Tweede Kamer. Al Ier I et Stadsnieuws. zen, ook indien hun inschrijving slechts weing hooger is dan de laagste inschrij ver. Een „truc" des koopers, 0111 solide firma's die een bod deden na de slui ting der inschrijving „even te waar schuwen," wanneer hun inschrijving beduidend hdoger is geweest dan die van den „laagsten inschrijver, en van hen een tweede inschrijving toe te laten, na de sluiting, berust op on zedelij ken grondslag, want het doel van zoodanige bereidwilligheid is uitsluitend de geweuschte solide firma door afdreiging» er toe te brengen haar eisch te verlagen, ten koste van haar winst of van haar loonstandaard, aan genomen dat zij de te behoeven waar reeds in voorraad heeft, of niet „knoeien" wil in de kwaliteit of de afwerking van de te leveren goederen. Ook tegenover de andere inschrijvers is zoodanige han deling „unfair" want zij worden als mid del der afdreiging gebezigd en krijgen niet de gelegenheid ook hun inschrij vingen te herzien. Niettemin is het volkomen waar, dat de eventueel ver laagde, tweedezoo mogelijk in het geheim geschiede inschrijving van de „solide" firma den kooper, die niet er voor teruggedeinsd is zulke praktij ken toe te passen, een „zoete win- ste", een „medevallertje" oplevert, ten bate der kas van zijn zaak, en dit is dan ook de reden dat sommige gele- genheidskoopers er wel gebruik van ma ken, maar soliede koopers, en vooral zij die geregeld waren moeten betrekken, zijn er niet van gediend, want bij vol gende „inschrijvingen," door keu geopend, zullen de gedupeerde inschrijvers door hun afwezigheid schitteren, terwijl de firma, die hare inschrijving verlaagd had, niet zal nalaten van die omstandig heid gebruik te maken 0111 haar verla ging „in te halen" door dan hooger in te schrijven, er op rekenende, dat de „slimme" kooper, haar wel weer waarschuwen zal, als ze soms met be doelde inschrijving „wat hoog mocht zijn gegaan." Het behoeft geen betoog dat na enkele malen de op die wijze verkregen „verlagingen" slechts cene denkbeeldige waarde behouden, en hoogstens alleen het „slimheidsgevoel" des koopers streelen, terwijl toch het normale hulpmiddel der concurrentie er door buiten werking wordt gesteld. Te genover zulke praktijken ontstonden ook misbruiken van de zijde der inschrij vers, o.a de zoogcuaamde „ring„ of „trust," waarbij alle concurrentie ophoudt, omdat alle inschrijvers met elkander „afspraken" gaan maken omtrent hunne inschrijvingen; elkander „uitkoo- pen," of „koplaken er op leggen4" welk laatste dan „broederlijk" gedeeld wordt, en wat dies meer zij! Het is overbodig er op te wijzen, dat de aangeboden joo- visic in den regel geen ander doel heeft dan langs omwegen de verlangde „gun ning" te doen bevorderen.... Ieder, die met onze beschouwingen omtrent ge meentelijk beheer van goederen kan in stemmen, zal het ODk met ons eens zijn, dat gemeentelijke leveranties vrij ge houden moeten worden van alle zooda nige praktijken! Zelfs de „zoete wiuste" in de gemeentekas eener op de omrehre- ven wijze verkregen „verlaging" van eene tweede inschrijving, mag gemeen telijke autoriteiten of ambtenaren er niet toe verlokken het hun toever trouwde beheer als „koopmanszaak4 te beschouwen, en zulke „trucs" te gaan toepassen, in strijd met de goede trouw tegenover de inschrijvers, en op den duur niet minder met het gemeen tebelang en altijd met de waar digheid van gemeentelijke trans acties. Niemand verlangt van hen, dat zij „koopmansslimheden" van verdacht allooi zullen toepassen bij de behandeling van gemeentezaken, nóch in het voordeel, noch in het nadeel der G e 111 e e n t e. De gemeen'elijke machine" moge wat duurder zijn en zich zwaar der bewegen of omslachtiger werken dan de particuliei e bij het „zaken- drijven," maar