Visschers van Spakenburg!
Waarom
Omdat
de Kiezers, leden van de Ned.
Hervormde Kerk!
Wij ontvingen
Mr. W. H. DE BEAUFORT.
Met ingenomenheid voldoe ik aan
het tot mij gericht verzoek om met
een kort woord de candidatuur van
Mr. \V. II. de Beaufort aan mijne
vroegere sladgenooten aan te bevelen.
Mr. W. H. de Beaufort behoeft voor
Amersfoortschc kiezers geen introduc
tie. Evenals zijn vader groot-grond
bezitter in den omtrek, is zijn naam
onafscheidelijk verbonden aan den
Treek, waar hoog geboomte en uitge
strekte ontginningen de dorre heide
over onafzienbaren afstand in groene
dennenwouden en vruchtbare akkers
hebben herschapen. Maar de zoon,
ofschoon geboren en opgevoed in de be
trekkelijke afzondering van een een
zaam landgoed, heeft niet geaarzeld
na eene zorgvuldige opleiding deel te
nemen aan hel wetenschappelijk en
staalkundig leven van zijn vaderland
en als schrijver, volksvertegenwoor
diger en minister een welbekende en
eervolle rol vervuld. Getrouw aan de be
ginselen zijner jeugd is hij meer en
meer een sieraad der liberale partij
geworden en mag thans elk district
het als een voorrecht beschouwen, hem
als candidaat te stellen en ai te
vaardigen.
Weinige woorden volstaan om dit
aan te toonen.
Mr. W. H. de Beaufort is een hoogst
bekwaam man. Op het gebied der
vaderlandsche geschiedenis, waarop
hij zich met voorliefde beweegt, leverde
hij met slechts menige verdienstelijke
bijdrage, maar wist hij ook meermalen
zijne voorstelling van tijden en zeden in
een romantisch kleed te hullen, dat
niet minder getuigt van zijn kennis
als van zijn goeden smaak. Als scherp
zinnig waarnemer en grondig beoefenaar
van het Nederlandsch staatsrecht, heeft
hij over oude staatkundige vragen een
nieuw en niet zelden verrassend licht
ontstoken en, zonder naar rechts
of links at te wijken, den juisten maat
stal met oordeel aangewend,
staatsman eindelijk heeft hij een lang
durige en eervolle parlementaire loop
baan alleen afgebroken om als Minister
van Buitenlandschc Zaken op te treden
en in die hoedanigheid onder geenszins
alledaagsche omstandigheden den goe
den naam van Nederland in wijden
kring gehandhaafd. De Vredesconfe
rentie van 1899 heelt gedeeltelijk aan
haren eere-voorzitter Mr. W. H. de
Beaufort, vertegenwoordiger harer Ko
ninklijke gastvrouw, haren roem en
haar welslagen te danken.
Mr. W. H. de Beaufort
een gematigd man. Nooit
behoord tot de uiterste
welke hare voornaamste taak schij
nen te vinden in het bestrijden en
afbreken van elkander. De fijnge
voeligheid en wellevendheid van den
aristocraat des geestes behoedde
hem voor de buitensporigheden van
den partijstrijd. Dit ontnam echter
niets aan de vastheid zijner overtui
ging, noch aan den moed om openlijk
voor zijne beginselen ten strijde te
trekken en in volle wapenrusting aan
den tegenstander slag te leveren.
Menige redevoering legt daarvan een
welsprekend getuigenis af, zoowel
tijdens de grondwetsherziening als
onder het ministerie Tak-Tienhoven.
Welbekend is bijv. zijn amendement tot
hervorming der Kerste-Kamer, dat na
de onvoorziene aanneming een oogen-
blik dreigde den conservatieven leids
man der regeering doen het veld te rui
men. doch dank aan wederkeerig beleid
en inschikkelijkheid ten slotte leidde
tot eene niet onbelangrijke verbetering
in deze overigens doode materie. Zoover
ging zelfs de gematigdheid van den afge
vaardigde, dat hij zich in 1807 liet
overreden om in het kabinet Bierson
de portefeuille van Buitenlandsche
Zaken te aanvaarden en zitting te
nemen naast mannen als Goeman-
Borgesius en Lely. waardoor hij meer
dan iemand bijdroeg om aan dit ka
binet ook den steun der rechts-liberalen
te verzekeren.
