CHRISTELIJKE EN NEUTRALE STAATKUNDE? Allerlei. Varia. Stadsnieuws. De antirevolutionaire partij heeft in do afgeloopcn week te Utrecht hare Deputaten-vergadering met het oog op de verkiezingen gehouden. Het was de eerste maal, dat de leider dier staat kundige partij, dr. Kuyper, op de ver gadering ontbrak. Nu hij in een anderen „staat des levens" verkeert, heeft hij van het voorzitterschap afgezien en trad prof. dr. H. Bavinck als zijn plaatsver vanger op. Merkwaardig is het, dat deze dogmaticus, die met dr. Kuyper dikke boeken over Calvinistische dog matiek heeft geschreven, professor in de theologie aan de Vrije Universiteit is en totnogtoe allerminst een politieke figuur in de antirevolutionaire partij is geweest, den „grooten leider" heeft ver vangen en niet een der anti-revolutionaire staatslieden b.v. Heemskerk, Talma, De Waal Malefijt, Vau Vliet of Duymaer vau Twist. De pers heeft geen toegang tot de Dcputatenvergadcring, zoodat de bui tenstaanders niet veel meer gewaar worden, dan de besluiten, welke genomen worden en de rede, waarmede de voor zitter de vergadering opent. Zoolang nu dr. Kuyper deze rede hield, was zij van belang als uiting van den „lei der", waarheen en wat hij wilde. Zoo maakte hij in 1884 zijne Deputaten- vergadering duidelijk, dat uitbreiding van het kiesrecht, liefst tot huismans- kiesrecht, noodig en dat zoowel van „broeder Lobman" als van de katholieke' staatspartij niets te verwachten was. In 1897 spiegelde hij zijne mannen het omgekeerde voor, samenwerking met Rome en met de mannen met twee namen, invoering van graanrechten en wegmoffeling van het vroegere anti-re volutionaire beginsel: afschaffing van de plaatsvervanging. In zijnerede„ Volharden bij het ideaal" in 1901 leerde hij, dat liet doel was om te zien „of voor het Christelijk Volksdeeldan wel voor onze volksgenooten, die met den Christus, altoos in politieken zin, gebroken heb ben, de meerderheid in de Staten-Gene raal zal zijn". Is ons volk in meerder heid Obi istelijk of paganist? Ziedaar de vraag, welke gesteld, zij het ook in een valsch licht, dr. Kuyper de overwinning bracht en waarop nu wordt voortgebor duurd, juist ter wille van het succes. Nu dr. Kuyper zelf niet aan de Dc- putaten aangaf, in welke richting het anti-revolutionaire schip verder koers moet zetten, is uit den aard der zaak de rede des voorzitters heel wat minder belangrijk. Immers, niet dr. Bavinck geeft die richting aan, maar de algemeen erkende leider, zoodat zijne rede niet meer dan een gelcgenlieidstoost kan worden genoemd. Natuurlijk werd de staatkunde van het kabinet, de christe lijke staatkunde, met lof bezongen en tegenover de politiek der paganisten, tegenover de neutrale staatkunde, ge steld. De redenaar begon met te zeggen, dat het kabinet in 1901, evenals het kabinet Mackay in 1888, zeer gematigd optrad. „Niet uit zwakheid, maar om de alles afdoende reden, dat in een land, waarin twee zoo machtige groe pen tegenover elkander staan, recht en billijkheid eischen, dat aan beide groepen een bestaan met eore verzekerd blijve". Men moet maar durven en zeggen, dat het kabinet zich van den aanvang af boven den partijen stelde, ze alle te zamen erkennende als een en het zelfde volkDr. Kuyper zorgt voor de cere der vrijzinnigen, ze met den naam van paganisten tooieude, door een zij ner satellieten weldra in heidenen ver taald Het kabinet boven de partijen, zegt dr. Bavinck. Neen, roept dr. Kuyper twee dagen vroeger uit: „de Regeering is er op bedacht voor de duiven in de eigen til behoorlijk te zorgen", wanneer hij in tweeden termijn over de onder