No. 77.
Zaterdag 24 September 1904.
ie Jaargang
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees U
f
Onze Jfianne.
Geschiedenisonderwijs op de
R. C. Scholen.
FEUILLETON.
Allerlei.
DE
MLANDER.
Verschijnt
Weensdags en Zaterdags.
Rnreaii):
(Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der adrertentlën
Van 1 tot 5 regels 0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Zij, die zieli met ingang van
1 OCTOBER op ons blad abon-
neeren ontvangen «le tot «lien
datum verschijnende nummers
gratis.
Uit de goedgeschreven brochure:
„Maakt front voor de Openbare School*
nemen wij een deel over, dat wel de
moeite waard is, om aan de vergetel
heid te ontrukken.
Wat hier volgt is door de samenstel
lers overgenomen uit de geciteerde boe
ken. Wij van onzenkant achten het vol
komen overbodig er iets bij te voegen
en geven het woord aan de li. C.
Schrijvers.
Uit de
Schets der Vaderland-che Ge
schiedenis voor de hoogste Mas der
Lagere Schoolderde druk. Uit
gegeven te Tilburg ter Stoom
drukkerij van het li. K. Jongens
weeshuis. (Imprimatur, M. F. de
Beer, ,Sup. emeritus, ad hoe. dele
gatus. Datum Tilburgi, 12 Octo-
bris 1900).
Blz. 78, 21e les.
De Hervorming.
1. In deze les willen wij U een enkel
woord zeggen van het ontstaan en den
snellen voortgang van een opstand tegen
Paus en Kerk, welke de verschrikke
lijkste rampen en jammeren na zich
heeft gesleept en millioencn menschen
hun grootsten schat, het alleen zalig
makend geloof heeft ontroofd. Deze op
stand is de rampzalige hervorming uit
de 16e eeuw.
Had een keizer, met name Karei,
door zijn vorstelijke bescherming te ver-
leenen aan de geloofsverkondigers,
Duitschland tot het ware geloof helpen
brengen, een andere Karei heeft tot zijn
leedwezen datzelfde geloof zien vernie
tigd worden in de schoonste streken van
zijn keizerrijk. Wij zeggen „tot zijn
leedwezen,1' want Karei Y heeft al het
Het gekweel van den nachtegaal en het
gemiauiv van de kat zijn twee wijzen om
ccnZelfde gevoel te uiten doch onder elkander
begrijpen zij elkaar heel slecht.
naar liet Duitsch, van
WILHELMINE IIE1MBURG.
4.)
„Boem!" zeide ik, toen zij na de
laatste wreede uitspraak de deur uit-
mischte, en at alleen verder, terwijl ik
dacht aan hetgeen ik onlangs gelezen
had:
„Als men den zachten mijrthenbloesem
ziet, als een krans geslingerd om het
hoofd der bekoorlijke bruid, wie zou
dan kunnen geloovcn, dat diezelfde bloe
sem rijpen kan tot een harde vracht,
die als pantoffel, zwaar, bitter en onge
nietbaar wordt?"
„Ach, Grethe, waar is de tijd geble
ven, toe» gij Manue „een allerliefst dier"
noemdet en een halsband voor hem bor-
duurdet?
En de tijd ging voorbij; het liep naar
mogelijke gedaan om den voortgang van
die heillooze hervorming tegen te gaan
en hitter griefde het hem, dat de beste
pogingen, daartoe aangewend, schip
breuk leden.
2. In 1517 dan begon Luther, wijl
hij zich in zijn hoogmoedige verwach
ting bedrogen zag, een openlijk verzet
tegen de Kerk. Gp de honendste
wijze sprak hij over de kloosterlingen
en priesters, over Paus en Kerk en
randde de heiligste wetten en verheven-
stc geloofswaarheden aan. Ilij, de afval
lige priester, durfde de Kerk van dwa
ling beschuldigen en kende in zijn waan
wijsheid zich zeiven een gezag toe, ver
heven boven dat des Pausen. Iedereen
mocht volgens hem de II. Schrift ver
klaren naar eigen zienswijze en dusge-
looven wat hij wilde. Er waren, zoo
leerde Luther verder, geboden, die de
mcnsch zelfs met Gods genade niet kon
onderhouden; men moest evenwel maar
trachten een stdrk geloof te hebben,
daardoor werd men ontwijfelbaar zalig,
hoeveel zouden men overigens ook be
dreef.
Zie daar ieti van Luther's goddelooze
dwaalleer; het' kon niet anders of zij
moest ontzettend veel kwaad stichten.
Luther was echter niet de ecnige die
zich tegen de Kerk verzette: in Zwitser
land en Frankrijk verkondigden Zwingli
en Calvijn even groote dwalingen en
zoo waren weldra de meeste landen van
Midden-Europa door dc ketterij besmet.
