No. 51. Woensdag 28 Juni 1905. 2e Jaargang Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". JCleptomania. Een stem uit België. FEUILLETON. „Een onbetrouwbaar man." DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Ilureaii Hendrik van Viandenstraat 28| Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentiën Van 1 tot 5 regels 0.40 vooi iederen regel meer0.03 (Bij abonnement aanmerkelijke korting Op voor de nationale school. Verscli nieuws voor Nederland, maar oud nieuws voor België.(') In Nederland is, na de omwerping ran het liberaal ministerie, dezelfde strijd tegen dc openbare school be gonnen, die in België reeds sedert ruim 26 jaar tegen het officieel onder wijs is aangebonden men weet met welk gevolg. Het Nieuwsblad voor dc Hoeksche Waard vermeldt de volgende staaltjes Tan de wijze, waarop sommige predi kanten tegen de openbare school pro paganda maken: Dominee Van Grieken hield te Oosterland een politieke lezing, waarin hij de volgende beschuldiging tegen de openbare school durfde uiten„De geest der openbare school is verder felijk; het onderwijs is opruiend, barstend van verkeerden vrijheidszin; de openbare school is alleen goed voor heidenen en joden, de eersten willen van God niet weten de laats- ten van Christus niet." In de Zicrikseesche Nieuwsbode komt een ingezonden stuk voor, waarin aan de volgende woorden van dominee Yonkenberg bij de dolleerende ge meente te Barendrecht, uit diens rede, te Brouwershaven, gehouden herin nerd wordt: „De openbare school is en werkt nog verderfelijker dan de jeneverflesch; de laatste ver woest alleen het lichaam, de eerste verwoest de ziel. Dat is net de redeneering, die in België, na het afkondigen der schoolwet van 1879, door dc tegenwerkers van het officieel onderwijs gehouden werd. Onderwijzers en vaders van familie, die tot dan toe de besten van de wereld waren geweest, werden al met eens verketterd, omdat zij het nationaal on derwijs boven het dompersonderwijs verkozen. Maar als de gemeentescholen zoo slecht zijn zelfs onder de clericale Wet van 1884! en als de zoogenaam de „vrije" scholen zoo goed zijn in alle (1) Overgenomen uit het degelijke Vlaain- sche Weekblad De stad Eecloo, onder redac tie van heer Van Acker. U7c zichzelren kromtkan anderen niet oprichten. Chineesche wijsheid. Uit het duitsch door A. J. M. Wij hadden elkaar in geen tien jaren ontmoet en nu voerde het toeval me naar de plaats, waar Gusted zich, na voleinding zijner studiën, als dokter had gevestigd en waar het hem was gelukt naam te maken, zelfs buiten de gren- 'zen zijner inwoning. Hij was bekend als specialiteit op het gebied van psychiatrie en bij ieder geval yan eenige beteekenis werd zijn hulp ingeroepen. Maar zijn roem had hem niet ijdel gemaakt. Hij was dezelfde gebleven 'an de schoolbanken en de Universiteit, en toen ik meende hem bij onze eorste opzichten, dan moeten de jongelingen die uit de gemeenteschool komen, deug nieten zijn, duivels in menschengedaante, bedriegers, boosdoeners? En de leerlingen, die uit de vrije scholen komen, moeten engels zijn, toonbeelden van deugd en braafheid Maar hoe legt men dan uit, dat het platteland van Vlaamsch-België sedert een 20-tal jaren zoo treurig berucht is geworden door de talrijke misdaden waaraan oud-leerlingen der vrije scholen zich bij de minste gelegenheid plichtig maken Hoe legt men het uit, dat de gevan genissen, do bedelaarswerkhuizen de strafkoloniën overbevolkt zijn dat de gendarmerie, die in den laatsten tijd een zoo groote uitbreiding genomen heeft, nog steeds ontoereikend geacht wordt en dat er zoowat overal nieuwe kazernen worden bijgebouwd? „De men8chen worden te dom ge houden", zei pater Rutten 3 weken geleden in een clericale vergadering te Eecloo en deze bewering, vooral uit zijn mond, was een pletterende beschul diging tegen al wie den vrijen volks geest door een kleinzielig, verachterd middeleeuwsch onderwijs willen kneden tot eeu geest van aangeprezen slaafsche onderwerping, met de voorspiegeling van een beter leven hiernamaals. „Zij zullen haar niet hebben, de schoone ziel van 't kind", was de kreet, waar onder de strijd tegen ons breed opge vat officieel onderwijs werd aangevangen. En de mcnschen, „die te dom worden gehouden", kraaiden dat na en zagen niet, dat gansch die manoeuvre alleen maar in 't leven werd geroepen, om de volksmassa in slaap te wiegen, tot baat van enkele heerschzuchtigen, nietige aardwormen, die de pretentie hebben den geest der menschhcid, waarvan zij zeiven maar het millioenste deel uitmaken, te domineeren. 