No. 83. Zaterdag 15 October 1904. ie Jaargang Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". NUMMER 24. Buitenland. IETS OVER THEOSOPHIE. FEUILLETON. e DE MLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Bureau Hendrik van Viandenstraat '28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 l'rljs der advertentiën Van 1 tot 5 regels 0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Naar aanleiding van de pogingen om te dezer stede een studieklasse over Theosophie op te richten, wenschen wij onzen lezers een en ander hieromtrent mede te deelen. Den 17den November van liet jaar 1875 werd de Theosophische Vereeniging te New-York opgericht door Mevrouw Blavatsky, kleindochter eener Russische prinses, en kolonel Olcott. Zij waren van oordeel, dat do belangen van Gods dienst en Wetenschap het best zouden bevorderd worden, door het be oefenen der oude letterkunde, zooals de Sanskritische, Palische, Zendsche e. a., waarin waarheden van het grootste be lang betreffende mensch en natuur voor komen. Sektengeest kende deze vereeniging niet en zij was opengesteld voor allen, die in een geest van onzelfzuchtige toe wijding aan de waarheid pn met het doel om die onpartijdig te verspreiden samen wilden werken tot hot versterken van de dglcude belangstelling in Gods dienst, Wetenschap en Wijsbegeerte. Het ftrieledig doel der Vereeniging, luidde als volgt: 1De kern te vormen van algeareene broederschap onder de menschen, zonder oiidersdheja van stand, geloof, kleur of ras. 2. De studie te bevorderen der let terkunde, godsdiensten en wetenschappen der verschillenden Oostersche volken, zooals die der Ariërs e. a. 3. Het bestudeeren van de onver klaarde natuurwetten en het onderzoek naar de psychische of zielsvermogens van den mensch. „Er is geen godsdienst, die boven de waarheid gaat" aldus het motto der Theosophische Vereeniging. Dit devies sluit alle eenzijdigheid en dweeperij uit en maakt het mogelijk, dat menschen van de meest uiteenloopendc denkbeelden als lid kunnen toetreden. Niemand echter denkt in de verte aan de mogelijkheid, gedurende zijn leveu, een wezenlijke broederschap van regee ringen en volken tot stand te kunnen brengen. Maar wat zij hopen en denken te kunnen volbrengen, is een aantal van de verstandigste en meest ontwikkelde menschen uit alle volken liet begrip te doen aannemen, zoowel als de praktijk, De hond die kwispelstaart wordt door nie mand geslagen. Japansch spreekwoord. De vogels pluisden hun veeren in orde, of trippelden reeds door de strui ken, het hanengekraai klonk in de verte. Eindelijk kwam men op den top van de bergvlakte. Vastgeklemd aan de tou wen van het dekzeil, vond Bigarreau (want men heeft zeker reeds geraden, dat hij het was) het niet raadzaam zich aldus op de open vlakte te vertoonen, ter wijl het naburige kreupelhout hem een veel zekerder en frisscher schuilplaats aanbood. Op eene. plaats waar de wie len vau den wagen het vingerhoedkruid raakten, aan den kant van den weg, liet hij zich in het natte gras zakken en verliet, even stil en geheimzinnig als hij hem beklommen had, den wagen die op den zandweg voortreed, en wel dra door het stof aan het oog onttrok ken werd. Nadat hij een tijd lang die dat, onderling hulpbetoon en eene edel moedige verdraagzaamheid omtrent de opvattingen, welke men reeds heeft, oneindig groote voordeelen aan het menschelijk geslacht kunnen geven, en dat de kans voor het ontdekken van verborgene waarheden daardoor aanmer kelijk grooter wordt. Geven we nu het woord aan een be kend theosoof, den heer Fricke, die eenige jaren geleden ook hier te stede oen voordracht hield over theosophie. Wat de mogelijkheid aangaat, aldus de heer Fricke, om geestelijke kennis en vermogens te verwerven, zoo kunnen weuit de studie der vroegere letterkunde lecren, dat de ouden groote psychische of ziels vermogens, en een diep inzicht in de geheimen der natuur bezaten, terwijl sommige tijdgeuootcn, welke zich naar de regels, door de ouden vastgesteld hebben willen voegen, veel van hetgeue die beweerden bewaarheid hebben gezien. Het mystieke stelsel, waarnaar de Vereeniging genoemd