3. Maar, vraagt ge wellicht, hoe kwam
liet dat do menschen, die zoolang de
zegeningen der Katholieke Kerk hadden
genoten, zich zoo gemakkelijk lieten
verleiden?
Wij kunnen daarop antwoorden, dat
het volk, door den voorspoed verblind,
slecht was geworden en zich weinig meer
stoorde aan de wetten Gods en der Kerk,
Ook waren de menschen veelal slecht
ouderwezen in het godsdienstige en
daardoor niet in staat de leugen van de
waarheid te onderscheiden. Yorder ver
kondigden de ketters eene leerdie de
kwade hartstochten van den rncnseh
streelde. Yoegen we hier nog aan toe
dat de ketterij steun vond bij de vorsten,
die zeiven hunne onderdanen tot afval
van de ware Kerk dwongen, dan zal ons
de snelle verbreiding der dwaling zooveel
verwondering niet uieer barenenz.
Cursiveering van ons.
Kerstmis. Het was in huis nog nooit zoo
levendig, zoo geheimzinnig, zoovertrou-
lijk geweest.
Wat hadden wij veel te doen indien
stillen, gezelligen tijd vóór Kerstmis!Des
avonds, als de kleine sliep, zat Grethe
in mijn kamer op de sofa en naaide
kleederen voor een poppenbabij, die de
oogen kon openen en dicht doen en
schreeuwen, en een vlasblonde krullebol
had. Ik timmerde eigenhandig een pop-
penkamer, voor welke mijne schoon
zuster de bewoners kleedde een papa
in uniform, eene mama in een kanten
kleed en zes poppenkinderen. Wij wa
ren zoo druk bezig, dat wij bijna ver
gaten te spreken.
„Wat zal zij blij zijn, Rudolfzeide
Grethe eindelijk en bewonderde het
hoedje, dat juist was klaargekomen; „het
is gelukkig, dat wij een meisje hebben
het is zoo moeielijk om voor een jon
gen speelgoed te bedenken."
„Kinderen, gij zijt dwaas," meende
mijn schoonmoeder, „het schepseltje is
nog veel te klein voor al die fraaie za
ken; zij zal er nog niets van begrijpen
en alles breken."
Dat liet men haar echter maar niet
zoo zeggen!
„Elze is een buitengewoon slim kind,"
verklaarde Grethe met hoogroodenblos;
„zij is anderhalf jaar en loopt en speelt
al, en weet precies, wat zij wil!"
Zij zegt reeds: „hebben, hebben!
Blz. .SI, 22e les. Filips H.
2. Filips II was, wat anderen van
hem ook zeggen mogen, in menig op
zicht een voortreffelijk vorst. Hij was
zeer godsdienstig en wilde ook den
godsdienst door anderen geëerbiedigd
zien. Eens was hij in de Kerk en zag
daar twee van zijn hovelingen, die met
elkaar lachten en praatten. Na afloop
der godsdienstoefening deed hij de schul
digen bij zich komen, verweet hunne
oneerbiedigheid en joeg hen daarna weg
uit zijn dienst. Gedurende een veldslag,
dien zijn leger den Fransehen leverde,
bad hij, voortdurend geknield, om de
overwinning en God verhoorde zijn gebed
de vijand leed een gevoelige nederlaag.
V\?as het te verwonderen dat zulk een
vorst met alle kracht zich verzette tegen
de ketterij, die reeds onder zijns vaders
bestuur in 't geheim in de Nederlanden
was doorgedrongen en nu dreigde het
hoofd voor goed op te steken?
Dit laatste punt vooral kunnen prote-
stantsche schrijvers den Spaanschen vorst
niet vergeven. Vandaar die hatelijkheden,
die spot en hoon, welke zij Filips naar
het hoofd werpenvandaar hun schelden
en schimpen, alsof hij inderdaad een
dwiugeland, een onderdrukker zijner
onderdanen ware geweest! Wij, Katho
lieken, zien echter in die lage handel
wijze van andersdenkenden, een groote
eer voor Filips en het duidelijkst bewijs
van zijn deugd en godsdienstzin.
Blz. 110, 27e les.
(Het verraad van Rennenberg wordt
aldus geschetst).
7. Dit laatste (onderwerping aan het
Spaansche gezag) was b.v. het geval
met de stad Groningen, Drente en het
Oostelijk deel van Óvcrijsel ot Twente,
welke gewesten door Rennenberg aan
Panna gebracht werden. En deze handel
wijze wordt door de geloofshaters en de
protestantsche schrijvers met den naam
van verraad bestempeld! Wij Katholieken
kunnen niot anders dan zulk een daad
prijzen; zij werpt immers geen blaam
op hem die ze pleegde. De schuld was
aan de zijde dergenen, wier trouweloos
heid hem tot zulk een stap dwong.
