Stadsnieuws. voering gaf en halverwege juist onder den trein was gekomen, kwam deze in beweging. Gelukkig had hij nu de tegen woordigheid van geest, vlak op zijn buik te gaan liggen. De trein ging toen over hem heen, zonder dat hij eenig letsel kreeg, llij had, toen de laatste wagons over hem heen gingen, vreeselijk be nauwde oogenblikken gehad en alle moeite moeten aanwenden om te blijven liggen, daar een soort van zuiging hem telkens, zoo 't hem voorkwam, van den grond oplichtte. Yan oplichten gesproken, het Han delsblad ^an .Antwerpen weet daarvan een mooi staaltje te vertellen. Een Ma- rokkaansch officier, die gaarne in dienst van den keizer van Sahara zou komen, was te Brussel afgestapt in gezelschap van een Franschman, die hem als ge leider moest dienen. De twee leefden er goed van en in weinige dagen hadden zij altijd op de beurs van den eerste een kleine 5000 fr. verteerd. Eensklaps was de Franschman ver dwenen met 600 fr., die llij den Ma rokkaan nog ontstal. Maar hier wordt de toestand van den laatste moeilijk. Hij bezit nu nog wel ruim 6000 fr., doch slechts in Marok- kaansch geld, welke niemand wil ont vangen noch uitwisselen, zelfs de wissel agenten niet. Een even onaangenaam ontwaken uit zoete droomen viel een dame in de Rue du Temple te Parijs te beurt. De dienst bode had nl. 's morgens haar mevrouw met wie zij alleen thuis was mijnheer was voor eenige dagen op reis door een poedertje in hare chocolade in een diepen slaap doen vallen en daarop, met behulp van zeven mannen, den gehee- len inboedel gestolen, welke in een meu belwagen geladen en weggereden werd. Toen mevrouw na een uur of drie, vier uit haren slaap ontwaakte, lag zij met een enkele matras onder zich, op deu vloer in hare geheel ledige woning. De concierge had niets vreemds ge zien in de zaak, omdat de huur van die woning was opgezegd en hij meende, dat het verhuizen al begon. De dienstbode is door de politie ge vat, die ook de medeplichtigen weldra hoopt te pakken te krijgen. Te pakken of beetgenomen morden door anderen is echter nog niet zoo on aangenaam als zich zelf „ertusschen te nemen," zooals een Pcrpignansche no taris deed, die in het volgende ver haaltje een rol speelt. De beroemde Fransche natuurkundige Frans Arugo was geboortig uit Perpig- nan en begaf zich dikwijls van Parijs naar dat stadje om aldaar populaire we tenschappelijke voordrachten te houden. Daags na zulk een lezing werd hem in gezelschap een compliment gemaakt over de wijze, waarop hij zelfs de moeilijk ste problemen den hoorder duidelijk wist te maken. De geleerde glimlachte en zeide: Daarop heb ik een eenvoudig middel. Zoodra ik voor mijn lessenaar sta, over zie ik mijn publiek en vat daar diengenc in het oog, die het domste gezicht er op nahoudt. Dien blijf ik gedurende de gansche voordracht aanzien en uit het spel zijner gelaatstrekken maak ik op, of hij mij begrepen heeft. Kort daarop kwam de notaris van Perpignan in het gezelschap en bracht warme hulde voor zijn heerlijke, leer zame voordracht van den vorigen avond. „En daarbij", zoo sloot hij zijn com pliment, „leek het mij, alsof ge alleen voor mij sprak, want ge wenddet geen oog van mij af." De eerzame notaris wist zich geen verklaring te geven van het homerisch gelach, dat deze laatste mededeeling aan de leden van het gezelschap ontlokte. Donderdagavond had de afdecling Amersfoort van den Bond van NedOn derwijzers een vergadering uitgeschreven in „de Zwaan", waarin als spreker op trad de heer J. J.Lam ers, van Amster dam met het onderwerp: Dc voor gestelde w ij z i g i n g e n in d e L a- g e r - O n d c r w ij s w e t. Te 7'/4 uur werd de vergadering ge opend door den voorzitter den heer \V. C. Oosterman. Namens de afd: Amers foort van den Bond van N. O., aldus de voorzitter, heet