Stadsnieuws.
Allerlei.
schoolstrijd af te zijn, vooral ook nadat
in 1901 in verband niet de leerplicht
wet de subsidie was verhoogd. Menigeen
zal toen gedacht hebben, dat men om
tot pacificatie te komen art. 192 van de
grondwet, dat aan de regeering de zorg
voor het openbaar onderwijs voorschrijft,
wel wat vrij uitgelegd mocht worden.
,,Wat komt het ons thans naief voor,
dat goedig optimisme der liberalen van
1889".
liet blad vervolgt dan:
Tiet "V a d e r 1 a n d eindigt zijn beschou
wing met het onvermijdelijke van den
schoolstrijd aan te toonen.
„De schoolstrijd is heropend en aan
vaard."
Het zij zoo. Ook wij zeggen dit het
Vaderland na: de schoolstrijd is aan
vaard en aan ons zal het mei liggen,
als onze lezers niet goed op de hoogte
zijn van de_ bezwaren tegen het ont
werp van minister Kuyper.
Trouwens het verheugt ons er op te
kunnen wijzen, dat hier ter stede de
actie tegen de wet van Kuyper reeds
ter hand genomen is, door een tweetal
o n der w ijze rsve re en gi ngen
Allen, die het wel meen en met
onze openbare school z uilen zeker
niet achterblijven liet gevormde
comité met hun mor eel en en finan-
cieelen steun ter zijde te staan.
Pacificatie? Hebben zij, die men heette
tevreden te stellen, daaraan zelf een oogen-
blik ernstig geloofd?
Men zon anders zeggen dat voor hen de
uitkomst zooslecht nietgeweest is.,Van 189U
tot 1903 klom het aantal leerlingen der bi-
zondore school met '04,5, dat der openbare
met slechts 23 pCt. En dat was geen groei
onder den druk der vervolging, integendeel,
het was een groei, mogelijk gemaakt en
begunstigd door Rijksgeld.
Do sappige perzik heeft naar me ei1 ge
smaakt, als uu reeds, met het vredesgeld
van '69 de bizondere op de openbare school
zóó flink terrein wint, hoe breed zullen wij
da n niet zoo berekenden de mannen van
het „christelijk" onderwijs op zeer wereld-
schen trant, onze vleugels kunnen uitslaan,
als wij nog dieper in 's Rijks schatkist mo.
gen tasten!
Dr. Kuyper wil hen in staat stellen die
proef te nemen. Zijn wet-sonderwerp heeft
ten doel:
lo. uitkeering door het Rijk aan de ge
meenten en de besturen derbizonderuseho-
len van de wettelijke minima-jaarwedden
voor de door de wet gevorderde onderwij
zers, met handhaving van de thans gelden
de aanspraak op een bijdrage in de jaar-
w edden van onderwijzers boven hei wette
lijk minimum, terwijl de som, die aan do
gemeenten dientengevolge over 190G meer
zal worden uitgekeerd dan volgens de vigee-
reude wet over dat jaar zou verschuldigd
zijn, over 1906 en de daarna volgendejaren
zal worden i n g e honden op de uitkeerin-
gen aan de gemeenten krachtens de wet
van 24 Mei 1397;
2o. verhooging van de bijdrage aan de
bizondere scholen om in de behoefte aan
schoollokalen te voorzien.
Eu in de Memorie van Toelichting wordt
niet verzwegen „dat door dit voorstel de
weg openblijft, om later in gelijke richting-
voortgaande ten slotte bij de finale oplossing
uit te komen". Niet slechts wordt dus erkend,
dat in '89 niets verkregen is wat naar paci
ficatie zweemt, maar zelfs wordt dit van de
nu voorgedragene regeling niet beweerd;
dezo is niets andeas dan een eerste schrede
op den weg, die naar volledige gelijkstelling
van bizonder en openbaar onderwijs voeren
zal. Tot tijd en wijle dat eindstation zal
zijn bereikt, zal dus de schoolstrijd voort,
duren. Heropening, beslechting allerminst,
vlucht en het weder in hechtenis nemen
van den jongen gevangene.
