Buitenland.
Stadsnieuws.
Allerlei.
We hebben althans reden dat te ver
wachten en we willen er bijvoegen, dat
we hopen dat omze verwachting niet
zal worden teleurgesteld.
In een artikel in de Telegraaf
van den heer P. Roosak (waarschijn
lijk een pseudoniem) die eenigen tijd
geleden een reeks artikelen in dit
blad plaatste over de Tarief wet, geeft
die schrijver op de volgende wijze zijn
meening over de houding van de anti
revolutionairen in zake bedoelde wet:
De tariefwet is een zuiver economische
quaestie, waaraan geloof geheel vreemd
isreden «waarom dan ook, om zeer be
grijpelijke redenen, in den Roomseh-
Katholieken Volksbond evengoed stem
men tegen dit ontwerp opgaan als bij
libei*alen en sociaal-democraten.
Dat van anti-revolutionaire zijde zelfs
onder arbeiders geen stemmen tegen dit
ontwerp opgaan, bewijst, dat daar ter
plaatse de godsdienst heeft plaats ge
maakt voor een Kuyper-aanbidding, die
beleedigend is voor het meuschelijk ge
voel van elk ontwikkeld man.
Dit opent de deur voor het ellendigst
denkbare spel, het spel met de volks
belangen, ter wille van een kliek, voor
wie politieke heerschappij enkel doel,
en geloofs-uiting slechts middel is.
Wij hebben thans liberalen, die ijve
ren vóór de Tariefwet, Katholieken, die
er tegen zijn, christelijk-historischen,
die er tegen zijn, antirevolutionaire
patroons, die in binnenkamers het ont
werp een werk des duivels noemen.
Maar alleen van anti-revolutionaire
zijde waagt het niemand eene overtui
ging uit te spreken, die niet overeen
stemt met den wensch van den door
God gegeven leider.
Waar men zoo dikwerf smaalt hier
te lande op de slaafscliheid der Katho
lieken, daar kan het nuttig zijn, inde
zen er op te wijzen, dat bewezen is in
dezen, zulks onwaar is, omdat het een
zaak is, die buiten geloof staat, terwijl
daarentegen anti-revolutionairen, tegen
beier weten in, zwijgen.
Wel is waar blijft ook van Katho
lieke zijde een man als mr. P. J. M.
Aalberse, die vroeger zich als vrijhan
delaar uitte, als een sphinx zwijgen,
doch deze zal daarmee zijn naam als
v«ioi uitstrevend man hebben te begraven
bij de oude plunje van dr. Kuyper.
Malsch is dit oordeel niet, maar is
het ook onverdiend?
Reeds werd melding gemaakt van de
gevangenname van een Engclschman,
door het gespuis, waaraan Marokko nog
zeer rijk blijkt te zijn. Zondag IS Sep
tember werden de lieeren Broome en
Lee, twee kooplui, terwijl ze in de buurt
van Langer aan het roeien waren, door
lieden van den Tahoelstam aangevallen.
Broome redde zich door weg te zwem
men, doch Lee en zijn bediende werden
gepakt en met geweld meegevoerd, nl.
met stooten va r geweerkolven voortge
dreven.
De Britsche consul nam dadelijk maat
regelen tot bevrijding van Lee. Hij was
weldra bekend met de schudplaats van
de brutale roovers enlegdedeMoorsche
overheid het vuur zoo na aan de sche
nen, dat Lee reeds den 20sten op vrije
voeten werd gesteld. Yoor 140 dollar
boete werd den schuldigen echter straf
feloosheid toegezegd. Men beweert dat
het doel van de aanranding eigenlijk
was den gouverneur van Rabat te dwin
gen zekere vorderingen te voldoen.
zooveel belang in, dat hij zijn verlangen
te kennen gaf, dezen te vroeg in het
kwaad ontwikkelden landgenoot van na
bij te zien. Aan dit verzoek was ge
makkelijk te voldoen; de waardin had
onmiddellijk het hart van den oudsten
bewaarder veroverd, en zij beloofde
IJvert, dat zij dank zij de bemiddeling
van dezen vriend, morgen denbewusten
knaap bij hem zou brengen.