ik u welkom. In 't bijzonder verheugt het mij dat welkom toe te roepeu aan de afgevaardigden van de afd: Amersfoort van het N. O. G., aan de hier aanwezige bestuursleden van het Nuts departement, aan den afgev. van de Propagauda-commissie in Utrecht en aan den afgev. der afd. Baarn teiwijl van Wethouder Celosse bericht is ontvangen, dat hij tot zijn spijt de vergadering niet kon bijwonen. "Wij hopen bij onze verdere actie op uw steun en sympathie te mogen rekenen. Deze vergadering is het be gin van een strijd dien we denken te voeren tegen de voorgestelde wijzigingen, in de Lager onderwijswet. Wij hebben gemeend, een goed begin te maken, door eerst eens die voorgestelde wijzi gingen te laten uiteenzetten en daarvoor hebben we uitgenoodigd onzen collega Lainers uit Amsterdam, die zoo goed is geweest aan ons verzoek te voldoen. Ik open hiermee de vergadering en geef het woord aan Lamers. De heer Lamers spreekt daarna als volgt: Wanneer ik het woord zal voeren en algemeene beschouwingen zal houden over de voorgestelde wijzigingen in de Lager-onderwijswet, dan wensch ik eerst een woord te zeggen over het rechts beginsel, dat aan de wet ten grondslag ligt. In de kringen van voorstanders der bijz. school en ook in meer voor uitstrevende kringen ismen van meening, dat dat rechtsbeginsel heeft afgedaan. Toen onder een liberaal ministerie en onder het ministerie Mackay subsidie werd gegeven aan de bijzondere school, dacht men dat het rechtsbeginsel had afgedaan. Toch moet ik me verklaren tegen dat beginsel, en zal ik mij niet storen aan de denkbeelden daarover. Er zijn in deze kwestie tweeërlei voor standers, die scherp van elkaargescheiden zijn. Dc eerste groep wenscht de be vestiging der bijzondere school, omdat die school de eenige is, die aan hun verlangen voldoet. Dat zijn de Ortho dox-protestanten en de Roomsch-Katho- lieken. De tweede groep zijn die per sonen, die de bijzondere school afkeuren, maar meonen dat, wanneer een deel van 't volk de bijzondere school wenscht. dat dan een recht is waaraan moet; worden voldaan. Er bestaat tweeërlei middel om het rechtsbeginsel tot stand te brengen. Het eerste middel is: de openbare school belasteren en beliegen, zooals dat in België zooveel is gebeurd. Men heeft daar alles gedaan om de openbare school maar afbreuk aan te doen, ja zelfs van den kansel gepreekt, dat de openbare school een instelling des duivels is. Bij die inenschen treedt geen rechts beginsel op den voorgrond. Zij bezitten het dogma: De openbare school deugt niet. Yoor hen is het een beginsel, dat naast de openbare school de bijzondere school moet komen. Tegen die menschen is niet te vechten. Hun propaganda is laag, slecht en gemeen. Om aan te tooneu welke middelen zij gebruiken om de openbare school te bekladden zal ik slechts een punt aanhalen. Een clericaal blad schreef nl.: „een openbare onder wijzeres is een openbare vrouw dus een publieke vrouw". Zulke middelen nu gaan we niet bestrijden. De andere groep is evenwel moeiclijker te bestrijden. Zij bestaat uit Vrijzinnigen diealdusredeneercnWaar een deel van ons volk de openbare school verlangt, moeten we die geven. Daarmede ben ik het niet eens. Werd dat bcginsei in ons staats leven doorgevoerd dan zou liet tot zon derlinge consequenties leiden. Wat toch is het geval? In onze samenleving is het noodig, dat het kind meekrijgt alge meene ontwikkeling, daar anders de samenleviug niet kan bestaan. Wat is nu natuurlijker, dan, wanneer de Staat ziet dat een deel daarvoor niet kan zor gen en een ander deel er niet voor wil zorgen, dat dan de Staat zorgt voor scholen waar de kinderen krijgen een zekere algemeene ontwikkeling en waar ze opgeleid worden tot christelijke deug den. Men mag van de openbare school zeg gen wat men wil, maar nooit