No. 2. Zaterdag 7 Januari 1905. 2e Jaargang Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Wees 11 Zelf! r Chistmas JZea. DE OPENBARE SCHOOL. FEUILLETON. DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags.! Itureaii Hendrik van Viandenstraat SS. AboHueiuentsprijs Per jaar Franco per post Per 3 maanden Franco per post 3.00 3.50 0.75 0.90 Prijs der ndvertentlëu Van 1 tot 5 regels 0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) De zaak, waarvoor wij een oogenblik uwe aandacht vragen, is: de zoogenaamde neutrale, beter gezegd: de openbare gemengde school. liet is ieder bekend, hoe zij in onze dagen van verschillende zijden en op zeer verschillende gronden als ondoelmatig en verkeerd wordt voor gesteld. Wij voor ons zijn de innige overtuiging toegedaan, dat zij daar staat als een sieraad, waarop Nederland in onderscheiding van andere natiën trotsch mag zijn. En als leden der Maatschappij „tot Nut van het Algemeen", wiel werken voor het volksonderwijs mede een der groote middelen geweest is, om haar in het leven te roepen, gevoelen wij ons gedrongen, met al de krachten, die in ons zijn, ook in onzen kring voor hare instandhouding te ijveren. Met dat doel voor oogen willen wij thans een woord ler hare verdediging aanvoeren; niet door alle bedenkingen, uit zoo verschillende bron opgerezen, één voor één te weerleggen, iuaar door u het nut, de doelmatigheid, en de nood zakelijkheid van haar voortbestaan aan te wijzen. Zooals de lagere school thans is inge richt, wordt het onderwijs diuir gegeven door den Staat, en wel aan allen. He grondwet (le gedeelte van Art. 194) schrijft daaromtrent voor: 1°. ,dat er overal in het rijk van overheidswege voldoend openbaar onderwijs zal gegeven „worden2°. dat dit ouderwijs zal worden „ingericht met eerbiedigingvan ieders gods- „dienstige begrippen". Te recht heeft de Staat zich die zorg voor het onder wijs aangetrokken. Het onderwijs toch is lie. groote middel, om het volk te vormen en te ontwikkelen tot degelijke burgers, en in die opvoeding en bescha ving is de toekomstige welvaart en bloei var, het vaderland gelegen. Ook heeft de Staat zijne taak juist opgevat en afgebakend. Wil het een voldoend onder wijs zijn, zoo moeten alle zijne burgers daaraan kunnen deelnemen, tot wat gods dienstige secte ook behoorende, of welke denkwijze ook toegedaan, daar allen zijne zonen zijn. Maar daartoe is het boodig, dat het onderwijs in den gods dienst op de school achterwege blijve. Steit toch eens, dat het daar gegeven werd, wat zou er het gevolg van zijn? Hoeveel meer geduld zou men met nndei en hebben, indien men hunne gebreken nfs dwaasheden beschovtede! Uit het Engelsch door A. J. M. 2.) Juffrouw Wormley was hun naaste buur vrouw haar huisje was omstreeks vijftig yards van hethunne verwijderd. Zij was cone oude vrijster en haar grootste genoegen en voornaamste bezigheid was pra ten. Als zij niet zou kuunen praten, zou het leven geen waarde meer voor haar hebben en zij zou zeker niet ge lukkig sterven, als zij niet pratende, den laatsten adem uitlbies. Zij praatte nu ook en Jim Rea kon ieder woord verstaan, dat zij zei en ook Meg's antwoorden, omdat een der in lood gevatte glasruitjes, dat altijd ram Uit: dat, wat den een stichten zou, den ander ergenis zou geven. Te talrijk zijn de verschillende gezindten en richtingen in ons vaderland, te groot, het verschil in denk- en zienswijze wat betreft het godsdienstige, dan dat men het zelfs over de voornaamste punten met elkander eens zou zijn. Welke mccning nu ook de onderwijzer zij toegedaan, liet kan niet anders, of door zijn gevoelen uitte spreken zou hij altijd dezen ofgeneuin zijne overtuiging kwetsen. En alsdan zou de Staat zelf de oorzaak worden, dat van het door hem gegeven onder wijs een minder algemeen gebruik ge maakt werd, en dat de openbare school alzoo ophield eene vrije school voor allen te zijn. Bovendien zou dan de Staat zijne bevoegdheid te buiten gaan. Staat en kerk zijn van elkander afgescheiden. Elk heeft zijn gebied. Vormen en opleiden tot bekwame burgers, tot nuttige leden der maatschappij, ziet daar de taak van den Staat brengen tot godsdienstig geloof en godsdienstige overtuiging, ziet daar de roeping van het huisgezin