zij is er te achtens waardiger 0111, en te meer soliede, terwijl zij méér dan de laatste vertrou wen inboezemt, en aan hoogere moreele eischen voldoet. "Welke is nu het essentieele verschil tusscben onderhandsche en openbare i nschrij vmg bij gemeentelij ke le vera n ties? Eenvoudig dit: de onderhandse he laat de deur open voor alle „trucs" en praktijken, en wat dies meer zij, want zij is aan geen enkelen regel of for maliteit gebonden Daarom is het volko men waar, wat de lieer Gerritsen als hoofdargumenttegen|de „onderhand- sche aanbestedingen" aanvoerde, in de vóórlaatste vergadering van onze Ge meenteraad, t.w. „dat ze oneerlijke ambtenaren ik unnen kweeken," want als liet waar is „dat men boeven liet best met boeven kan vangen," dan ligt daarin toch opgesloten, dat de „trucs- welke tot het doel moeten leiden, als men ze moet aanlceren, tevens de ver zoeking doen ontstaan 0111 handelwijzen op te sporen, en te bezigen ook inan- dei'en zin gericht en wel ten eigen bate! De openbare aanbesteding echter, juis t op grond harer openbaarheidis aan allerlei regelen en formaliteiten ge bonden, vatbaar voor openbare controle, waardoor vele „trucs" onmogelijk wor den; iedere inschrijver weet waaraan hij zich te houden heeft, zijn vertrouwen in de integriteit en dc soliditeit der gemeentelijke transacties blijft ongeschokt en liet scherpe wapen der concur rentie blijft dan in het voordeel der koopers, in casu de gemeente, zijn volle werking behouden, voorzoover de omsla» digheden der markt zulks verooroorloven. Het belang der Gemeente is op slechts twee manieren bij de levering betrok ken, want bevoorrechting bij de gunning, die op andere gronden steunt, inoet in het algemeen ten eencn male buitengesloten worden. Lu de eerste plaats moet de gunning be heerscht worden door de zuivere markt van vraag en aanbod, d.w.z. de concur rentie en niets anders moet hare volle werking uitoefenen. Ten tweede moet de hoedanigheid dor geleverde waar aan alle billijke eischen voldoen. Aan de eerste eisch kan alleen de openbare aanbesteding, niet de zekerheid eener vastgestelde controle, ten volle beantwoorden, niet de onderhaudsche. En wat de tweede eisch betreft, staan de kansen 0111 geen knollen voor citroenen te koopen, voor den kooper, bij openbare aanbesteding minstens in gcenen deele achter bij die eener onderhaudsche inschrijving. Wie open en soliede handelt, en va6te regelen volgt, heeft allicht nog de meeste kans, op gelijke wijze door anderen behan deld te worden. In ieder geval kunneu alle handelingen verricht ten behoeve eener openbare aanbesteding ten allen tijde en voor ieder blootgelegd, en ver antwoord worden, terwijl hetzelfde niet altijd met zekerheid gezegd kan worden van dc onderhaudsche inschrijving. E11, zooals de lieer Gerritsen terecht als de hoofdzaak in dezen aanwees: de openbare aanbesteding houdt alle ve 1- zoeking verre; en zoo ooit dan is het zeker van de Openbare Mach ten te verhingen dat het „Leidt ons niet in verzoeking" een der eerste beginselen behoort te zijn der verhou ding tusscben Overheid en burgerij, tus- schen stadhuis en ambtenaren, een be ginsel dat veel hooger staat, dan dc winste van eenige zilverlingen, al waren het er duizenden!, op onze delijke w ij z e voor d e g e 111 e e 111 e kas behaald,met aankweeking van erger! Het was Maandagavond 1.1. niet voor de eerste maal, dat de heer Gerritsen dc kwestie van publieke of onderhaud sche aanbesteding in deu Raad terspra- ke bracht. Maar nu kon hij zoo tref fend het gevaarlijke van onderhandsche aanbestedingen in het licht stellen, naar aanleiding van wat gebeurd bleek te zijn bij de aanbesteding van ccn gas houder. Het schijnt daarbij wel ietwat, laat 011» maar een zachte uitdrukking