No. 82. Woensdag 12 October 1904. ie Jaargang Wees V Zelf! Liberaal Orgaan voor Amersfoort en\ Omstreken. NUMMER 24. Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Een onvolledig onderzoek. FEUILLETON. „Volksonderwijs". Verschijnt Woensdags en Zaterdags. DE EEMLANDER. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs l'rljshler adverteutiëu :|3 Franco per postj - 3.50 Van 1 tot 5 regels 0.40 voor iederen regel meer0.08 Franco per post - 0.90 {Bijl abonnement aanmerkelijke korting.) Een der benoemingen van tijdelijk personeel der Burger-Avondschool geelt ons aanleiding tot de volgende beschou wingen. Het 9 togen 7 stemmen werd t ooi- Natuur- en Werktuigkunde bedoelde benoeming vastgesteld, nadat kennis ge nomen was van den inhoud van. een adres van het Bestuur der plaatselijke aldeeling van den Bond van Nederland- 8che Onderwijzers. In het vorig nummer van de Eem- lander hebben onze lezers dit adres kunnen vinden, reden waarom wij het thans bekend onderstellen. De gang van zaken in den Baad was deze: De Burgomoester stelde voor het adres maar voor kennisgeving aan te nemen, „toift court", doch zulks werd verhinderd door den heer K1 e b e r, die voorlezing van het adres vroeg, waarop de lreeren, Plomp, Ce- losse, Esveld Ju Jorissen den in houd aan eene bespreking onderwierpen. Zooals onzen lezcip bekend zal zijn werd in het adres vail den Boud van Ned. Ond. op grond .V an feiten, daarin ver meld, in hoofdzaak geprotesteerd tegen de wijze, waarop de Directeur van de B. A. S. gemeend heeft een voldoend onderzoek in te stellen naar de geschikt heid en de rangorde van de sollicitanten. Men moet bij de beschouwing van deze kwestie goed in 't oog houden dat het hier niet in de eerste plaats gold hun algemeene geschiktheid als onderwijzer te beoordeelen, doch vóór alles: de bekwaamheid om aan leerlingen van de genoemde avondschool met vrucht les te geven in een be paald v a k, en wel in Natuur- en Werk tuigkunde. En nu maakt het ook op ons een eenigszins zonderlingen indruk, dat ie mands geschiktheid om genoemde vak ken to onderwijzen uitsluitend wordt be oordeeld naar den indruk gedurende eenige minuten verkregen door s c h r ij f- onderwijs bij te wonen, aange nomen nu dat de beoordeelende direc teur der B. A. school daarvoor in derdaad do bevoegde man is. Tevens kunnen we ons volkomen be grijpen, dat niet alleen bij de belang hebbenden, doch ook bij onpartijdigen de verwondering over zóóveel opper- r De staatkunde gelijkt op de woestyneen windvlaag doet een reusachtige)! berg ontstaan en de bedviegelijke luchtspiegelingen zijn ei- even talrijk en even gevaarlijk. ijt 3. „O! schelm!" riep hij, „schept ge eens al rookende een luchtje! ge weet, dat het streng verboden is. Kom dade lijk beneden, deugniet." Bigarrcau was gesnapt maar de po sitie was in zijn voordeel en hij trachtte er partij van te trekken. „Br wil er wel uitkomen," antwoordde hij, „maar eerst moet ge beloven mij niet te rullen straffen." „Ik geloof waarlijk, dat ge mij nog voorwaarden wilt stellen. Kom dadelijk beneden, of ge zult er slecht afkomen." „Dan blijf ik," hernam Bigarreau koppig. De boom had een zeer dunnen maar hoogen stam; de opzichter, stijf en ge zet, was geen klimmersbaas en al zijn schudden deed den knaap niet van plaats veranderen. „Zoo, zoo, verzet jij je te- vlakkigheid stijgt tot verontwaardiging, wanneer men ziet, dat het in een minimum van tijd in een schrijfles gevormde oor deel voldoende geacht wordt om den bedoelden sollicitant als de meest aan bevelenswaardige, op de eerste plaats der aanbeveling te stellen. Is dit feit juist, en is inderdaad door niemand anders een onderzoek ingesteld, zoodat alle adviezen alleen daarop ge grond zijn, dan heeft men het vecht te gewagen van e e n zeer onvolledig onderzoek te meer omdat de des kundige autoriteiten van het L. O. offi cieel buiten de zaak zijn gebleven. Er is dus grond voor de onder stelling, dat dit onderzoek geweest zou zijn een onderzoek bloot vpor den vorm, waarbij men niet eens de han digheid gehad heeft den schijn je redden. Maar we herhalen hierbij, dat ons oordeel geheel afhangt van dé juistheid