Des avonds kwam de directeur van
liet verbeterhuis, opgetogen aan het
middagmaal over het goede gedrag van
zijne kinderen. Hij was over dit onder
werp niet uitgepraat. „Ze zijn alleraar
digst," herhaalde hij telkens, „en toch
hebben wij met het uitvaagsel der maat
schappij te doen. Onder hen vindt men
moordenaars en brandstichters, die ge
dwee en gewillig als lammeren zijn ge
worden, door onze lichamelijke en ze
delijke tucht. Wij maken van deze be
dorven Bchepsels nuttige arbeiders, die
den Staat goed en goedkoop werk le
veren, want mijne snaken kosten den
Staat 25 cents per dag en pei hoofd,
en zij bewerken den grond even goed,
als arbeiders, die wij met een daalder
daags zouden moeten betalen."
De houtvester had gaarne naar num
mer 24 gevraagd, maar niettegenstaan
de zijne menschlievcnde théorieën boe
zemde hem de directeur met die harde
uitdrukking in zijne oogen en het lid-
tcckcn op de lippen, slechts ecu rnid-
Het schijnt tocli ernst te worden
met het plan, den prins van Coburg
voor een eergerecht te dagen. Volgens
de Temps zouden Hongaarsche kamer
leden over de zaak willen interpellee-
ren. De Honved-mmister Meijri is Za
terdag de zaak bij den keizer komen
bespreken.
Het gerucht loopt thans dat de wis
sels, waarop Mattasich indertijd veroor
deeld is, geheel en al valsch waren,
terwijl een onbekende het bedrag een
voudig heeft opgestreken.
En het ongeloofelijke volgt nog
de prins Filip van Coburg zou degeen
zijn, die de valschc wissels vervaardigde,
en zich ermee ten koste van zijnvrouw
verrijkte.
Men schijnt er een weg op gevon
den te hebben om aan een dame, Ger
trude Petzholt, te Leicester, het radi
caal te verleenen van „pastor of the
free Christian Unitarian Church".
Gertrude is van üuitsche afkomst,
doch woont sedert 10 jaar in Engeland.
De Daily Express heeft weder eens
een prachtig sensatie-nieuwtje. Het blad
laat zich uit Genève seinen (maar 't
kan ook wezen, dat 't heele verhaal
verzonnen is, daaraan denke men
ook) dat de werkstakers te Milaan een
poging gedaan hebben, om deSimplon-
tunnel door dynamiet te vernielen, ter
wijl ergewerkt werd. Verscheiden dyna
miet patronen waren zoo gelegd dat ze tege
lijk moesten afgaan. Een er van ont
plofte echter te vroeg en dientengevolge
werd het plan ontdekt; men vond een
verbindingsdraad en verhinderde verdere
schade. Dit moet binnen eenige dagen,
de tweede aanslag zijn van dezen aard.
Men beweert dat Italiaansche socialisten
er de hand in hebben, die boos zijn
dat de werklieden aan den Simplontunnel
niet mee willen doen aan dealgemeene
werkstaking. De eerste aanslag is ge
munt geweest tegen een trein, die werk
lui naar den tunnel bracht.
De deken der Belgische... gevan
genen is in de gevangenis te Leuven
overleden, zekere Lc Moustier, die 30
jaren geleden ter dood veroordeeld werd,
wegens een half dozijn moorden in He
negouwen.
De Ligue Franfaisc des droits de
rhomme heeft Zaterdag een soiree ge
houden ter herdenking van den sterf
dag van Zola. France de Pressensé hield
een toespraak over Zola en de Drey-
fuszaak. Voorlezing werd gedaan van
een brief van Anatole France, waarin
de eisch werd gesteld van afschaffing
van de krijgsraden en de verbinding
van Zola's naam aan een van de bou
levards. Manan, eere-president van liet
hof van cassatie, huldigde Zola in een
brief om zijn optreden in zake Dreyfus.
Een litterair en misicaal bijeenzijn waar
op ook stukken uit Zola's werken wer
den voorgedragen, besloot den avond.
Opnieuw komen uit verscheiden
plaatsen in Rusland berichten over
ernstige rustverstoringen door de reser
visten. Aangezien voor de verpleging
van eenige grootc troepen-transporten
niet gezorgd was, plunderden de reser
visten de winkels en koffiehuizen, en zij
boden weerstand aan de politic. De
Joodsche pers spreekt weer van Joden
vervolgingen, doch ten onrechte.