gebruiken, (zonderling te zijn toe gegaan. B. en W. moeten eerst, onge veer een half jaar geleden, eene prijs opgave van den gashouder gevraagd hebben aan dc firma Klönc. De toen opgegeven prijs werd waarschijnlijk te hoog geoordeeld door het Dagelijksch Bestuur, vandaar dat door dit college besloten werd, op advies Yan den direc teur der gasfabriek en van de Gascom- missie, om een onderhaudsche aan besteding te houden, voor welke dc bil jetten vóór 1 October moesten worden ingeleverd. De firma Klöne bleek op genoemden datum één der hoogste in schrijvers te zijn, maar den dag 11 a de opening der biljetten inoet een lid der firma Klöne zelf overgekomen zijn om een tweede (eigenlijk een derde! biljet te brengen, en wel een hernieuwde in schrijving bevattende, die f300 0 lager was, dan de tweede; zoodat deze firma door deze verlaging juist f 30 lager kwam te staan dan een andere inschrijver die voor de gunning anders in aanmerking was gekomen. "Wij gelooven zeer gaarne, dat de wethouder Visser overtuigd was, dat, zooals hij liet uitdrukte: de man er gerust niets van geweten heeft," d.w.z., dat de firma Klönc geen ken nis droeg van het feit, dat zij bij de inschrijving niet de laagste was ge wei st. Maar het maakte toch een cenigs- zius vreemden indruk in den Raad, dat zelfs de gascommissic niets van deze belangrijke „wijziging" afwist, en dat dc nieuwe inschrijving, zonder er B. en W. in te kennen, door der. Wethouder van Publieke werken scheen aangeno men te zijn. Wij gelooven of sterker: wij zijn er ten stelligste van overtuigd, dat, wanneer alle gewenschte inlichtingen zijn ingekomen, die nu door den Raad zijn gevraagd, het zonneklaar zal blij ken, dat alles in de meest volmaakte goede trouw toegegaan is, maar even zeker is het, zooals de heer Kleberzei, dat de „omstanders" toch er uit zouden opmaken, dat. hierbij k n e i e r ij in het spel zou zijn geweest, zulks echter geenszins door de wijze waarop door den heer Gerritsen C. S. er over ge sproken werd, maar uitsluitend ten ge volge van de uiterst zwakke verdedi ging van den wethouder zelf, en het niet dadelijk open en rond meedeelen, hoe dc zaak zich had toegedragen. Stukje voor stukje, alléén door middel der vragen van den heer Joris- scn e. a. kwam men achter de ware t oe d r a c h t der z a a k. En toen de Wethouder op de vraag van den hoer Jorissen, of de firma Klöne n u twee biljetten had ingeleverd, niets an ders wrist te antwoorden dan kortwreg„ „j a," had de heer j-Jorissen volkomen gelijk met te zeggen, „dat er dan iets niet in den haak is." Zeker, daérzltde fout, de wethouder had dat 2de (.3de) biljet niet moeten accepteerenWat blijft er dan nog over \an het zuivere karakter eener aanbesteding? Immers niets. En wordt niet zoodoende de deur wagenwijd open gezet voor allerlei on gerechtigheden? Geen wonder dat dc heer Gerritsen het voorstel deed de zaak aan te houden, en eerst na verkregen inlichtingen te beslissen. Dat zou veel misverstand uit den weg hebben kunnen ruimen, reden waarom wij het onbe grijpelijk viuden dat ten slotte de heer Gerritsen zijn voorstel tóch wijzig de, in dier voege: dat het voorstel van B. en W. 0111 de firma Klöne de leve ring te gunnen, werd aangenomen, doch tevens, dat nadere inlichtingen moesten worden verschaft, om meer licht op den gang van zaken te werpen. De Raad nam zonder stemming dit gesplitste voorstel aan, maar we betreu ren het, én voor dc betrokken perso nen èn voor den lieer Gerritsen, dat liet oorspronkelijke niet gehandhaafd werd. Voor de betrokken personen, om dat door de zwakke verdediging van de heeren Visser en Kleber, groot mis verstand moet ontstaan; voor den lieer Gerritsen, omdat nu juist de gelegen heid gunstig was, 0111 waar te nemen