Stadsnieuws.
Allerlei.
Aallen, uit de geschiedenis van ons onder
wijs in de laatste jaren aan te toonen,
hoe noodig het was geweest, dat een
krachtige vereeniging haar beschermende
vleugels over de openbare school had
uitgestrekt. Zeer zeker is het te ver
klaren, dat na de wet van 1878 die
zorg minder noodig werd geacht, immers
Staat en Gemeente waren de door die
wet aangewezen lichamen, welke goed
openbaar volksouderwijs moesten ver
schaffen. Daarnaast een vereeniging te
stichten, welke nog in 't bijzonder voor
dut onderwijs zou zorg dragen, scheen
overbodige weelde. Doch een groote
fout, mag het genoemd worden een
fout, voor zooverre men in de geschie
denis van fouten mag spreken dat
men de vereeniging, die voor 1878 was
opgericht en die haar beginselen in de
Wet van dat jaar zag neergelegd liet
verzwakken. Immers van de duizenden
leden, die „Volksonderwijs' dat is de
vereeniging die wij bedoelen vóór dat jaar
telde, bleven slechts eenigc honderden
over. Wel een bewijs, hoe gerust de
burgerij er op was, dat voldoende voor
't door haar gewenschte onderwijs werd
gezorgd.
Het jaar 1S89 bracht de zoogenaamde
pacificatie op onderwijsgebied en een
verslechtering van 't volksonderwijs, als
we alleen maar denken aan de verhooging
van 't aantal leerlingen per onderwijzer
en aan 't recht, aan de hoofden van
scholen gegeven, jougelui op te leiden
zonder een inrichting daarvoor te
bezoeken -voor onderwijzer en onder
wijzeres. Zoogenaamde pacificatie schre
ven wij, omdat thans, 15 jaar later,
duidelijker blijkt dan ooit, dat de cleri-
cale partijen, met wat toen is gedaan,
volstrekt niet tevreden zijn, ook niet,
na wat 't vorige liberale ministerie voor
de bijzondere school deed. In die jaren
zat „Volksonderwijs" niet stil, menige
afdeeling en ook het Hoofdbestuur, zou
dit met de stukken uit 't archief kunnen
bewijzen. Waar aanslagen werden ge
daan op 't openbaar onderwijs, trachtte
zij die slagen af te weren; waar zij kon,
steunde zij den openbaren onderwijzer
in zijn moeilijke positie op zoo menig
dorp in ons land
De geestdrift van vroeger was echter
bij velen verdwenen; eerst een nieuw
geslacht zou weer 't leven kunnen wek
ken, dat rijke vruchten kan dragen.
Zoo zien we, hoe de laatste jaren, nu
steeds duidelijker blijkt, dat 't de be
doeling der klericalc partijen is, 't open
baar onderwijs tot een uitzondering te
maken men lette wel op, tot een
uitzondering 't onderwijs, dat een
voorwerp van aanhoudende zorg der
regeering moet zijn dat Volksonder
wijs weer in ledental toeneemt, dat de
vereeniging Hoofdbestuur en afdee-
lingsbesturen nieuwe kracht ontplooit.
We wijzen daartoe b.v. op de adressen,
aan de Regeering gezonden in zake de
vaccinewet, de aansluiting van Lager- en
Middelbaar onderwijs, de kinderwetten,
en niet het minst op het in 't dit jaar
verschenen „Rapport omtrent 't aantal
leerlingen per onderwijzer op de lagere
school," een werk, dat door de binden
zoowel door de dagbladen als de
schoolbladen zeer gunstig is ontvan
gen. De cijfers, daarin genoemd en de
beschouwingen, daarin geuit, moeten een
gunstigen invloed hebben bij de even-
tuecle vaststelling van 't maximum aan
tal leerlingen in de gemeenten. Zij zullen
voor de voorstanders van goed volks
onderwijs stevig materiaal opleveren,
om daarmede hen, die meenen, dat een
getal van 55 leerlingen voor één onder
wijzer niet te veel is, krachtig te be
strijden.
Maar duidelijker dan ooit, dat „Volks
onderwijs" weer in een bepaalde behoefte
begint te voorzien, om het zoo eens uit
te drukken, blijkt dit uit de oprichting
van nieuwe afdeelingen en correspondent
schappen in dit jaar, blijkt dit uit de
versterking van 't ledental gedurende de
laatste maanden. De indiening van 't
huidige ontwerp op 't Lager Onderwijs
heeft velen de oogen geopend en doen
afvragen, of het dan werkelijk „zoo"
goed gaat?" Het antwoord luidde beslist
ontkennend.