Blz. 110, 28e les.
1. Dc Spaansche vorst wilde echter
zijne rechten zoo maar niet opgeven en
daarom gelastte hij zijn landvoogd den
oorlog mot kracht voort te zetten. Deze
kweet zich uitmuntend van zijn taak.
Achtereenvolgens veroverde hij Maas
voegde ik er aan toe, „en schreeuwt,
als men haar haren zin niet'geeft. Ja,
ja, zij is een klein bij de handje, en dat
heeft zij van haar moeder."
„En reeds verleden jaar heeft zij naai
de lichtengegrepenengelachen," merkte
mijne jonge schoonzuster op.
„En zij wiegt haar pop al in haar
armen, juist zoo als Mina het haar doet,
begon Grethe weder; „heeft u dat niet
gezien, Mama?"
Mama knikte. „Als zij maar geen an
dere dingen van Mina leert."
„Hoezoo?" riepen wij allen tegelijk.
„Ik weet het niet, maar het meisje
bevalt mij in het geheel niet."
„Waarom?" vroegen wij weer, „zij
speelt zoo aardig met het kleintje."
„Nn, ik kan mij vergissen; maar, als
ik mij niet bedrieg, heeft zij een vrijer,'
zeide mijn schoonmoeder. „Ik heb haa
reeds herhaaldelijk met een man op dc
trap zien staan, zij liep dadelijk weg,
als ik kwam."
„Maar, lieve deugd, Mama, waarom
mag zij geeu vrijer hebben?" veront
schuldigde Grethe.
„Neen, dat mag niet, kindlief," viel
ik haar in de rede, „een kindermeisje
met een vrijer is een onding; dat komt
niet te pasij denkt dan meer aan hem
dan aan ons muisje; kort en goed, als
het zoo is, moet haar de dienst worden
opgezegd."
„Maar Rudolf!"
trichtBruggeDuinkerkenAalst en
indore steden, waar de ketterij had ge
zegevierd.
2. Zooveel voorspoed verschrikte Oranje
en niet bij machte om de Republiek
tegen Parma en Ycrdugo te verdedigen
ging hij over tot een stap, die hem niet
tot eer verstrekt. Hij sloot namelijk eene
overeenkomst met den Franschen vorst,
waarhij hij zich verbond, in geval van nood,
de geheele Republiek aan Frankrijk te
brengen op voorwaarde, dat hem de
grafelijkheid over Holland, Zeeland en
Utrecht verzekerd wer. Wat dunkt U,
zou zoo iemand den naam verdienen
van Vader des Vaderlands
3. Bij het ontvangen van zijn banvon
nis had Oranje de onbeschaamdheid een
verdedigingsgeschrift op te stellen, waar
van hij een afschrift zond aan de meeste
vorsten van Europa. Het was een stuk,
waarin hij zijn koninklijken meester op
de grievendste -wijze hoonde en zijn
eigen opstand wilde wettigen.
BI. 113, 28e les.
Zoo stierf William van Oranje in den
ouderdom van 51 jaren. Wel een onge
lukkige dood, want schrikkelijk is het
te lallen in de handen der goddelijke
gerechtigheid na ruik een leven]
Op blz. 129, 32e les, leze i we na het
sluiten van den Munsterschen vrede:
8. Zoo had dan de Republiek na een
80-jarigcn strijd, zicli aan het Spaansche
gezag onttrokken. Was nu de vrijheid,
welke zij door zoovele ongeoorloofde
middelen gekocht had, een zegen voor
het land?
Wat de stoffelijke welvaart betreft,
zou men deze vraag misschicu bevesti
gend kunnen beantwoorden; maar onder
een godsdienstig opzicht kan ons eenig
antwoord zijn: een beslist neen.
Blz. 132.
6. De compagnie breidde haren handel
uit tot in Japan, waar de Portugeezen
door haar toedoen verdreven werden.
Daar bleef hare vlag waj peren, toen
deze later iu de meeste koloniën dooi
de Engelschen werd neergehaald. Op
dit voorrecht kunnen wij Katholieke
Nederlanders niet trotsch gaan, daar
het gekocht werd door de vertrapping
van liet H. Kruis.
Ook op de kust van Voar-Indic en
op het rijke Ceylon, dc parel san het
Oosten, had de Compagnie weldra aan-
Cursiveering van ons.
„Het blijft er bij, schat.'
„Hij heeft groot gelijk," zeide mijn
schooninoedar, „dat komt echter wel
terecht. Hebt gij reeds voor iedereen
gezorgd?"
„Ja zeker! wat denkt u wel van mij
Mama? Overmorgen is het reeds de hei
lige avond!" zeide Grethe. En nu somde
zij op. „Yoor de keukenmeid een
japon; voor het kindermeisje een
mantel; voor den oppasser oen hor
loge." Toen liep zij naar de overzijde
der tafel en fluisterde haar moeder iets
iu. „Vergeet het maar niet, Mama lief,
en kom als het li belieft precies om vijf
uur hier; het kleinte mag niet zoo lang
op blijven."