welke tegenstanders van publieke aan besteding er door tot voorstanders er van waren bekeerd. Hoe dan ook, dc lieer Gerritsen heeft ongetwijfeld suc ces van zijn optreden gehad: hetgehecl is een uitstekende les geweest, en wij hopen, dat uit deze onverkwikkelijke gcscliiedeuis voor onze Gemeente nog iets goeds moge geboren worden. In ieder geval, wij hebben gemeeud, deze gelegenheid te mogen aangrijpen, 0111 onze denkbeelden over het juiste begrip van Gemeentelijk beheer on der de aandacht van onze lezers te brengen. Nadat de Kamer dc vorige weck jbc- steed had aan de Norariswet, waarbij de lieer Treub zijn eerste redevoeringen hield en geheel meester van dit onder werp bleek tc zijn, verder aan de z,g. Merkenwet eii aan de Wet tot regeling van 't verkeer van automobielen en fietsen, begon Dinsdag j.l. de behande ling van de Indische begrooting. Voor ieder was 't duidelijk, dat de financieele toestand van Indië en de krijgsbedrijven van 't afgcloopen jaar de hoofdschotels der algemeene beschou wingen zouden vormen. En zoo ge schiedde dan ook Van algemeene bekendheid is, dat de fiuancrpele nood in onze Oost-Indische bezittingen hoog gestegen is. Niet alleen, dat de tijd van de batige sloten lang voorbij is, maar telken jaren sluit de Indische be grooting met een tekort. Meer en meer is dc overtuiging levendig geworden, dat Nederland, dat zooveel jaren van den overvloed der Indische financiën profiiteerde, 1111 ook de plicht beeft in de magere tijden onze koloniën te hulp te snellen. Ook de Minister heeft van begin af aan te kennen gegeven, dezen kant uit te willen. Verleden jaar werd een eerste, zij 't ook zeer onbeholpen poging ge daan. Nu gaat de Minister verder: hij wil de vlottende schuld voor Indië con- solidecren en dan door Nederland voor aflossing en rentebetaling laten zorgen. Indië zuinigt op die wijze 12 ton uit, welk gold dan besteed zal worden aan uitgaven, geheel ten voordeele van Indië. Yan alle zijden werd min of meer instemmig met dit plan betuigd, behalve door den lieer Van Dedem, die van deze hulp aan Indië niets weten wil. Alle andere sprekers schenen echter wel voor 't plan te vinden te zijn, al was bij geen hunner bepaald geestdrift te constateeren; vooral de heeren Pij11- aeker Hordijk en Van Kol toonden aan, dat te geven hulp beslist onvoldoende zou zijn. Daarbij kwam nog, dat de lieer Röell in een keurige, schijnbaar van lof overvloeiende, rede den Minister beduidde, dat de wijze, waarop 't uit gespaarde geld zoogenaamd voor bui tengewone uitgaven zal besteed worden, in geen geval als een voorbeeld van goed financieel beleid kan worden aan gehaald, terwijl dc heer Bos eveneens niet alleen de kritiek niet spaarde, maar tevens ontwikkelde, hoe hij meende dat zou gehandeld moeten worden. Ten eerste wees hij nogmaals op 4t systeem, dat reeds bij de motie-van Kol ter sprake was gebracht en ook door de vrijzinnig-democraten was verdedigd, 11I. het overbrengen van een belangrijke som op de Nederlandsche begrooting. De Kamer had dit echter niet gewild. In dc tweede plaats 4t denkbeeld, ook van vrijzinnig-democratische zijde verdedigd, 11I. 0111 voor productieve uit gaven ccn leening te sluiten en de rente op lekeniug van Indië te brengen. Voor ile indirect productieve uitgaven, die up den duur aan Indië ten goede komen, zou de rente moeten gebracht worden op de Xederlandsclm bogrooting tot een bedrag, dat geleidelijk stijgend een maximum van 4 milli"en gulden niet te boven zou mogen gaan, zoodat voor de economische verheffing van Indië in 4t geheel 100 miliocn zou worden besteed. Doet men dit, dan is er perspectief in 't economisch plan en is er kans op een deugdelijke verbete ring en op den duur op een gezonden grondslag van de financieele