Tweede Kamer.
Al Ier I et
Stadsnieuws.
zen, ook indien hun inschrijving slechts
weing hooger is dan de laagste inschrij
ver. Een „truc" des koopers, 0111 solide
firma's die een bod deden na de slui
ting der inschrijving „even te waar
schuwen," wanneer hun inschrijving
beduidend hdoger is geweest dan die
van den „laagsten inschrijver, en van
hen een tweede inschrijving toe
te laten, na de sluiting, berust op
on zedelij ken grondslag, want het
doel van zoodanige bereidwilligheid is
uitsluitend de geweuschte solide firma
door afdreiging» er toe te brengen haar
eisch te verlagen, ten koste van haar
winst of van haar loonstandaard, aan
genomen dat zij de te behoeven waar
reeds in voorraad heeft, of niet „knoeien"
wil in de kwaliteit of de afwerking van
de te leveren goederen. Ook tegenover
de andere inschrijvers is zoodanige han
deling „unfair" want zij worden als mid
del der afdreiging gebezigd en krijgen
niet de gelegenheid ook hun inschrij
vingen te herzien. Niettemin is het
volkomen waar, dat de eventueel ver
laagde, tweedezoo mogelijk in het
geheim geschiede inschrijving van
de „solide" firma den kooper, die niet
er voor teruggedeinsd is zulke praktij
ken toe te passen, een „zoete win-
ste", een „medevallertje" oplevert, ten
bate der kas van zijn zaak, en dit is
dan ook de reden dat sommige gele-
genheidskoopers er wel gebruik van ma
ken, maar soliede koopers, en vooral
zij die geregeld waren moeten betrekken,
zijn er niet van gediend, want bij vol
gende „inschrijvingen," door keu geopend,
zullen de gedupeerde inschrijvers door
hun afwezigheid schitteren, terwijl de
firma, die hare inschrijving verlaagd
had, niet zal nalaten van die omstandig
heid gebruik te maken 0111 haar verla
ging „in te halen" door dan hooger
in te schrijven, er op rekenende, dat
de „slimme" kooper, haar wel weer
waarschuwen zal, als ze soms met be
doelde inschrijving „wat hoog mocht
zijn gegaan." Het behoeft geen betoog
dat na enkele malen de op die wijze
verkregen „verlagingen" slechts cene
denkbeeldige waarde behouden,
en hoogstens alleen het „slimheidsgevoel"
des koopers streelen, terwijl toch het
normale hulpmiddel der concurrentie er
door buiten werking wordt gesteld. Te
genover zulke praktijken ontstonden ook
misbruiken van de zijde der inschrij
vers, o.a de zoogcuaamde „ring„ of
„trust," waarbij alle concurrentie ophoudt,
omdat alle inschrijvers met elkander
„afspraken" gaan maken omtrent
hunne inschrijvingen; elkander „uitkoo-
pen," of „koplaken er op leggen4" welk
laatste dan „broederlijk" gedeeld wordt,
en wat dies meer zij! Het is overbodig
er op te wijzen, dat de aangeboden joo-
visic in den regel geen ander doel heeft
dan langs omwegen de verlangde „gun
ning" te doen bevorderen.... Ieder, die
met onze beschouwingen omtrent ge
meentelijk beheer van goederen kan in
stemmen, zal het ODk met ons eens zijn,
dat gemeentelijke leveranties vrij ge
houden moeten worden van alle zooda
nige praktijken! Zelfs de „zoete wiuste"
in de gemeentekas eener op de omrehre-
ven wijze verkregen „verlaging" van
eene tweede inschrijving, mag gemeen
telijke autoriteiten of ambtenaren er
niet toe verlokken het hun toever
trouwde beheer als „koopmanszaak4 te
beschouwen, en zulke „trucs" te gaan
toepassen, in strijd met de goede trouw
tegenover de inschrijvers, en op den
duur niet minder met het gemeen
tebelang en altijd met de waar
digheid van gemeentelijke trans
acties. Niemand verlangt van hen, dat
zij „koopmansslimheden" van verdacht
allooi zullen toepassen bij de behandeling
van gemeentezaken, nóch in het
voordeel, noch in het nadeel der
G e 111 e e n t e. De gemeen'elijke machine"
moge wat duurder zijn en zich zwaar
der bewegen of omslachtiger werken
dan de particuliei e bij het „zaken-
drijven," maar zij is er te achtens
waardiger 0111, en te meer soliede,
terwijl zij méér dan de laatste vertrou
wen inboezemt, en aan hoogere moreele
eischen voldoet.