25 jaren zijn voorbij. De officieele school is op vele plaatsen ontredderd on op nog meer andere plaatsen is zij totaal vernietigd, ja, zelfs hier en daar in vee- en zwijnenstallen of in drank kroegen herschapen. De burgerlijke onderwijzers in de „wereld" opgebracht en dus best in staat om de kinderen tot den strijd in de „wereld" voor te bereiden, moesten de plaats ruimen voor broeders, wier grootste verdienste is, dat zij streng ontmoeting iets vleiends te moeten zeg gen, sloeg hij mij op de schouder en zei met een hartelijken lach: „Beste vriend, de menschen mogen me voor heel knap en geleerd houden, maar tegenover jou, wil ik niet anders schijnen, als ik werkelijk ben, als een mensch, die even goed dwaalt, als alle sterve lingen." „Neem me niet kwalijk, dat ik daar anders over denk," ant woordde ik. „Ik ben tenminste overtuigd, dat, als jij met je doordringenden blik, iemand aanziet, jou niet verborgen blijft, wat in hem omgaat." „Hoe vleiend je opinie ook is, ik kan ze inderdaad niet als de juiste erkennen. En als bewijs voor mijn beweren, moet je eens naar je portret zien, dat nu in een eenvoudig houten lijstje op mijn schrijf tafel staat, terwijl je mij vroeger bij ons afscheid dien zwaron zilveren standaard hebt geschonken, dien ik altijd bij je bewonderd.:." „Maar wat heeft nu, in 's hemelsnaam, een photografielijst te maken met je dokterskennis?" vroeg ik verwonderd. „Ik kan, met den besten wil, daar geen veiband tusschen vinden." „Dat zal ik je vertellen," als je van avond een glas wijn, bij me wilt komen drinken; ik heb nu noodzakelijke plich ten te vervullen. Dus, tot ziens!" „En vertel me nu eens, oude jongen, waarom je je kennis en succes minder clericaal zijn, maar die slechts bezwaarlijk liefde voor de burgerlijke plichten kunnen inboezemen, aangezien zij zeiven zich eraan onttrekken. De burgerlijke onderwijzeressen werden vervangen door nonnekens, voor wie de levensstrijd eveneens te zwaar bleek te zijn, aangezien zij dien levensstrijd in een klooster ontvluchtten en die nogthans de hun toevertrouwde kinderen tot den levensstrijd „in de wereld" moeten voorbereiden. Wij hebben niets tegen de beroepskeuze van confossionneele personen: iedereen moet vrij zijn de richting te volgen, die hij zich zelven verkiest. Maar er bestaat een strooming in de clericale wereld om het ouderwijs in de handen te spelen uitsluitelijk van zulke personen, tot baat alleen van de clericale partij. Daartegen wordt al meer en meer verzet aangeteekend. Haar onderwijzers en onderwijzeressen (wij bedoelen de broêrkens en de nonnekens) hebben afstand gedaan van de wereld, zij zijn vrij van lasten, maar dit belet hun niet het gras weg te maaien voor de voeten van dc „wereldsche" kinderen der lastenbetalers; met andere woorden: zij verdringen de burgerlijke elementen uit, de onderwijs-carrière en leggen beslag op de jaarwedden, terwijl de Staat in hun nauw afgebakende onderwijs niets te zeggen heeft, maar toch betalen moet met de centen der algemeenheid. De plattelandsgemeenten van het arrondissement Gent tellen samen nog slechts 28 gemeenteonderwijzeressen, tegenover 249 nonnen, die in de meisjesscholen dienst doen. Het arrondissement Dendermonde telt 15 gemeenteonderwijzeressen tegen 123 aangenomen onderwijzeressen meestal nonnekens. In 't arrondissement Oudenaarde zijn 10 burgerlijke onderwijzeressen tegen 142 nonnekens. En zoo voort. En dan zwijgen we nog over de niet gediplomeerde onderwijzeressen en onderwijzers van de aangenomen scholen, ondanks de vrijgevigheid van de middenjury die, krachtens artikel 9 van de schoolwet, diploma's aflevert aan personen, die nimmer aan normaalschool zagen! 