Mr. W. H. de Beaufort is eindelijk een
rechtschapen man. op wiens politiek
wapenschild geen smet kleeft. Hij
bleef getrouw aan de beginselen, welke
hij beleed hij zijn optreden in het open
baar, toen hij in 1877 door het kies
district Tiel voor het eerst naar de
Tweede-Kamer werd afgevaardigd. Hij
rekende het zich een eer tot de school
van Thorbecke te behooren en sloot
zich aan bij diens beginselen en geest
verwanten. Van daar zijn liefde voor
een gestadigen maar geleidelijken voor
uitgang, zijne voorkeur voor de werken
des vredes, zijn afkeer van politieke
verrassingen en dwangmaatregelen,
zijn eerbied van de Kroon, gepaard
met een open oog voor de toenemende
behoefte aan volksinvloed en deel
neming der geregeerden aan de taak
der regeering. Vóór- noch tegenstanders
hebben hem ooit ontrouw aan staat
kundige beginselen of persoonlijke
eerzucht durven verwijten cn ongerept
verrees zijn naam uit eiken politieken
strijd.
Op bovenstaande gronden is Mr. W. H.
de Beaufort een libéraal, die in elk
kiesdistrict der liberale partij tot eer
zou verstrekken, doch te Amersfoort
inzonderheid de rechte man op de
rechte plaats mag heeten. Niet zoo
zeer omdat zijne persoonlijke ver
diensten daar meer dan elders bekend
zijn en te gelijkertijd de belangen van
het district aan geen betere handen
konden worden toevertrouwd, doch voor
al omdat de richting van den candidaat
het meest overeenkomt met die van
de meerderheid der liberalen in het
distriet. terwijl de bclcckcnis zijner
persoonlijkheid van dien aard is, dat
hij zelfs voor afwijkende minderheden
een zeer aannemelijk candidaat mag
genoemd worden. Bekend als weinigen
met de streek en hare behoeften, zal
hij hare belangen nauwgezet beharti
gen en een vertrouwd raads- en leids
man blijken voor alle in het district
aanwezige elementen, die het heilloos
clcricaal bewind, waaronder het vader
land zucht, beginnen te vreezen of te
wantrouwen. Van hem is geen aarzeling
noch transactie te duchten. Hij door
ziet den politicken tegenstanderen geelt
geen kamp. willens noch onwillens.
Moge het district, waaraan ik mij
door zooveel banden van herinnering
en genegenheid verbonden gevoel, het
vaderland een dienst bewijzen en zich
zelf een ecrepalm uitreiken door op
den zetel in dc Tweede Kamer, die
hem van rechtswege toekomt, een man
te plaatsen als
Mr. W. H. DE BEAUFORT.
J. DE LOUTER.
In de laatste jaren is de visscherij
sterk achteruitgegaan en ook nog lieden
Als zien de meesten uwer de toekomst
donker in.
Wat heeft het tegenwoordig Kahinet,
waaraan gij uw vertrouwen schonkt.
gedaan om uw tak van bedrijf, die
kwijnende is. op te beuren?
Heeft het maatregelen getroffen, om
het visschen met de wonderkuil tegen
te gaan?
Hierop hebt gij niet veel te ant
woorden.
Ja, zult gij misschien zeggen, Dr.
Kuyper had dit wel gewild, maar hij
moet ook rekening houden met zijn
hondgenooten en de Volendammers
maken een druk gebruik van de
wonderkuil.
Indien dit zoo is, hoe kunt gij dan
verwachten, dat uwe belangen zullen
worden behartigd, als dit Kabinet nog
maals 4 jaren aanblijft.