politiek, tevens is 4t in de liju van den Minister, die niet op 4t verleden wil terugkomen. De heer Borgesius steunde dit plan, dat door den lieer Bos meesterlijk uiteen gezet werd. De heer Pijnacker Hordijk e.a. wezen er terecht op, dat we op oorlog en marine zullen moeten bezuinigen, waar voor 4t bedrag met 9 milliocn gestegen is. De andere hoofdschotel, onze krijgs verrichtingen, scheen in den beginne door elk spreker slechts even te wrorden aangeraakt, zij 4t dan ook in afkeuren den zin. Trouwens waar 111 een korten tijd niet minder dan 2922 inlanders zijn gedood, waaronder 1149 vrouwen en kinderen, en terwijl 226 zijn gewond, waarbij 217 vrouwen en kinderen, en tegenover deze 148 personen slechts 27 gesneuvelden onzerzijds zijn, was zulk een afkeuring tc verwachten, te meer, waar de bevolking der Gajoe- en vooral der Alias Linden ook door de Regeering geschetst werden als ons goedgezind. Zelfs mannen als de regceringsvrienden Van Bylandt en De Visser hieven waar schuwend den vinger op tegen een po gen, 0111 altijd maar 4t militair gezag te doen optreden. Weinig werd echter verwacht, dat de felste aanval op 't ministerie zou uit gaan van 't rooinsch-katholiek hd voor Woerd, den heer De Stuers. In den laten namiddag bracht hij verwarring in de rechterzijde door zijn strenge af keuring van de „moordtocht" van Daalcn. Hij vergeleek 't optreden van deze sol daten bij dat der Hunnen en der Van dalen, hij noemde 't woord „bloedhon den", in 't kort hij was feller in zijn aanval en sterker in zijn woordenkeus dan we zelf van den heer Van Kol gewoon zijn. Waarschijnlijk had een ietwat kalmer betoog toch meer indruk gemaakt dan deze onverwachte, onstui mige aanval. Toch, de heer De Stuers had in 't algemeen gelijk en dit bleek 't best bij de best lijdingen, die den volgenden dag geleverd werden. De lieer Heemskerk trachtte een boetpredikatie te- houden, doch als gewoonlijk bij dezen spreker, ontaardde zijn rede in een allcdaagsch praatje, dat het aanhooren nauwelijks waard was; de lieer Van Vlijmen las lieele stukken uit memorie van antwoord voor, met het opmerkelijk gevolg, dat de Kamer steeds leeger werd; de heer Kolkman las een soort van verklaring van de katholieke fractie Yoor, waarin 't optreden van 't medelid De Stuers kort maar krachtig werd gedesavoueerd een verbanning uit de club misschien? doch t felst was de heer Lohinan, die echter ons evenmin overtuigen kon, dat lt optreden van kolonel VanDaalen en de zijnen gerechtvaardigd was. In hun ijver, om toch maar te laten zien, dat ze in 4t geheel niet sympathiseerden met den heer Stuers, gingen deze heeren zelfs zoo ver, dat ze eigelijk steeds verdere uitbreiding van ons gezag in Indië aanbevalen en kt was goed gezien van den heer Borgesius om daarna beide vorige dagen, waarbij bijna niemand lt optreden van de onzen in de Gajoe- en Allaslanden verdedigd had, en ieder tegen verdere expedities, excursies of hoe men die tochten wil noemen, gewaar schuwd had. Hij vertrouwde dat 4t antwoord van den Minister meer vredelievend zou zijn, den 4t tot nog krachtiger optreden aan zettend woord van dc heeren Lohman, Heemskerk en van Dedem. In hoeverre zijn vertrouwen gerech tigd is, zullen we de volgende week kunnen melden. Bij de regeling van werkzaamheden, waarbij aangekondigd werd, dat de Hooger Onderwijswet de volgende week in de sekties zal behandeld worden, wees delieerDrucker er op, datde motie- Lohman nog hangende was en hierover eerst zou beslist moeten worden. Dc beginselvaste heer Lochinan trok toen zijn inotien alles ter eere van de coalitie. „Leerlingen wekken, voorbeelden trek ken". Diep doordrongen van deze waar heid ging de vorige week eeu lid der commissie tot wering van schoolverzuim te Bavel op