't Is tijd, dat de noodkreet „Op voor do nationale school!" worde aangeheven. Te Brussel is een comiteit ontstaan, onder voorzitterschap van den oud-bur- hoog telt dan de menschen het doen, en hoe het komt dat mijn zilveren lijst in een houten is veranderd?" Een lekkere sigaar tusschen de lippen, een glas oude, fijne wijn vóór ons, strekten wc ons genoeglijk uit in een paar gemakkelijke stoelen bij een lek ker, knappend haardvuur en wachtte ik op de biecht van mijn vriend. Nadat hij een lange teug had ge nomen, nog een trekje aan zijn sigaar had gedaan, en zich weer behaaglijk in zijn stoel had gevleid, begon Geheim raad Gusted zijn verhaal. „Ik was hier misschien twee of drie jaren gevestigd en er prijkte een wit porse leinen naambordje op mijn deur: „Dr. H. Gusted, specialiteit voor zenuwlijders." Ofschoon op mijne dagelijksche spreek uren wel eenige patiënten mij kwamen con sulteeren, wachtte ik nog vergeefs op „het speciale geval" dat een pasbeginnend geneesheer zoo welkom is. Neurasthenie en soortgelijk, dagelijks voorkomende kwalen, behandelde ik en schreef er geneesmiddelen tegen, maar daarbij bleef het ook op stuk van zaken. Op zekeren dag, kort voor 't einde van mijn spreekuren, komt een heer bij me, piekfijn gekleed, van ongeveer dertig jaar, met alle kenteekenen van groote opgewondenheid, om geneeskun dige hulp in te roepen. „En wat scheelde hem?" „Hij kwam niet voor zich zelf, gemeester Buls,(2) om een onderzoek over de ontreddering van ons nationaal onderwijs in te stellen. Wij hopen dat dit onderzoek de eerste stap moge wezen tot de herstel ling van het miskend burgerlijk gezag in zake onderwijs, tot heil van Volk en Land en besluiten dit artikel met den kreet: „Leve de nationale school." (2) Moge ous land bewaard blijven van zoo'n comiteit noodig te hebben't Gaat anders al leelijk dien weg uit. Door ds. F. H. v m Leeuwen, voor heen predikant te Rijsoord, thans te Zundert, werd in zijn geschrift „De politieke dampkring worde gezuiverd," in 19U4 verschenen, het Kamerlid dr. dc Visser beschuldigd dat hij een sterke protestbeweging uit de Ned. Herv. Kerk tegen Minister Kuyper's II. O Wet had tegengehouden, door niet het door hem beloofde sein te geven, dat het juiste oogenblik daarvoor gekomen was. Dr. De Visser bleef tot kort geleden het antwoord op deze ernstige beschul diging schuldig. Eerst enkele dagen geleden verwaardigde hij zich er in het openbaar over te spreken, echter niet om hare onjuistheid aan te toonen, doch om den heer ds. Van Leeuwen voor te stellen als „een onbetrouwbaar man," die hem aanhing, in zijn huis verkeerde, om spreekbeurten verzocht, om speciaal winstgevend werk vroeg, zich gcruimen tijd voordeed als zijn vriend, om zich daarna eensklaps als vinnig tegenstan der op te werpen. „Mijn eer verbiedt mij zoo schreef hij met dezen persoon in discussie te treden. Ik zal met hem niet debattecren. Dit is be neden mij." Wat de hoofdzaak betreft, beroept hij zich op de commissie op de Predikan tenvergadering benoemd, en vraagt of zij de beweringen van ds. Van Leeuwen voor hare rekening neemt. „Spreekt deze officieel benoemde commissie," dan zal ds. Dc Arisscr de noodigc ophelde ringen geven. In een ingezonden stuk in de N. Rott. Cl. onder hetzelfde opschrift: „Een on betrouwbaar man," beantwoordt ds. Van Leeuwen den heer De Visser. Wij ont- leenen aan dit stuk het volgende: „Dat speciaal dr. J. Th. de Visser maar voor zijn jonge vrouw, die zoo als hij mij vertelde, aan de vreeselijke kwaal van kleptomanie leed. En nu schilderde hij met groote welsprekend heid de vertwijfling, de wanhoop, die hem had aangegrepen, toen hij die ont zettende ontdekking deed. Zij behoorde tot een voorname, rijke familie, had zijn hart reeds bij de eerste ontmoeting ge stolen en spoedig daarop had ze aan zijn aanzoek gehoor gegeven Op de verloving volgde het huwelijk; de jong getrouwden meenden een hemel op aarde te hebben, tot de jonge man op zekeren dag tot de vreeselijke ontdek king komt, dat zijn vrouw aan die ziekte lijdt. Hij kon niet beletten, dat zij bij haar inkoopen in de magazijnen