukje dan dit van den ge-
waanden politie-agent is zeker nog niet
vaak uitgehaald, en zou ik er aan kun
nen toevoegen, gewilliger slachtoffer had
de oplichter ook moeielijk kunnen vin
den. Diens gewilligheid en gedweeheid
grenst aan de lafheid van een jong
predikant, die, ergens op beroep pree-
kend, in zeer schrille kleuren de macht
ten kwade van den drank had geschil
derd. Na de preek vernam hij, dat de
man, die het meest op zijn beroep tegen
had, een herbergier was. Dadelijk begaf
hij zich naar dezen om hem zijn ver
ontschuldigingen aan te bieden, als hij
hem soms beleedigd had.
Gelukkig voor de zielsrust van den
sukkel gaf de waard hem het troostende
antwoord
„Och dominee, trek-je dat niet aan;
het moet al een zeer slechte preek zijn,
die mij niet in een of ander opzicht
belecdigt.
Zaterdag slaagde te 's-Gravenhage
voor het examen Fransch 1. o. Mej. C.
M. Lunter, alhier.
De jieer P. M. Schweig, commies 2e
klasse stationsdienst bij de II IJ S. M.
alhier, is door de directie aangewezen
om bij voorkomende gevallen als waar
nemend stationschef op tetreden.
De heer A. Nijhoff, benoemd Commis
saris van politie te dezer stede, komt
15 September a.s. in functie.
De le luitenant jhr. M. C. F. J. de
Rotte die met 1 October in actieven dienst
wordt hersteld bij het 2e rcg. huzaren,
is bestemd vo or het garnizoen te Roer
mond.
In de 15 Juli gehouden vergadering
van „Handel en Nijverheid" werd o.a.
meegedeeld dat het hoofdcorrespondent
schap Amersfoort van de Coöperatieve
verceniging „Voorallen der H. IJ. S. M."
nog geen 100 leden telde. Van een zijde,
waar men het weten kan, deelt men
ons thans mee dat het correspondent
schap uit 240 leden bestaat terwijl zich
nog steeds nieuwe leden aanmelden.
Men deelt ons mede dat behalve de
perrons abrihalte aan de Koppel voor
II. IJ. 8. M. en N. 0. 8., ook nog voor
rekening van den staat de volgende
werken gemaakt zullen worden:
1. draaischijf bij het oude N. C. S.
station.
2. rioleering op het stations-terrein.
3. aan beide zijden van den hoogen
toegangsweg naar het station een houten
hek.
4. Op het terrein voor de woning van
den stationschef een bloemperk.
Bovendien zullen er op het voorter
rein 5 lantaarns worden bijgeplaatst
De verfraaiing en verlichting van het
stationsplein zal er dus door een en
ander niet weinig op vooruit gaan.
Maandagavond tegen 9'/a uur ver
wekte het optreden van een korporaal
der ordonnansen in het hoofdgebouw
van het station alhier, groote opschud
ding.
Den korporaal werd door den contro
leur zijn kaartje gevraagd, waarop deze
persoon onverschillig antwoordde: „ja
't is goed hoor" en wilde den controleur
passeeren. Toen de korporaal door den
controleur tegengehouden werd trok hij
zijn sabel en wilde den controleur te lijf.
De korporaal stelde zich als een bezete
ne aan en was blijkbaar onder den
invloed van sterken drank, hij dreigde
ieder die aankwam overhoop te steken.
Inmiddels waren twee huzaren en een
sergeant van de infanterie op het voor
plein gekomen. Den sergeant werd ver
zocht den korporaal te arresteeren, met
behulp van deze militairen en kruiers
werd hem zijn sabel afgenomen. Na de
komst van twee officieren werd hij naar
de Kazerne gebracht, geëscorteerd door
den sergeant die zijn sabel en hoofd
deksel droeg.