der gestelde feiten, in hoofdzhak boven vermeld. En nu komen we tót onze njpè- ning over het standpunt, dat de Raad iu deze kwestie had belmoren in te ne mén. De heer Plomp was van oordeel, dat waar het onderzoek den „gewonen" weg had gevolgd (de stukken werden ge zonden aan den Directeur, den Inspec teur M. O. en aan de commissie van toezicht M. O), het voor den Baad geen punt van overweging kon uitmaken, op welke w ij z e de betrokken personen en colleges hun oordeel in dezen had den gevormd. Met dit standpunt kunnen wc ons niet vereenigen. De gang van zaken is bij dergelijke aanbevelingen de volgende: de direc teur van de B. A. S. geeft desvcrlangd zijn advies aan de commissie, deze daar na aan B. en \V; alsook volgens de wet eveneens de Inspecteur van hot Alibachtsondei'wijsin den regel voorgelicht door den directeur. De Com missie van Topzicht op het Middelb. onderwijs, en de Inspecteur hebben thans een oordeel gevormd zonder zelf standig onderzoek van hunne zijde, doch enkel voorgelicht door den di re c tpur. Feitelijk is dus uitsluitend de invloed van den Directeur beslissend ge weest. Tegen dien gang van zaken valt weinig te doen want B. en W. zijn geen verantwoording aan den Baad schuldig ten aanzien van de gronden waarop hun aanbeveling steunt. In zoover gaan we gen het gezag. Hei daar, breng mij eens gauw een bijl." „.Aan dit, met klemtoon gegeven be vel, hadden twee gevangenen gehoor gegeven; Suerrot, die woedend werd, nam driftig do bijl en begon, zonder zich te bekommeren of hij soms een boschovertreding beging, onmiddelijk den boom boven den wortel om te hakken. Bij de eerste slagen trilde de boom van den wortel tot den top, maar Bigarreau bleef onbeweeglijk zitten. De slagen met de bijl volgden elkander snel op, de schors en de splinters vlogen er af, het zweet parelde op het voorhoofd van den bewaarder. De twee gevangenen, die dit tooneel van nabij beschouwden, von den het zeer vermakelijk en volgden met belangstolling liet grootcr worden der keep in den boom. Men hoorde eindelijk een onheilspellend gekraak, en toen begreep Bigarreau dat het zaak werd, van twee kwaden, het minst slechte te kiezen; hij liet zich tusschen de takken door als een pakje op den grond vallen, die gelukkig voor hem, zeer veerkrachtig door het mos was. „Wurm! ik zal je leeren, mij te ge hoorzamen," brulde Suerrot, terwijl hij hem bij den arm greep, en laar hij vroeger bij de politic geweest was, sloten zich zijne vingers als een tang.Tegelijkertijd stootte hij met de andere hand Bigar reau tusschen de ribben en duwde hij hem naar de werkplaats. dus met den heer Plomp accoord, en behoeft de Raad in gewone omstandig heden niet te vragen: wat zijn de gron den, waarop het oordcel over sollicitan ten berust?" Doch, wanneer door een corporatie van gemeente-ambtenaren feiten aan het licht gebracht worden waaruit duidelijk blijkt, dat het onderzoek ingesteld naar de be kwaamheid van de sollicitanten zeer onvolledig moet zijn geweest; waar dus eene zeer ernstige beschuldiging wordt uitgebracht, daar had het o. i, wel de gelijk op den weg van den Raad ge legen een onderzoek naar de juistheid der genoemde feiten in te stellen. Dit onderzoek was noodig geweest om het ongeschokt vertrouwen in de inte griteit van de overheid te handhaven. Zoolang het door ons genoemde feit, en de andere punten, in de mpmorie van toelichting aangaande de gronden dei aanbeveling niet zijn weerlegd,heeft men recht om te? spreken van eene willekeurige benoeming. We zijn het daarom volkomen eens met het gevoelen, uitgesproken door den heer Van Ijsveld, diczeide: „steeds veel gehecht te hebben aan een voor dracht van B. en W. doch, dat indien waar was, wat in de toelichting van het adres werd gezegd, zijn vertrouwen in dergelijke voordrachten zéér ver zwakt was." Blijkens de (overigens uiterst zwakke) verdediging van de aanbeveling door den lieer C'elossc, bleek het vertrou wen van B. en W. in diq aanbeveling niet geschokt te zijn door het adres doch hielden zij zich officieel aan de in gediende adviezen. Naar onze meening, hadden B. en W. stellig eer. nader onderzoek moeten uit