met een handigen greep kostbare voorwerpen tersluiks liet verdwijnen, en daar bleef het niet bij; zelfs bij een bezoek aan goede vrienden kon zij den aandrang niet weerstaan, zich toe te eigenen, wat haar begeerte gaande maakte. Thuis gekomen vindon er heftige tooneelen plaats. De ongelukkige begint dan on bedaarlijk te weenen, heeft een hekel aan zich zelf, en belooft haar uiterste best te doen, die akelige hebbelijkheid te overwinnen. De meegenomen voorwerpen worden natuurlijk zoo spoedig mogelijk terug gestuurd. Maar alle goede voornemens bleken ijdel. Dag aan dag herhaalde zich het treurig feit, dat hen eigenlijk overal onmogelijk ontstemd is door het aanvankelijk resul taat èn door den waarschijnlijken eind uitslag der verkiezingen, ligt voor de hand. Doch hiermee is nog niet goedgepraat dat hij zijn teleurstelling toont op een wijze, als in zijn ingezonden stukje „Een onbetrouwbaar man." Het kost mij zekere zelf-overwiuniug, een zóó beleedigend artikel te beant woorden. Maar cershalve voel ik mij daartoe verplicht. Immers dr. Dc Visser wekte een zeer verkeerden indruk; zoowel wat de hoofd- quaestie betreft als in zake bijzonder heden, die hoogstens van zeer verre met haar in verband staan. Nu moet ik wel, ook op do personaliteiten, eenigszins ingaan. Dr. De Visser zegt van me: „Hij hing mij aan, verkeerde in mijn huis, ver zocht mij spreekbeurten, vroeg mij om speciaal winstgevend werk." Om nu mijn vroegere betrekkingen tot dr. De Visser terug te brengen tot de juiste proportiën, diene: dat ik 2 keer, zegge twee maal in mijn leven, bij hem aan huis ben geweest! Eéns een nacht, als logeergast, na 't houden van een lezing door mij te Amsterdam; en den anderen keer gedurende hoog- sten 10 minuten, toen ik hom kwam raad vragen over iets in mijn eerste gemeente. Ziedaar hetgeen waar is van: „hij verkeerde in mijn huis!" Spreekbeurten en „speciaal winstge vend werk." Eéns heb ik voor dr. de Visser, tijdens diens vacantie en op zijn verzoek, te Amsterdam gepreekt en ééns trad hij ingevolge mijn verzoek, voor mij op te Rijsoord. Eens heb ik, door zijne bemiddeling eene lezing ge houden voor de afdeeling Amsterdam van den „Christelijk-Nationaleu Werk mansbond" en ééns heb ik door hem een Engelsch boek ter vertaling gekre gen van eene vereeniging tot versprei ding van christelijke lectuur, waarvoor mij toen ik reeds een groot gedeelte had afgeleverd werd toegezegd de kapitale som van f 7,50 per vel druks. Yoila tout! Nu vooral dat onkiesche: „hij vroeg inij oin speciaal winstgevend werk" een heel naren indruk moest maken, deel ik eenvoudig de nuchtere feiten mee en vraag of 't zoo verkeerd is dat een jong predikant met klein traktement, in zijn vrijen tijd iets tracht bij te verdienen door literairen arbeid. maakte, waar zij zich maar vertoonden. Daarom hadden zij besloten geen vaste woonplaats te hebben, maar van stad tot stad te trekken en op iedere plaats de verschillende specialiteiten voor zenuwpatiënten te consulteeren. Maar tot nu toe hadden ze bij niemand baat gevondentegenover deze ongelukkige kwaal stonden allen machteloos. „Op U, Heer Dokter, is mijn laatste hoop gevestigd," besloot de arme man. „Als U ons niet komt helpen, dan heeft het leven geen waarde meer voor me, want het gaat mijne krachten te boven, om haar zoo ongelukkig te zien, die ik ondanks haar treurige zwakheid, boven alles in de wereld lief heb." „En wat voor antwooid hebt gc aan den beklagenswaardige gegeven?" „Ik deed mijn best hem te troosten en verzocht hem, den volgenden dag met zijne vrouw bij mij te komen. Dat gebeurde dan ook en ik moet beken nen, dat ik nog nooit een dame heb ontmoet van zoo'n opvallende schoon heid en lieftalligheid. Zij maakte in geen enkel opzicht den indruk van een zieke, en praatte als een volleerde vrouw van de wereld en wist me door haar optreden zoo te betooveren, dat zij me in verlegenheid bracht, hoe ik me als dokter tegenover haar zou ge dragen. 't Scheen me het raadzaamst ten slotte, om met haar echtgenoot daarover in overleg te treden. We

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 1