Vanwege de Coöperatieve Vereeniging
„Voor allen der II. IJ. S. M." is alhier
opgericht een cursus voor machinisten.
De lessen worden gegeven in het school
gebouw der vereeniging, dat op het sta
tionsterrein is gelegen. Hieronder volgt
het schema van de verdeeling der leer
stof.
De Ketel. Verdeeling in langsketel
en vuurkisten. Samenstelling van langs
ketel en bevestiging van rookkast.
Bespreking van klinkverbindingen.
Bespreking van binnen- en buiten-
vuurkisten. Het verwarmend oppervlak,
bespreking der vlampijpen, hunne be
vestiging in de pijpenplaten. 'Verklaring
van de noodzakelijkheid der verankering.
Appendages.
Bespreking der stoomleiding, regu
lateur, exlaustor injecteurs enz.
De machine. De beweging van zui
ger en kruk en de stoomverdeeling door
een bakschuif aan een model te ver
klaren.
Drukking op de leibanen.
Bespreking der schaarbeweging van
Stephenson en die van Ileusinger von
"VValdigg.
Bespreking der verschillende machine-
onderdeelen zooals zuiger, kruiskop,
drijfstang, koppelstang enz.
Remmen. De westinghouse rem.Het
verschil tusschen gewone en snelrem.
De benoodigde modellen, teekeningen
enz. werden door de H. IJ. S. M. kos
teloos geleverd.
De derde vergadering van bouwonder
nemers ter bespreking van het ontwerp-
bouwverordening werd gisterenavond
onder voorzitterschap van den heer J.
R. van 't Hof in „De Arend" gehouden.
De voorzitter meent iets te moeten
zeggen naar aanleiding van de icrslagen
in de bladen. Daaruit kon hij zien dat
Rij een leek is in het babbelen en zich
wel eens versproken heeft. Hij heeft
gezegd dat B. en W. door al de dispen
saties zich een brevet van onbekwaam
heid gaven over de bouwverordening.
Dat wenscht hij in te trekken. I11 de
tweede plaats wat het bewerken van
Gemeenteraadsleden betreft. Ilij acht
zich niet zoo bekwaam, dat hij dat zou
kunnen doen, maar heeft bedoeld, dat
hij gemeenteraadsleden heeft trachten
te overtuigen, dat het niet aanging in
zoo'11 warmen tijd de verordening af te
handelen.
Aan de orde is art. 61, waarover
niemand iets te zeggen heeft, evenmin
als over art. 62.
Het komt den voorzitter voor dat de
laatste alinea van art. 64 meer de be
woners dan de eigenaars betreft.
Bij art. 65 wordt de opmerking ge
maakt, dat de tijd van zes weken wel
wat ruim genomen is. Beter wordt het
geacht die tijdsbepaling eruit te laten,
daar het afhangt van het jaargetijde
wanneer het huis droog zal zijn. Men
moet trouwens vergunning van B. en W.
hebben 0111 het huis te laten bewonen
zoodat de bepaling zeer goed kan ver
vallen. Yan andere zijde wordt voorge
steld het artikel te lezen aldus: Het is
verboden, een nieuw gebouw tot woning
bestemd te bewonen of te laten bewonen,
vroeger dan zes weken nadat het gebouw
waterdicht is gemaakt en de muren en
plafonds bepleisterd zijn, zoodat de eisch
van glasdicht vervalt.
Een tweede voorstel wordt gedaan 0111
de termijn van zes weken te stellen op
twee weken. Aldus wordt besloten.
In art, 66 wordt gesproken van be
staande gebouwen. Het woord bestaande
kan wel vervallen, want een gebouw,
dat niet bestaat is toch geen gebouw.
Opgemerkt wordt evenwel, dat dit
woord volstrekt niet misplaatst is, het
is niet overtollig en kan volstrekt geen
kwaad. Wanneer men op het tijdstip
van in werkingtreding der verordening
huizen heeft die niet voldoen aan al
de bepalingen uit Hoofdstuk II, dan dient
men al die gebouwen te gaan veranderen.