De heilige avond was aangebroken.
Welk een heerlijke dag was het! In lang
had ik zooveel gelukkige gezichten niet
gezien. Anna lachte in de keuken, Mina
in de kinderkamer; mijn vrouw liefkoosde
het kind, als zij bedrijvig langs haar
bedje liep, en jongejuffrouw Elze lag
er in, trappelde met haar beentjes en
vertelde zich zelve lange verhalen. Door
het venster zag, eveneens lachend dn
heldere winterzon, en in het gausche
huis rook het naar den denueboom, de
waskaarsen en het gebak.
Hoe druk had de jonge Mama heten
hoe gewichtig zag zij er uit! Zij wist
bijna niet waar eerst te beginnen, in het
salon stond de tafel mot de geschenken
gereed; wy hadden voor zoo velen te
zienlijke koloniën gesticht.
Hoe jammer dat de roem van zoovele
gewichtige veroveringen, verduisterd
wordt door den geloofshaat, welke de
Calvinisten uit Holland bezielde en dien
zij ook naar die gewesten medebrachten.
Uit de aloude gedenkstukken, welke in
de laatste tijden aan het licht zijn ge
komen, blijkt, dat zij zich aan de groot
ste gruweldaden overgaven en honderden
Portugeezen pn bekeerde inboorlingen
een wrccden dood deden sterven, alleen
omdat zij Roomseh-Katholiek waren.
Dat het niet altijd even gemakkelijk
ia om aan het eens gekozen devies ge
trouw te blijven, ondervonden dozer da
gen de leden van dc vischclub „Hou je
rustig" te Knijpc. Do bode lil. van die
club had een zoo groot vertrouwen in
de vastheid van beginselen zijner „be-
taalshceren," dat hij er niet alleen on
langs met de clubkas van ongeveer f
stiekum van door gegaan is, maar zelfs
Vrijdag in liet dorp is teruggekomen.
Het bestuur bezweek nu voor de wraak
lust en liet hem dadelijk bij zich komen
om af te rekenen. Dc bode was daartoe
bereid maar moest zich vooraf even ver
wijderen. Het bestuur had ondortussi hen
zijn kulmte herwonnen, hield zich dan
ook rustig, en wachttemaar de bode
was opnieuw verdwenen!
Hij heeft van de kasgelden mooi
weer gespeeld en naar nu gebleken is,
ook gelden geïnd, zonder daartoe mach
tiging te hebben ontvangen.
Het bestuur heeft 1111 in flagranten
strijd met zijn grondbeginselen een aan
klacht ingediend bij de justitie.
Hou je dan ook maar eens rustig, als
je zoo iets gebeurd! Sommige menschen
echter, o.a. een boerenarbeider uit Vier
houten, kunnen zich in nog veel moei
lijker omstandigheden rustig houden.
Deze arbeider n.l., van zijn werk huis
waarts koerende, vond aan den overweg
hij het station Nuiispeet een goederen
trein staan, die hem noodzaakte daar te
wachten. Eenigen tijd daar vertoefd heb
bende en niet bemerkende, dat er aan
stalten voor het vertrek van den trein
gemaakt werden, begon hem dit te ver
velen en besloot hij zijn weg te vervol
gen door onder don trein door te krui.
pen. Toen hij aan dat voornemen uit.
zorgeu, voor Mama en mijn schoonzus
ter en twee broeders mijner vrouw, die
met verlof tehuis wa-ien; voor de be
dienden en bovenal voor ons kind. Allen
zouden toch slechts naar het kind kij
ken, en de broeders kenden Grethe nog
niet als huisvrouw en Mama.
Heden wilde zij hare kunst vertoonen,
al het zilver was uitgegeven, en het
fijnste damast; voor Elze het witte ge
borduurde jurkje niet de hemelsblauwe
strikken.
„Rudolf! Rudolf!"
„Wat is er, kind?"
Zij kwam ademloos binnen niet een
briefje. „Verbeeld je, Miete heeft zich
verloofd inet den griffier B....! Hij komt
natuurlijk van avond mede Rudolf,
hier staat het!"
„En nu schrijft Mama, dat zij Cham
pagne zal zenden voor van avond. Ru-
dolf, wees zoo goed en ga nog een klei
nigheid koopen voor den aanstaanden
zwager, een meerschuimen pijpje, of een
bierglas, of zoo iets; het is niet aardig,
als hij alleen geen geschenk krijgt."
„Ja, mijn engel—."
„Maar ga spoedig! Daarna moet gij
mij nog helpen met het versieren van
den boom."
Wordt vervolgd).