Stadsnieuws. Allerlei. Aallen, uit de geschiedenis van ons onder wijs in de laatste jaren aan te toonen, hoe noodig het was geweest, dat een krachtige vereeniging haar beschermende vleugels over de openbare school had uitgestrekt. Zeer zeker is het te ver klaren, dat na de wet van 1878 die zorg minder noodig werd geacht, immers Staat en Gemeente waren de door die wet aangewezen lichamen, welke goed openbaar volksouderwijs moesten ver schaffen. Daarnaast een vereeniging te stichten, welke nog in 't bijzonder voor dut onderwijs zou zorg dragen, scheen overbodige weelde. Doch een groote fout, mag het genoemd worden een fout, voor zooverre men in de geschie denis van fouten mag spreken dat men de vereeniging, die voor 1878 was opgericht en die haar beginselen in de Wet van dat jaar zag neergelegd liet verzwakken. Immers van de duizenden leden, die „Volksonderwijs' dat is de vereeniging die wij bedoelen vóór dat jaar telde, bleven slechts eenigc honderden over. Wel een bewijs, hoe gerust de burgerij er op was, dat voldoende voor 't door haar gewenschte onderwijs werd gezorgd. Het jaar 1S89 bracht de zoogenaamde pacificatie op onderwijsgebied en een verslechtering van 't volksonderwijs, als we alleen maar denken aan de verhooging van 't aantal leerlingen per onderwijzer en aan 't recht, aan de hoofden van scholen gegeven, jougelui op te leiden zonder een inrichting daarvoor te bezoeken -voor onderwijzer en onder wijzeres. Zoogenaamde pacificatie schre ven wij, omdat thans, 15 jaar later, duidelijker blijkt dan ooit, dat de cleri- cale partijen, met wat toen is gedaan, volstrekt niet tevreden zijn, ook niet, na wat 't vorige liberale ministerie voor de bijzondere school deed. In die jaren zat „Volksonderwijs" niet stil, menige afdeeling en ook het Hoofdbestuur, zou dit met de stukken uit 't archief kunnen bewijzen. Waar aanslagen werden ge daan op 't openbaar onderwijs, trachtte zij die slagen af te weren; waar zij kon, steunde zij den openbaren onderwijzer in zijn moeilijke positie op zoo menig dorp in ons land De geestdrift van vroeger was echter bij velen verdwenen; eerst een nieuw geslacht zou weer 't leven kunnen wek ken, dat rijke vruchten kan dragen. Zoo zien we, hoe de laatste jaren, nu steeds duidelijker blijkt, dat 't de be doeling der klericalc partijen is, 't open baar onderwijs tot een uitzondering te maken men lette wel op, tot een uitzondering 't onderwijs, dat een voorwerp van aanhoudende zorg der regeering moet zijn dat Volksonder wijs weer in ledental toeneemt, dat de vereeniging Hoofdbestuur en afdee- lingsbesturen nieuwe kracht ontplooit. We wijzen daartoe b.v. op de adressen, aan de Regeering gezonden in zake de vaccinewet, de aansluiting van Lager- en Middelbaar onderwijs, de kinderwetten, en niet het minst op het in 't dit jaar verschenen „Rapport omtrent 't aantal leerlingen per onderwijzer op de lagere school," een werk, dat door de binden zoowel door de dagbladen als de schoolbladen zeer gunstig is ontvan gen. De cijfers, daarin genoemd en de beschouwingen, daarin geuit, moeten een gunstigen invloed hebben bij de even- tuecle vaststelling van 't maximum aan tal leerlingen in de gemeenten. Zij zullen voor de voorstanders van goed volks onderwijs stevig materiaal opleveren, om daarmede hen, die meenen, dat een getal van 55 leerlingen voor één onder wijzer niet te veel is, krachtig te be strijden. Maar duidelijker dan ooit, dat „Volks onderwijs" weer in een bepaalde behoefte begint te voorzien, om het zoo eens uit te drukken, blijkt dit uit de oprichting van nieuwe afdeelingen en correspondent