is, staat opper vlakkig onder den algcmeenen naam van „Theosophie" bekend. Het woord „Theosophie" boteekent Wijsheid-Godsdienst of wijsheid der Goden. Hier wordt niet gedacht aan een persoonlijk God, in den zin, welken wij er vroeger, en velen er nog aan hechten; maar het beteekent wijsheid van wezens welke in den trap der „Evolutie" hooger staan dan de menschen. De naam „Theosophie"is niet van zoo Imogen ouderdom Men vindt dien terug in de 3e eeuw, in de zoogenaamde Neo- Platonische school, waarvan Hypatia en hare aanhangers de laatste vertegen woordigers waren. Doch de leer zelve gaat vele duizen den jaren terug en wordt heden aan hen, welke waarheidzoekende leerlingen zijn, op dezelfde wijze geleerd, als toen Buddha op de vlakten van Indië rond dwaalde, of toen de oude Rishis hunne Chelas, of leerlingen leidden op het pad der wijsheid. Wat de Theosophie leert, zoude on mogelijk zijn in een klein bestek ook slechts voor een gering gedeelte, samen te vatten en begrijpelijk voor te stellen. Zij stelt echter géén geloof op den voor grond, maar wetenschappelijk onderzoek, en daar waar wij om ons zien, dat niettegenstaande alle godsdiensten, ieder op zich zelve denkt de waarheid te bezitten, toch de grootste vragen om- stofwolk had nagestaard, sprong Bigar reau over de sloot, trok zijn laarzen aan en liep het bosch in, als liet ware dron ken van zijn verkregen vrijheid. Steeds recht uit loopende, bekommerde hij zich niet in het minst waar hij zou belanden, noch hoe of hij zou kunnen leven. Het voornaamste was zijne vijanden, de po litic te ontloopen; hij had twee uur min stens op hen voor en hij daagde hen uit te weten, welke richting hij gekozen had. Hij had weldra een mijl ongeveer in het bosch afgelegd, bij voorkeur het dichtste hout gekozen, de openplaatsen ontweken en niemand op zijn weg ont moet. Toen werd de helling van het terrein duidelijk merkbaar, en nadat hij snol langs een smal pad was gedaald, vond Bigarreau een beekje De plaats was zeer eenzaam. Aan beide zijden verhieven zich bijna loodrecht twee boschrijke heuvels, die met hun koele schaduw het kleine strookje weiland langs de beek aan fluweel gelijk maak ten. Twee of drie lijsters, de eenige le vende wezens in dit achterhockjc baad den zich in den stroom, toen Bigarreau aan den oever kwam. Zij verplaatsten zich bijna niet en het genot, dat zij schenen te smaken in him bad, deed onzen knaap besluiten hun voorbeeld te volgen. Hij trok snel zijn goed uit en dook met grooten wellust in het helde re water, dat een geur van kruizemunt verspreidde. Toen hij zich genoeg af- treut ons eigen lk Ons Van Waar? en Waarheen? onbeantwoord blijven, waar wij toestanden om ons heen, overal in de maatschappij zien, welke kerk noch priester ons op redelijke, voor het verstand begrijpelijke wijze kan ver klaren, daar geeft de leer der Theosophie eene redelijke en verstaanbare oplossing. Zij neemt als fundamenteelen grond slag de volgende stellingen onder meer anderen aan: 1°. Een alomtegenwoordig, eeuwig, grenzenloos en Onveranderlijk be ginsel, onmogelijk te begrijpen, .- -7daar het buiten het bereik van het menschelijk bevattingsvermogen ligt, en door het op menschclijke wijze te willen uitdrukken, alleen verkleind in grootte en kracht zoude worden. Het is Eéne Waarheid, welke zich uitdrukt onder de twee vormen van geest en stof, in het voor ons Zicht baar Heelal. 2°. Het Eeuwig bestaan van het Heelal, al wat is en was, onder verschil lende vormen, geboren wordende en verdwijnende, volgens de wet der periodiciteit, dat wil zeggen, de wet volgens welke alles niet gere gelde (usschenpoozen weder ver schijnt. 