heeft men aan kunnen toonen, dat de openbare school daaraan niet voldoet. Nooit heeft men nog aangetoond, dat de openbare school niet geeft alhemcene ontwikkeling en niet opleidt tot christelijke deugen. Nog nimmer hee(t men aangetoond, dat de openbare schooi niet kan zijn de school Aoor geheel ons volk. En dat kan ze wel zijn. Het gering aantal over tredingen Yan het wetsartikel dat eer- b;ed voorschrijft voor de denkbeelden van andersdenkenden is baarvoor liet besje bewijs. „De clericale» zijn niet met dc open bare school tevreden en iiu willen ze dat. de S^aat hun school bekostigt. Dat is een beginsel waarvan een wetgever moeilijk kan uitgaan. De Staat bekos tigt meer. Zoo hebben we bijv. een leger. Men gaat daarbij uit van het denk beeld, dat de staat moet zorgen voor de verdediging van onze onafhankelijk heid. "Voor dit algemeene volksbelang zorgt de staat. Wanneer we nu eens hetzelfde beginsel gingen toepassen op het leger. Als nu bijv. eens een anti-militarist zei: ik kan me met militaire opvoeding niet vereenigen, ik ga vrijkorpsen oprichten. Dan zou hij ook bekostiging kunnen vragen van den staat. Een ander voorbeeld. De staat be kostigt ook Landbouwscholen, die even min, zooals men dit in clericale krin- geu noemt doorzuid zijn van de Christelijke beginselen. Ook daarvoor zou men dus bijzondere scholen kunnen oprichten. Zoo heeft de Staat een strafstelsel. Niet ieder is het daarmee eens. Niets natuur lijker zou dus zijn, dat een groep per sonen een strafstelsel naar eigen inzichten gi ng iurichten.En dan zouden ze zeggen:wij betalen voor uw strafstelsel maar we willen dat terughebben voor het onze. Ik meen hiermee aangetoond te hebben, dat het rechtsbeginsel niet aanwezig is, kunnen er nu geen redenen bestaan, waarom de Staat de bijzondere school moetsubsidieeren? Jawel, maar dan moet kunnen worden aangetoond, dat een deel van 't volk werkelijk niet te vreden is met de openbare school. Maar wanneer dc staat do geheele bijzondere school bekostigt, dan moeten er ook rechten bestaan. Dan zal de staat moeten ver langen medezeggingsschap over alles wat de school betreft en over alles wat er geleerd wordt. En dat willen dc kerkdijken jnist niet. Daarin bestaat juist het groote verschil tusschen groep 1 en groep 2. De eerste wil de bij zondere school door den staat laten be kostigen en daarmee uit. De tweede wil dat ook maar dan toezicht: Groep 1 zegt wat ze wil en groep 2 wil daar aan toegeven maar ontneemt ze tevens wat ze wenscht. Dit is nu niet iets zoo ïaar van me zelf, dat ik nu maar eens zeg, maar dat kan ik bewijzen met stellingen van personen die vol doende gezag hebben bij de bijzondere school. Bij de wet van 1SS9 wilde men toch het bcginsei van, de Engelsche wet in dc onderwijswet brengen en toen werd door het kamerlid van der Kaay een amendement ingediend. En daar van zei de Savornin Lobman, dat vijf kamerleden getracht hebben de vrije school onder toezicht te brengen van den Staat, maar dat zij daarbij niet schenen in te zien, dat al die beper kingen de bijzondere school zouden dooden. Het oordeel van de Savornin Lohman is dus: de Staat mag wel be talen, maar niet eens goed onderwijs eischen. Nog iets anders van de S. L. In de eerste en voornaamste plaats eischt de wet, dat de bijzondere onderwijzers aan de zelfde eischen voldoen als de openbare Als wij vrij waren geweest zouden we ook personen hebben kunnen aanstellen, die tijdelijk en uit liefhebberij of voor sommige vakken konden helpen. Als dat zoo ware geweest dan mocht die vrijheid voor geen geldelijke bijdragen worden opgeofferd. Deze uitspraken demonsteoren vol doende, dat de clericalcn de vrije school wel door den Staat willen laten bekos tigen maar dc Staat mag er niets over te zeggen hebben, 't Is wel vreemd van