De bestaande afdeelingen van „Volks
onderwijs" houden bijna alle vergaderin
gen over 't ingediende ontwerp, doch
zeer veel plaatsen kunnen bij gebrek
aan een afdeeling niet worden bereikt-
Tot die plaatsen behoort ook nog Amers
foort. Het is hartelijk te hopen, dat
pogingen om hier een afdeeling op te
richten, mogen slagen. Behalve dat in
Amersfoort zelf een dergelijke afdeeling
veel nut zou kunnen doen het mag
overbodig worden geacht, dit in bijzonder
heden aar. te toonen doch de Ver
eeniging in haar geheel verdient steun
voor haar pogen, ons land te behoeden voor
een achtteruitgang op onderwijsgebied.
Dat pogen kan des te krachtiger en te
wel sprekender zijn, naar mate het aan
tal leden grooter is. Het zijn niet al
leen de onderwijzers-vakvereenigingen,
die den strijd moeten voeren, het is de
bevolking van Nederland, die moet too
nen, de openbare school, de eenige
school, die toegankelijk is vooralle rich
tingen, de eenige school, die niet vraagt
naar 't geloof, dat men belijdt, nog wel
gezind te zijn. „Nog weet derden moeten
voor de bijzondere school worden ver
overd, zeide Minister Kuyper op IG
April 190-1 te Amsterdam, moge hem
die verovering niet licht vallen. Wie
tot dien strijd bereid is, bedenke dat
in vereeniging kracht ligt; hij trede toe
tot „Volksonderwijs" en wekke|anderen
krachtig op, desgelijks te doen.
Het programma der vereeniging laten
wij hiel' volgen:
De Vereeniging „Volksonderwijs" ge
vestigd te Amsterdam, stelt zich ten doel:
a. de algemeene volksontwikkeling
te bevorderen en in het bijzonder de
belangstelling in het volksonderwijs te
wekken en levendig te houden;
4. toe te zien, en, waar noodig, te
bewerken dat werkelijk overal in het
Rijk van overheidswege voldoend open
baar lager en herhalingsonderwijs ge
geven worde, voor alle kinderen toe
gankelijk;
c. de overtuiging te versterken dat
goed lager en herhalings- of voortge
zet onderwijs voor ieder noodig ir;
d. op nauwgezette uitvoering van de
Wet op het Lager Onderwijs en van
de Leerplichtwet toe te zien, en, waar
bij hare toepassing leemten of gebreken
zich openbaren, die ter kennis te bren
gen van de bevoegde macht en zoo
noodig op aanvulling of verbetering aan
te dringen;
e. de openbare meening te winnen
voor eene uitbreiding der Leerplichtwet
in den zin van:
1°. leerplicht tot het 14de jaar;
2". regeling van den betaalden kinder
arbeid in overeenstemming met den
leerplichtigen leeftijd;
3'. verplicht herhalingsonderwijs tot
ten minste het 16de jaar.
4°. verplichting der overheid tot het
verstrekken of doen verstrekken van
kleeding en voedsel aan schoolgaande
kinderen, die daaraan behoefte hebben
en voorzoover daarin niet voldoende
op andere wijze wordt voorzien;
f. door haren invloed het opvoedend
karakter der school te handhaven en
samenwerking van huisgezin en school
aan te kweeken
g. te ijveren voor eene behoorlijke
bezoldiging en betere opleiding van het
onderwijzend personeel, voor invloed
van den klasse-onderwijzer op de re
geling en inrichting van het onderwijs
en voor pensionneering van weduwen
en weezen van onderwijzers;
h. te ijveren voor eene inrichting der
scholen welke aan de billijke eischen
van paedagogiek en hygiëne beantwoordt;
i. bevordering ecner wettelijke rege
ling van het voorbereidend onderwijs;
j. behartiging van het onderwijs aan
achterlijke kinderen;
k. bevordering van het voortgezet on
derwijs in de richting van vakonderwijs
in de herhalingsscholen, door landbouw-
en ambachtsondcrwijs, door industrie
ën handelsscholen en door kook- en
huishoudscholen, benevens zeevaartkun
dig onderwijs;
bevordering van een betere aan
sluiting van gymnasiaal en middelbaar
aan lager onderwijs.