lokken, opdat ook het openbaar ver trouwen in de deugdelijkheid ook van deze benoeming had kunnen behouden blijven. Zulks te meer, omdat het argument door den Wethouder van onderwijs in laatste instantie aangevoerd ter aanbe veling van den op de eerste plaats voor- gedragene (t. w. „dat hij pas sedert kort de hoofdacte had behaald, en zijn kennis dus bijzonder verscli moet zijn!!!) zóó pyramidaal belachelijk is, en ondeugdelijkdat de benoeming-zelve al in een zeer zonderling licht er door wordt gesteld. Hierbij zouden wij liet thans kunnen Waarom rookt gij, terwijl het streng verboden is," vervolgde de wachter, elk woord met een vuistslag vergezellende. Hij doorzocht daarna de zakken van den gevangene en nam de nog overig zijnde cigarettes. „Waar hebt gij het geld gestolen?" „Ik heb het gekregen," beweerde Bigarreau. „Zwijg! ga graven, galgenbrok. Wij zullen morgen die zaak onderzoe ken en ophelderen, als Mijnheer de directeur er isHij zal je in liet ca chot laten verrotten... Ondertusschen krijgt gij van avond droog brood." De namiddag ging treurig voor Bi garreau voorbij. Toen hij zich 's avonds om negen urn- in zijn hangmat mocht ncdervlijen, met léege maagen gewonde handen, begon hij met bitterheid te den ken aan de ellende dien dag geleden, en wat hem wellicht den daarop volgen den te wachten stond. De directeur zou komen en Bigarreau wist bij ondervin ding hoe zwaar die meedoogenlooze chef de minste afwijking van de orde strafte. „Neen," zeidc hij tot zich zeiven, ter wijl hij zich in de hangmat opkrulde, „ik heb er genoeg vau, ik wacht niets meer af." Wegloopplannen warrelden hem door het hoofd. De tijdelijke slaappaats voor de gevangenen was slecht gesloten, de wachters sliepen vast; ongeveer midder nacht kon hij wellicht ontsnappen, door laten, ware" het niet, dat door den heer Plomp, naar aanleiding van enkele zinsneden aan liet «lot der toelichting van het adres, de vraag word gedaan of aan B. en W. er iets van bekend was, dat deelneming door een onder wijzer aan vakvereeniging of politiek minder gunstigen invloed uitoefende op diens kansen van benoeming bij een solici- tatie. Het antwoord van den wethouder Ce- losse luidde „dat van zoo iets bij het Dagelijksch Bestuur nimmer het denk beeld kan zijn gewekt", een ant woord dat onzes inziens een recht staaltje van „Officieele Waarheid" genoemd moet worden. Adressanten hadden de vraag gesteld „Is het soms voor don Amersfoortschen onderwijzer profijtelijk zich nóch met vakvereeniging, noch met wat naar po litiek zweemt in te laten?" Voor het onderhavige geval o p z i e li zelf zijn wij van meening, dat er geen voldoende grond bestond deze veelzeg gende en hoogst gewichtige vraag tot het Gemeentebestuur te richten, wijl geen enkele reden aangevoerd kon wor den om te denken „dat er bij deze zaak motieven hebben gegolden, buiten het onderwijs gelegen". liet onderzoek is onvolledig geweest, en daardoor o n- deugdelijk, edoch daarom noch niet onbetrouwbaar in den aange geven zin. Thans ontstond de schijn van insinuatie. Wij zouden de vraag op andere wijze gesteld hebben willen zien, nietbetrckking hebbende op d ez o zaak doch op de reeks van benoemin gen door den Raaden op de daarvoor ingediende voordrachten en aanbeve lingen, bijv. van de beide laatste jaren. Het is immers een feit dat de Raad, zooals wij vroeger reeds opmerk ten, bedenkelijk vele malen benoe mingen heeft uitgebracht afwijkende van de rangorde der aanbeveling of voor dracht ja zelfs wel eens geheel buiten de aanbeveling. De tot zoodanige afwijking geleid hebbende motieven werden nooit bo- kend gemaakt, geen enkel Raadslid motiveerde ooit zijn stem; klaarblijkelijk werden die afwijkingen in „onder-onsjes" bedisseld en in het geheim „de neuzen geteld" Deskundige motieven, bijv. bij be noemingen van leeraren of onderwijzers, kunnen het bij zulke gelegenheden n i e t een muur over te klimmen, als hij dan het bosch maar bereiken kon. In elk geval was liet te wagen. Het was nu geheel nacht geworden; hij hoorde dat een van de wachters de ronde deed, daarna zich uitkleedde en toen naar bed ging. Weldra verbrak zijn gesnurk de stilte in