jacht, en nam een 11-jarigen (dus schoolplichtigen) jongen mee, die daardoor) waarschijnlijk „wegens familie omstandigheden*) de 8CI100I moest ver zuimen. Die familieomstandigheden zijn een heerlijk ding, voor iemand die verzuimen wil. Daar kan de notaris Van Wermes- kerken uit Krommenie van meepraten, die dezer dagen met het vermogen van zijn tweede vrouw en van haar minder jarigen zoon vertrokken s, en tot heden verzuimd heeft aan zijn belangstellende familieleden en kennissen iets mee te doelen omtrent het doel van zijn reis en zijn vermoedelijke terugkomst. Iemand, minder dichterlijk „aangelegd" dan ik, zou dus zeggen, dat hij er .stil van door was gegaan. Nu, dat komt meer voor, zooals blijken kan uit het volgende verhaaltje van een eenzame juffrouw (in den Haag schijnt men van dc eenzaamheid te houden), die Zondagavond op de Paviljoensgracht te 's-Gravcnhage „hcelemaal alleen" haar zonden stond te overdenken. Een heer kwam aangewandeld, met wat onregelmatigen stap. Maar dit verhinderde niet, dut de juffrouw zich zeer aange trokken gevoelde tot den waggelenden heer. Zij legde vertrouwelijk haar arm in den zijnen en haar hand in zijn zak, waarin een portemonnaie met zes gulden was. Toen zij de beurs met geld in haar hand voelde, verdween echter haar sympathie plotseling hcelemaal, en kon zij het niet langer bij dien „geldwolf" uithouden. Ze verdween even snel en stil als ze gekomen was en liet den z.wakbeenigen wandelaar hcelemaal alleen op de donkere Paviljoensgracht achter. Thans doet de politie ijverig onderzoek om de sympathieke juffrouw en de ont rolde portemonnaie terug te vinden. Of zij (de politie) zoo vindingrijk zal zijn als een kastelein te Ee (Pr.) zal zeer te bezien staan. Deze kastelein n.l. in wiens inrichting een verkooping zou plaats hebben, heeft een aardig middel gevonden om de Drankwet te ontduiken. In de zoogenaamde jachtweide (gelag kamer) werd evenals gewoonlijk getapt. Toen de tijd van verkoop was aan gebroken, riep de notaris de belang stellenden op om in den doorrit te komen bieden. Door de deur volgde men hem naar buiten, waarna men den doorrit inging. In zeer korten tijd werd daar het zaakje afgedaan. Vervolgens ging menigeen weer naar de kamer, waarde kastelein gewoon sterken drank tapte. Men voegt cr aan toe, dat aldus de doorritten, waarvan door 't toenemend aantal fietsen weinig gebruik wordt ge maakt, weer dienst kunnen doen. Zoo ziet men; bij al het nieuwe van den modernen tijd, tocli ook weer terug keer tot het oude! Net alzoo echter in den Ilaug, waar men altijd dc nieuwste snufjes op allerlei gebied kan vinden. Zoo werd dezer dagen aldaar in een brievenbus de volgende „open brief" gevonden. „Mcvrouwl Twee jonggehuwde lieden verzoeken UEd. beleefd de aardappelenschillen en oud brood te mogen komen afhalen. Daaa wij al geruimen tijd zonder werk zijn en een strengen winter tegemoet gaan, weten wij geen toevlucht meer en nemen dit nu te baat om in de aller noodzakelijkste behoefte van ons gezin tc voorzien. Wij nemen ons voor 3 maal per week dit afval te komen weghalen. Hopende dat UEd. 0119 in deze gaarne wilt steunen, daar wij op een eerlijke manier aan den kost willen komen, be tuigen wij u bij voorbaat onzen welge- meenden dank. Hoogachtend, UEd. dw. dienaren." (Volgen twee ondertcekeuingen). „Als dat niet pakt, pakt niemandal". Vervolg van het tweede blad.) meerdere. Meen niet, Hervormde Kerk van Nederland, dat met de Hoogere en Lagere onderwijswetten er eenige rust, eenige verademing zal worden geschon ken. Dit is slechts een klein begin, deze partij eischt evenals de Roomsche alles, want zij is „dc onfeilbare waarheid, zij alleen. Zij alleen kent en dient God,

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 2