Japan heeft in Europa grootc he
stellingen voor zijn leger gedaan, zoo in
Genève 200.000 pond beschuit, die in
een der havens van de Middellandsche
zee geleverd moeten worden en onder
delmatig vertrouwen in. Hij voud het
raadzamer te wachten en zoo mogelijk
liever zelf te oordeeleu, dan op zijn
half. bekenden landgenoot de aandacht
te vestigen van dien ijverigen apostel
voor den vooruitgang door tucht en
arbeid tot lagen prijs.
Den volgenden dag leidde de waar
din een jongen van ongeveer 15 jaar
de kamer van IJvert binnen, en liet hen
toen alleen. Het was nummer 24. Bleek
en opgezet, in zijn werkpak gekleed
bleef hij inet zijn pet in de hand bij
de deur staan. Zijn hoofd met gescho
ren blonde haren, had iets van eenbal;
hij hield zijn slimme blauwe oogen half
geopend met aandacht op IJvert geves
tigd, alsof hij bij zich zelf overwoog, of
zijn ondervrager geheel te vertrouwen
zou ziju, voor dat hij zich over iets
uitliet.
„Kent u mij niet meer Mijnheer?"
vroeg hij eindelijk met haperende stem,
„ik heb toch meer dan eens boodschap
pen voor u moeten doen, toen u nog
te Villotte woonde."
Onmiddellijk werd nu het geheugen
van den houtvester wakker.
„Bigarreau!" riep hij uit.
Hij herinnerde zich nu dien achtja
rigen guit, met zijn verward geel krul
lend haar, rondzwervende in do straten
van het kleine stadje, gekleed in een
slecht hemd, met een broek vol lappen
of aan flarden. Ziju ronde, blozende wan-
Engelsche vlag zullen overgebracht
worden.
Een wijnhandelaar in de buurt van
Versailles heeft maandenlang een zeer
winstgevenden, doch min eerlijken han
del gedreven. Hij kwam op de gedachte
om ter ontduiking' van den fiscus
champagncflesschen te vullen met alcohol
van 90 graden. Aldus kon hij in Parijs
alcohol brengen, welke aaugegeven werd
als champagne.
Dit slimme systeem werd ontdekt toen
in een café een heer een glas cham
pagne vroeg en een glas sterken jenever
kreeg.
Deze wijnhandelaar schijnt vele hand
langers te hebben. De schade den fiscus
toegebracht moet aanzienlijk zijn.
Meermalen levert de lucht een zoo
antastisch wolken- en kleurenspel op,
dat we onwillekeurig uitroepen: „als
een schilder dat precies weer gaf op
het doek, zooals wij het nu zien. dan
zou iedereen zeggen, hoe is 't mogelijk,
dat iemand zoo iets onzinnigs schildert".
Doch ook in andere opzichten kan de
natuur of beter de werkelijkheid Zoo
„gezocht" schijnen, dat de rijkst met
verbeelding gezegende kunstenaar er een
nuchter proza-menseh tegenover lijkt.
Zoo vertelt de Brusselsche correspondent
var de N. Rott. Crt. hetvolgend „histo
rische" "verhaal, dat onwaarschijnlijker
lijkt dan de dwaaste stuiversroman.
„Twee jonge lieden beminden elkan
der met teedere liefde; wegens nog niet
bekende redenen namen zij het besluit,
hunne cuders en hunne geboortestad te
verlaten, zonder nochtans hunne plannen
te doen kennen. De ontroostbare ouders
zochten vruchteloos de oorzaak dezer
vlucht te ontdekken en wachten in doode-
lijken angst de eene of andere inlich
ting, welke hen op het spoor der vluchte
lingen zou knuncn brengen. Zekeren
dag deelden de dagbladen mede, dat een
jonge man en een jong meisje van Bel
gischen afkomst in een hotel te
Parijs hadden zelfmoord gepleegd. De
initialen dezer w anhopigen kwamen nauw
keurig overeen met de namen der ver
liefden uit Charleroi vertrokken.