"Welke is nu het essentieele verschil
tusscben onderhandsche en openbare
i nschrij vmg bij gemeentelij ke le vera n ties?
Eenvoudig dit: de onderhandse he
laat de deur open voor alle „trucs" en
praktijken, en wat dies meer zij, want
zij is aan geen enkelen regel of for
maliteit gebonden Daarom is het volko
men waar, wat de lieer Gerritsen als
hoofdargumenttegen|de „onderhand-
sche aanbestedingen" aanvoerde, in de
vóórlaatste vergadering van onze Ge
meenteraad, t.w. „dat ze oneerlijke
ambtenaren ik unnen kweeken,"
want als liet waar is „dat men boeven
liet best met boeven kan vangen," dan
ligt daarin toch opgesloten, dat de „trucs-
welke tot het doel moeten leiden, als
men ze moet aanlceren, tevens de ver
zoeking doen ontstaan 0111 handelwijzen
op te sporen, en te bezigen ook inan-
dei'en zin gericht en wel ten eigen bate!
De openbare aanbesteding echter, juis t
op grond harer openbaarheidis
aan allerlei regelen en formaliteiten ge
bonden, vatbaar voor openbare controle,
waardoor vele „trucs" onmogelijk wor
den; iedere inschrijver weet waaraan hij
zich te houden heeft, zijn vertrouwen
in de integriteit en dc soliditeit der
gemeentelijke transacties blijft ongeschokt
en liet scherpe wapen der concur
rentie blijft dan in het voordeel der
koopers, in casu de gemeente, zijn volle
werking behouden, voorzoover de omsla»
digheden der markt zulks verooroorloven.
Het belang der Gemeente is op slechts
twee manieren bij de levering betrok
ken, want bevoorrechting bij de
gunning, die op andere gronden
steunt, inoet in het algemeen ten
eencn male buitengesloten worden. Lu
de eerste plaats moet de gunning be
heerscht worden door de zuivere markt
van vraag en aanbod, d.w.z. de concur
rentie en niets anders moet hare volle
werking uitoefenen.
Ten tweede moet de hoedanigheid
dor geleverde waar aan alle billijke
eischen voldoen. Aan de eerste eisch
kan alleen de openbare aanbesteding,
niet de zekerheid eener vastgestelde
controle, ten volle beantwoorden,
niet de onderhaudsche. En wat de tweede
eisch betreft, staan de kansen 0111 geen
knollen voor citroenen te koopen, voor
den kooper, bij openbare aanbesteding
minstens in gcenen deele achter bij die
eener onderhaudsche inschrijving. Wie
open en soliede handelt, en va6te regelen
volgt, heeft allicht nog de meeste kans,
op gelijke wijze door anderen behan
deld te worden. In ieder geval kunneu
alle handelingen verricht ten behoeve
eener openbare aanbesteding ten allen
tijde en voor ieder blootgelegd, en ver
antwoord worden, terwijl hetzelfde niet
altijd met zekerheid gezegd kan worden
van dc onderhaudsche inschrijving. E11,
zooals de lieer Gerritsen terecht
als de hoofdzaak in dezen aanwees: de
openbare aanbesteding houdt alle ve 1-
zoeking verre; en zoo ooit dan is
het zeker van de Openbare Mach
ten te verhingen dat het „Leidt ons
niet in verzoeking" een der eerste
beginselen behoort te zijn der verhou
ding tusscben Overheid en burgerij, tus-
schen stadhuis en ambtenaren, een be
ginsel dat veel hooger staat, dan dc
winste van eenige zilverlingen, al
waren het er duizenden!, op onze
delijke w ij z e voor d e g e 111 e e 111 e
kas behaald,met aankweeking
van erger!