wijst! o veile spreekt. Trouwens dr. Bavinck spreekt zichzelf tegen. Nadat hij eerst gesteld heeft: het Kabinet boven de partijen, gaat hij voort: de regeering wenschte voort te bouwen op de christelijke grondslagen van het volksleven. De vrijzinnigen zeggen: volgens hem echterGodsdienst is eene zaak van het hart, van de bin nenkamer, van het huisgezin, van de gemeente der geloovigen, maar waar mede de staat in zijn bestuur, in zijne instellingen, in zijne scholen, in zijne wetenschap niet te rekenen heeft. Hier moet alles doordrongen worden van een neutralen geest. Tegenover de politiek naar de openbaringsdogma's, bindt de politiek naar de uitspraak der rede den strijd aan. Onttrooning van het huidig bewind, omdat het op chris- telijken grondslag zich plaatst, is het gemeenschappelijk doel. In hoeverre de vrijzinnigen aldus redeneeren laten wij nu met rust, maar wenschen te vragen, of zich het kabinet werkelijk door christelijke staatkunde van zijn voorgangers heeft onderschei den? Heeft het ministerie nu Voortge bouwd op de christelijke grondslagen van het volksleven? En daarop kan niet anders dan ontkennend worden geant woord: neen en nog eens neen. Laat ons dit nagaan. Een aantal wetten waren door het Kabinet-Pierson-Borge- sius voorbereid, deels ingediend en door liet ministerie Kuyper ongewijzigd op nieuw ingediend. Deze wetten zullen dus wel niet op christelijken grondslag gebouwd zijn. Van overige wetten en wetsontwerpen van dit ministerie afkomstig zullen de speetwet, de wettot aanschaffing vanliet snelvuurgeschutendestakingswet- ten toch wel evenmin voor christelijke wetten worden versleten. Wie de bij de totstandkoming dezer wetten gevoerde beraadslaging naleest zal moeilijk het christelijke zout kunnen opsporen, veel eer een conservatieven, zelfs reaction- nairen geest. De drankwet, hoewel beoogende de drankzucht tegen te gaan, kan evenmin als eene proeve van christelijke wetge ving doorgaan, tenzij men oordeelt, dat christelijk hier synoniem aan poover is, Daarbij komt nog, dat deze wet niet dan met hulp der socialisten in het het Staatsblad is verschenen en aller minst met sympathie werd begroet door de Roomsch-Katholieken. Niet andere zal het gaan met het ingediende wets ontwerp tot afschaffing der Staatsloterij binnen 20 jaar, dat al even poover is als de Drankwet, van christelijk stand punt bezien. En het wetsontwerp tot be perking van den vaccinedwang? Sedert 28 Juni 1904 wordt op de memorie van antwoord gewacht, waarschijnlijk wel een gevolg, dat hot beginsel niet dat is van alle partijen der meerderheid, maar van een of meer stengels van den gemeen- schappelijken wortel. Zelfs de Hooger- onderwijswet en de nu in behandeling zijnde Lageronderwijsnovelle kunnen den toets niet doorstaan. Immers beide ontwerpen zijn niet specifiek christelijk, want ware dit wel het geval, dan zou niet van onverdacht christelijke zijde, met name door den heer de Savormin Lobman, tegen het eerste ontwerp zoo zijn opgetreden en evenmin het andere ontwerp zooveel bestrijding hebben onder vonden bij Roomsch-Katholieke onder wijzers in Limburg en bij Christelijk- Historischen in Friesland. Evenmin toonde het optreden der regeering een bijzonder christelijk karak ter. Of was het een christelijk ministor, die overal door zijn reizen de aandacht zocht en ons land meer dan eens door zijn ijdelheid in opspraak bracht? Wie zal minister Ellis om zijn optreden tegen de matrozen minister Loeft tegenover gevangenen, die naar 't ziekbed van hun naaste verwanten vragen te gaan, christelijker noemen dan hun pa- ganistische voorgangers? En