„Zij hebben hem tegen onzen zin ge
pakt," vervolgde zij, „als zij hem ons
maar gelaten hadden, zou hij eerlijk
zijn brood hebben lecren verdienen
Ik wilde dit den heeren van de gevan
genis vertellen. Gelooft u, dat het gaan
zal mijnheer!"
„Ik vrees, dat ze niet naar je luis
teren zullen, kindlief," antwoorddelJvcrt,
haar verwonderd aanziende.... „Ik ken
Bigarreau, wij zijn uit de zelfde streek,
ik heb hem juist verlaten."
Het gelaat van het meisje helderde op.
„O!" riep zij „en hoe is het met hem?"
„Hij ligt te bed.... ziek."
Sonne verbleekte, en barstte in tra
nen uit
„Ik wil hem zien," zeide zij meteen
door tranen gesmoorde stem
IJvert, geheel bekend met de strenge
regels van de gevangenis, wist dat dit
onmogelijk was, maar de lievige droef
heid van het meisje had hem getroffen.
Hij beloofde haar met den directeur te
spreken, en zoo mogelijk, verlof voor
haar te verkrijgen, voor één van de vol
gende dagen.
(6'lot volgt.)
van dien strijd is het watditwetsonderwerp
beoogt. En het middel om dezen kamp mot
allo felheid te doen ontbranden had niet
beter kunnen gekozen zijn: bevoordeeling
der bizondere school ten kennelijken koste
der openbare.
Aau de bizondere school toch zullen volgens
dit wetsonderwerp de wottelijke minima-
jaarwedden der onderwijzers met de wette
lijke verhoogingen door het Rijk worden
gewaarborgd, terwijl aan de gemeenten welis
waar met de eene hand precies hetzelfde
wordt gegeven, maar om het aanstonds met
do andere hand weer terug te nemen, door
met juist dezelfde som, waarmee dit wets
ontwerp de subsidie zou doen stijgen, te
verlagen de uitkeering aan aan de gemeen
ten krachtens de wet van'97.
De heer Lolimau over liooger
onderwijs.
In de Nieuwe Rottcrdamsche Courant
vinden we het volgende verslag, dat w c
om zijn belangrijkheid, ook onder de
aandacht van onze lezers willen brengen.
In de Algeineene (Studenten-) Deba-
tingclub te Utrecht verdedigde hedenavond
jhr. mr. A. F. de Savornin Lobman, lid
van de Tweede Kamer, voor een talrijk
publiek de volgende stellingen:
1. Een onderwijsinstelling, gebonden
aan bepaald aangewezen beginselen van
leerstelligen aard, kan zijn een kerkelijk
instituut, maar niet eene universiteit in
den zin van de wet op het hooger
onderwijs.
2. Een hooglccraar, die om de lce-
ringeu, welke hij verkondigt, of de fei
ten, die hij mededeelt, kan worden
ontslagen, is niet vrij.
3. Onze openbare universiteiten zijn
tegelijkertijd wetenschappelijke inrich
tingen en vakscholen.
Spr. noemde liet onderwerp, waarvan
in de stellingen sprake is, van bizonder
actueel belang. Hij was van meening,
dat de strijd, die gevoerd is op het
gebied van het lager onderwijs, niet
dezelfde is als die thans misschien ge
voerd zal worden op het gebied van het
hooger onderwijs. Deze is z. i. een
geheel andere. Bij het lager onderwijs
is het te doen om goed lager onderwijs
te geven aan het geheele volk, en bij
het hooger onderwijs gaat het om de
wetenschap. Bij het lager onderwijs is
de leerling, het kind. passief, daarentegen
bij het hooger onderwijs moet de leer
ling, de student, zichzelf ontwikkelen en
handelend optreden. Bij het lager onder
wijs is de onderwijzer gebonden, bij
het hooger onderwijs zijn leeraar en
student vrij.
Ook uit een rechtskundig oogpunt is
er verschil. Bij het lager onderwijs moet
het onderwijs neutraal zijn; dit is bij
het hooger onderwijs niet het geval, dit
is niet, behoeft niet en mag niet neu
traal zijn. Bij het hooger onderwijs moe
ten wel de mccningen van anderen ge
ëerbiedigd worden, doch meer in dien
zin, dat er niet mede gespot mag
worden.