de slaapplaats. Ylug en be hendig als een kat, kroop Bigarreau uit zijn hangmat, trok zijn broek en buis aan, en hing zijn laarzen met de veters aan elkaar geknoopt om don hals; toen kroop hij' op bloote voeten, den adem inhoudende naar een raam op de eerste verdieping, dat iuen om de zaal te luch ten had opengelaten. Op het kozijn ge klommen, stak hij het hoofd naar bui ten. Ouder het raam .kon hij in het schemerlicht den moestuin onderscheiden. De pas begoten grond moest zacht zijn. Bigarreau klemde zijn handen aan het kozijn, liet zich zakken en waagde den sprong. Ilij kwam op de kooien terecht, waardoor zijn val gebroken werd, richtte zich op en luisterde aandachtig...., maar vernam geen ander geluid dau het zacht gegolf van de Aube, langs de boorden van den tuin. Ilij liep nu haastig naar de rivier, stapte vol moed in het water, dit maar tot aan zijn knieën kwam en volgde den stroom tot dat hij het vrije veld bereikte. III. In dien tijd vertrok de bode, die de geweest zijn, die do stemming beheersch- ten. Het ligt voor de hand, dat de „reactie" dan in den regel „hoogtij vierde", zooals de gangbare verklaring luidt. Dit op zich zelf moet reeds betreurd worden omdat de belangen der zaak, in deze van het o n d e r w ij s, er door be nadeeld worden in de meeste gevallen. Maar er komt nog iets bij, en het wordt tijd dat dóarover in het openbaar een hartig woordje gezegd wordt, om den verlammenden invloed te bestrijden die daardoor op de zelfstandigheid en het karakter van menigen belangheb- bendende wordt uitgeoefend. Het is nl. van notoire bekendheid dat in meer dan één geval, aan sollicitanten vragen gesteld worden, die de strekking hebben hen af te schrikken van vak vereeniging of politiek leven, dit laatste geenszins in algemeenen zin doch met het oog op bepaal de staats partijen. Bijv. of de solliciteerende on derwijzer „lid van den Bond" is, met de mededeeling er bij, dat leden der bedoelde onderwijzersvereeniging niet gewenscht worden, „omdat de Bond te veel aan politiek doet;" ja zelfs werd van solliciteerende leeraren wel eens do belofte afgevraagd, dat zij zich hij evcn- tueele benoeming „onthouden zouden van aan politiek te doen,"enz., al te gader ongeoorloofde vragen, door offi cieele personen alhier gesteld. „Is u socialist?" werd telkens gevraagd aan sollicitanten, en niet door den eersten den besten, maar bijv. door het hoofd der Gemeente in hoogsteigen persoon! Welnu wij hopen ernstig dat zulk een karakterbedervend intimidatie-stelsel bij het ondervragen van sollicitanten voor taan alhier niet verder zal toegepast worden. Meer willen wij er thans niet van zeggen. Verschillende vereenigingen zijn er, welke het bijzonder onderwijs steunen, voor het openbaar onderwijs, „een voor werp van de aanhoudende zorg der Kegecring" volgens art. 192 der Grond wet, werd door de voorstanders daarvan meestal geen afzonderlijke steun naast dien van gemeente en rijk, noodig ge oordeeld. Toch zou het niet moeilijk brieven en goederen naar Chatillon aan de Seine bracht om drie uur van Auberive. Gp het oogenblik, dat de zware wagen, getrokken door twee paarden, den hoek van de smidse omging om den weg te volgen, die bergop naar Reccy aan de Ource liep, klom een jongen wiens laar zen om zijn hals hingen, onder het dek zeil tegen de touwen, waar de goederen mede vast gebonden waren, op liet ach tereinde van den wagen, en ging met afhangende boenen zitten. Het geraas van de wielen en het getrappel der paar den maakten dat de halfingcslapen koet sier niets bemerkte, van dien onver- wachten medereiziger. De wagen rolde iu een sofwolk voort tot den top van den heuvel, en reed snel door hot kleine stille dorpje niet zijne slapende bewo ners, tot aan de bosscheu van Colmiers. Het was vier uur en de zon kwam op, achter liet bosch van Auberive, om ringd door kleine rose wolkjes. De eer ste zonnestralen drongen door de duis ternis van het woud en strooiden kleine lichtpuntjes uit, hier over het klimop, daarginds over een struik clematis, ter wijl de geheele weg als in een blauwen nevel gehuld scheen. (9 ordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1