danste Melvil niet evengoed als alle niet-christe- lijke ministers van buitenlandsche zaken? Komt de christelijke minister van Water staat, Handel eri Nijverheid niet terug op zijne niet christelijke wijze van op treden tegen de vier Amsterdamsche brievenbestellers? Ja, was de christelijke regeerings- meerderheid het wel te samen eens, wan neer specifiek christelijke zaken we<dcn behandeld? Hoe is het gegaan met het eeds-vraagstuk, met het onderzoek naar 't vaderschap, met de doodstraf in de militaire strafwetten? Waaruit blijkt zoo vragen wij ten slotte dan toch wel dat voortbouwen op de christelijke grondslagen van ons volksleven? Het is dan ook niet om het christe- telijke karakter der tegenwoordige regeering, dat de vrijzinnigen zich in spannen om het kabinet Kuyper te doen plaats maken voor een ander, neen, wij ontkennen juist dat karakter en zouden zelfs, indien het ministerie dit specifiek christelijk karakter had, het nimmer daarom bestrijden. Maar wij bestrijden dit kabinet, omdat het onder den schijn van op christelijke grondslagen van ons volksleven voort te bouwen met allerlei reactionnaire en onze vrijheid belem merende wettelijke maatregelen komt aandragen; omdat het de politiek inet den godsdienst embrouilleert" gelijk de heer C. "V. Gerritsen terecht zeide; om dat het in zijn wezen slechts een con servatief, reactionnair kabinet is, dat metkoortsachtigehaastpartijwetten onder valsche leuze wil binnenhalen, teneinde verzekerd te zijn van den aanhang van dat deel van ons volk, dat democratisch voelt en denkt en naar dr. Kuyper beweert niet met den Christus in politieken zin heeft gebroken. Hoe ware het anders mogelijk, dat de man der „kleine luyden" snelvuurgeschut en in voerrechten kon verkrijgen, terwijl de armen geen dag en geen nacht meer op een armen- en pensioenwet kunnen wachten, hoe ware dit anders mogelijk dan onder een mom van bij-zonderen godsdienstzin? Dit valsche in de poli tiek willen en zullen wij bestrijden, niet j omdat wij met den Christus hebben i gebroken een onwaarheid, van christelijke zijde maar al te graag rond- I gestrooid maar omdat wij meenen, dat de naam van Christus te heilig is voor politiek gedoe en partijgescharrel. Wij komen dan ook tegen dn. Ba- vinck's rede op, omdat daarin tweeërlei staatkunde wordt verondersteld, die in werkelijkheid niet bestaat. Tweeërlei politiek, eenerzijds van de bokken de politiek zonder openbaring, anderzijds van de schapen de politiek zonder rede schreven we bijna met de openbaring. Deze valsche voorstelling verdeelt ons volk hoe langer hoe meer in twee kampen, terwijl de godsdienst vermengd met de politiek ten slotte ketterjacht en onverdraagzaamheid zul len doen opbloeien. Vandaar, dat naar onze meening de antirevolutionaire staatkunde allerminst christelijk, d.w.z. verdraagzaam én waar is. Vandaar dat zij naar onze uieening een ramp voor ons laDd is. In weerwil vau het afschaffen der wijde mouwen is Hildebrand's onder- aardsche schietblaasbalk nog altijd niet ingevoerd, en heeft langzamerhand het denkbeeld post gevat, dat deze er toch wel nooit zal komen. Waarschijnlijk zal het aan deze overtuiging zijn toe te schrijven, dat men tegenwoordig er weer over begint te denken de van ouds bekende crinoline of hoepelrok op nieuw m te voeren. Onder de Fransche actrices, die van ouds den naam hebben van de toongeef sters der mode te wezen, zijn voor- en tegenstanders der weder-invoering van de crinoline. Mile Sorel, van het „Théatre Fransais," hoopt, dat „de mooie crinolines uit den tijd van Keizerin Eugenie" opnieuw in de mode komen. Maar