Laat u niet bepraten door de blinde
volgelingen van Dr. Kuyper, maar ge
bruikt uw verstand cn overweegt eens
ernstig, vóór gij naar de Stembus gaat,
of het belang van uwe broodwinning
medebrengt, dat gij uw stem geeft aan
een aanhanger van dit Kabinet.
Aan
Vóórdat de dag der stemming aan
breekt wil ik. door de redactie van
de Eemlander daartoe uitgenoodigd,
mijn meermalen gesproken en geschre
ven waarschuwend woord nog eens
herhalen.
Gelijk bekend is hebben Dr. Kuyper
en zijne Roomsche hondgenooten in
looi, niet het minst door de hulp en
steun van Hervormde predikanten cn
gemeenteleden, de zege behaald. Zal
hun die nu opnieuw worden verleend?
Zeker niet door allen, die toen meen
den aan een, als bizonder christelijk
zich aanbevelend Bewind hunne mede
werking niet tc mogen onthouden. -
Veler oogen zijn reeds open gegaan
voor het groote gevaar, dal van het
•zoogenaamd Christelijke, inderdaad
zuiver Kerkelijk Ministerie onze Hen
Kerk bedreigt. En niet alleen maar
bedreigt, maar reeds werkelijk aan»
we/.ig en met den dag toenemend
is. Getuige de ernstige beschuldigingen
in den jonsien tijd tegen zijne begin
selen en daden ingebracht o.a. door
de orthodoxe predikanten van Leeu
wen, Bronsveld, Wagenaar, e.a.
Hunne slem vinde weerklank in uwe
gemoederen
Stelt uzelf eerlijk en onpartijdig de
vragenwat raadt en waartoe dringt
ons onze belangstelling in en liefde
voor onze Kerk? Moeten wij als hare
trouwe leden eene Roomsch-Gcrcfor-
meerde regeering bij of tegen staan?
Mogen we vertrouwen en verwachten,
dat zij onze kerk een goed hart toe
draagt of hebben we afdoende redenen
om voor het tegendeel beducht te zijn?
Het antwoord kan, dunkt mij, niet
twijfelachtig zijn. Onze kerk toch heeft
geen bitterder en machtiger vijanden
dan Rome en Dr. A. Kuyper, in wiens
persoon de Calvinistisch-Antirevolu-
tionaire partij als 't ware geconcen
treerd is.
Ten opzichte van Rome behoeft dit
geen bewijs. Hoe verdraagzaam en
vredelievend vele Roomschen mogen
zijn (tegen hen gaat de strijd niet), de
Roomsche hierarchic kent geen ver
draagzaamheid en wil van vrede niet
weten, zoolang zij niet weder in heel
de Christelijke Kerk de opper- en over
macht heeft verkregen.
Nog altijd vloekt zij de door ons
gezegende kerkhervoring. Nog altijd
beweert zij de alleenzaligmakende kerk
te zijn en doemt ter helle allen, die
n,et tot haar behooren of ootmoedig
wederkceren. Nog altijd spaart zij geen
moeite en ontziet geen middel om het
Protestantisme, in welk land of wereld
deel het ook gevestigd is, met wortel
en tak uit te roeien.
Nog altijd rust zij niet en kan en
mag en zal zij, krachtens haar begin-
WAAROM geen protectie.
Omdat de hefting van invoerrechten
ten gevolge heeft prijsverhnoging dei-
waren en dus onmiddellijk nadeel
brengt aan alle verbruikers, die lot
verhoogde prijzen hunne consumptie
artikelen moeten inkoopen. Voor deze
is protectie dus onmiddellijk loons- of
inkomstenvermindering, daar zij bij be
houd van hetzelfde loon zich er minder
goederen voor kunnen aanschaffen.
Maar de ingediende tariefwet belast
ook vele producenten, hen dwingend
te arbeiden met in prijs verhoogde
grondstoffen. Wilt ge eenige voor
beelden
Honing wordt belast, eveneens Su
kade en allerlei zoetstoffen bedrijfs-
maleriaal van den bakker.