Een ander merkt op dat het niet zoo
erg zal loopen. Een verordening is voor
overtreders en wanneer men huizen heeft,
die aan billijke bepalingen voldoen zal
men het ons zoo lastig niet maken.
De voorzitter merkt hiertegen op, dat
men niet moet vragen wat ze zullen
doen maar wat ze kunnen doen.
Opgemerkt wordt ook nog, dat wanneer
de maker van dit ontwerp het nog eens
overlas hij zelf, op zijn minst, zou zeggen,
ik heb me vergist want wat in art. 66a
staat is gewoon weg onzin. Men zou er
zelf toe moeten komen een geheele straat
te sloopen wanneer die niet op voldoende
breedte was.
De voorzitter stelt zich voor dat een
500 tal huizen in Amersfoort niet vol
doen aan de verordening. Er zullen dan
geen handen genoeg zijn om alles te
veranderen.
Een der heeren meent dat er van
een straat sloopen geen sprake kan zijn
want in Hoofdstuk II wordt gesproken
van aan te leggen straten en niet van
bestaande straten, terwijl een ander er
op wijst dat Hoofdstuk III daaraan veel
te gemoet komt.
Na een zeer uiteonloopende discussie
wordt besloten geen bezwaar te maken
wanneer bedoeld wordt, dat de art.
6165 daarbij in aanmerking worden
genomen.
Bij art. 06bis is vergoten op te nemen
gestichten en gebouwen waar veel men-
schen verpleegd worden, terwijl met
betrekking [tot de scholen de le alinea
ook van toepassing moet zijn. In de
derde alinea wordt driemaal het woord
voldoende gebruikt. Gevraagd wordt of
dit niet wat nauwkeuriger kan worden
aangegeven, zoo is het zoo elastisch.
Bij art 68 luidende: Privaten moeten
voldoen aan de bepalingen in afdoeling
IV en Hoofdstuk II vermeld, dient bij
gevoegd te worden behoudens de wijzi
gingen in art. 3438. Een dergelijke
toevoeging dient ook bij art. 69 te komen.
Van art. 70 kan de eerste alinea ver
vallen, daar deze reeds elders in de
verordening voorkomt.
Art. 72: De daken en. muren van
bestaande woningen mogen geen water
doorlaten, wordt voorgesteld te lezen dat
in woningen geen lekkage mag zijn. Dit
wordt aangenomen.
Het Burgerlijk Wetboek spreekt er
al van dat er in een huis geen rook
mag zijn, zoodat art. 75 overbodig geacht
kan worden. Hiertegen wordt evenwel
opgemerkt dat do bedoeling is de rook
van buren.
Bij art. 76 waar van een luchtkoker
van tenminste 0.14 M2 doorsnede wordt
gesproken acht men een van beiden
overbodig of de doorsnede of het vierkant.
Art. 79 luidende:
Indien eene woning besmet is met
ongedierte of in hooge mate vervuild
moet de eigenaar, hoofdbewoner of hij
die tot het aanbrengen van verbeteringen
bevoegd is, binnen den door Burgemees
ter en Wethouders te bepalen tijd het
huis doen zuiveren of reinigen, wordt
ten zeerste toegejuicht.
Art. 83 luidt:
liet hoofd van het gezin is ver
plicht zoowel zijn slaapplaats, als die
van ieder lid van het gezin van ver
schillende kunne van elf jaar en ouder
behoorlijk af te scheiden.
Deze bepaling is niet toepasselijk op
echtelieden.
Dit artikel wekt de lachtlust dor aan
wezigen en ontlokt een bouwer de op
merking dat het bepaalde in de laatste
alinea hem nog al meevalt. Een voorstel
om die alinea te doen vervallen vindt
geen ondersteuning. Een der aanwezigen
vindt dit artikel niet zoo belachelijk.