en de kerk. En willen wij in liet bezit blijven van onze godsdienstige vrijheid, in welk voorrecht wij ons reeds zoo lang verblijden, en waaraan allen zonder onderscheid zooveel te danken hebben, zoo is het noodig, dat die scheiding ook in het oog gehouden en bewaard blijve. Volgons de bestaande wet op het lager onderwijs kunnen overal bijzondere scho len worden opgericht. Zij hebben naast de openbare school volkomen vrijheid van bestaan. Doch is het wenschclijk, dat het aantal dier scholen aanzienlijk toencme? Ongetwijfeld moet hierop ont kennend worden geantwoord. Wanneer iedere gezindte in iedere gemeente, hoe klein ook, eene eigene school had, met een eigen onderwijzer, kan het niet anders of dit onderwijs zou velerwege hoogst onvoldoende en beneden het middelmatige zijn. Bekwame, geschikte onderwijzers voor al die scholen te vin den, zou niet wel mogelijk zijn; en al ware dit mogelijk, zou niet een jammer lijke versnippering van krachten er liet gevolg van zijn? Maar ook uit een booger oogpunt is de openbare school goed te keuren. Ziet, daar komen de kinderen, tot ver schillende gezindheden behoorende, in onderlinge aanraking, en loeren zij met elkander om te gaan. Door dat samen melde als de wind sterk van den land- kant kwam, uit zijn omlijsting w-as ge vallen en de open ruimte was juist bij zijn luisterend oor. In het midden der kamer speelden zijn drie kinderen met een zoogeuaam- den kerstboom en de meesterhand van kleinen Jim was duidelijk zichtbaar. Zij hadden uit de waschtobbe „de stamper" gehaald, een werktuig met vier stevige, ronde pooten, en een breed handvatsel, dat gebruikt wordt om de kleeren onder in de tobbe eene pijni gende, soms vernielende reiniging te doen ondergaan. In de Hooglanden beantwoorden de voeten der meisjes aan hetzelfde doel. Master Jim had tot stichting van zijn broertje Jack en kleineMeg heel handig de stamper in een kerstboom herscha pen, door middel van stokjes kruiswijze aan het handvatsel bevestigd, en ver sierd met bros, zeewier van de kust. Glimmende schelpen waren er ook aan vastgemaakt, die vriendelijk blonken bij het licht en gezellig, brandend hout vuur. Het was schitterend, het was prachtig, en zij vonden het allen even mooi. Met een dozijn kaarsjes en enkele kleine presentjes zou het volmaakt zijn geweest. Maar kerstkaarsjes en Kerst geschenken kosten geld en al liet geld, dat in hot huisje werd verdiend, was amper voldoende voor de dagclijksche behoeften van het gezin. zijn worden niet zelden vriendschaps banden gelegd, die, wat verschillende geloofsbelijdenis men later ook zij toe gedaan, nimmer meer verbroken worden. Door dat samenzijn wordt reeds vroeg tijdig een geest van verdraagzaamheid gewekt en gekweekt, die zijne weldadige kracht nimmer verliest. Gezegend is die vrucht van het vrije onderwijs. Want ieder, tot wat kerkgenootschap ook be hoorende, wat gevoelen ook toegedaan, wat voorstellingen van de onzienlijke dingen zich ook vormende, is en blijft lid der menschelijke samenleving, en moet zich als zoodanig met alle anderen verbondon gevoelen. Dat de gedachte daaraan opgewekt, versterkt en levendig gehouden worde, is hoogst nuttig en goed. Laat echter iedere aanraking met hen, die van eene andere gezindte zijn, weggenomen of zoo zorgvuldig mogelijk vermeden worden, en het gevoel van gemeenschap met elkander verflauwt, de band, die allen verbindt, wordt los, - indien zelfs niet de bestaande scheids muren al hooger en hooger worden op getrokken, en partijzucht en onverdraag zaamheid er door bevorderd worden. Waarlijk de heersehendo verdeeldheid is reeds groot genoeg, om haar niet noodeloos nog te vermeerderen. Niet zonder reden is Nederland van ouds ge noemd het land van verdraagzaamheid, en hoeft het op dien naam roem gedra gen. Aan haar bovenal hadden wij onze vroegere grootheid te danken. „Eendracht maakt macht", dat was de leuze onzer vaduren. Houden wij aan dat woord vast, en zoeken wij zorgvuldig te ver mijden alles, wat scheiding veroorzaakt, en te bevorderen alles, wat eendracht kweekt. Daardoor alleen is een volk sterk. Daardoor vermag het in uren van gevaar zijne vrijheid en onafhankelijkheid te verdedigen. En beleven wij dagen, waarin deze bedreigd