schappen in dit jaar, blijkt dit uit de versterking van 't ledental gedurende de laatste maanden. De indiening van 't huidige ontwerp op 't Lager Onderwijs heeft velen de oogen geopend en doen afvragen, of het dan werkelijk „zoo" goed gaat?" Het antwoord luidde beslist ontkennend. De bestaande afdeelingen van „Volks onderwijs" houden bijna alle vergaderin gen over 't ingediende ontwerp, doch zeer veel plaatsen kunnen bij gebrek aan een afdeeling niet worden bereikt- Tot die plaatsen behoort ook nog Amers foort. Het is hartelijk te hopen, dat pogingen om hier een afdeeling op te richten, mogen slagen. Behalve dat in Amersfoort zelf een dergelijke afdeeling veel nut zou kunnen doen het mag overbodig worden geacht, dit in bijzonder heden aar. te toonen doch de Ver eeniging in haar geheel verdient steun voor haar pogen, ons land te behoeden voor een achtteruitgang op onderwijsgebied. Dat pogen kan des te krachtiger en te wel sprekender zijn, naar mate het aan tal leden grooter is. Het zijn niet al leen de onderwijzers-vakvereenigingen, die den strijd moeten voeren, het is de bevolking van Nederland, die moet too nen, de openbare school, de eenige school, die toegankelijk is vooralle rich tingen, de eenige school, die niet vraagt naar 't geloof, dat men belijdt, nog wel gezind te zijn. „Nog weet derden moeten voor de bijzondere school worden ver overd, zeide Minister Kuyper op IG April 190-1 te Amsterdam, moge hem die verovering niet licht vallen. Wie tot dien strijd bereid is, bedenke dat in vereeniging kracht ligt; hij trede toe tot „Volksonderwijs" en wekke|anderen krachtig op, desgelijks te doen. Het programma der vereeniging laten wij hiel' volgen: De Vereeniging „Volksonderwijs" ge vestigd te Amsterdam, stelt zich ten doel: a. de algemeene volksontwikkeling te bevorderen en in het bijzonder de belangstelling in het volksonderwijs te wekken en levendig te houden; 4. toe te zien, en, waar noodig, te bewerken dat werkelijk overal in het Rijk van overheidswege voldoend open baar lager en herhalingsonderwijs ge geven worde, voor alle kinderen toe gankelijk; c. de overtuiging te versterken dat goed lager en herhalings- of voortge zet onderwijs voor ieder noodig ir; d. op nauwgezette uitvoering van de Wet op het Lager Onderwijs en van de Leerplichtwet toe te zien, en, waar bij hare toepassing leemten of gebreken zich openbaren, die ter kennis te bren gen van de bevoegde macht en zoo noodig op aanvulling of verbetering aan te dringen; e. de openbare meening te winnen voor eene uitbreiding der Leerplichtwet in den zin van: 1°. leerplicht tot het 14de jaar; 2". regeling van den betaalden kinder arbeid in overeenstemming met den leerplichtigen leeftijd; 3'. verplicht herhalingsonderwijs tot ten minste het 16de jaar. 4°. verplichting der overheid tot het verstrekken of doen verstrekken van kleeding en voedsel aan schoolgaande kinderen, die daaraan behoefte hebben en voorzoover daarin niet voldoende op andere wijze wordt voorzien; f. door haren invloed het opvoedend karakter der school te handhaven en samenwerking van huisgezin en school aan te kweeken g. te ijveren voor eene behoorlijke bezoldiging en betere opleiding van het onderwijzend personeel, voor invloed van den klasse-onderwijzer op de re geling en inrichting van het onderwijs en voor pensionneering van weduwen en weezen van onderwijzers; h. te ijveren voor eene inrichting der scholen welke aan de billijke eischen van paedagogiek en hygiëne beantwoordt; i. bevordering ecner wettelijke rege ling van het voorbereidend onderwijs; j. behartiging van het onderwijs aan achterlijke