Sarah Bernhardt gruwt van het denkbeeld der wederinvoering. Zij noemt de crinoline een afschuwelijk, dwaas, monsterachtig ding, en zij zegt: „De vrouwen van 1905 kunnen crinolines gaan dragen. Maar zjj zullen mij er niet mede zien!" Toen een Parijsch vriend haar er aan herinnerde, dat zij zelve een crino line had gedragen, antwoordde zij, dat zij dit deed omdat haar moeder hei wilde. Zoodra zij hare eigen meesteres was, wierp zij het belachelijke kleeding- stuk af. Eu ten slotte begon de kunstenares nu eens op hare beurt aanmerking te maken op de leelijke kleederdracht der hecren, hun hooge zijden hoeden, hunne pantalons, enz. „Gij mannen," zeide zij, „matigt u het recht aan, do vrouwenkleeding te critisecren en gij steekt u zeiven in drie kachelpijpen: een voor hot hoofd en twee voor de beenen!" Zij had er die voor den nek en voor de polsen ook nog kunnen bijvoegen. Nu wij toch over kleeding en kachel pijpen spreken, wil ik even meededen, zeker tot genoegen van alle hooge- hoeden-dragers, dat de hooge zijden hoed, hoezeer ook gebaat en gesmaad door velen, deze week zijn eeuwfeest heeft gevierd. Het was 18 April juist 100 jaren geleden, dat een stoutmoedige Engelsch- man zich te Londen voor het eerst op straat vertoonde met zulk een hoed op het hoofd. Die eerste „kachelpijp" werd binnen weinig tijds vernield door verontwaar digde tegenstanders. Maar toch won de nieuwe mode spoedig veld in de geheelc beschaafde wereld en nu weet men er niet af te komen. Dan is de Delftsche majoor dei- artillerie S. heel wat gelukkiger met zijn rijwiel. Hij liet het, nog wel met zijn officierssabel er aan een oogenblik buiten staan, en toen hij terug kwam was het al verdwenen. De dief gaf de sabel in een kroeg in bewaring en ver kocht het wiel in een huis van verkoop met recht vau wederinkoop. De politie nam het rijwiel in beslag en nu zijn voorloopig zoowel de majoor als de dief van de verantwoordelijkheid voor het vehikel af. „Ze mogen der naar kijken, maar aankomen niet," maar zijn in dat opzicht toch nog gelukkiger dan de Arnhernscho „gele rijers," die niet eens meer kijken mogen. Dat zit zoo. Naast de woning van mejuffrouw v. G., in de "Weerdjesstraat te Arnhem, staat een magazijn voor haver, hooi en 8troo. Het korpi rijdende artillerie be trekt uit dit magazijn de fourage. Drie wagens halen het benoodigde af. Door het wachten op de wagens worden oogenblikken geboren, waarin niet kan worden doorgegaan met fourageereu. In een dezer oogenblikken keek een artillerist door de ramen van ïnejuffrouws woning. Wc weten niet of de juffrouw op dit kritieke moment in profond negligé was, noch wat de artillerist heeft gezien de man was bescheiden, hij liet zich daarover niet uit doch leiden mejuffrouws boosheid af uit een klacht deswege aan den minister van Oorlog. De minister beval, maatregelen te nemen dat rijders niet meer door mejuffrouws ruiten zouden kijken. Sedert zijn bij het fourageeren inplaats van één vier officieren. De juffrouw was met een paar meter vitrage meer gebaat geweest, en de onderofficieren eveneenH. De waarde van tabaksasch. Er valt ook wel wat goeds van tabak te vermelden: de waarde die tabaksasch vertegenwoordigd Wanneer een looker dagelijksch de asch van zijn sigaar opving zou hij, wanneer hij bijvoorbeeld vijf sigaren pei dag rookte, bemerken, dat dit reeds een aardige hoeveelheid opleverde. Inderdaad bevat een tabaksblad aan inincraalstoffen een vijfde deel van zijn gewicht. Wanneer men nu nagaat, dat deze gehecle hoeveelheid uit waardevolle inineraliën bestaat, die door de tabaks plant aan de aarde ontrokken