Mout wordt belastgrondstof van
den bierbrouwer.
Papier wordt belast en inktbe-
drijfsmateriaal van den drukker.
Leer wordt belastgrondstof van
den schoenmaker.
Machineriën worden belastbe-
drijfsmateriaal van den fabrikant.
Gereedschappen worden belast
bcdrijfsmateriaal van den werkman.
De visscherij wordt getroffen met
invoerrechten op touw. netten, zeilen,
teer en fusten.
Dc landbouw door rechten op
gereedschappen, werktuigen, hout, za-
delmakerswcrk. Kortom haast geen
menschengroep ontkomt aan de lasten.
Dit is een van de zegeningen, kiezers
van Amersfoort, waarmede dit Kabinet
u gelukkig? wil maken. Brengt dus
uw stem niet uit op den candidaat der
Regcerings-partij maar op Mr. W. H.
de Beaufort, een beslist voorstander
ran vrij-handel politiek!
sel," niet rusten vóór dat ook in ons
vaderland aan alle kettcrsche kerken,
allereerst aan de talrijkste en mach
tigste, onze Ned. Herv.. dc doodsteek
is gegeven.
Kortom, Rome zou zichzelf verloo
chenen. zichzelf vernietigen, zoodra het
ophield haar onverzoenlijke vijandin
te zijn. En met Rome sluit Dr. Kuyper
een innig verbond. Dr. Kuyper die nog
niet vele jaren geleden openlijk ver-
klaa rde: «dat zoo'n verbond verraad
zou zijn aan de broeders,' verraad aan
de nagedachtenis der vaderen, verraad
aan dc eigen zaak, ja, een zedelijk
misdrijf. Van waar die geweldige, 'k
zou willen zeggen gedrochtelijke en
daarom schier ongeloofelijke omkeering
en frontverandering? zeker ook, wijl
hij. om de zoo vurig begeerde regce-
macht in staat en kerk te veroveren
de eens gésmaadde en gescholden
Roomschen onmisbaar noodig had,
Met zijn betrekkelijk kleine Gideons
bende. zelfs de vrij-Antirevolutionairen
en Christelijk-historischen meegere
kend, zou hij, hoe eminent en rijkbe
gaafd, weinig of niets beteekencn,
durven en vermogen.
Evenwel, daar was en is nog een
andere drogreden.
Niet minder fel dan Rome haat en
verfoeit dr. Kuyper de Ned. Herv.
Kerk. In zijn oorspronkelijk plan haar
naar zijne Calvinistische inzichten leer
stellig en kerkrechterlijk nog eens te
hervormen, mocht hij niet slagen.
Tevens voor hem een wreede teleur
stelling. Indien Amsterdam de groot
ste en aanzienlijkste gemeente, waar
hij toen predikant was, maar voorging,
zouden, hoopte en verwachtte hij.
andere, steeds meerderen, haar volgen.
En ziet. aanvankelijk, scheen het daar
te zullen gelukken. Vooral door zijn
machtigen invloed werden Kieskollege
en Kerkeraad in zijn geest omgezet.
Ook de Kerkvoogden wist hij te win
nen. Hij meende van de victorie zich
reeds verzekerd te mogen houden.
En wellicht zou deze ook behaald zijn,
indien de Kerkelijke Besturen niet
tijdig en nadrukkelijk hun «tot hier
toe en niet verder hadden uitgespro
ken. In 1886 schorsten deze hem cn
vele anderen in hunne bediening. In
den loop van hetzelfde jaar na en mede
tengevolge van de beruchte paneel
zagerij. werd hij uit zijn ambt ontzet
en het lidmaatschap van de Ned. Herv.