Inlichtingen werden genomen en men
vernam, dat geen enkele dubbele zelf
moord te Parijs was geconstateerd. Het
nieuws was dus onwaar en wellicht met
het een of ander doel gepubliceerd.
Eenige dagen gingen voorbij en toen
kwam, ditmaal uit Marseille, het bericht
van een zelfmoord van twee jonge lieden,
wier signalementen volkomen scheuen
overeen te stemmen met die van het
gevluchte paartje. De vader van het
meisje, die let wel op deze bijzonder
heid commissaris van politie is, begaf
zich onmiddellijk naar Marseille, waar hij
in tegenwoordigheid werd gebracht van
de lijken der zelfmoordenaars. Hij her
kende ze, dat was wel degelijk het ziel-
looze overschot zijner beminde dochter.
Evenmin bestond er twijfel omtrent
de indentiteit van het lijk des jongen
mans, dat was Charles Robert, zoon
van zijnen vriend, wisselagent te Char
leroi. De politiecommissaris deed mede-
deeling van zijne akelige ontdekking
aan zijne familie alsmede aan de familie
van den jongen man die een eenig kind
was. De wanhoop der beidé familiën
was hartbrekend. De commissaris ver
vulde te Marseille de noodige formali
teiten, de acte van overlijden werd op
gemaakt ten name van mejuffrouw
Bertha Poin<;on en den heer Charles
gen, en zijn kersroode lippen, hadden
hem den bijnaam van „Bigarreau," ver
worven. Daar ziju vader onbekend en
zijne moeder straatarm was, en deze
hem daarenboven geheel aan zijn lot
overliet, leefde hij op straat en oefende
om in het leven te blijven honderd soor
ten van ambachten uit, waaronder des
winters het meest eervolle was, minne
briefjes te bezorgen van jongelieden uit
de stad aan de naaistertjes in de voor
stad. Des zomers in het badsaisoen, be
waarde hij de kleeren van de baders,
rookte hij cigarettcn of gevonden eind
jes sigaren, zittende in de schaduw aan
den oever van de rivier, en schaterde
van pret als een nieuweling zijn bosje
biezen losliet en daardoor onverwacht
kopje onderging. Des winters zocht hij
een schuilplaats in den kraam van den
een of anderen kastanjeverkooper; hij
kloofde dan het hout, onderhield een
helder vuur in de kachel en maakte
zich nu eu dan van een gebraden ka
stanje meester die dan eerst tot verwar
ming van zijn koude handen diende, en
daarna eeni'germate zijn leege maag
vulde.
Al deze bijzonderheden schoten nu
op eens IJvert te binnen. !lij bekeek
oplettend dit opgeblazen gelaat; de roode
gezonde kleur was geheel verdwenen
en ',ot verblijf in de gevangenis had
rondom de oogen, en aan de hoeken
van den mond teekenen gegroefd van
Robert, en de beide lijkeu zijn den
commissaris afgeleverd, die ze in een
kist doet neerleggen en voorts doet
plaatsen in een lijkwagen aan den trein
gehecht, die hemzelf naar Charleroi
terugbrengen moet. Welnu, gedurende
die nare reis telegrafeerde de politie uit
Berlijn Vrijdag 11. aan die te Charleroi,
dot twee jonge lieden, die beantwoordden
aan de persoonsbeschrijving welke was
gemeld aan allo politielichamen van
Europa, in de Duitsehe hoofdstad waren
teruggevonden. „Zij erkennen" voegde
het bericht er bij, te heeten Charles
Robert en Bertha PoinQOn, en daar ze
als minderjarigen, door hunne ouders
zijn opgeeischt, houden wij ze ter uwer
beschikking."
Men oordeele over de algemeene ont
zetting. Men vroeg zich af, of men ge
loof moest hechten aan dit verbazing
wekkende nieuws. Ditmaal was het de
vader van den jongen man, die zich
onmiddelijk naar Berlijn begaf, waar
hij vernam dat de jonge lieden zich
bevonden nabij het meer van Constanz,
te Singen. Hij begeeft zich daarheen,
waar hij verneemt dat de vluchtelingen
naar Schaffhausen zijr. vertrokken, doch
in het hotel waar ze waren afgestapt,
vindt hij kleedcren van zijn zoon, brie
ven door hem geschreven, hij erkent
formeel het schrift en hij stuurt naar
Charleroi een telegram van den vol
genden inhoud
„Charlesen Bertha zijn gisteren naar
Schaffhausen vertrokken. Ze zijn nog
niet teruggekeerd; doch hebben hunne
kleederen hier gelaten, daaronder be
grepen welbekenden Panamahoed. Ik
zal u per brief uitvoeriger inlichtingen
geven en brieven van Charles afkomstig.