vrijzinnigen om toe te geven en voor waarden te stollen, waardoor de vrije school een fictie wordt, waaraan de vrije school niet kan voldoen. Ik heb het rechtsbeginsel voorop ge steld met deze bedoeling: wanneer we zoo komen bij de beschouwing der vrije school als ouderwijzers en we die school moeten veroordeelen, dat we dan niet gebonden zijn door een rechtsbeginsel, dat niet bestaat. Dat men in vooruit strevende kringen dat rechtsbeginsel ook niet zoo maar aanvaardt, blijkt uit het geen Goeman Borgesius bij de wet van 1901 zei: tot hiertoe eu niet verder, wij beschouwen de subsidie als een pacifi catie. Wat daarvan te zeggen. Wij heb ben nu al twee pacificaties gehad, maar tot nog toe is het een illusie gebleven. Kuyper zegt nu zelf in strijd met vroeger, dat doet hij trouwens wel meer, dat hij wel toezicht wil. Maar ieder, die eenig inzicht in de geschiedenis heeft weet wel dat een school waarover èn Kerk en Staat toezicht hebben niet kan bestaan. Dat is bewezen bij het collegium phi- losophicum in België, toen de katholieken zich met de liberalen tegen de regee ring keerden en met het concordaat in Frankrijk. Dat kan niet anders. En wan neer dan ook de Staat de bijzondere sclïoöl geheel bekostigt en toezicht oefent dan zal eerst de schoolstrijd feller dan ooit ont branden. Dat ook minister Kuyper het rechtsbeginsel niet zoo erg voelt, bewijst wel t rouw ens dat hij dan niet zou be ginnen met een wetsontwerp als thans. D. n zou hij beginnen meteen wijziging van art. 192 der grondwet: het openbaar ouderwijs is een voorwerp van de aan houdende zorg der regeering. Waar bij dat artikel niet aandurft, bewijst bij, dat liij daarvooi geen meerderheid in de Kamer kan vinden. Als onderwijzer hebben wij tegen de vrije school drie bezwaren: le De vrije school zal menigmaal den onderwijzer stellen voor hedilem- ma of een huichelaar te zijn of uit- gestooten en daarmee broodeloos te worden. Tot nog toe is de bijzondere school uitzondering. De jongelieden ko men op 19 jarigen leeftijd in school en zijn dan wat ze thuis geleerd is. Zij komen dan zelfstandig in de school en na den 20 jarigen leeftijd wijzigt juist het beginselstandpunt, zoodat het zal voorkomen, dat een onder wijzer van beginsel verandert. Wan neer dat bij een openbaar onderwijzer voorkomt, gebeur/ er niets; maar de bij zondere onderwijzer is gedwongen het beginsel van. zijn school of liever van zijn schoolbestuur aan te hangen. Hij moet dan van school af of huichelen. Ën dat is een leelijk iets voor den on derwijzer, opvoeder der jeugd. De wet laat den openbaren onderwijzer in 'tal- gemeen zeer vrij in zijn bewegingen. Dat is gedaan met een bedoeling: alleen een vrij man is in staat een vrij volk op te voeden. Dit is geheel anders met den bijzonderen onderwijzer. Verandert hij van beginsel dan moet hij van school af en -wordt dus broodeloos. Dat is een leelijk iets. Het gevolg al zijn, dat we een groote categorie van onderwijzers krij gen. die in school anders leeren dan ze denken. Dat is geen verwijt aan de on- (lerwijzer8 van thans. De bijzondere on derwijzer kan nu nog naar de openbare school. Dit zal niet meer kunnen wan neer dc bijzondere school regel wordt Een groot nadeel van dc bijzondere school is dan ook, dat de onderwijzer niet vrij is. 2. De uitbreiding van de vrije school- zal het peil van het onderwijs doen dalen. Ecu bewijs hiervoor vinden we in België. Daar is de toestond treurig in- en diep treurig. Daar is in de laatste jaren het volksonderwijs zoo achteruitgegaan, dat het niet lang meer zal duren of België zal achteraan staan in de lijst van ontwikkeling. Maar we behoeven niet naar België te kijken, ook in Brabant kunnen we treurige feiten waarnemen. Wanneer daar een bijzon dere school wordt opgericht en de open bare