No. g8. Woensdag 7 December 1904. ie Jaargang Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Wees U Zelf! t Zenuwachtig. DE ONDERWIJSNOVELLE. FEUILLETON. DE EEMLA Versolt ij ut IVoensdags ou Zaterdag». Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abouneuieutsprijs Per jaar Franco per post f 3.00 - 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 l'rljs der advertcutlën Van 1 tot 5 regels 0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Zij, die /.ieh niet 1 Januari a.s. ons blad abonneereii, ontvangen de tot dien dat uni verseliijueude nu ui- mers GRATIS. In een openbare vergadering, uitge- ehreven door het Comité, gevormd uit de afdeelingen Amersfoort e. o. van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap en den Bond van Ned. Ouderwijzers, Zaterdagavond in Aniioitiagehouden, trad als spreker op Mr. J. A. Levy vau Amsterdam met het onderwerp: De oor gestelde wijzigingen in de wet op het Lager Onderwijs. Nadat de voorzitter, de heer J. v. d. Horst, de vergadering geopend had sprak de heer Levy ongeveer als volgt: Het feit, dat deze vereeniging mij de eer aandeed, mij uit te noodigen dit onderwerp met U te behandelen; het feit, dat het op verschillende plaatsen in ons land behandeld wordt en behandeld worden zal; het feit dat de Pers zich meer en meer bezig houdt met de onzalige onderwijsnovelle, dezer dagen door het ministerie ingedienddat feit, dat complex van feiten verwijst naar een rechtmatige igitatie in den lande. Een rechtmatige agitatie in de eerste plaats bij de be- "anghebbenden, maar ook bij hen, die in de openbare school, liet symbool van Nodcrland's volkseenheid zien. Die agi tatie noopt ons thans, alvorens tot verdediging over te gaan, ons eerst af te vragen, waarop onze sympathie voor de openbare school berust. Welke aan bevelingen heeft de Openbare school, in dier voege, dat zij de bijzondere, kerke lijke school geheel in de schaduw stelt, dat zij en zij alleen steunt op een volks- cisch? Dat punt dien ik eerst kort te bespreken. Ik vvensch aan te geven, de verschillende redenen, die er toe leiden, dat het openbaar onderwijs, niet gelijk het ministerie wil behoort te worden afgebroken, maar dient bevestigd en uitgebreid te worden, redenen die haar de voorkeur geven boven de bijzondere school. Klaag niet! Adverteer! Adverteer juist! en gij zult geen reden tot lilagen hebben. Naar het Duitsch, van S). ERNST ECKSTEIN. ,0, Zapp kan best eens loopen!" „Maar hoe wist ge zoo het beste idres? En Zapp heeft het ook goed ont- louden: Kühling en Bornemann, Ko- lingsstraat 14 en 15 Hugo wilde antwoorden: „Ik heb het toor den rhinoceros opgeschreven en len ezel gezegd, dat hij naar den dui- rel kon loopen, als hij zich vergiste." Dat klonk echter te opgewonden, laarom bedwong hij zich en antw oordde lenvoudig: „ja, de jongen doet tegen- voordig zijn best. Trouwens hij was looit zoo onbruikbaar, als ik vroeger, loor al mijn drukte ontstemd, wel eens leweerde." Leonore sloot onwillekeurig de oogen. Tot die redenen behoort in de eerste plaats de staatsrechterlijke bestaansreden van de openbare school. Om na te gaan het antagonisme tusschen de openbare en bijzondere school, behoort men op te klimmen, tot de verhouding tusschen die beide groote staatslieden uit de eerste helft der vorige eeuw, Tliorbecke en Groen. Tn die beide personen vindt ge vertegenwoordigd de kiem v an het geschil en het verschil, dat tot lieden nog zich voordoet, oenerzijds