Als de strijd, die nu gevoerd wordt
op 't gebied yan 't hooger onderwijs,
doorgevoerd wordt, voorziet hij droevige
gevolgen. Dat er een roomsch-katholieke
universiteit komt, vindt hij niet T ergste,
maar wel dat er verschillende universi
teiten komen naar gelang van de ver
schillende opvattingen van het protes-
stantisme.
Bij de verdediging van de eerste
stelling besprak mr. Lol) in a n allereerst
de vraag, wat noemt men feitelijk eene
universiteit. Spr. merkte op, dat aan
verschillende instellingen de naam van
universiteit wordt gegeven en men daar
om in 't algemeen niet kan spreken,
dat een onderwijsinstelling, gebonden
aan bepaald aangewezen beginselen van
leerstelligen aard, niet kan zijn een
universiteit. Doch hij heeft op 't oog
de universiteiten in den zin van de wet
op het hooger onderwijs. Nu merkte
spr. op dat de wet niet voorschrijft, dat
alle vakken aan alle universiteiten
moeten worden onderwezen. In beginsel
is er niets tegen, dat aan een bepaalde
universiteit meer in 't bizonder de
medische wetenschap wordt onderwezen
en aan een andere weer een andere
wetenschap. Doch het beginsel verbiedt
een principieelc uitsluiting van eenig
vak. Dat aan een universiteit alles wordt
onderwezen, is meer een kwestie van
financieelen aard.
Het eigenaardige van onze openbare
universiteiten is, volgens spr., dat zij in
beginsel alle vakken omvatten en 't
onderwijs vrij is. Alles, wat op de weten
schap betrekking heeft, kan aan onze
universiteiten worden ondergebracht. Zij
zijn geen plilosofischc scholen, zooals in
den ouden tijd, maar laten eiken hoog
leeraar volkomen vrij.
Bij onze universiteiten is 't alleen te
doen om de waarheid te vinden. Dit
staat niet in de wet, doch is een nood
zakelijk gevolg van de historische ont
wil keling. Na de vrijheid, aan de weten
schap gegund voor en na de reformatie
geschetst te hebben, merkte spr. op, dat
eerst 1795 verandering in deze weinige
vrijheid bracht Toen begreep men, dat
het van protestantsch standpunt onmoge
lijk is de wetenschap aan andere banden
te leggen dan aan die, welke zij zich
zelf aanlegt. Men heeft toen gebroken
met het denkbeeld, dat de kerk zeggen
schap zou hebben over de wetenschap.
Hierbij besprak hij 't Kon. besluit van
1815. betreffende het II. O., in hetwelk
in art. 108 vrijheid van academisch
proefschrift aan de studenten wordt
gewaarborgd.
De vrijheid van onze universiteiten
heeft wel eigenaardige bezwaren, meende
spr. De vrijheid, waardoor soms de eene
hoogleeraar den andere tegenspreekt,
leidt z. i. tot individualisme, hetgeen
niet altijd gewenscht is voor den leerling.
Echter wordt door deze vrijheid, zeide
spreker, de wetenschappelijke eerlijkheid
gewaarborgd. Die vrijheid is een nood
zakelijk gevolg van 't protestantisme,
hetwelk in zich sluit 't verwerpen van
alle meuscholijke autoriteit oi er de men-
schelijke reden. Er kan, zeide spieker,
in een protestantsch land geen gezag
over de weten chap zijn.
Ook door die vrijheid wordt de wrij
ving van gedachten bevorderd,wvaarvoor
Groen van Prinsterer steeds geijverd
heeft.
Hij wilde, zeide spr., echter niet ont
kennen, dat feitelijk onze openbare uni
versiteiten vau ééne richting zijn gewor
den. Over 't algemeen heeft men daar
aan personen benoemd van céne rich
ting. Hij wilde dit echter niet overdrij
ven en wel toegeven, dat er toen niet
veel personen waren van andere rich
ting, die geschikt waren voor een be
noeming, doch men heeft w e 1 personen
van andere richting uitgesloten.
Zooals spreker reeds opgemerkt had,
heeft hij er geen bezwaar tegen, dat de
bizondere universiteiten niet uitgaan van
den staat, doch van eene particuliere
vereeniging, evenmin als dat daaraan
niet alle vakken onderwezen worden.