3". Eenzelvigheid van den Algemeenen Geest en den geest van den mensch, en dat de pelgrimsreizen van laatst genoemden verplichtend zijn, gedu rende de tijdkringen van achtereen volgende incarnatien, zoodat hij, door allerlei vormen heengaande, individualiteit verkrijgt. De grond leer der Esoterische wijsbegeerte erkent geene bijzondere, giften of gaven in den mensch, uitgenomen die, welke zijn Ego of geest ver worven heeft, door persoonlijken strijd en arbeid, gedurende^ eene lange reeks, van gedaanteverwisse lingen en incarnatien. De Theosophie neemt niet aan, de waarheid in haar geheel te bezitten, maar meent den weg, die tot de waar heid voert, gevonden te hebben. De waarheid omtrent den mensch, zijnen oorsprong en zijne betrekking tot het Heelal, en datgene wat wij God noemen Theosophie staat niet tegenover Chris tendom! Maar de Tlicosophise Vereeni ging heeft geen geloof. Zij is noch Chris telijk noch Buddhistisch, theïstisch noch atheirtisch materialistisch noch spïri- gespoeld had, droogde hij zich aan de zonkant in het gras, en kleedde zich langzaam aan. Zijn broek aantrekkende, had hij den goeden inval, zijn buis op te rollen en onder een grooten, platten steen bij een struik te verstoppen. Dit klecdingstuk was gemerkt, en deed on middellijk aan de gevangenis denken; het zou hem dus kunnen verraden, ter wijl hij met linnen broek en in hemds mouwen desnoods voor een boer kon doorgaan. Na deze verstandige voorzorg geno men te hebben, wierp hij een hongerigen blik rondom zich. Hij had den vorigen avond maar een schraal maal gehad, en het bad had hem nog hongeriger gemaakt; gelukkig ontdekte hij weldra rijpe aardbeziën en wilde frambozen. Het was een mager, maar fijn ontbijt, en toen hij ze opgepeuzeld had, voelde hij zich aangenamer. Hij strekte zich op het gras uit, het hoofd in de scha duw, de voeten in de zon, en als in slaap gezongen door het gemurmel (van de beek, was hij weldra van alles on bewust. Het geruste slaapje van den knaap had ongeveer een uur geduurd, toen hij wakker werd, door het gekraak van takken en vooral door een lied met heldere vrouwenstem gezongen. Bigarreau dacht eerst dat hij droomde. Hij opende de oogen; maar niet die voorzichtigheid, die hij zich in de gevangenis had eigen tualistisch. Doch Theosophie bestaat uit eene zekere hoeveelheid wetenschap welke aan de wereld wordt verkondigd. De leden der Vereeniging kunnen al of niet leerlingen van die Wetenschap worden, maar zij blijft liet fundament waarop de leering der Algemcene Broe derschap is gegrond. Zonder Theosophie is de algemcene Broederschap een ideaal men kan er als een feit nergens op wijzen. En daarom wordt van de The- osophisten gevraagd de Vereeniging te steunen, hoe, waar en wanneer zij kun non, om de wording van dat feit te kunnen doen aanschouwen in de toe komst. Na den dood van Blavatsky vinden wc de bekende redenaarster en schrijf ster mevrouw Annie Besant aan de staf der Europcscche Sectie. Zij was de vrouw van een Eugelscli prediker, in het graafschap Lincolnshire, doch kou met hare liberale priucipes, zich niet bewegen in de omgeving van eene dogmatische kerk, en als vrouw van den predikant der gemeente, daarin voorgaan. Zij scheidde zich van de kerk, en geen steun vindende voor haar ge loof, of liever wat zij gclooven kon, werd zij atheist. Als zoodanig heeft zij zeer veel geschreven en is zij gedurende tien jaren, als eene vurige verdedigster opgetreden van al wat vrijheid en onaf hankelijkheid van gedachten ademde; steeds, zooals zij het noemde, „het Pad der Waarheid zoekende." Tc midden van alles leidde zij een practisch leven en trachtte goed te doen, waar zij kon, getuige liiervan haar werk, toen en nu nog in het Oost-Einde, de armste buurt van Londen. Toen het werk van Me vrouw Blavatsky uitkwam, genaamd „de Geheime Leer," werd het haar ter aan kondiging toegezonden; hierdoor kwam zij met het Hoofd der Theosophische Yereeniging in aanraking; zij deed af stand van materialisme en sloot zich, bij de Theosophise beweging aan, waaraan zij al hare krachten en al hare energie wijdt. De twee voornaamste leerstellingen der Theosophie zijn, de leer der Reïn carnatie of Wedergeboorte en de wet van Karma of die der onschendbare Rechtvaardigheid. Het doel dat de Theosophische Ver eeniging beoogt en het punt waaruit zij alles beschouwt, wordt door den heer Fricke omschreven in dezewoor- gemaakt en die als het ware zijn tweede natuur was geworden, bewoog hij zich niet, om zooveel mogelijk te zien, zonder gezien te worden. Nuttelooze voorzorg echter, want hij was sedert twee minu ten reeds het voorwerp van aandachtige