in het Openbaar onderwijs en aan den anderen leant in den drang naar kerkelijk onderwijs en kerkelijke scholen. Dat geschil en ver schil vindt ge in onze staatsrechterlijke litteratuur vertegenwoordigd in een ken merkende zinsnede, afkomstig van Thor beekc.jüiozinsnedeis daarom kenmerkend, omdat in een kort bestek daaarin aan gegeven wordt het standpunt, dat de Staat heeft in te nemen tegenover het Openbaar onderwijs eu tevens aangegeven wordt de reden, waarom kerkelijk ouder wijs niet zou zijn overeenkomstig het recht, het beginsel en het wezen van don Staat. Die zinsnede is te vinden in de brieven van Tliorbecke aan Groen, (1S31) en daarin vindt ge zooals ik zeide terug in kort bestek, het geschil en verschil tusschen Openbaar en bijzon der ouderwijs, de redenen, die pleiten voor zelfstandigheid van het Staatsrecht en van de toepassing daarvan op het onderwijs. Al is dat onderw ijs zelfstandig dan mag cri hoeft het uog niet te zijn wat men dagelijks lastert, godsdienstloos. Ge weet welk aandeel Tliorbecke gehad heeft, in het staatkundige leven van het eerste deel dei vorige eeuw. Ge weet dat hij aanteekeuingon reeds heeft geschreven op de toenmalige grondwet van '40 en sprekende over het onderwijs zegt hij: „Het is der overheid bij uitstek waardig, licht te verspreiden; het is publiek belang, schoon geenszins, gelijk een bevoegdheid van publieke macht, zaak of recht der overheid alleen; zij zorgt voor onderwijs; maar het publick onderwijs is niet het eenigc. Het sluit bijzonder ouderwijs niet buiten". Ge weet welk aandeel Tliorbecke als lid van de commissie van 9 mannen heeft gehad in de voorbereiding van de grond wet van '48 en hij zorgde, dat daarin niet langer gezwegen werd over het bijzonder onderwijs. lu art. 194 werd gesproken van het openbaar onderwijs en tevens herdacht het bijzonder onder- Hoe heerlijk klonk dat! Hoe welda dig deden die woorden naar geschokt zenuwgestel aan! Ja, er viel niet aan te twijfelen: de bevrijding uit het rader werk van den dagelijkschen arbeid, het gevoel, dat men het heerlijke bergland tegemoet stoomde, werkte reeds als een wondermiddel op de geprikkelde hersenen van haar geliefdon patient! Hij nam nu alles zoo rustig op, zoo gelaten, als nauwelijks het geval was, voordat hij ongesteld werd. Hij wierp zich niet zooals hij bij zulk een onaangename temperatuur anders stellig gedaan zou hebben woedend van de eene plaats op de andere, hij trok niet toornig en hijgdnd zijn jas uit; hij klaagde niet over den onaangenamen kolendamp, die van tijd tot tijd door het geopende ven ster binnenkwam, noch over de onzin nige inrichting van het spoorweg sys teem. Ja, hij kou zelfs den naam Zapp uitspreken, zonder er een krenkend bij- voegelijk naamwoord aan toe te voegen! Welk een verrassende verandering! Maar zij wilde zich niet dat be loofde zij zichzelve door dit schijn baar gunstig gevolg (want anders dan schijnbaar kon het niet zijn) op een dwaalspoor laten brengen! Zij moest den lijder onvermoeid en getrouw ver plegen, zelfs al gedroeg hij zich nog zoo normaal! Dokter Kulnner had haar niet te vergeefs op de hoogte gebracht en een be roep gedaan op haar vrouwelijk verstand! wijs, met dit groote verschil dat het openbaar onderwijsgeacht werd uit te druk ken de zorg vau de overheid. Het vangt aan het openbaar onderwijs is een voorwerp van aanhoudende zorg dor regeering en van het bijzonder onderwijs wordt gezegd: het geven van onderwijs is vrij. Aan