Het Hoofdbestuur is op 't oogenblik
samengesteld als volgt:
C. A. ZELVELDEK, schoolopziener in
't district Heerenveen, Voorzitter.
Mr. "VV. DOLK, Lid van de Tweede
Kamer, Algemeen Secretaris.
KI. de VRIES, Sr. hoofd eener school
te Amsterdam, Waarn. Secretaris
en Penningmeester.
G. A. C. van GOOR, Inspecteur bij 't
Gemeent: Openb. Lager Onderwijs te
Amsterdam.
Mr Z. M. STRAATMAN Voorzitter van
den Raad van Beroep, te Almelo.
Aan de Redactie mijn beleefden dank
voor de plaatsing.
A. S.
Ontelbare dichters en schrijvers heb
ben in alle talen reeds zoo vaak de
blankhuidighcid roodlippigheid" maai-
vooral de „zachthandigheid" van het
vrouwelijk geslacht bezongen of beschre
ven, dat een Allerleischrijver die met
zijn tijd mee wil gaan, en zijn lezers
nieuwe gezichtspuntenmoetopcnen,than6
altijd er op aangewezen is om juist de
andere zijde van de „zwakke sekse" aan 't
licht te brengen.
Dil ter verschooning van hetmeedeelen
van het volgend berichtje over eenige
Utrechtsche „dames". In Utrecht werd nl.
in de Spinsteeg jl. Zondag een verwoed
gevecht geleverd tusschen eenige man
nen en vrouwen, waarbij de leden der
zwakke sekse een van de heereti der
schcppiug zoodanig met haarspelden en
met dcnatuurlijke wapens, de nagels toeta-
kelden, dat zijn geheele gelaat was open
gescheurd. Slechts de politie was ten
slotte bij machte hem aan de lieve klauw
tjes der zachtzinnige schepsels te ont
trekken.
Een ander staaltje van vrouwelijke
zachtzinnigheid werd dienzelfden Zondag
in Rotterdam vertoond.
Een 13-jarig meisje, als diensbode
bij den Heer II. A. S in betrekking,
dat alleen met het 5-jarig dochtertje
van den Hr. S. in huis was, riep plot
seling de hulp in van burgers, die zij,
na de woning ontloopen te zijn, ontmoette.
Zij deelde mede. dat toen zij op den
zolder met dat kind speelde, een onbe
kend man het huis was binnengedrongen,
haar en het kind te lijf was gegaan
en met een broodmes verwond had haar
boven op den rechteronderarm, liet 5
jarige meisje aan linkerarm en linker
been. Nadat een voorloopig verband
gelegd was, werd dit dienstmeisje met
het verwonde meisje naar het politie
bureau in de Meermanstraat gebracht.
Daar kwam het de politie, nu verhoor,
vreemd voor, dat zij hcelemaal geen
beschrijving van den dader kon geven
en na herhaald ondervragen kwam er
ten laatste uit, dat zijzelf eerst aan het
kleine kind, dat zij geblinddoekt had,
en toen aan zichzelf de verwondingen
toebracht, zonder daarvoor eenigc reden
te kunnen opgeven.
Op het politiebureau zijn de wondon,
die gelukig in het geheel niet gevaar
lijk zijn, door dokter W. Mees verbonden
en de 13-jarige dienstbodes, de V., aan wier
geestvermogens men twijfelt is naar het
ziekenhuis overgebracht en ter verpleging
opgenomen. Het verwonde 5-jarig meisje
is in het ouderlijk huis terrug gebracht.
Ja de politie, vooral de Rotterdansche,
heeft soms met vreemde sinjeurs of „sig-
norina's" te maken, en moet vaak tot
allerlei noodleugentjes en bedreigingen
haar toevlucht nemen, om haar klantjes
tot bekentenis te krijgen. Zoo had de
12-jarige N. J. op de Kipstraat een gul
den gestulen van een achtjarigen jongen.