kinderen; k. bevordering van het voortgezet on derwijs in de richting van vakonderwijs in de herhalingsscholen, door landbouw- en ambachtsondcrwijs, door industrie ën handelsscholen en door kook- en huishoudscholen, benevens zeevaartkun dig onderwijs; bevordering van een betere aan sluiting van gymnasiaal en middelbaar aan lager onderwijs. Het Hoofdbestuur is op 't oogenblik samengesteld als volgt: C. A. ZELVELDEK, schoolopziener in 't district Heerenveen, Voorzitter. Mr. "VV. DOLK, Lid van de Tweede Kamer, Algemeen Secretaris. KI. de VRIES, Sr. hoofd eener school te Amsterdam, Waarn. Secretaris en Penningmeester. G. A. C. van GOOR, Inspecteur bij 't Gemeent: Openb. Lager Onderwijs te Amsterdam. Mr Z. M. STRAATMAN Voorzitter van den Raad van Beroep, te Almelo. Aan de Redactie mijn beleefden dank voor de plaatsing. A. S. Ontelbare dichters en schrijvers heb ben in alle talen reeds zoo vaak de blankhuidighcid roodlippigheid" maai- vooral de „zachthandigheid" van het vrouwelijk geslacht bezongen of beschre ven, dat een Allerleischrijver die met zijn tijd mee wil gaan, en zijn lezers nieuwe gezichtspuntenmoetopcnen,than6 altijd er op aangewezen is om juist de andere zijde van de „zwakke sekse" aan 't licht te brengen. Dil ter verschooning van hetmeedeelen van het volgend berichtje over eenige Utrechtsche „dames". In Utrecht werd nl. in de Spinsteeg jl. Zondag een verwoed gevecht geleverd tusschen eenige man nen en vrouwen, waarbij de leden der zwakke sekse een van de heereti der schcppiug zoodanig met haarspelden en met dcnatuurlijke wapens, de nagels toeta- kelden, dat zijn geheele gelaat was open gescheurd. Slechts de politie was ten slotte bij machte hem aan de lieve klauw tjes der zachtzinnige schepsels te ont trekken. Een ander staaltje van vrouwelijke zachtzinnigheid werd dienzelfden Zondag in Rotterdam vertoond. Een 13-jarig meisje, als diensbode bij den Heer II. A. S in betrekking, dat alleen met het 5-jarig dochtertje van den Hr. S. in huis was, riep plot seling de hulp in van burgers, die zij, na de woning ontloopen te zijn, ontmoette. Zij deelde mede. dat toen zij op den zolder met dat kind speelde, een onbe kend man het huis was binnengedrongen, haar en het kind te lijf was gegaan en met een broodmes verwond had haar boven op den rechteronderarm, liet 5 jarige meisje aan linkerarm en linker been. Nadat een voorloopig verband gelegd was, werd dit dienstmeisje met het verwonde meisje naar het politie bureau in de Meermanstraat gebracht. Daar kwam het de politie, nu verhoor, vreemd voor, dat zij hcelemaal geen beschrijving van den dader kon geven en na herhaald ondervragen kwam er ten laatste uit, dat zijzelf eerst aan het kleine kind, dat zij geblinddoekt had, en toen aan zichzelf de verwondingen toebracht, zonder daarvoor eenigc reden te kunnen opgeven. Op het politiebureau zijn de wondon, die gelukig in het geheel niet gevaar lijk zijn, door dokter W. Mees verbonden en de 13-jarige dienstbodes, de V., aan wier geestvermogens men twijfelt is naar het ziekenhuis overgebracht en ter verpleging opgenomen. Het verwonde 5-jarig meisje is in het ouderlijk huis terrug gebracht. Ja de politie, vooral de Rotterdansche, heeft soms met vreemde sinjeurs of „sig- norina's" te maken, en moet vaak tot allerlei noodleugentjes en bedreigingen haar toevlucht nemen, om haar klantjes tot bekentenis te krijgen. Zoo had de 12-jarige N. J. op de Kipstraat een gul den gestulen van een achtjarigen jongen. Toen men hem arresteerde, gaf hij voor don gulden ingewisseld te hebben tegen dubbeltjes cu deze daarna te hebben in geslikt. De