Het was Maandagavond 1.1. niet voor
de eerste maal, dat de heer Gerritsen
dc kwestie van publieke of onderhaud
sche aanbesteding in deu Raad terspra-
ke bracht. Maar nu kon hij zoo tref
fend het gevaarlijke van onderhandsche
aanbestedingen in het licht stellen, naar
aanleiding van wat gebeurd bleek te
zijn bij de aanbesteding van ccn gas
houder. Het schijnt daarbij wel ietwat,
laat 011» maar een zachte uitdrukking
gebruiken, (zonderling te zijn toe
gegaan. B. en W. moeten eerst, onge
veer een half jaar geleden, eene prijs
opgave van den gashouder gevraagd
hebben aan dc firma Klönc. De toen
opgegeven prijs werd waarschijnlijk te
hoog geoordeeld door het Dagelijksch
Bestuur, vandaar dat door dit college
besloten werd, op advies Yan den direc
teur der gasfabriek en van de Gascom-
missie, om een onderhaudsche aan
besteding te houden, voor welke dc bil
jetten vóór 1 October moesten worden
ingeleverd. De firma Klöne bleek op
genoemden datum één der hoogste in
schrijvers te zijn, maar den dag 11 a de
opening der biljetten inoet een lid der
firma Klöne zelf overgekomen zijn om
een tweede (eigenlijk een derde! biljet
te brengen, en wel een hernieuwde in
schrijving bevattende, die f300 0 lager
was, dan de tweede; zoodat deze firma door
deze verlaging juist f 30 lager kwam te
staan dan een andere inschrijver die
voor de gunning anders in aanmerking
was gekomen. "Wij gelooven zeer gaarne,
dat de wethouder Visser overtuigd
was, dat, zooals hij liet uitdrukte: de man
er gerust niets van geweten heeft,"
d.w.z., dat de firma Klönc geen ken
nis droeg van het feit, dat zij bij de
inschrijving niet de laagste was ge
wei st. Maar het maakte toch een cenigs-
zius vreemden indruk in den Raad, dat
zelfs de gascommissic niets van deze
belangrijke „wijziging" afwist, en dat
dc nieuwe inschrijving, zonder er B. en
W. in te kennen, door der. Wethouder
van Publieke werken scheen aangeno
men te zijn. Wij gelooven of sterker: wij
zijn er ten stelligste van overtuigd, dat,
wanneer alle gewenschte inlichtingen
zijn ingekomen, die nu door den Raad
zijn gevraagd, het zonneklaar zal blij
ken, dat alles in de meest volmaakte
goede trouw toegegaan is, maar even
zeker is het, zooals de heer Kleberzei,
dat de „omstanders" toch er uit zouden
opmaken, dat. hierbij k n e i e r ij in het
spel zou zijn geweest, zulks echter
geenszins door de wijze waarop door
den heer Gerritsen C. S. er over ge
sproken werd, maar uitsluitend ten ge
volge van de uiterst zwakke verdedi
ging van den wethouder zelf, en het
niet dadelijk open en rond meedeelen,
hoe dc zaak zich had toegedragen.
Stukje voor stukje, alléén door
middel der vragen van den heer Joris-
scn e. a. kwam men achter de
ware t oe d r a c h t der z a a k. En toen
de Wethouder op de vraag van den
hoer Jorissen, of de firma Klöne n u
twee biljetten had ingeleverd, niets an
ders wrist te antwoorden dan kortwreg„
„j a," had de heer j-Jorissen volkomen
gelijk met te zeggen, „dat er dan iets
niet in den haak is." Zeker, daérzltde
fout, de wethouder had dat 2de (.3de)
biljet niet moeten accepteerenWat
blijft er dan nog over \an het zuivere
karakter eener aanbesteding? Immers
niets. En wordt niet zoodoende de deur
wagenwijd open gezet voor allerlei on
gerechtigheden? Geen wonder dat dc
heer Gerritsen het voorstel deed de zaak
aan te houden, en eerst na verkregen
inlichtingen te beslissen. Dat zou veel
misverstand uit den weg hebben kunnen
ruimen, reden waarom wij het onbe
grijpelijk viuden dat ten slotte de
heer Gerritsen zijn voorstel tóch wijzig
de, in dier voege: dat het voorstel van
B. en W. 0111 de firma Klöne de leve
ring te gunnen, werd aangenomen, doch
tevens, dat nadere inlichtingen moesten
worden verschaft, om meer licht op den
gang van zaken te werpen.
De Raad nam zonder stemming dit
gesplitste voorstel aan, maar we betreu
ren het, én voor dc betrokken perso
nen èn voor den lieer Gerritsen, dat
liet oorspronkelijke niet gehandhaafd
werd. Voor de betrokken personen, om
dat door de zwakke verdediging van
de heeren Visser en Kleber, groot mis
verstand moet ontstaan; voor den lieer
Gerritsen, omdat nu juist de gelegen
heid gunstig was, 0111 waar te nemen
welke tegenstanders van publieke aan
besteding er door tot voorstanders er
van waren bekeerd. Hoe dan ook, dc
lieer Gerritsen heeft ongetwijfeld suc
ces van zijn optreden gehad: hetgehecl
is een uitstekende les geweest, en wij
hopen, dat uit deze onverkwikkelijke
gcscliiedeuis voor onze Gemeente nog
iets goeds moge geboren worden.