school nog bestaat is de eerste goed. Maar zoodra de openbare school er onder is begint dc ernst voor de bijzondere school tc verminderen. In Grave is liet zelfs in den gemeenteraad ter sprake gebracht dat kinderen, die \an de bijzondere school kwamen geen getal van 4 cijfers konden schrijven. Dat is voorgekomen bij een examen voor de herhalingsschool bij leerlingen, die afgeleverd waren door dc frater school. Als ge dan ook aan de Ka tholieke bevolking in Brabant vraagt: boe gaat het met het onderwijs, dan krijgt ge altijd tot antwoordslecht, het is in den laatsten tijd veel slechter ge worden. Nu zegt een zoo'n voorbeeld nog niet veel. Het kan zijn dat het niet ligt in het wezen van de bijzondere school, maar zijn oorzaak vindt in gebrek aan geld. De fraterscholen hebben echter geen gebrek aan geld. Yoor de subsidie wet er was, was liet onderwijs er zelfs geheel kosteloos en eersi later werd school geld gelieven. Wat is dan de oorzaak? Deze, de clericalcn zijn tegen goed onderwijs. In clericale raden is men er steeds op uit om tc bezuinigen op de school, en die bezuiniging geschiedt vaak om de bijzondere school cr op te helpen. Maar het gebeurt ook in plaatsen waar alleen een openbare school is. Het eerste werk van een clericale meerderheid is bijna steeds: beknibbelen op de volks opvoeding. Mons. Evers, die nog korten tijd lid \an dc Tweede Kamer is geweest, zei: Een ontwikkeld proletariaat is een ramp voor een volk. Wanneer een hoogge plaatst geestelijke dat durft tc zeggen, dan is het toch zeker ook sterk te nierken in dc school. Welke ernst men voor 't onderwijs heetf, loert ook België.- Daar werd geen aanmerking gemaakt wanneer dc onderwijzers de school ver daagden om naar de kerk tc gaan. Als ze maar den godsdienst niet vergaten dan was liet goed. En toen dc nieuwe wet werd ingevoerd waren er geen krachten genoeg. Maar ook daarop wist men raad. In do 19e eeuw is het in België voorgekomen, dat met de invoering mui dc bijz. school, schrijnwerkers schoenmakers, kosters kweekelingen pas van de normaalschool, con heel leger orfgediplomeerden, menschen meest al, die nooit hadden school ge houden, niet wisten zelfs wat opvoed kunde of methodeleer was, werden aan geworven om in de „scholen met God" de ziel van het kind te redden. De on- gediplomecrden moesten na 2 jaar exa men doen; 4UÜ deden dit, maar slechts 10 ervan slaagden. Doch de geestelijk heid wist raad; de examen-commissie werd „herzien" en dc afgewezenen slaag den schitterend. Ook in ons land is men niet met betere gevoelens voor het .on derwijs bezield. Pater van Casteren, Jezuict Geestelijke te Maastricht en ad viseur van den R. K. Oud. Bond hoeft in den strijd tegen de Leerplichtwet te gen het herhalings-onderwijs ageerde, llij schreef in de Katholieke school: waarin onze bijzondere scholen onder wijs wordt gegeven door zusters en fra ters en ze nog heel wat anders te doen hebben, kunnen ze geen herhalingson- dervvijs geven in. a. w. niet dc zus ters en fraters voor lt onderwijs maar andersom. Diezelfde schreef een ver licht examen voor voor die geestelijke nom dat ze nog iets anders te doen hadden, zoodat ze niet zoo'n zwaar examen kon den doen. Het onderwijs doet er niet toe. Minister Kuyper wil de bijzondere school vooi uithelpen. Daardoor zullen meerdere bijzondere onderwijzers noo< zij. iu. b.v) ogt het wetsvoorstel aantal te vergrooten ten koste vaiS onderwijs. Onder 't mom van ygH uitstrevendheid stelt de minister vo aan kweekscholen, waaraan 4 jon;, mannen onderwijs kuunen geven, 1 recht te geven aan hunne lecrlina het diploma van onderwijzer uit te i ken. Hij stelt daarbij de subsidie afin kelijk van lt aantal afgeleverde oiidi wijzers. Yoor eiken candidaat, tot e maximum van 12, bedraagt hetsubsi^.' fSOO. Denkt u dit