inspecteur was echter zoo wantrouwend zijn openhartige beken tenis nog maar niet zoo voetstoots voor waarheid aan te nemen, en zei toen zeer gevat, dat uien de proef op de som zou nemen, en hem naar 't ziekenhuis zou laten brengen om zijn maag leeg te pompen. De jongen, vreezende dat zijn maag heel wat anders zou opleve ren dan tien maagdelijke dubbeltjes, ver telde nu maar gauw, dat hij 't geld had versnoept, en dat zijn bekentenis dus figuurlijk opgevat moest worden. Men ziet het, onze tijd gaat vooruit, nu zelfs jeugdige „boefjes" al in bloem rijken stijl spreken. De predikanten ech ter, eertijds beroemd om hun gezw ollen stijl, schijnen nu de zaken meer nuchter op te vatten. Dat zou men althans kun nen opmaken uit de volgende geschie denis, die in L., een Groninger dorpje, heet gebeurd te zijn. Daar moest nl. een dominé worden beroepen en een predikant, die wel zin had in het be roep zou op proef komen preeken. Een paar gemeentenaren waren naai den trein gegaan, om hem af te halen. Men kwam echter te vroeg, en spande uit in het stationskoffiehuis. In de gelag kamer aldaar, zat een heer aan een broodje. Ons gezelschap nam eveneens plaats, en praatte er lustig op los. De dominéé kreeg ook een beurt, speciaal zijn particulier leven, waarover men zich niet al te gunstig uitliet. De trein kwam, maar met dezen geen predikant. Het gezelschap kwam weer in het koffiehuis, en toen zij hun mis noegen er over uitspraken, dat dominéé hen zoo'n vergcefsche reis had laten doen, stond de etende gast op, en zei, of ze misschien hem moesten afhalen; hij was predikant éhj moest te L. pree ken, maar hij was een trein eerder ge komen, dan hij aanvankelijk had gedacht. Men stapte, in, de dominéé werd later beroepen, maar bedankte. Kaavls verslag. Vergadering van den Raad der ge meente Amersfoort op Vrijdag, den 7 October 1904 om 1 uur n. m Do Voorzitter Jhr. J. \V. A. Barch- man Wuyticrs opent ten 1'/, uur de vergadering en verzoekt den secretaris voorlezing der notdlen te doen. De notulen der vergadering van 21 Sept. jl. worden hierop d< or den secre taris Jhr. Mr. B. W. Th. Sandberg ge lezen en door de vergadering vastge steld, zooals zij zijn ontworpen. Tegenwoordig zijn 1G leden, 1 vaca ture. Ingekomen zijn van Gedeputeerde Staten: Ie Besluit tot goedkeuring der rc- keni.ig van de d.d. Schutterij over 1904. 2e Bericht van onivangst der veror- deui .g tot wering en beteugeling van mazelen en besmettelijke zicktep. 3e Goedkeuring van het raadsbesluit tot betaling uit den post onvoorziene uitgaven dienst 1904. 4e Bericht houdende vaststelling der jaarwedde van den onderwijzer v/d. Broek, en onderwijzeres Oerlemans. 5e Goedkeuring van het raadsbesluit tot nadere regeling der jaarwedden aan de Burgeravondschool alhier. Ingekomen van B. en \V. Ge Bericht, dat het onderwijs in de Hoogduitsche taal is opgedragen aan Mej. H. C. van Eyk van Voorthuysen. 7e Bericht van B. van der Worp Jr., dat hij zijne benoeming tot Di recteur leeruur der Burgeravond school aanneemt. 8e Missive van den bond van Inspec teurs der geneeskundige politie tot re geling van pensioen voor Inspecteurs- weduwen en weezen. Naar B. en W. om advies. 9e Request van ouders van vrouwe lijke leerlingen der H. B. S. om hen gymnastiekles te geven. Naar B. en W. om advies. 