zijn, en weer een prachtige meststof voor de aarde zouden kunnen vormen, dan kan men zich slechts verbazen, dat nog niemand op het denkbeeld is gekomen, sigaren- asch in het groot te verzamelen en tot een handelsartikel te maken. Wanneer in ons land verrookt wordt 3 pond tabak per jaar per hoofd, dan krijgt men een cijfer van rond 15 inillioen pond of 7.5 ton. Daaruit zou volgen, dat in ons land jaarlijks 1.5 ton a 2000 pond sigarenasch vermorst wordt! Sigarenasch bestaat voor 3/t uit cal cium- en kalizouten, voor 15 procent uit magnesia- en natriumzouten en voor 5 procent uit het belangrijkste bouw materiaal van alle planten, uit phosphor- zuren. Welk een schatten! Maar wie bedenkt het goede middel om al de achteloos afgetipte asch op te vangen? Waarom is dr. Kuyper afgetreden als eere-voorzitter van den Journa listenkring? Omdat in zijn kring de eer niet meer voorzit- (H. Y.) Een Iersch koopman, die eene mooie baritonstem had, .waarvan hij zelf niet de koelste bewonderaar was, heeft do vorige week, toen hij naar zijn laatste rustplaats word gebracht, bij den lijk dienst in de kerk zijn eigen requiem gezongen. Naast de katafalk stond name lijk een groote fonograaf, waarin hij eenige weken voor zijn dood den treur zang gezongen had. Mark Twain vertelde aan een vriend over zijn jeugd. Hij bekende in die ge lukkige dagen zeer lui geweest te zijn. Op een morgen, aldus verhaalde hij, nam mijn vader mij mee in den tuin en wees mijn een boembed aan, waarin vreesclijk veel onkruid stond. Ik moest dat bed gaan wieden. Dat leek me een taai werkje; och, och, er stond zooveel onkruid in. Daarom zei ik: Vader, zou ik er maar niet liever de bloemen uit halen? Dan hebl u een mooi oukruidbed! De componist Pietro Mascagni en zijn vrouw hebben op eigenaardige wijze hun horloges versierd. Et ligt een Ita- liaansche zilveren munt overheen, waarin zes gaatjes geboord zijn, en daarin zijn de melktandjes van hun zoontje en hun dochtertje bevestigd. „Andere menschen" aldus liet de beroemde componist zich uit tegenover een interviewer „ver sieren hun horloge met edelsteenen; voor mij zijn deze tandjes kostbaarder dan alle juweelen ter wereld." Hu per modern. In een der Lon- densche dagbladen stond dezer dagen de volgende advertentie te lezen. „Er van door gaan per automo biel is tegenwoordig zeer in de mode. Verliefde paren, die wenschen te trou wen en daartoe niet de toestemming van hun ouders hebben, kunnen, indien zij van plan zijn er van door te gaan, bij mij op elk uur van den dag en den nacht een elegante automobiel met ver trouwden chaffeur huren. Billijke prijzen desgewenscht betaling in termijnen. Woensdag slaagde te Utrecht voor bet examen van onderwijzeres mej. A. G. van den Berg, alliier. Te Westbroek en Achttienhoven (district Amersfoort) werd jl. Dinsdag avond eene vergadering gehouden van de Christel. Kiesvereeniging. Uitgenoo- digd was ds. Ankerman van Wommels om de begiuselen van den Friesch Christel. Histor. Kiezersbond uiteen te zetten. Na afloop van de vergadering werd besloten, om, zoo geene samenwerking met den Frieschen Bond en de andere Christel, partijen tot stand komt, in het district Amersfoort een candidaat te stellen, die de beginselen van de Friesch-Chr.