De verordening is gemaakt aan de
hand van de woningwet en op die wijze
wordt dus de wetgever bespottelijk ge
maakt.
Bij art. 89 alinea d, wordt aange
nomen te vragen het intfcekening bren
gen van de wijze van verankering te
doen vervallen. Achtereenvolgend gaan
1111 onder den hamer door zonder dis
cussie de artikelen van 90 toten met 104.
Een der heeren brengt nu nog ter
sprake de kwestie van de rooilijn. In
de vorige vergadering is aangehouden
de beslissing wat men als rooilijn zul
beschouwen. De voorzitter stelt voor oui
aan te nemen, dat niet liet verst achter
gelegen huis als rooilijn wordt beschouwd.
Niets is er z. i. tegen dat het voorst-
gelegen huis als rooilijn wordt aange
nomen, mits dat minstens 6 M uit de
as van den weg ligt Er moet een mini
mum gesteld worden anders krijgt men
heel onbillijke toestanden. Er moet voor
gezorgd worden dat 111011 niet te smalle
straten krijgt en nu is het een volkomen
billijke bepaling, dat uien 6 M uit de
as van den weg mag bouwen.
Ook wordt nog gewezen op artikel
8 van Hoofdstuk I, luidende
De eigenaar van een straat of een
hofje moet die tusschen zonsonder- en
opgang voldoende verlichten, daarin rio
leering, bestrating en brandkranen doen
aanleggen, een en ander overeenkomstig
de voorschriften door Burgemeester en
Wethouders te geven en binnen den
daarbij bepaalden termijn, en deze voort
durend in goeden staat, ten genoegen
van Burgemeester en Wethouders, on
derhouden.
Dit wordt een hoogst onbillijke be
paling geacht daar 1111 de eigenaars van
den Bisschopsweg bijv: verplicht worden
dezen weg te rioleeren, verlichten enz.
E11 der heeren meent dat deze be
paling wel goed is, daar de verbetering
der straten in nauw verband staat met
het bewonen der huizen, waartegen
wordt opgemerkt dat de gemeente dan
wel mag voorgaan. Als Tiet regent
moet 111011 maar eens gaan zien bij 't
begin van de Stationsstraat. Voorgesteld
wordt hot heele artikel te schrappen.
Dit wordt aangenomen. De voorzitter
zegt nu: Wc zijn aan het einde van
onze besprekingen; maar wc moeten
nog meer werk doen waar niet zoo'n
voltallige vergadering voor noodig is.
Ik zou nu willen voorstellen, dat de
vergadering een Commissie van 5 loden
benoemde, die een adres kan samen
stellen waarin alle bezwaren vervat zijn,
dat dan aan den Raad kan gezonden
worden.
Een ander stelt voor aan alle leden
van don Raad de plaatselijke bladen
te zenden waarin do uitvoerige verslagen
der vergaderingen hebben gestaan.
De voorzitter gelooft, dat het beter
is den ordelijken weg te bewandelen en
de belangrijke doelen in een adres saam
te vatten en dat aan den Raad te zenden.
In de Commissie worden benoemd de
heeren van 't Hof, Salomon', C. Ruiten
berg, Boerkoel, en van Schaick.
Hierna sloot de voorzitter de verga
dering.
Donderdag 1 Sept. v.m. elf uur zal
door B. en W. worden aanbesteed, de
levering voor schoolmeubelen van de
O. L. school in de Hellingstraat.
H.aagcstr. hoek Varliciisiu.»
J Neemt eens proef met onder- A
staande nieuwe soorten Koekjes. J
Washingtons 12 ct. per ons f zeer 2
9 Boter batons 12 j licht. 9
Augustijnen 16 9
Briquettcn 16 A
x-, Batons-Russes 12 7
Rotsjes (gevulde schuim) 20 ct p. 0119 Z