Hij betoogde verder, dat als men van
zeker oogpunt de zaken beschouw t, men
daarom niet ophoudt wetenschappelijk
te zijn. Het eigenaardige van de bizon
dere universiteiten is z. i. echter, dat
afwijking van het begmsel, waarop de
universiteit gesteld is, niet toelaatbaar is.
Spr. betwistte niet de voortreffelijk
heid en groote toewijding van die man
nen, die om hun beginsel een eigen
universiteit oprichten, maar wel liet
recht om onze openbare universiteiten
te bestempelen mot den naam van in
different.
Als de universiteit op dogmatischeu
grondslag staat, onderwerpt men alle
faculteiten aan de theologische faculteit,
zeide spr.
Het grootste bezwraar tegen gebonden
heid is, voor protestanten, liet gemis
van een gezaghebbend orgaan, om bij
beweerde afwijking te beslissen.
Bij kerkelijke inst'tutcn is de taak
van gebondenheid een ganscli andere.
Daar gelden de bezwaren niet, evenmin
als voor theologische faculteiten. Ker
kelijke instituten dienen om dienaars voor
de kerk op te leiden. Voldoet men niet
aan de eischeii door de kerk gesteld,
dan kan men haar niet dienen.
Daar onze openbare universiteiten zoo
geheel verschillend zijn van de bizon
dere, aan leerstellingen gebonden, ver
valt elke grond van gelijkstelling. Dit
is bij het lager onderwijs geheel anders.
De tweede stelling was meer bedoeld
als een tegenspraak tegen de rede van
prof. dr. Geesink op 6 Juli 1.1.: „De
dogmatische grondslag der vrije univer
siteit.u
Overgaande tot zijn derde stelling,
betoogde spr., dat onze universiteiten
geen propaganda-inrichtingen zijn, wel
opleidingsinstituten, doch in zeer be
perkten zin. Door de wet van 1870
moet de univeriteit ook opleiden tot be
trekkingen, waarvoor wetenschappelijke
opleiding vereischt wordt, waardoor de
universiteiten ook vakscholen zijn ge
worden.
Hij zoude het beter vinden, dat de
eigenlijke opleiding voor het vak werd
losgemaakt van de universiteit.
Op een vraag van jhr. mr. van
Beresteyn of, als men deze stellingen
goed begrepen heeft, daaruit niet vol
gen moet, dat men tegen de wet op
liet hooger onderwijs had moeten stem
men. antwoorde mr. Lohman, dat
die conclusie niet uit zijne stellingen
volgt. De bedoelde wet had volgens de
memorie van toelichting geen ander
doel, dan om de studenten, die aan
bizondere universiteiten studeeren, te
ontheffen van de zorg om, naast het
examen hunner universiteit, bovendien
nog een examen aan de openbare uni
versiteit te doen om een graad te ha
len. Dit betrof voornamelijk de juridi
sche faculteit der vrije universiteit. Door
de betreffende wret zal de bizondere
universiteit niet het recht krijgen gra
den te verleenen, doch heeft de overheid
het recht aan een bepaalde faculteit,
voor zoolang zij het goed vindt, de be
voegdheid toe te kennen graden te ver
leenen.
Eenige andere debaters studen
ten werden door apr. zakelijk be
antwoord.
De bijeenkomst werd ook door vele
hoogleeraren bijgewoond.
Dat niet ieder dronken uiensch lastig
is, \v eten we. Er zijn ook wel menschen,
die een „lolligen" dronk over zich heb
ben, nietwaar? Toch zullen er weinigen
zijn, die over een rovalen dronk beschik
ken zooals onlangs een Delttsch student.
Den ganschen nacht was hij aan dc fuif
geweest en zou 's morgens huiswaarts
keeren, toen hij, niet ver van de kroeg,
een medeinensch ontmoeitc, die onmid
dellijk sympathiek voor hem was. Die
inoesl wat hebben, doch hoe hij ook
in alle zakken en zakjes zocht, geld
was niet te vinden. Zijn gouden hor
loge uit den zak te halen en dit met
ketting en al weg te schenken was in
een wip geschied; toen naar huis. Doch
later, toen de fuif-kater verdwenen was,
kwam berouw. Waar toch zou mijn
klokje nu wel wezen? Een advertentie
in de plaatselijke bladen roept nu den
sympathieken onbekende op, het ge-
schonkeue tegen hooge belooning terug
te geveu.