-Hist. party is toegedaan. En dus tegenover het aftredend antirev. lid. Hdbl. De le-luit. A. G. J. C. Wilkens, van het 2e reg. veld-art., wordt ontheven van zijne detacheering bij de rijschool te Amerefoort en ingedeeld bij het depót te 's Gravenhage. De nieuwe cursus aan de Rij- en Hoefsmidschool zal worden gevolgd door de le luitenants F. J. J. baron van Heemstra, P. H. B. Beernink, J. D. Besier en A. H. W. vanBlijen- burgh, van de cavalerie, en door do le luitenants N. O. J. de Pauw Gerlings, J. H. van Reede, jhr. K. F. Quarles van Ufford en P. H. Dolleman, Tan de veld-artileric. Bij wijze van proef zal in de wacht kamers van het station Amerefoort, het waarschuwen voor het vertrek van de treinen, worden voorafgegaan door het luiden met een handbei, waarmede 1 Mei a.s. wordt begonnen. Thans is definitief vastgesteld, dat de halte „Koppelpoort" 1 Mei voor het reizigersvervoer geopend wordt, terwijl alsdan de halte „Bloemendalscheweg" wordt gesloten. Van de H. IJ. S. M. stoppen aan de halte geen treinen, van de N. C. S. alleen de locaaltreinen. Op 4 Mei zullen de verkiezingen plaats hebben voor het Hoofdbestuur van do Coöperatieve Vereeniging „Voor allen der H. IJ. S. M.". Als candidaten zijn o.a. gesteld, de heeren H. R. Krapels stationschef en G. G. van Lunteron wagenmaker aan de wagenwerkplaats te Amerefoort. De heer H. R. Krapels heeft echter verzocht geen stemmen op hem uit te brengen. Aan het dezer dagen vermeld bericht uit het district Sliedrecht datmr. W. de Beaufort voor een candidatuur in district bedankte wyl hij o. m. de can didatuur in Amersfoort heeft aanvaard kan volledigheidshalve worden toegevoegd dat thans door de Centrale Kiesvereen ging Amersfoort met algemeene stemmen mr. W. H. de Beaufort definitief candi daat is gesteld. In een Donderdagavond gehoud bestuursvergadering van „Het Groene Kruis" zijn tot wijkverpleegsters noemd de zustere Diemont en Bakker De benoemden komen 1 Mei reeds functie. De voortdurende vermeerdering van het aantal abonné's van het plaatselijk telephoonnet heeft een groote uitbreiding noodzakelijk gemaakt. Zoo is het toestel van het Centraal-bureau reeds twee malen vergroot met een zoogenaamde „pui6t waardoor het mogelijk werd weder eenige abonné's aan te sluiten. Thans is dit niet meer zoo goed doenlijk, vandaar een geheel nieuwe kabel zal gelegd worden, waardoor het mogelijk wordt 3J0 aansluitingen te verkrijgen. In ver band daarmee is men nu dezer dage begonnen met het plaatsen van groote ijzeren netpalen. De grootste komt den hoek van Langestraat en Lange gracht, terwijl een drietal kleinere worden geplaatst: Arnhemschestraat, Utrecht scheweg en Soesterweg. H Is te hopen dat deze arbeid spoedig zal zijn voltooid, want er is reeds een betrekkelijk groot aantal abonné's, op aansluiting wacht. De verkiezing van elf leden van Kiescollege der Ned. Herv. gemeeatf zal plaats hebben op Dinsdag, den 2 Mei e. k. Aan de beurt van aftreding zijn: heeren J. J. Berends, H. G. van Ginkcl T. van Hoogevest, H. C. van der Horst, H. Noorman, A. Smeitink en A. Vees terwijl vier vacatures, die ontstaan zijn door vertrek of anderszins, moeten wor den aangevuld. Ter benoeming van een leeraar in wis- en werktuigkunde en cosmographi bij het middelbaar onderwijs te Amste dam, in het bijzonder om onderwijs geven, aan de 3e Hoogere Burgerecho met 5-jarigen cursus voor jongens, velen B. en W. aan den heer dr. G. A. "Valewiuk, tijdelijk leeraar aan school. Het Amersfoortsch Dagbl weet mee te deelen, dat in de vergaderiu van de anti-rev. kiesvereeniging „Nede derland en Oranje" een motie is aan nomen, waarin wordt uitgedrukt dat ine niet tegen de oprichting van ee Industrie- en Huishoudschool is, dot dat men de houding van twee anti-re' raadsleden betreurt, die niet hebb willen medewerken om, volgens hetvoo stel-Hamers-Jorissen, het subsidievoors van B. en W. naar de afdeelingen renvoyeeren.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 2