Toen men hem arresteerde, gaf hij voor
don gulden ingewisseld te hebben tegen
dubbeltjes cu deze daarna te hebben in
geslikt. De inspecteur was echter zoo
wantrouwend zijn openhartige beken
tenis nog maar niet zoo voetstoots voor
waarheid aan te nemen, en zei toen zeer
gevat, dat uien de proef op de som
zou nemen, en hem naar 't ziekenhuis
zou laten brengen om zijn maag leeg
te pompen. De jongen, vreezende dat
zijn maag heel wat anders zou opleve
ren dan tien maagdelijke dubbeltjes, ver
telde nu maar gauw, dat hij 't geld had
versnoept, en dat zijn bekentenis dus
figuurlijk opgevat moest worden.
Men ziet het, onze tijd gaat vooruit,
nu zelfs jeugdige „boefjes" al in bloem
rijken stijl spreken. De predikanten ech
ter, eertijds beroemd om hun gezw ollen
stijl, schijnen nu de zaken meer nuchter
op te vatten. Dat zou men althans kun
nen opmaken uit de volgende geschie
denis, die in L., een Groninger dorpje,
heet gebeurd te zijn. Daar moest nl.
een dominé worden beroepen en een
predikant, die wel zin had in het be
roep zou op proef komen preeken.
Een paar gemeentenaren waren naai
den trein gegaan, om hem af te halen.
Men kwam echter te vroeg, en spande
uit in het stationskoffiehuis. In de gelag
kamer aldaar, zat een heer aan een
broodje. Ons gezelschap nam eveneens
plaats, en praatte er lustig op los. De
dominéé kreeg ook een beurt, speciaal
zijn particulier leven, waarover men zich
niet al te gunstig uitliet.
De trein kwam, maar met dezen geen
predikant. Het gezelschap kwam weer
in het koffiehuis, en toen zij hun mis
noegen er over uitspraken, dat dominéé
hen zoo'n vergcefsche reis had laten
doen, stond de etende gast op, en zei,
of ze misschien hem moesten afhalen;
hij was predikant éhj moest te L. pree
ken, maar hij was een trein eerder ge
komen, dan hij aanvankelijk had gedacht.
Men stapte, in, de dominéé werd later
beroepen, maar bedankte.
Kaavls verslag.
Vergadering van den Raad der ge
meente Amersfoort op Vrijdag, den 7
October 1904 om 1 uur n. m
Do Voorzitter Jhr. J. \V. A. Barch-
man Wuyticrs opent ten 1'/, uur de
vergadering en verzoekt den secretaris
voorlezing der notdlen te doen.
De notulen der vergadering van 21
Sept. jl. worden hierop d< or den secre
taris Jhr. Mr. B. W. Th. Sandberg ge
lezen en door de vergadering vastge
steld, zooals zij zijn ontworpen.
Tegenwoordig zijn 1G leden, 1 vaca
ture.
Ingekomen zijn van Gedeputeerde
Staten:
Ie Besluit tot goedkeuring der rc-
keni.ig van de d.d. Schutterij over 1904.
2e Bericht van onivangst der veror-
deui .g tot wering en beteugeling van
mazelen en besmettelijke zicktep.
3e Goedkeuring van het raadsbesluit
tot betaling uit den post onvoorziene
uitgaven dienst 1904.
4e Bericht houdende vaststelling der
jaarwedde van den onderwijzer v/d.
Broek, en onderwijzeres Oerlemans.
5e Goedkeuring van het raadsbesluit
tot nadere regeling der jaarwedden aan
de Burgeravondschool alhier.
Ingekomen van B. en \V.
Ge Bericht, dat het onderwijs in de
Hoogduitsche taal is opgedragen aan
Mej. H. C. van Eyk van Voorthuysen.
7e Bericht van B. van der Worp
Jr., dat hij zijne benoeming tot Di
recteur leeruur der Burgeravond
school aanneemt.
8e Missive van den bond van Inspec
teurs der geneeskundige politie tot re
geling van pensioen voor Inspecteurs-
weduwen en weezen. Naar B. en W.
om advies.
9e Request van ouders van vrouwe
lijke leerlingen der H. B. S. om hen
gymnastiekles te geven.
Naar B. en W. om advies.
10e Verzoek van den heer L. v/den
Berg, om benoemd te worden tot ma
kelaar.
Naar de Kamer van Koophandel en
Fabrieken om advies.
lie Request en memorie van toelich
ting van het bestuur der afdeeling Amers
foort van den bond van Ned. onderwij
zers, inzake aanbeveling leeraar Burger
avondschool.