den éénen kant, voorwerp vau aanhou dende zorg en aan den anderen kant vrijheid gelaten aan het bijzonder onder wijs om zich te ontwikkelen in de rich- ling, die het zelf wenscht. Onder de grondwet van '4S kwam tot stand de onderwijswet van 1857 van het ministeriev. d. Bruggen, waartegen Groen in verzet kwam. In '87 kregen we weer een herziening der grondwet. Daarbij werd door Schaep- man een poging gedaan om de thans nog bestaande regeling van ons onder wijs in de grondwet te vervangen en alsdan zou deze alinea luiden: Het, d. w. z. alle, onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der regeering. Dat voorstel werd door de Tweede Kamer aangenomen, maar door de Eerste ver worpen. Het gevolg was dat art. 194 bleef, het is nu art. 192. In chronologische volgorde krijgen,we nu de pacificatiewet van '89. De kern liiervan is dat zij, die met de openbare school geen vrede hadden, dat die ouders werden beweldadigd van Staatswege, door middel van een bedrag uit's Rijks kas aan hun scholen toegekend. Daarmee had dc liberale partij gemeend, dat de schoolkwestie, dat struikelblok voor de vredige vooruitgang in de binnenlandschc politiek van de baan was, daarmee had don we gedacht vrede te krijgen op onderwijsgebied. Hoe hebben we ons echter bedrogen. Dc tegenwoordige onderwijsnovelle toch is niet alleen in lijnrechten strijd met wat men toen be loofde, maar ook in lijnrechten strijd met de grondwet. En wel zoo geweldig, dat het voor mij altijd nog aan twijfel onder hevig is, of de leden der Kamer, die de grondwet hebben bezworen, dat die leden hun stem er aan zullen geven. Het punt toch waarop het aankomt, is, dat de bijzondere onderwijzer, recht streeks, nit 's lands kas wordt bozoldigd, terwijl de Grondwet enkel zijn vrijheid, maar niet zijn salarieering gedoogt. De Grondwet nu, norm voor ons Staatsrecht en ons Staatsleven, wordt, door toevoe ging, evenzeer als door inkrimping ge schonden. Waar zij zegt: „het geven Nu stond zij op en nam haar reis- tasch, terwijl Hugo het nette pakje pra lines opende. Zij koos een der prach tigste vruchten uit, deelde haar met haar rooskleurige vingertoppen in tweeën en hield hem lachend de sappige helft voor. Hij had intusschen een lekkere bonbon uit het pakje gehaald en stopte haar, het aardige, zenuwachtige vrouwtje in den mond. Beiden begonnen hartelijk te lachen. Zij knabbelde met een onbe schrijfelijk gevoel van welbehagen op de naar vanille smakende boon, terwijl hij dc halve perzik in eens in denmond stak en een gezicht trok, als smaakte hij paradijsweeldeIn Neurenberg was, vreemd genoeg, geen rijtuig te krijgen. Daar de lucht intusschen betrokken was, en reeds enkele groote droppels kletterend nederviclen, dacht Mevrouw Leonore m stilte, dat het ellendig was, na dezen vermoeienden rid, zoo warm en stoffig, misschien door een onweersbui te moeten loopen en daardoor humeur, toilet en gezondheid op de proef te moe ten stellen. Hugo dacht hetzelfde alleen in heftiger bewoordingen. Het was schan delijk, gemeen; al de Neurenbergers moesten er strafbaar voor zijn. Voor zijn part mocht het dreigende onweder de ellendige stad met al haai speelgoed winkels en huurkoetsiers verpletteren! Dat was een mooi begin van de reis! Welk een ellendig gezanik! Al de om- van onderwijs is vrij" gebiedt zij vrijheid en verbiedt zij bezoldiging. De uitvlucht, dat bezoldiging, vrijheid niet te na komt, is een beleediging voor het gezond ver stand. De waarlijk