In ieder geval, wij hebben gemeeud,
deze gelegenheid te mogen aangrijpen,
0111 onze denkbeelden over het juiste
begrip van Gemeentelijk beheer on
der de aandacht van onze lezers te
brengen.
Nadat de Kamer dc vorige weck jbc-
steed had aan de Norariswet, waarbij
de lieer Treub zijn eerste redevoeringen
hield en geheel meester van dit onder
werp bleek tc zijn, verder aan de z,g.
Merkenwet eii aan de Wet tot regeling
van 't verkeer van automobielen en
fietsen, begon Dinsdag j.l. de behande
ling van de Indische begrooting.
Voor ieder was 't duidelijk, dat de
financieele toestand van Indië en de
krijgsbedrijven van 't afgcloopen jaar
de hoofdschotels der algemeene beschou
wingen zouden vormen. En zoo ge
schiedde dan ook Van algemeene
bekendheid is, dat de fiuancrpele nood
in onze Oost-Indische bezittingen hoog
gestegen is. Niet alleen, dat de tijd
van de batige sloten lang voorbij is,
maar telken jaren sluit de Indische be
grooting met een tekort. Meer en meer
is dc overtuiging levendig geworden,
dat Nederland, dat zooveel jaren van
den overvloed der Indische financiën
profiiteerde, 1111 ook de plicht beeft in
de magere tijden onze koloniën te hulp
te snellen.
Ook de Minister heeft van begin af
aan te kennen gegeven, dezen kant uit
te willen. Verleden jaar werd een eerste,
zij 't ook zeer onbeholpen poging ge
daan. Nu gaat de Minister verder: hij
wil de vlottende schuld voor Indië con-
solidecren en dan door Nederland voor
aflossing en rentebetaling laten zorgen.
Indië zuinigt op die wijze 12 ton
uit, welk gold dan besteed zal worden
aan uitgaven, geheel ten voordeele van
Indië.
Yan alle zijden werd min of meer
instemmig met dit plan betuigd, behalve
door den lieer Van Dedem, die van
deze hulp aan Indië niets weten wil.
Alle andere sprekers schenen echter
wel voor 't plan te vinden te zijn, al
was bij geen hunner bepaald geestdrift
te constateeren; vooral de heeren Pij11-
aeker Hordijk en Van Kol toonden aan,
dat te geven hulp beslist onvoldoende
zou zijn. Daarbij kwam nog, dat de
lieer Röell in een keurige, schijnbaar
van lof overvloeiende, rede den Minister
beduidde, dat de wijze, waarop 't uit
gespaarde geld zoogenaamd voor bui
tengewone uitgaven zal besteed worden,
in geen geval als een voorbeeld van
goed financieel beleid kan worden aan
gehaald, terwijl dc heer Bos eveneens
niet alleen de kritiek niet spaarde,
maar tevens ontwikkelde, hoe hij meende
dat zou gehandeld moeten worden. Ten
eerste wees hij nogmaals op 4t systeem,
dat reeds bij de motie-van Kol ter
sprake was gebracht en ook door de
vrijzinnig-democraten was verdedigd, 11I.
het overbrengen van een belangrijke
som op de Nederlandsche begrooting.
De Kamer had dit echter niet gewild.
In dc tweede plaats 4t denkbeeld,
ook van vrijzinnig-democratische zijde
verdedigd, 11I. 0111 voor productieve uit
gaven ccn leening te sluiten en de
rente op lekeniug van Indië te brengen.
Voor ile indirect productieve uitgaven,
die up den duur aan Indië ten goede
komen, zou de rente moeten gebracht
worden op de Xederlandsclm bogrooting
tot een bedrag, dat geleidelijk stijgend
een maximum van 4 milli"en gulden
niet te boven zou mogen gaan, zoodat
voor de economische verheffing van
Indië in 4t geheel 100 miliocn zou
worden besteed. Doet men dit, dan is
er perspectief in 't economisch plan en
is er kans op een deugdelijke verbete
ring en op den duur op een gezonden
grondslag van de financieele politiek,
tevens is 4t in de liju van den Minister,
die niet op 4t verleden wil terugkomen.