De heer K1 eber, verzoekt voor
lezing. De secretaris leest daarop het
volgende adres voor:
tvolgt adres.)
De Voorzi 11 er stelt voor voor kennis
geving aan te nemen,
De heer Plomp, zou zonder de
memorie van toelichting gaarne met B.
en W. medegaan. De stukken zijn ge
weest bij den Directeur der B. A.
school, den inspecteur v/h M. O., de
commissie van toezicht en B. en W.
Er is geen verschil over den aangewezen
man. Een ieder zal den besten onder
wijzer stemmen.
Spreker wenscht te vragen aan B.
en W. of het deelnemen aan eene vak-
vcreeniging of aan de politiek ook van
invloed kan zijn, want daar schijnt de
kwestie te schuilen.
W e t h o u d e r C e 1 o s s e, zal gaarne
met een enkel woord antwoorden. Spre
ker vindt het niet noodzakelijk om de
motieven, zooals de voordracht nu is, in
eene openbare vergadering mededeelen.
Het Dag. bestuur heeft nooit invloed
uitgeoefend.
De heer Plomp, dankt den Voor
zitter.
De heer van Esveld, hecht veel
aan eene voordracht, maar wanneer waar
is, wat hier gezegd wordt, dan is zijn
vertrouwen in eene voordracht verzwakt.
De eene onderwijzer werd in Natuur
kunde en de andere in een vak, dat er
buiten staat gehoord
Weth. Cc losse, spijt 't, dat de
heer van Esveld, bezwaar maakt en zijn
vertrouwen in eene voordracht geschokt
is. De verschillende adviezen zijn in de
stukken medegedeeld. Om in 't open
baar te vertellen, dat het vertrouwen in
eene voordracht geschokt is, noemt
spreker eene gevaarlijke uitdrukking.
De heer van Drie, heeft onlangs de hoofd-
acte behaald en in het bewmte vak dus
heel veel gestudeerd.
De heer J or is sen, ziet in hot
advies van den lieer v/d. Worp, dat
verschillende sollicitanten aan de school
bezocht werden. Wanneer er meerdere
sollicitanten waren, waarom dan de
hoeren Kraan en van Dommelen niet
bezocht Het advies luidt, dat allemaal
bezocht zijn.
W e t h- C e 1 o s s e, wenscht op te
merken, dat de directeur der. 13. A.
school wel in de klasse is geweest van
den onderwijzer Kraan, doch wat den
onderwijzer van Dommelen betreft, daar
trekt de Bond geen partij voor.
De heer J o rissen, zegt, dat hij
geen partij trekt.
De voorzitter, stelt voor het adres
voor kennisgeving aan te nemen, waartoe
z. h. st. wordt besloten. Waarna de
agenda aan de beurt komt.
Punt 1. Onderzoek van den geloofs
brief van het nieuw gekozen raadslid
den heer D. Gerritsen. De voorzitter
wijst de hecren van Kalken, Tromp van
Holst, en Mr. van Voorst Vader, als
leden der commissie van onderzoek aan.
Tijdens het onderzoek wordt de ver
gadering eenige minuten geschorst
De commissie deelt bij monde van
Mr. van Voorst Vader mede dat de
stukken zijn onderzocht en in orde be
vonden, weshalve zij adviseert tol toe
lating van den lieer Gerritsen als raads
lid.
Met algemeene stemmen word aldus
besloten.
Punt 2, Request van bewoners van
ile i Lensdeiiöcbeuweg om verbetering
vau dien weg, met adviezen. Wordt
zonder discussie en z. h. st, besloten.
Punt 3,Voorstelmetontwerp-requcst
am H. M. de Koningin, strekkende
tot verandering van de d. d. schutterij
in eene rustende.
Zonder discussie en Z. h. 6t. be
sloten.
Punt 4.Vaststelling van het eerste
aanvullingskohier der Inkomstenbelas
ting, dienst 1904.
Wordt vastgesteld op een bedrag van
f 6080. 75.
Punt 5Voorstel tot het vaststellen
eener voordiacht op het fonds onvoor
ziene uitgaven. dienst 1904. Wordt zon
der discussie en Z h. st. besloten.
Punt G. Voorstelinzake verbouwing
van het Raadhuis.
De heer Hamers, vindt de zaak
zelf zeer goed. Het zal eene groote verbete
ring zijn. Kan het bedrag uit het fonds
voor onvoorziene uitgaven gevonden
worden?