constitutioneel den kende staatsburger bejegent dergelijke laffe chicanes met soevereine minachting. Vrijheid is één staatsrechtelijke rubriek, bezoldiging een gansch andere. Vereen zelvigt men deze laatste, met gindsche eerste rubriek, dan is, door een handgreep, de vrijheid weggemoffeld, en bezoldiging daarvoor in de plaats gesteld. De mini- inumjaarwedde is, voor zeer vele bijzon dere scholen, de eeniglijk genoten jaar wedde. In die gevallen, is de onderwijzer, die, grondwettelijk, enkel vrij zijn mag, als ware hij Staatsambtenaar, geheel en al uit de schatkist bezoldigd. Dat, hier, het grondwettelijke voorschrift wordt verscheurd, is zoo klaar als de middagzon. Ziedaar in kort bestek de uitleg van de verhouding van onze Grondwet, no pens openbaar eu bijzonder onderwijs, Dat men die verhouding erkende, blijkt niet alleen uit het feit, dat men trachtte te ontkomen aan den grondwettelijken dwang, maar het blijkt ook hieruit, dat twee leden van de commissie van voor bereiding van de wet van '87, de twee staatsrechtsgeleerden van den eersten rang, de heeren de Geer van Jutfaas en de Savorniu Lobman, hun aandranj om de Grondwet op dat punt te wijzi gen, gestaafd hebben door oen noot, waaruit bleek dc nood van het bijzon der onderwijs in verhouding tot hetopen- baar. Algemeen is men dan ook in de over tuiging, dat de Grondwet één heer- schend deel, onderwijs in de Staats school, en één met vrijheid toegerust deel, kent, Wanneer dat nu is de posi tie van het oogenblik, dan mogen zij, die daarmede geen vrede hebben, het voorbeeld van Schaapman volgen, maar zij mogen zich niet ontworstelen aan dat voorschrift, door redeneeringen-, die in geen enkel opzicht de toets van juri dische en Staatsrechtelijke critiek kun nen doorstaan. De tweede bestaansreden is van ziel- kundigen aard. In de eerste j laats moet ik daarbij uit den weg ruimen het bezwaar, dat lasterlijk door de tegen partij wordt aangevoerd tegenover de liberale aanhankelijkheid van de open bare school. Niet dc christelijke maai de confessioneele school bestrijden we nibussen der hotels propvol! „Ja, waarom draalde Leonore ook zoo met die ver velende hoedodoos, eu waarom was zij ook in den voorlaatsten waggon gaan zitten? Zoo dachten beiden, maarzij dach ten het slechts. Een tijdlang keek Hugo vertwijfelend rond in het voorportaol vau het station, als zocht hij een onge lukkig slachtoffer, waarop hij achter Le- onore's rug zijn woede kon koelen. Toen bedacht hij wat beters, wenkte den eer sten den besten pakjesdrager en droeg hem op, ergens een rijtuig op te halen, een oplossing, die zeer eenvoudig was, zoools Leonore schertsend opmerkte. „Kolossaal eenvoudig!" antwoordde hij en staarde haar onderzoekend aan. „Gij hebt u toch hoop ik niet angstig gemaakt, Leonore, omdat er geen rij tuig te krijgen was?" „O, neen volstrekt niet....! Ik wil zeg gen.... hot is een ware weldaad, dat na die verschrikkelijke hitte deze weldadige regen valt!" „Dus. ge hebt last gehad van de hitte?" vroeg hij deelnemend. „Neen maar ik dacht slechts in het belang der menschheid....! Zie eens, hoe het regent dat het giet! Ach, daar weerlicht liet ook!.... Statig rolde de donder over de oude eerwaardige stad. (Slot volgt.) en nu is het voor niemand een geheim, dat hetgeen men met alle kracht, ook in de onderwijsnovelle wcnscht te krijgen, dat is dc confessioneele school. Dat is evenwel niet voor het eerst. In 1876 is er reeds een boekje verschenen van