De heer Borgesius steunde dit plan, dat
door den lieer Bos meesterlijk uiteen
gezet werd.
De heer Pijnacker Hordijk e.a. wezen
er terecht op, dat we op oorlog en
marine zullen moeten bezuinigen, waar
voor 4t bedrag met 9 milliocn
gestegen is.
De andere hoofdschotel, onze krijgs
verrichtingen, scheen in den beginne
door elk spreker slechts even te wrorden
aangeraakt, zij 4t dan ook in afkeuren
den zin. Trouwens waar 111 een korten
tijd niet minder dan 2922 inlanders
zijn gedood, waaronder 1149 vrouwen
en kinderen, en terwijl 226 zijn gewond,
waarbij 217 vrouwen en kinderen, en
tegenover deze 148 personen slechts
27 gesneuvelden onzerzijds zijn, was
zulk een afkeuring tc verwachten, te
meer, waar de bevolking der Gajoe- en
vooral der Alias Linden ook door de
Regeering geschetst werden als ons
goedgezind.
Zelfs mannen als de regceringsvrienden
Van Bylandt en De Visser hieven waar
schuwend den vinger op tegen een po
gen, 0111 altijd maar 4t militair gezag
te doen optreden.
Weinig werd echter verwacht, dat de
felste aanval op 't ministerie zou uit
gaan van 't rooinsch-katholiek hd voor
Woerd, den heer De Stuers. In den
laten namiddag bracht hij verwarring
in de rechterzijde door zijn strenge af
keuring van de „moordtocht" van Daalcn.
Hij vergeleek 't optreden van deze sol
daten bij dat der Hunnen en der Van
dalen, hij noemde 't woord „bloedhon
den", in 't kort hij was feller in zijn
aanval en sterker in zijn woordenkeus
dan we zelf van den heer Van Kol
gewoon zijn. Waarschijnlijk had een
ietwat kalmer betoog toch meer indruk
gemaakt dan deze onverwachte, onstui
mige aanval.
Toch, de heer De Stuers had in 't
algemeen gelijk en dit bleek 't best
bij de best lijdingen, die den volgenden
dag geleverd werden. De lieer Heemskerk
trachtte een boetpredikatie te- houden,
doch als gewoonlijk bij dezen spreker,
ontaardde zijn rede in een allcdaagsch
praatje, dat het aanhooren nauwelijks
waard was; de lieer Van Vlijmen las
lieele stukken uit memorie van antwoord
voor, met het opmerkelijk gevolg, dat
de Kamer steeds leeger werd; de heer
Kolkman las een soort van verklaring
van de katholieke fractie Yoor, waarin
't optreden van 't medelid De Stuers
kort maar krachtig werd gedesavoueerd
een verbanning uit de club misschien?
doch t felst was de heer Lohinan,
die echter ons evenmin overtuigen kon,
dat lt optreden van kolonel VanDaalen
en de zijnen gerechtvaardigd was. In
hun ijver, om toch maar te laten zien,
dat ze in 4t geheel niet sympathiseerden
met den heer Stuers, gingen deze heeren
zelfs zoo ver, dat ze eigelijk steeds
verdere uitbreiding van ons gezag in
Indië aanbevalen en kt was goed gezien
van den heer Borgesius om daarna beide
vorige dagen, waarbij bijna niemand lt
optreden van de onzen in de Gajoe-
en Allaslanden verdedigd had, en ieder
tegen verdere expedities, excursies of
hoe men die tochten wil noemen, gewaar
schuwd had.
Hij vertrouwde dat 4t antwoord van
den Minister meer vredelievend zou zijn,
den 4t tot nog krachtiger optreden aan
zettend woord van dc heeren Lohman,
Heemskerk en van Dedem.
In hoeverre zijn vertrouwen gerech
tigd is, zullen we de volgende week kunnen
melden.
Bij de regeling van werkzaamheden,
waarbij aangekondigd werd, dat de
Hooger Onderwijswet de volgende week
in de sekties zal behandeld worden,
wees delieerDrucker er op, datde motie-
Lohman nog hangende was en hierover
eerst zou beslist moeten worden.
Dc beginselvaste heer Lochinan trok
toen zijn inotien alles ter eere van
de coalitie.
„Leerlingen wekken, voorbeelden trek
ken". Diep doordrongen van deze waar
heid ging de vorige week eeu lid der
commissie tot wering van schoolverzuim
te Bavel op jacht, en nam een 11-jarigen
(dus schoolplichtigen) jongen mee, die
daardoor) waarschijnlijk „wegens familie
omstandigheden*) de 8CI100I moest ver
zuimen.