10e Verzoek van den heer L. v/den Berg, om benoemd te worden tot ma kelaar. Naar de Kamer van Koophandel en Fabrieken om advies. lie Request en memorie van toelich ting van het bestuur der afdeeling Amers foort van den bond van Ned. onderwij zers, inzake aanbeveling leeraar Burger avondschool. De heer K1 eber, verzoekt voor lezing. De secretaris leest daarop het volgende adres voor: tvolgt adres.) De Voorzi 11 er stelt voor voor kennis geving aan te nemen, De heer Plomp, zou zonder de memorie van toelichting gaarne met B. en W. medegaan. De stukken zijn ge weest bij den Directeur der B. A. school, den inspecteur v/h M. O., de commissie van toezicht en B. en W. Er is geen verschil over den aangewezen man. Een ieder zal den besten onder wijzer stemmen. Spreker wenscht te vragen aan B. en W. of het deelnemen aan eene vak- vcreeniging of aan de politiek ook van invloed kan zijn, want daar schijnt de kwestie te schuilen. W e t h o u d e r C e 1 o s s e, zal gaarne met een enkel woord antwoorden. Spre ker vindt het niet noodzakelijk om de motieven, zooals de voordracht nu is, in eene openbare vergadering mededeelen. Het Dag. bestuur heeft nooit invloed uitgeoefend. De heer Plomp, dankt den Voor zitter. De heer van Esveld, hecht veel aan eene voordracht, maar wanneer waar is, wat hier gezegd wordt, dan is zijn vertrouwen in eene voordracht verzwakt. De eene onderwijzer werd in Natuur kunde en de andere in een vak, dat er buiten staat gehoord Weth. Cc losse, spijt 't, dat de heer van Esveld, bezwaar maakt en zijn vertrouwen in eene voordracht geschokt is. De verschillende adviezen zijn in de stukken medegedeeld. Om in 't open baar te vertellen, dat het vertrouwen in eene voordracht geschokt is, noemt spreker eene gevaarlijke uitdrukking. De heer van Drie, heeft onlangs de hoofd- acte behaald en in het bewmte vak dus heel veel gestudeerd. De heer J or is sen, ziet in hot advies van den lieer v/d. Worp, dat verschillende sollicitanten aan de school bezocht werden. Wanneer er meerdere sollicitanten waren, waarom dan de hoeren Kraan en van Dommelen niet bezocht Het advies luidt, dat allemaal bezocht zijn. W e t h- C e 1 o s s e, wenscht op te merken, dat de directeur der. 13. A. school wel in de klasse is geweest van den onderwijzer Kraan, doch wat den onderwijzer van Dommelen betreft, daar trekt de Bond geen partij voor. De heer J o rissen, zegt, dat hij geen partij trekt. De voorzitter, stelt voor het adres voor kennisgeving aan te nemen, waartoe z. h. st. wordt besloten. Waarna de agenda aan de beurt komt. Punt 1. Onderzoek van den geloofs brief van het nieuw gekozen raadslid den heer D. Gerritsen. De voorzitter wijst de hecren van Kalken, Tromp van Holst, en Mr. van Voorst Vader, als leden der commissie van onderzoek aan. Tijdens het onderzoek wordt de ver gadering eenige minuten geschorst De commissie deelt bij monde van Mr. van Voorst Vader mede dat de stukken zijn onderzocht en in orde be vonden, weshalve zij adviseert tol toe lating van den lieer Gerritsen als raads lid. Met algemeene stemmen word aldus besloten. Punt 2, Request van bewoners van ile i Lensdeiiöcbeuweg om verbetering vau dien weg, met adviezen. Wordt zonder discussie en z. h. st, besloten. Punt 3,Voorstelmetontwerp-requcst am H. M. de Koningin, strekkende tot verandering van de d. d. schutterij in eene rustende. Zonder discussie en Z. h. 6t. be sloten. Punt 4.Vaststelling van het eerste aanvullingskohier der Inkomstenbelas ting, dienst 1904. Wordt vastgesteld op een bedrag van f 6080. 