Heb de overtuiging, dat beiden gezond
en wel zijn. Zal niet voor morgen ver
trekken."
In den avond kwam een nieuw tele
gram. opnieuw de aanwezigheid der
jonge lieden te Schaffhausen meldend,
en zeggende dat ijverig naar hen werd
gezocht, Men oordeele over de vreugde,
waai mede dit nieuws door de ouders
en vrienden der verdwenen en werd be
groet. Het was. hoog tijd, dat eene
officieele tijding vooral den heer Poin-
ron afleiding kwam geven, die een se
rie beproevingen had doorstaan in staat
den sterksten man neer te vellen.
De heer P. had de verdwijning
zijner dochter beweend, haar dramatische
einde vernomen, had haar lijk meenen
te herkennen en plotseling vernam hij,
dat hij zich bedrogen had, dat zijn kind
leefde. Dat was, men moet het toegeven,
eene verschrikkelijke nachtmerrie ge
weest. Hoevelen zouden niet hun vor
stand verloren hebben na zulk een cal-
varic, na zulk lijden.
Wat de zelfmoordenaars van Marseille
betreft, bevel w erd gegeven hnn transport
op te houden, en aan de Fransch-Bel-
gische grens werd de lijkwagen aange
houden in afwachting van nadere in-
structiën.
Meer dan waarschijnlijk zullen de
lijken te Jeumont of te Erquelinnes wor
den begraven, in afwachting vau hunne
terugzending naar Marseille, waar even
eens naar teruggezonden worden klcc-
dingstukken door den heer Poincon
medegenomen en die wellicht den een
of anderendagzullen dienen de indentiteit
dezer ongelukkjgen vast te stellen.
In afwachting worden Charier R.en
Bertha 1'burgerlijk „dood" beschouwd,
en een vonnis der rechtbank zal noodig
wezen om hen hunne hoedanigheid van
levende wezens terug te geven, eu de
royeering te verkrijgen der overlijdensac-
jeugdige verdorvenheid. Hij vroeg ziefi
af, of ook hij niet schuld had aan het
lot vau dien gevangene; door dien acht
jarigen deugniet minnebriefjes te laten
bezorgen, aan de naaistertjes van Yilötte,
waardoor hij in zijn gewoonte van rond
te zwerven versterkt was Hij voelde
zich half en half aansprakelijk voor die
verdorvenheid, en met een opwelling
van medelijden; keek hij met toegene
genheid naar dien jongen schelm, die
steeds met zijn pet in de hand bleef
draaien.
„Zoo, zijt gij het Bigarreau?" her
haalde hij.
„Ja, ik ben Bigarreau," autwoordde
de gevangene, terwijl ziju gezicht op
klaarde door een glimlach en hij zich
verstoutte op te zien.
„Mijn arme jongen, hoe komt gij in de
gevangenis.
„O, wat dut aangaat," hernam Bigu-
reau, zonder in het minst verlegen te
worden, „ik heb niet geboft! U weet,
dat ik des zomers de kleeren bewaarde
van de mcnschen, die zich indeBréehe
gingen baden? Op een morgen toen ik
een broek uitschudde, viel er een groot
stuk zilvergeld uit.... Hooit had ik nog
zooveel geld bij elkaar gezien, het brand
de mij in de handen. Ik raakte geheel
in de war, nam het geld en ging er
van door.Ik verzeker u, dat ik het
nauwelijks in mijn zak had gestoken,
of ik liep weer terug om het vroor in
ten, behoorlijk geregistrced aan demairie
van Marseille.
Op het drietal te Amsterdam (vaca
ture Geselschap) komt ook voor Ds.
D. J. van Aalst, alhier.
Bij genoegzame deelname zal de afd.