beschouwing. Op tien pas afstand ontdekte hij de zangster, wier stem hem gewekt had. Het was een meisje naar gissing 15 jaar oud, zij had eèn mandje, half met aard beziën gevuld, in de eene hand en een stuk huisbakken brood in dc andere; stilstaande aan den rand van het beekje vergat zij, den onbekenden slaper be kijkende, te eten. Zij was eenvoudig gekleed in een grof linnen hemd, dat aan den hals met een schuif was dicht emaakt en had een zeer korten, uit- gerafelden wollen rok aan, die tot aan den knieën een paar bloote beenen te zien gaf, vol krabben en blauwe plekken aan de voeten had zij veel te groote muilen. Hare magere bloote armenwa ren door de zon bruin geworden, even zoo haar gelaat, dat echter door het loopen een roode kleur had gekregen. Hare dikke bruine haren, met moeite en slechts door een kam opgehouden, vielen in krullen over haar hals en ge zicht, tot zelfs over haar donkere oogen, die wijd ope.i met een gemengde uit drukking van nieuwsgierigheid en ach terdocht op Bigarreau gericht waren. De uitslag van dit examen scheen niet den: Waarheid is alom bij gedeelten over de wereld verspreid, deelenj van haar lichaam zijn overal. Geen godsdienst, bezit haar alléén. Waarheid is voor een ieder, niet voor één godsdienst of geloof. Niet één godsdienst zal haar geheel vinden. Geen menschelijk vorstand kan haar geheel bevatten. Wij willen de deelen van dat lichaam vergaderen. Dc Hindu brengt een deel, de Bud dhist een ander deel, de Christen een ander, de Jood een ander, do materialist een deel, de Vrijdenker een deel zij brengen allen een deel. Laten wij ze op één platform te za- men brengen! De verspreide deelen in één volmaakt beeld samenvoegen. Melk beeld één en volmaakt, do meuscli- lieid zal treffen door zijne schoonheid, door de stem der waarheid, die zoowel menschelijk als goddelijk is, dc eenige Redder der menschen, en de eenige ba sis eener maatschappij welke zal kunnen blijven bestaan. Zwaar bevracht is een bankiers-em ployé, Otte Tamoig, uit Weehen gevlucht. Hij nam namelijk '200 a 300.000 kronen mee. Overigens moet hij nog massa's geld zoek hebben gemaakt, zoodat zijn patroons een schade lijden van ongeveer een millioen. Een jong getrouwd echtpaar te Wcenen vertrok, zonder nader bericht achter te laten van zijn gehuurde kamers Dc ontstelde hospita vond onder de ka- napé het verminkte lijk van een ouden man. Het bleek een notaris te zijn van een dorp in den omtrek. Dc jonge vrouw heeft een zeer slechte reputatie. Ze werd reeds herhaaldelijk gestraft en had de gewoonte de lieden, die ze op haar kamer ontving, toen ze nog niet getrouwd was van alle kostbaarheden te berooven. In Japan wordt een binnenlandsche leening van 80 millioen jen uitgeschreven het restant van het bedrag, waartoe de landdag reeds medewerking had ver leend. Japan heeft te Fiume, waar 3 of ficieren de fabriek kwamen bezichtigen, ongunstig te zijn. Nommer 24 maakte dan ook geen ongunstigen indruk, in die lijst van hooge groene grashalmen. Het bad had hem zeer verfrischt, en op zijn wangen en lippen was de roode kleur teruggekeerd, die hem eenmaal den naam van „Bigarreau" had verwor ven, terwijl zijn zorgeloos slapende hou ding hem iets kinderlijks gaf. Hetmeisje waagde eenige passen te naderen tot don jongen, die van zijn kant het oogen- blik gekomen rekende, om zijn geveinsde rust te verbreken. Hij rekte zich uit, als iemand die ont waakt, wreef in zijn oogen, en richtte zich op den elleboog op. Een spotach- tigen glimlach opende de vrij grooten mond van het meisje. ,Nu," riep zij uit, „gij slaapt ook vast." (Natuurlijk, als men moe is," ant woordde Bigarreau met nadruk, „ge weet dan slaapt men als een os.... Die slaapt, behoeft niet te eten." „Go hebt toch nietheelemaalgevast," hernam zij, een ironischon blik op de gehavende frambozenstruiken werpende, die alle kenteekenen droegen van eene plundering; „gisteren wa9 het hier vol frambozen, en nu zie ik er niet één meer." Zij eindigde met in lachen uit te barsten, en dit bewijs van goed hu meur deed Bigarreau besluiten het ge sprek voort te zetten. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1