Kerk hem ontnomen. Deze smadelijke
nederlaag vergat hij niet en zal hij
nooit vergeten. Hoe groot zijn afkeer
is van onze kerk cn hoe diep zijn
wrok. getuigt elke jaargang van eStan
daard' en Heraut' vóór en na 18H0
op droevig welsprekende wijze. Als
eene valsche, goddelooze, den naam
christelijke niet meer waardig werd
en wordt zij met hare driewerf ge vloekte
Synode aan de kaak gesteld. En in
derdaad. op het standpunt van hare
tegenstanders moet hare bestrijding,
kan het zijn haar ondergang, als iets
Gode welgevalligs worden beschouwd,
gewenscht en nagestreefd.
Hiermee is, meen ik, hel antwoord
op bovengestelde vragen gegeven. E,n
nu bedreigt haar nog een nieuw gevaar.
In 1886 en later beslisten de rechter
lijke colleges, dat de doleerendc en
Gereformeerden op de goederen cn
gelden van de Hervormde geen aan
spraak konden laten gelden. Die von
nissen echter kunnen en zullen w orden
herzien. De onlangs gewijzigde Honger
Onderwijswet geeft o. a. aan Kuypcrs
Vrije Universiteit het recht en dc macht
graden uit tc deelen, die tot hel bé-
kleeden van staatsambten de bevoegd
heid verleenen.
De Ronmsch-Calvinistische regeering.
zal, wordt zij bestendigt, niet nalaten
dit kostelijk en scherp snijdend wapen
te hanteeren. Met mannen van de kleur
zullen in dc verschillende rechtbanken
bij voorkeur de ontstaande vacaturen
worden aangevuld. Ten bewijze strekke,
dat onder het Ministerie Kuyper de 4
in den Hoogen Raad opengevallen
plaatsen bezet zijn door 2 Roomschen
1 dolcerende cn 1 liberaal. Bewaarheid
zal worden deze profetie van Dr. Brons
veld Over weinige jaren zal de
meerderheid van onze rechterlijke
colleges, de Hoogeraad daaronder
begrepen, bestaan uit kweekelingen
van de Vrije Universiteit, geflan
keerd door Roomsche juristen, die
flink onder geestelijke curateele
staan en dan dan zal men eerst
goed gaan afrekenen met de Her
vormde Kerk."
En daarom, kiezers leden van die
Kerk, die haar liefhebt, wien haar
blijvend bestaan, haar geestelijk en
stoffelijk welvaren oprecht ter harte
gaat. brengt eerdaags uwe stemmen
niet uit up personen, die. al zijn zij
zelf haar niet vijandig gezind, toch
met hare besliste vijanden meegaan
door dik en dun. Kiest den om zoovele
en overwegende redenen aanhevelings-
waardigen kandidaat der vrijzinnigen 1
Kiest den heer Mr. W. H. DE
BEAUFORT, die, bekend als belang
stellend lidmaat van «Ie Ned. I lerv.
Kerk van hare rechten en vrijheden
de kloeke en moedige handhaver cn
verdediger zich zal blijven tonnen
J. G. BUSCH KEISER
Emcr. Herv. pred.
wetten in strijd met Gods geboden?
Men kan op een dergelijke wijze wel
indruk maken op menschen die met
dc inrichting van ons staatsrecht niet
bekend zijn. Ik acht Mijne Heeren.
het een geluk voor een volk, wanneer
de geloofskwesties sluimeren, geloofs
strijd leidt tot niets en wekt verbitte
ring. Deze minister schijnt er echter
anders over te denken. Bij de laatste
bcgrootingsdiscüssics heeft men hel
nog kunnen hooren: er heerschte een
periode van lamlendigheid en dofheid:
de schoolwet van 18.ï7 was daarvoor
het bewijs. Nu. Gode zij dank. dit voegde
dc minister cr bij. een periode van
tegenstellingen, van worsteling in het
rijke leven, van differentieering. Als
dc differentieering leidt tot splitsing
van burgers van eenzelfde vaderland,
tot verdachtmaking van geloofs- en
godsdienstzin van anders-denkenden
en van hunne staatkundige richting,
als de differentieering moet leiden tot
aanmoediging van schijnheiligheid en
godsdienstig vertoon, dan zou ik liever
de voorkeur geven aan de periode
van lamlendigheid en dofheid.