worden, zoo geldt het thans misschien meer dan ooit „kweekt burgerzin en eenheidszin". Dit alles zou echter niets tebeteoke- non hebben, indien hot waarheid ware, wat men aan de openbare school verwijt, dat zij, omdat het onderwijs -in den godsdienst er gemist wordt, den naam verdient van eene godsdienstloozc of goddelooze school. Werden de kinderen reeds van der jeugd af geleerd en gewend, om zich om God of godsdienst niet te bekommeren, wat ware er voor de toe komst yan Nederland te verwachten Kleine Meg zij was slechts enkele maanden oud, toen hij wegging en was nu eene „groote meid," zooals zij zich zelf noemde zat op den grond en keek met groote oogen naar denprach tigen boom, terwijl zij een oude pop zoo stevig tegen zich aandrukte, alsof het 't kostbaarste was, wat zij op aarde bezat. Kleine Jack was in bewondeiing ver loren over den wonderboom, die zijn groote broer had gemaakt van cenige houtjes en strandvonderij. De achtjarige Jim, gestreeld door de algemeene hulde, voelde zich heel ge wichtig, en beschouwde zich als de held van het feest. Er was geen bepaald ge schenk voor hem dien avond, maar de rood wollen bouffante, waaraan zijn moe der breidde, was voor hem bestemd en er was eene halve toezegging dat hij eerlang een paar nieuwe laarzen zou krijgen laarzen met spijkers, waar mee hij op 't ijs zou kunnen glijden en Jim voelde zich heel rijk. Maar de vrouwen zaten te praten en de eerste woorden, die de luisteraar hoorde, overtuigden hem, dat hij het onderwerp van 't gesprek was. „Wel," zei Juffrouw Wormley, „je mag zeggen, wat je wil, Margareta, maar je bent heel wat beter af zonder hem. „'t Kan zijn, dat je in sommige op zichten gelijk hebt, Martha, maar toch mis ik hem." Maar men verwart de zaken. Men stelt zwijgen over de godsdienstleer gelijk met haar gering te schatten. Intiisschen, kan men liaar niet van groot belang achten en het desniettegenstaande zijnen plicht rekenen, over haar te zwijgen, omdat men dat onderwijs beschouwt als niet behoorende tot het werk zijner roeping, en omdat men meent ieders godsdienstige begrippen te moeten eer biedigen? Even onjuist is de bewering dat, waar het onderwijs in den godsdienst op de school achterwege blijft, de kinderen daarom ongodsdienstig ouderwezen, of tot goddeloosheid opgewekt worden. Kan men dan geen godsdienstzin aan- kweeken ook zonder te spreken van het leerstellige? Daar de wet op liet On derwijs van 1S57 voorschrijft en zich ten doel stelt: opleiding tot alle Chris telijke en maatschappelijke deugden, zoo is het toch de plicht van den onder wijzer der openbare school, om zijnen leerlingen eene opleiding te geven, welke hen in hunne jeugd reeds leert verach ten en schuwen zedeloosheid, losban digheid, onoprechtheid en hen zal op wekken tot eerlijkheid, goede trouw, ondergeschiktheid aan orde en wet, bo venal tot eerbied voor God en liefde je gens den naaste. Verder moet en mag zich de roeping der openbare school niet uitstrekken. Het leerstellig1 gods dienstig onderwijs, volgens ieders over tuiging, behoort, zooals vroeger reeds gezegd is, tot de kerk en het huisgezin, en zal, waar op de school reeds zulk een goede grond gelegd werd, voorze ker zegenrijke vruchten dragen. Of zul len kinderen, in dien geest onder wezen, niet tot waarlijk godsdienstige menschen en goede burgers van den Staat worden gevormd? en is dat niet oneindig beter, dan, zelfs op gevaar van het zaad der onverdraagzaamheid in het kinderlijk gemoed te strooien, de jeug dige leerlingen op de school reeds op te houden inet leerstellige of godsdien stige twistvragen? En is het aldus metde openbare school gesteld, zietdaar waarom wij het wen- schelijk, ja wat meer zegt, noodzakelijk noemen, dat zij in stand blijve, en het den plicht achten van iederen welden kende, met al de krachten, hem gege ven, daartoe mede te werken Wie toch kan in genioede verzekeren, dat de vruchten, die de bestaande wet op het lager onderwijs gedragen heeft, van „Ik noem het een meevallertje. Als ik 't was, zou ik blij zijn, mijn heele leven van lie 11 af te zijn." „'t Is natuurlijk, dat je er 'anderi over denkt, als ik." „Wel, dat weet ik niet. Als ik wak ker lag, en hem voorbij hoorde gaan, kon ik aan zijn loopen merken, of