in. De examinato: zelf aan de kweekschool verbonden. W neer een candidaat zakt, dan weet I dat kost me f200. We twijfelen n aan de eerlijkheid van den examina maar wel aan 't geweten van iemaité die zijn ambtenaren daaraan blootst'- De schuld dat de onderwijzers val! voor *t voordeel ligt bij den man, i dc gelegenheid zoo gemakkelijk maak Wanneer een regeering het d! ambtenaren zoo gemakkelijk maa oneerlijk te zijn dan valt daarvan schuld op den wettenmaker. En nu w ik wel, dat het examen zal geschied onder toezicht van gecommitteerden i liet recht van veto hebben, maar o die menschen hebben cr zelf belui, belang bij. Zij zullen voor groote moe;» lijkhéden gesteld worden, wanneer een kweekschool van eigen richting zo< belangrijk voordeel onthouden. Het zal diploma's regenen, men l een overvloed van onderwijzers krijg en het zal de vraag zijn of ze geschil zijn voor hun taak. Maar dat kan Kuypw minder schelen. De clerialen zien geen been in, het gehalte van het derwijs te doen dalen, wanneer ze ma meer bijzondere scholen krijgen. Wai borgen voor goed onderwijs komen dc wet niet voor. Het onderwijs k; zoo slecht mogelijk zijn, de Staat s wel betalen. Dat is nog niet het ergste. Wa; borgen zouden nog te maken zijn. I 1 zullen evenwel toch niets uitwerken ze moeten worden nageleefd door e schoolbestuur, dat niet voor goed o derwijs is. De eenige waarborg vo goed onderwijs is de onderwijzer zo Wanneer hij wil goed onderwijs, d; zal het ook goed zijn. Maar wanne hij staat onder den druk van een b stuur dat met hem doen kan wat li wil en dat er op gesteld is, dat kinderen niet te veel vooruit gaan, d doodt dat zijn energie. 2e. Iuplaats van opvoedend te w< ken, kweekt de bijzondere scho hoogmoed en eigenwaan, zaait haat kweekt tweedracht en komt alzoo flagranten strijd met den grondslag vi liet christendom: dat men zijn naas moet liefhebben. Bewijzen hiervoor vinden we in i leerboeken in gebruik aan dc bijzondei scholen. Uit de Schets der Vaderlandsche 6' Sy'hicdenis voor de hoogste klas d Lagere Schoolderde druk. I' gegeven te Tilburg ter Stooi drukkerij van het R. K. Jongen weeshuis. (Imprimatur, M. F. Beer, Sup. emeritus, ad hoc. del gatus. Datum Tilburgi, 12 Oct< bris 1990). Blz. 78, 21e les. De Hervorming. 1. In deze les willen wij U een enk woord zeggen van het ontstaan en de snellen voortgang van een opstand teg« Paus en Kerk, welke de verschrikt lijkste rampen en jammeren na zi( heeft gesleept en inillioencn niensche hun grootsten schat, het alleen zali< makend geloof heeft ontroofd. Deze oj stand is de rampzalige hervorming u de 16e eeuw. 2. In 1517 dan begon Luther, wi hij zich in zijn hoogmoedige verwacl ting bedrogen zag, een openlijk verzi tegen de Kerk. Op de honendst wijze sprak hij over de kloosterlinge en priesters, over Paus en Kerk i!: randde de heiligste wetten en verhevci van de bijz. school, schrijnwerker schoenmakers, kosters, kwoekelingen pa ste geloofswaarheden aan. 3 Zie daar iets van Luther's goddeloozi dwaalleer; het kon niet anders of z uioest ontzettend veel kwaad stichtCD Luther was echter niet de eenige di zich tegen dc Kerk verzette: iu Zwitsei land en Frankrijk verkondigden Zwingl en Calvijn even groote dwalingen et zoo waren weldra de meeste landen va Midden-Europa door dc ketterij besmet 3. Maar, vraagt ge wellicht, hoe kwar het dat de menschen, die zoolang di zegeningen der Katholieke Kerk haddei genoten, zich zoo gemakkelijk lietei verleiden? Wij kunnen daarop autwoorden, da het volk, door den voorspoed verblind slecht was geworden en zich weinig mee: stoorde aan de wetten Gods en der Kerk Dit laatste punt vooral kunnen prote stantschc schrijvers den Spaanschen vors niet vergeven. Yaudaar die hatelijkheden

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2