75. Punt 5Voorstel tot het vaststellen eener voordiacht op het fonds onvoor ziene uitgaven. dienst 1904. Wordt zon der discussie en Z h. st. besloten. Punt G. Voorstelinzake verbouwing van het Raadhuis. De heer Hamers, vindt de zaak zelf zeer goed. Het zal eene groote verbete ring zijn. Kan het bedrag uit het fonds voor onvoorziene uitgaven gevonden worden? De voorzitter, zegt dat eene suppletoire begrootmg ingediend zal worden. P u n t 7. Benoeming van tijdelijk per soneel der B. A. school. Voor Ned. taal wordt benoemd de heer A. Veen, met algemeene stemmen. Voor wiskunde de Heer C. J. F. Prins, met 14 stemmen terwijl er 2 in blanco waren. Voor Natuurkunde do Heer J H. van Drie, met 9 stemmen, terwijl er 7 werden uitgebracht op den Heer F. Faber. Voor teekenen de Heeren C. van Ouwerkerk, II. Moojen Jr; en A. de Jonge, met algemeene stemmen. Punt 8. Voorstel tot nadere vast stelling der jaarwedde van den onder wijzer J. H. van Drie wordt zonder dis cussie en z. h. st. besloten. De Voor zifter, vraagt of nog een der Heeren het woordt verlangt, waarna de Heer van Kalken, het woord vraagt en verkrijgt. De Heer van Kalken, zegt dat do afdeelingen vroeger hoogst zeldzaam bezocht werden, thans algemeen. Do 2e afdeeling werd bij de behandeling van de begrootmg slechts bezocht dooi de Heeren weth. Celosse, Mi*, van Voorst Vader, en spreker. Wanneer eene af deeling slechts door een paar leden wordt bezocht, dan berokkent dit groote schade aan de zaak, die behandeld wordt en is de vergadering onvruchtbaar; wan neer meerdere leden tegenwoordig zijn, dan krijgt men andere gedachten en een ander idée. Als het reglement daarin niet voor ziet, dan stelt spreker aan B. en W. voor, maatregelen te nemen, dat loden, die niet tot de afdeeling behooren, dan ook niet mogen medestemmen. De Heer Jo rissen, vindt, dat het niet aangaat leden door het lot daartoe aangewezen, bij elkander te zetten Stem ming acht spreker een foutief ding. Wanneer men geen gelegenheid heeft in zijne afdeeling te komen, dan moet men in eene andere afdeeling kunnen komen, daar men door vergaderen el- kaars opinie leert kennen. De voorzitter, deelt mede, dat het reglement van orde voldoende ge regeld is. B. en W. zullen hun ge voelen daaromtrent uiten in het verslag op de afdeelingen. De heer van Eek, is het niet ge heel eens met den heer Jorissen. Eene ernstige zaak, zooals onder o. a. de begrooting kan beter in eene afdee ling door een kleiner aantal leden wor den behandeld, dan door een grooter. Het is beter, dat leden, niet tot de afdeeling bchoorende, zich niet in de discussie mengen en niet medestemmen. De heer Hamers vindt eene ver gadering met de opinie van alle leden beter. Hij zou dan eene voorbereidende afdeeling wenschen. Weth. Celosse, zegt dat B. en W. in hun verslag op het afdeelings- verslag zouden antwoorden. De meeste leden hebben nu hun oordeel reeds ge zegd. Spreker is liet geheel eens met den heer vau Eek. Hij vindt 2 afdee lingen beter. De gronden door ge noemden heer aangegeven zijn juist. De discussie van meer personen dan noodig is, moet onvruchtbaar werken. De heeren, die verhinderd zijn, kunnen komen in audere afdeelingen. De heer Plomp, wil even zijne meening doen kennen. Deze zaak heeft in de le afdeeling geen onderwerp van bespreking uitgemaakt. Het reglement is niet bijzonder uitgebreid en duidelijk. Spreker verzoekt B. en W. te komen met een voorstel tot wijziging van het reglement van orde. Meth. Celosse deelt mede datB. en W. zeer tevreden zijn met het re glement en niet met wijzigingen zullen komen. Wanneer de heer Plomp, zich er niet mede kan vereenigen, dient hij een voorstel te doen. Sprekerwenschte dit nu af te handelen, dan behoeven B. en W. er met hun memorie van antwoord niet op terug te komen. Do heer Plomp, vindt het regle ment niet duidelijk en zal trachten wij zigingen voor te stellen. Van stemmen heelt spreker niet gesproken.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2