den heer Farnecombe Sanders: Schoolgods- dienst en gezond verstand. Dat la itste mag er wel bij, dat wordt aan zekeren kant zoo vaak verzaakt. En daarin komt de schrijver tot deze vraag, of men toe zal geven op de Lagere school leerstel lig onderwijs te geven in calvanistischen zin. Tegen dat leerstellig onderwijs ver zetten we ons met alle kracht en daar tegen zullen we ons blijven verzetten, zoolang er in heel Nederland maar één liberaal is. Laster is liet, dat we de Lagere school godsdienstloos willen, las ter, gemaakt in de hoop, dat naarmate men het langer herbaalt, het in wijden kring geloof zal vinden. Laster die voor de hand ligt, laster die ge kunt vinden in literatuur, die betrekking heeft op het onderwijs. Een bewijs daarvoor vin den we in de Tijd van heden, Zaterdag, waarin een hoofdartikel voorkomt van een zekeren mijnheer Wijnen. Dat artikel be vat een aantal blunders. Een ervan wil ik slechts noemen. Zoo wordt o. a. gezegdde geniale Thorbecke, die aan de totstand koming van de grondwet van '48 heeft meegewerkt, erkend zelf het suppletoire karakter van de openbare school, het geen hij erkende naar aanleiding van een vraag hein gesteld bij de discussie over art. 16 van de schoolwet van '57. De heer Wijnen spreekt nota bene van Thorbecke als premier, terwijl een kind weet, dat Thorbecke in '37 niet alleen geen premier was, maar zelfs geen lid van het ministerie was. Daarbij komt nog, dat Thorbecke bij art. 16 geen woord gesproken heeft, hij begon pas bij art. 22. Maar aan 't slot komt het voornaam ste, dat is dc klapper op de vuurpijl. Daar staat nl. de bijzondereschool moet worden godsdienstige staatsschool in de openbare school godsdienstlooze school. Dat is de laster, die moet worden weer sproken. In de Lagere onderwijswet wordt immers bepaald, dat de school lokalen behoorlijk verlicht en verwarmd moeten worden afgestaan voor het gods dienstonderwijs, terwijl art. 33 bepaald dat het onderwijs moet opleiden tot christelijke en maatschappelijke deug den. De kerkelijke partijen willen evenwel leerstellig, confessioneel ouder wijs. Waarom? Men loze het boek van prof. Bavinck, juist ecnige dagen gele den uitgekomen. Van dat boek „lJac- dagogische beginselen" verklaart de Standaard van 1 Dec. de gids voor het christelijk schoolwezen is er nu. De stelling nu, die de kern uitmaakt van dit boek, vindt ge op bladzijde 155. Die luidt: „een religie zonder eonig dogma is geen religie meer, evenals bet denken zonder wetten geen denken meer is." Deze stelling is geen onjuist heid, maar een monstruositeit. Voor eerst die gelijkstelling. Denken zonder wetten is geen denken, dat is zoo. De denkwetten behcersehen het denken. Wie de denkwetten verwaarloost denkt niet, die ijlt. Maar met de verhouding van gods dienst en dogma ishetvlakwegomgekecrd, religie is de kern, het dogma is dc schaal. Met kracht dient geprotesteerd tegen de uitspraak van Bavinck, die de sleutel is tot ketterjacht en consciën tiedwang. Religie zonder dogma is geen religie. Dat zeide ook de Inquisitie, die Gior dano Bruno op den 17cn Februari 16U0 op de Campo di Fiori verbrandde, op dezelfde plaats waar later een stand beeld ter zijner eere werd onthuld. Religie zonder dogma is geen religie' Dat zeide ook Calvijn toen hij Michael Servet deed verbranden, omdat hij de theorie van de Drieeenheid loochende. Religie zonder doguia is geen religie.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1904 | | pagina 1