Of hij al weer dc gelukkige bezitter
is geworden van zijn éigen klokje weten
we met, in ieder geval zal zijn royaliteit
hem dan toch op een hooge belooning
komen te staan en zal hij zijn grap
zeker wel betreuren. Om grappen uitte
halen behoeft men evenwel niet dron
ken te zijn, dat blijkt althans uit het
volgende verhaal, dat we in de Zutpheu-
sche Courant vinden.
Twee telefoondradenspanners zitten
schuin over elkander op de daken. Tus-
schcu hen in hangt de telefoondraad,
door zijn grijze kleur bijna niet te on
derscheiden van de keien.
Een dame, niet jong meer, keurig-
jes in de kleeren, visiteboekje in de
hand, stapt met driftige pasjes over de
straat.
Halen! roept de telefoonman.
Ze halen en halen... de keurig ge-
klecdc juffrouw heeft ongelukkiglijk
haar eene heen aan de eene, haar an
dere aan de andere zijde van den draad.
Eu ze haalden, haalden....
De verdere ontwikkeling van het dra
matisch conflict tuasehen de juffrouw
en den telefoondraad is niet voor be
schrijving vatbaar.
Maar haar voorgenomen visite maakte
ze niet. Dat was nu wellicht eentegen-
vallertje voor deze dauie, en zeker zou
het wenschelijk zijn de halende tele
foondradenspanners eens een geduchte
berisping toe te dienen. Dat dit wel
voor minder ergelijke feiten gebeurt,
heeft Ds. van Lonkhuyzen, predikant tc
Hoornstcrzwaag ondervonden. Het klas
sikale bestuur vau Heerenveen heeft ge
noemden lieer nl. eene berisping doen
toekomen. Ds. van Lonkhuvzën had in
„Ons Weekblad*- geschreven, dat „een
bekend en kundig man zich wel tien
maal in een jaar ergerde aan de dwaze
en onwettige handelingen en besluiten
van het klassikale bestuur van Heeren
veen.
Zou zien we dat toch overal maar
strijd en verschil van opinie is zelfs on
der onze christelijke broeders. Yan strijd
gesproken, in Amerika is men thans in
den verkiezingsstrijd voor de presidents-
zetel, waarbij liet echt Anierikaansch
toegaat. Men maakt er thans de men
sclien gek met een reusachtige verkie
zingscampagne. Dc strijd ontwikkelt zich
in iioofdzaak tusscheu den tegenwoor-
digen president Roosevelt en rechter
Parker. De verschillende partijen heb
ben honderdtallen van betaalde en vrij
willige agenten en medewerkers in dienst
en pogen zoo de candidaten voor hen
te behouden. De massa pamfletten, vlug
schriften, illustratie's, brochure's, spot
prenten enz., die in omloop is, moet
verbazend zijn. De drukkersrekening
voor het comité der republikeinsche
partij wordt dezen keer op anderhalf
millioen ge-chat.
De belangstelling stijgt nog altijd en
de weddenschappen stijgen tevens. Heeft
men b.v. ooit zoo iets gehooid als die
van twee mijneigenaars in öilver-City,
Mexico? Verleden Zaterdag hebben de
heeren Y. C. Place en C. II. Shannon
elk een mijn van f 1.500.000 waard ge
wed; do eerste dat de heer Roosevelt,
de ander dat rechter Parker verkozen
zal worden. Anderhalf mihoen gulden
als inzet!
Ze verdienden beiden te verliezen en
liet geld te moeten storten in de vcr-
kiezingskas van de Vtijzinnige Propa-
gaudaclub te Amersfoort, dan zou men
daar nooit opzien tegen een verkiezings
campagne, wat nu, bij het aanhoudend
zichtbaar zijn van den bodem der geld
kist wel eens het geval is. Mogelijk
komt de een of ander nog wel op de
gelukkige gedachte, de afloop dezer
weddingschap niet af te wachten maar
voor dien tijd iets af te dragen voor
deze club.
De op zijn verzoek overgeplaatste
kapitein E. Stellenboom, naar het 7e
regiment infanterie komt te Amsterdam
in garnizoen.