Die familieomstandigheden zijn een
heerlijk ding, voor iemand die verzuimen
wil. Daar kan de notaris Van Wermes-
kerken uit Krommenie van meepraten,
die dezer dagen met het vermogen van
zijn tweede vrouw en van haar minder
jarigen zoon vertrokken s, en tot heden
verzuimd heeft aan zijn belangstellende
familieleden en kennissen iets mee te
doelen omtrent het doel van zijn reis
en zijn vermoedelijke terugkomst. Iemand,
minder dichterlijk „aangelegd" dan ik,
zou dus zeggen, dat hij er .stil van door
was gegaan.
Nu, dat komt meer voor, zooals blijken
kan uit het volgende verhaaltje van een
eenzame juffrouw (in den Haag schijnt
men van dc eenzaamheid te houden),
die Zondagavond op de Paviljoensgracht
te 's-Gravcnhage „hcelemaal alleen"
haar zonden stond te overdenken.
Een heer kwam aangewandeld, met wat
onregelmatigen stap. Maar dit verhinderde
niet, dut de juffrouw zich zeer aange
trokken gevoelde tot den waggelenden
heer. Zij legde vertrouwelijk haar arm
in den zijnen en haar hand in zijn zak,
waarin een portemonnaie met zes gulden
was.
Toen zij de beurs met geld in haar
hand voelde, verdween echter haar
sympathie plotseling hcelemaal, en kon
zij het niet langer bij dien „geldwolf"
uithouden. Ze verdween even snel en
stil als ze gekomen was en liet den
z.wakbeenigen wandelaar hcelemaal alleen
op de donkere Paviljoensgracht achter.
Thans doet de politie ijverig onderzoek
om de sympathieke juffrouw en de ont
rolde portemonnaie terug te vinden.
Of zij (de politie) zoo vindingrijk zal
zijn als een kastelein te Ee (Pr.) zal
zeer te bezien staan. Deze kastelein n.l.
in wiens inrichting een verkooping zou
plaats hebben, heeft een aardig middel
gevonden om de Drankwet te ontduiken.
In de zoogenaamde jachtweide (gelag
kamer) werd evenals gewoonlijk getapt.
Toen de tijd van verkoop was aan
gebroken, riep de notaris de belang
stellenden op om in den doorrit te komen
bieden. Door de deur volgde men hem
naar buiten, waarna men den doorrit
inging. In zeer korten tijd werd daar
het zaakje afgedaan. Vervolgens ging
menigeen weer naar de kamer, waarde
kastelein gewoon sterken drank tapte.
Men voegt cr aan toe, dat aldus de
doorritten, waarvan door 't toenemend
aantal fietsen weinig gebruik wordt ge
maakt, weer dienst kunnen doen.
Zoo ziet men; bij al het nieuwe van
den modernen tijd, tocli ook weer terug
keer tot het oude! Net alzoo echter in
den Ilaug, waar men altijd dc nieuwste
snufjes op allerlei gebied kan vinden.
Zoo werd dezer dagen aldaar in een
brievenbus de volgende „open brief"
gevonden.
„Mcvrouwl
Twee jonggehuwde lieden verzoeken
UEd. beleefd de aardappelenschillen en
oud brood te mogen komen afhalen.
Daaa wij al geruimen tijd zonder werk
zijn en een strengen winter tegemoet
gaan, weten wij geen toevlucht meer en
nemen dit nu te baat om in de aller
noodzakelijkste behoefte van ons gezin
tc voorzien.
Wij nemen ons voor 3 maal per week
dit afval te komen weghalen.
Hopende dat UEd. 0119 in deze gaarne
wilt steunen, daar wij op een eerlijke
manier aan den kost willen komen, be
tuigen wij u bij voorbaat onzen welge-
meenden dank.
Hoogachtend,
UEd. dw. dienaren."
(Volgen twee ondertcekeuingen).
„Als dat niet pakt, pakt niemandal".
Vervolg van het tweede blad.)
meerdere. Meen niet, Hervormde Kerk
van Nederland, dat met de Hoogere en
Lagere onderwijswetten er eenige rust,
eenige verademing zal worden geschon
ken. Dit is slechts een klein begin,
deze partij eischt evenals de Roomsche
alles, want zij is „dc onfeilbare waarheid,
zij alleen. Zij alleen kent en dient God,