hij dronken was en was dat liet geval, dan /.ei ,ik tot me zelf: „Nou zal die arme ziel er weer van lusten" en dan lag ik te luisteren en voelde me even el lendig als jij. Maar je schreeuwde nooit, Margareta, ik weet niet, dat ik je ooit in mijn leven heb hooren schreeuwen." „Neen, ik schreeuwde nooit," zei Margareta, „zoo erg was het ook niet". „Vertel dat aan een ander!" zei juf frouw Wormley. „De laatste keer heeft hij je toch ontzettend toegetakeld. En als agent Cole niet op 't juiste moment langs w as gekomen en ook een slag op zijn hoofd had gekregen, zou hij je misschien voor je heele leven een onge luk hebben geslagen. Agent C'ole is een goed mensch. Ik geloof dat 't gat in zijn hoofd er meer toe heeft bijgedra gen, om je man in de gevangenis te krijgen, dan wat met jou was gebeurd." „Ja, die laatste keer was erg," stemde Margareta toe, met een bevestigende beweging van haar hoofd, „maar hij wist niet, hoe ver hij ging. Je mag zeggeii wat je wil, maar Jim is een beste, trouwe man behalve als hij I dien aard zijn, dat hij op goede gron den zou kunnen verlangen, dat die wet door een andere verhangen of in haar hoofdbeginsel gewijzigd werd? Denken wij eens aan den treurigen toestand, waarin weleer het onderwijs verkeerde, toen het in de handen der kerk was, en buiten den Staat om gegeven werd, zoo gevóelen wij reden te hebben, ons in het bestaande te verblijden Wat aan particuliere krachten overgelaten mis schien nimmer zou zijn tot stand ge komen, dat is door don Staat in liet leven geroepen. Allerwegc zijn scholen opgericht en wordt voldoend onderwijs gegeven. Met den vooruitgang der we tenschap houdt ook het onderwijs gelijken tred. Aan de maatschappelijke opleiding wordt ook de opleiding tot deugd en godsvrucht gepaard, met eer- beidiging van ieders godsdienstige begrip pen. Aan allen zonder onderscheid wordt de gelegenheid aangeboden, om, van dat onderwijs gebruik te maken. En hoe veel schoons en goeds die inrichting reeds tot stand gebracht heeft, daarvan kuilt gij misschien door eigene onder vinding getuigen; en anders zouden dui zenden het u kunnen zeggen, voor wie op de openbare school de eerste grond werd gelegd voor hun latere stoffelijke welvaart en geestelijke ontwikkeling. \oorzeker! De gemengde openbare school, die sedert 180G bij ons natio naal is, die zich tot dusverre hoeft weten te handhaven, en alleen reeds daardoor het bewijs levert, dat zij het best overeenkomt met de behoeften Van ons volk, staat daal' als het getuigenis van een goeden geest, die in de be schaving van liet volk de welvaart des lands gelegen acht. Zij blijve als de kweekster van eendracht en nationalcn zin een sieraad van Nederland, dat an dere natiën ons benijden! Zij worde steeds meerderen ten zegen! Van het Departement Amersfoort der Maatschappijlol iïut van het Algemeen. (w.g.) 1). BURGER. President, (w.g.) C. D. DE BEYEREN. Secretaris. Een der leden van het plaatselijk Nutsdepartement zendt ons bovenstaan de circulaire, met de vraag of we die nog kunnen „gebruiken," vooral met het oog op de tijdsomstandigheden. Zeer zeker kunnen we dat en wc plaatsen gaarne deze opwekking aan het hoofd van ons blad, hopende, dat ieder lezer er door zal worden opgewekt, mede krachtig te wer ken voor de openbare school. te veel heeft gedronken." „En dat was bijna altijd het geval." „Misschien zal hij den smaak er van hebben verloren, als hij woert'huiskomt en we zullen weer even gelukkig zijn' als het eerste jaar van ons huwelijk." „Wou je me vertellen, dat je hem weer terug wilt nemen, Margareta Rea?" „Wel natuurlijk, en ik zou wat blij zijn, als hij wéér bij me was. Hij was 't niet die me zoo leelijk toetakelde; t was de drank." ,,'t Komt op 't zelfde neer," snauwde Juffrouw Wormley. „Neen, dat komt 't niet. Jim zou 't niet doen, als hij niet dronken was." „Och, je was altijd zoo'n gansje, Mar gareta. ,,'t Kan zijn," zei Margareta, „die zijn er in soorten, maar, hoe 't ook zij, ik luis hem Als je gewoon bent ge weest aan een man, om je heen dan is het vreeslijk eenzaam zonder een...." Juffrouw Wormley maakte een min achtend gebaar. „Beter in 't geheel geen, dan een, die je mishandelt." Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 1