Voor liet te dezer stede gevormde
comité, dat de actie zal voeren tegen
de voorgestelde wijzigingen in de Lager-
onderwijsw-et, zal na het verschijnen der
afdeelingsverslagen optreden mr. J. A.
Levy uit Amsterdam in een openbare
vergadering met debat.
In verband met het houden eener
inspectie over het óe regiment infanterie,
vertoeft generaal-majoor A. J. Prins
eenige dagen hier ter stede.
De commies der Rijksbelastingen J.
C'andel is bevorderd tot le commies.
De tweede cursusvergadering van
den heer Frank van der Goes wordt
morgenavond in de Toekomst gehouden.
.Alsdan zal behandeld worden: De Klas
senstrijd.
Onze gemeente-secretaris Jhr. mr. B.
W. Th. Sandberg is benoemd tot griffier
der Staten van Drente.
De voordracht bestond uit mr. dr.
H. J. Romeijn, commies-griffier der
Eerste Kamer, te 's-Gravenhage; jhr.
mr. B. W. T. Sandberg, secretaris der
gemeente Amersfoort; mr. dr. J. Wijte-
ma, hoofdcommies ter provinciale van
Noordholland te Haarlem. Bij de stem
ming werden 15 stemmen uitgebracht
op jhr. mr. Sandberg, 10 op mr. Ro
meijn en 6 op mr. Wijtcma; bij tweede
stemming 19 op jhr. mr. Sandberg, 9
op mr. Romeijn en 3 op mr. Wijtema,
zoodat jhr. mr. B. W. T. Sandberg se
cretaris der gemeente Amersfoort be
noemd is. De benoeming gaat 9 Nov. in.
We herinneren nog even aan de
heden-avond te houden vergadering van
de kiesvereeniging „Amersfoort". De
candidaatstelling voor district I is aan
de orde, zeker wel oen punt van genoeg
belang om alle leden ter vergadering te
doen gaan.
Morgenavond weer een volksavoud
van het Nut. Zonder twijfel zal het wel
weer overvol loopen. Het zal dus zaak
zijn te zorgen, dat men niet te laat
komt, te meer daar maar een beperkt
aantal kaarten zijn uitgegeven.
lu den nacht van Zaterdag op Zondag
schijnt een poging gewaagd te zijn in
te breken in een lompen pakhuis staande
buiten de l' ampoort. De inbrekers, drie
in getal, werden evenwel door de eige
naars, de gebroeders de V. overvallen
en aan de politie overgeleverd.
Ter gelegenheid van het tweejarig
bestaan van „Jubal" schonk een dei-
leden, een door hem zelf vervaardigd
crayon portret van den volijverigen voor
zitter den heer A. M. Kollewijn Az. aan
de vereeniging.
De heer C. A. Sprayt, thans Hoofd
commies der telegraphic te Nijmegen
is bij Kon. besluit benoemd tot Directeur
van het telegraafkantoor te Venlo.
De ook hier ter stede bekende vracht
rijder van Woudenberg op Amersfoort en
Utrecht Hcliners is Zaterdag op droevige
wijze om het leven gekomen. Op de thuis
reis is hij even buiten Zeist van zijn
wagen gevallen en kreeg een rad over
het hoofd. De dood trad bijna onmidde-
lijk in.
Bij Kon. Besl. is, van 16 November
1904, op non-activiteit gesteld, de kolo
nel L. B render a Br and is .comman
dant van het eerste regiment infanterie.
De 2e-luit. J. II. A. L. Strijdbosch.
van het 5c reg. inf. te Amersfoort heeft
overplaatsing gevraagd bij liet O. I.
leger.
Het Bestuur der Vrijzinnige Propagan-
daclub is begonnen met de verspreiding
van liOO tal brochures: Maakt front voor
de openbare school, die het plaatselijk
Nutsdepartement aau de Club geschon
ken heeft. Zij die| er geen krijgen en er
gaarne kennis mede willen maken kun
nen er een bekomen bij denheerF. Faber,
Beekesteinschelaan 9.
Op weg van Hoevelaken naar Amers
foort, geraakte bet paard op hol van
Willem van Manen, die van de kar
sloeg en zijn schouder uit het lid viel.
Eerste geneeskundige hulp werd ver
leend in het hospitaal te Amersfoort.