Zij. die zich een goed oordeel
willen vormen over hetgeen de
Hervormde Kerk te wachten
staat, indien de tegenwoordige
regeering aan het bewind blijft,
leze aandachtig de keurige
bijdragen van Dr. R. H. Roes-
singh, predikant-kamerlid en van
Ds. J. G. Busch Keizer, eme
ritus-predikant.
„Gelijk de heer Coolsma in zijn
zoo lezenswaardige Zendingseenw het
kort en goed schreef, zoo is hetTe
genwoordig ziet de Regeering de zen
ding vriendelijk aan. cn vervult van
haar menigen wcnsch. En dit «tegen-
woordig zoo voeg ik er even bij
slaat nog terug op den tijd van de
liberale bewindslieden. Eere wien eere
toekomt! Tegenover de zending althans
blijve de nieuwe regeering bij dc li
berale» beschouwingen.»
Ds. H. H. MEULENBKLT.
Zendingsblaadje 318 van 6 Juli 1903.
Het schijnt me toch toe. dat door
inmenging in dc politieke actie onze
Evangeliebediening schade lijdt, en de
eer er van behoort ons bijzonder ter
harte te gaan. Zoude het volgens al
gemeen gevoelen zelfs verachtelijk
zijn, indien ooit iemand zijn kerkelijke
ambt dienstbaar maakte aan politieke
aspiraties, reeds onze bemoeiing met
de zaken des lands kan m. i. niet te
bedachtzaam geschieden, en tegen het
optreden van predikanten bij de stem
bus dient zeker ernstig tc worden ge
waarschuwd.
Ds. H. H. MEULENBELT.
(Evangeliebediening en politiek.)
stemmen vole leden der I ïervormde kerk
op Mr. W. H. DE BEAUFORT?
Niet alleen, omdat hij een kerkseh
man is. maar ook
zij van oordeel zijn, (lal Dr. Kuyper
de Hervormde kerk ernstig wil bena-
doclen.
N. B. Men zie dc onderteêkeningvan
de kandidalenlijslen. die wij in
dit nummer afdrukken, waar
onder voorkomen de numen
van Predikanten, Ouderlingen,
Kerkvoogden en Notabellen
der Hervormde Kerk.
van professor J. d'Aulnis de Bourouill
een schrijven, waarin hij ons meedeelde
door tijdgebrek verhinderd te zijn een J. van Goor
bijdrage te zenden voor ons «Beaufort
nummer,» doch met groote sympathie
gewaagde van diens kandidatuur. Hij
geeft ons den raad uit de rede van
den heer dc Beaufort dat deel over te
nemen, waar deze spreekt over «de
anti-these.
Gaarne voldoen wij daaraan.
Mr. W. H. de Beapfort zeide onge
veer:
Indertijd heeft deze minister in de
Kamer een uitdrukking gebruikt, die
veel sensatie in den lande heeft ver
wekt. nl. dat men God in het staats
recht had geëcarleerd. Zijn dan onze
Voor den heer de Beaufort
zijn niet minder dan ZES
Candidatenlijsten ingeleverd.
We laten hier de namen
der onderteekenaars volgen.
i F. M, van Veen Amersfoort.
Ij. J. van der Eist.
H. Donker
M. de Rooi
C. J. F. Prins
Ij, C, van der Meer
Joh. H. v. d. Meiden
F. Faber
R. Smit
H. Smit
I H. Wiegman
G. C. Schellinger
G. Prins
J. W. Radersma
M. Simons
J. van der Horst
H. C. den Hartog
'johs. van Veen
F. S. van Eybergen
G. P. Ittmann
Th. \V. Ittmann
J. C. van Eybergen
C. J. van der Nagel
J. van Eeden
D. W. Gillissen
C. van Zwol
J. van der Hart
H. W. J. Fortuin
A. Zondervan
P. C. J. P. Kroeze
I. M. J. Hoog
1,. Schutte
G. F. G. de Bruvn
B. Jasink
K. Verlaan