Amersfoort van de Soc. Dem. Arb.
Partij een drietal cursusvergaderingen
organiseeren, waarin als spreker zal op
treden de heer Frank v. d. Goes, pri-
vaac-docent aan de gemeentelijke uni
versiteit te Amsterdam. Behandeld zullen
worden de volgende onderwerpen: 1.
Oorzaken van de armoede, 2. Klassen
strijd en 3 Revolutie van het kapitalisme.
De deelname is opengesteld voor
arbeiders voor f 0,25 de drie avonden
en voor anderen f 0.50. De entree-prijs
per avond is f 0.10 of f 0.25.
Blijkens eer. advertentie in het adver
tentieblad van Riezebos en van Wijngen
worden pogingen in het werk gesteld
te dezer stede het aantal tooneelver-
ecuigingen weer met één te doen ver
meerderen.
Zaterdagmorgen had een voerman, al
was het dan ook per ongeluk, de goed
heid het water van de Eem wat zoeter
te maken.
Door het achteruitrijden van zijn
wagen, beladen met eenige balen suiker,
geraakte deze n 1. te water, dat natuur
lijk zich dadelijk meester maakte van
zooveel zoetigheid. Het paard kreeg men
goed en wel op het droge, maar de
wagen alsook een roeiboot waren zwaar
beschadigd.
Naar men ons van goed ingelichte
zijde meedeelt worden er door het
hoofdbestuur van de vereeniging „Volks-
ondcrwijs* pogingen in 't werk gesteld,
om te Amersfoort weer eene afdeeling
van die vereeniging op te richten.
We hopen op deze zaak terug te
komen.
De te dezer stede bestaande Tooneel-
vereeniging van jongelieden, genaamd
„Door Vriendschap Sterk" zal Zondag
avond een uitvoering geven in de Har
monie. De vorige uitvoeringen gegeven
in het Militaire Tehuis slaagden zoo
goed, dat we niet twijfelen of ook Zon
dagavond zal het succes niet uitblijven.
De heer P. J. Dammers, thans com
missaris van politie te Utrecht herdenkt
1 November den dag waarop hij voor
25 jaar bij de politie in dienst trad.
Het publiek is belust op relletjes. Men
vraagt zich niet af, wat is er te doen, wat
is de oorzaak van oploop of relletje, er
is wat te doen en dat is voor vele mcn
schen een pretje. Dat bewees ook weer
het Amersfoortsche publiek gisterenavond,
toen onder een cnormen toeloop een man
naar het politiebureau werd gebracht.
Naar men ons meedeelde werd hij ver
dacht van onzedelijke handelingen te
hebben hepleegd. Later op den avond
werd hij; evenwel weer in vrijheid gesteld.
Morgenavond vergadert de „Amers
foortsche Industrie en huishoudschool*.
Het belooft een belangrijke vergadering
te worden, daar uitgemaakt zal worden
of de vereeniging nu een school zal
stichten op kleiner schaal dan oorspron
kelijk het plan was.
den broek te stoppen.... Ongelukkig had
men mij reeds zien wegloopen, en het
geld gemist; ik werd opgepakt en voor
de rechtbank gebracht, en de rechters
hebben mij tot 'mijn 21ste jaar doen
opsluiten. Dat noem ik er inloopenniet
waar Mijnheer?"
Hij vertelde dat met schorre stem,
half onverschillig, half onbeschaamd.
Maar toen IJvert hem vroeg| hoe hij
zich onder het hooggeroemde bestuur
van den directeur bevond, liet hij da
delijk den onderlip hangen, terwijl zijn
gezicht betrok.
„Nu, maar slecht hoor.... Men heeft
ons te voet van Cl.... laten komen, met
niets dan soep in de maag, en sedert
wij hier zijn, graven wij bij het bosch, daar
waar het kerkhof voor de nieuwe ge
vangenis zijn zal. Tien uur daags grond
werk in de volle zon! Daarbij slecht
eten, snijboonen voor elk maal, en knup-
pelsligen als dessert. De bewaarders
slaan als bezetenen.... mijnheer, waar is
de tijd, dat ik langs onze. rivier slen
terde, kijkende naar de waterspinnen,
die er in den stroom van door gingen.
Wordt vervolgd).