De voorzitter, zegt dat eene
suppletoire begrootmg ingediend zal
worden.
P u n t 7. Benoeming van tijdelijk per
soneel der B. A. school. Voor Ned. taal
wordt benoemd de heer A. Veen, met
algemeene stemmen.
Voor wiskunde de Heer C. J. F.
Prins, met 14 stemmen terwijl er 2 in
blanco waren. Voor Natuurkunde do
Heer J H. van Drie, met 9 stemmen,
terwijl er 7 werden uitgebracht op den
Heer F. Faber.
Voor teekenen de Heeren C. van
Ouwerkerk, II. Moojen Jr; en A. de
Jonge, met algemeene stemmen.
Punt 8. Voorstel tot nadere vast
stelling der jaarwedde van den onder
wijzer J. H. van Drie wordt zonder dis
cussie en z. h. st. besloten.
De Voor zifter, vraagt of nog een
der Heeren het woordt verlangt, waarna
de Heer van Kalken, het woord vraagt
en verkrijgt.
De Heer van Kalken, zegt dat do
afdeelingen vroeger hoogst zeldzaam
bezocht werden, thans algemeen. Do
2e afdeeling werd bij de behandeling
van de begrootmg slechts bezocht dooi
de Heeren weth. Celosse, Mi*, van Voorst
Vader, en spreker. Wanneer eene af
deeling slechts door een paar leden
wordt bezocht, dan berokkent dit groote
schade aan de zaak, die behandeld wordt
en is de vergadering onvruchtbaar; wan
neer meerdere leden tegenwoordig zijn,
dan krijgt men andere gedachten en
een ander idée.
Als het reglement daarin niet voor
ziet, dan stelt spreker aan B. en W.
voor, maatregelen te nemen, dat loden,
die niet tot de afdeeling behooren, dan
ook niet mogen medestemmen.
De Heer Jo rissen, vindt, dat het
niet aangaat leden door het lot daartoe
aangewezen, bij elkander te zetten Stem
ming acht spreker een foutief ding.
Wanneer men geen gelegenheid heeft
in zijne afdeeling te komen, dan moet
men in eene andere afdeeling kunnen
komen, daar men door vergaderen el-
kaars opinie leert kennen.
De voorzitter, deelt mede, dat
het reglement van orde voldoende ge
regeld is. B. en W. zullen hun ge
voelen daaromtrent uiten in het verslag
op de afdeelingen.
De heer van Eek, is het niet ge
heel eens met den heer Jorissen.
Eene ernstige zaak, zooals onder o. a.
de begrooting kan beter in eene afdee
ling door een kleiner aantal leden wor
den behandeld, dan door een grooter.
Het is beter, dat leden, niet tot de
afdeeling bchoorende, zich niet in de
discussie mengen en niet medestemmen.
De heer Hamers vindt eene ver
gadering met de opinie van alle leden
beter. Hij zou dan eene voorbereidende
afdeeling wenschen.
Weth. Celosse, zegt dat B. en
W. in hun verslag op het afdeelings-
verslag zouden antwoorden. De meeste
leden hebben nu hun oordeel reeds ge
zegd. Spreker is liet geheel eens met
den heer vau Eek. Hij vindt 2 afdee
lingen beter. De gronden door ge
noemden heer aangegeven zijn juist.
De discussie van meer personen dan
noodig is, moet onvruchtbaar werken.
De heeren, die verhinderd zijn, kunnen
komen in audere afdeelingen.
De heer Plomp, wil even zijne
meening doen kennen. Deze zaak heeft
in de le afdeeling geen onderwerp van
bespreking uitgemaakt. Het reglement
is niet bijzonder uitgebreid en duidelijk.
Spreker verzoekt B. en W. te komen
met een voorstel tot wijziging van het
reglement van orde.
Meth. Celosse deelt mede datB.
en W. zeer tevreden zijn met het re
glement en niet met wijzigingen zullen
komen. Wanneer de heer Plomp, zich
er niet mede kan vereenigen, dient hij
een voorstel te doen. Sprekerwenschte
dit nu af te handelen, dan behoeven
B. en W. er met hun memorie van
antwoord niet op terug te komen.
Do heer Plomp, vindt het regle
ment niet duidelijk en zal trachten wij
zigingen voor te stellen. Van stemmen
heelt spreker niet gesproken.