No. 68. Zaterdag 26 Augustus 1905. 2e Jaargang Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Wees 11 Zelf! Bijvoegsel. Stadsnieuws. Verschijnt lftenadsga en Zaterdags. DE EEMLANDER. Bureau Hendrik van Viandenstraat 281 Abonnementsprijs Per jaarf 3-00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der ndvertentien Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting.) En daarom acht ik teil opzichte van de vervroegde winkelsluiting de vrees voor verongelukken van per sonen daardoor van allen redelijken grond ontbloot. Missen zulke nuttige voorwerpen in 't dagelijksch leven, worden niet afgeschaft omdat met een mes een lage moord is gepleegd! Laat opvoeders zorg dragen, de kracht te leggen bij de opvoeding, niet in dwang, maar in overreding! En voor het vrouwelijk personeel is eene vroegere sluiting nog om andere dan physieke redenen toe te juichen, wijl zij daardoor gelegenheid erlangen na gedanen arbeid zich te ontspannen met eenig handwerkje; met het vervaar digen van een dier vele kleinigheden, die we schier overal aantreffen en waar door de huiskamers zoo gezellig worden gestoffeerd. Of zy kunnen de zorgen voor hare kleeding zelf op zich nemen, iets wat nu veelal door anderen gedaan moet worden, door gebrek aan den daarvoor benoodigden tijd, eene maat regel waarbij hare beurs wel zal varen. Ik acht het onnoodig verder in te gaan op de voordeelen. Zij liggen zóó voor de hand, dat niemand ze over 't hoofd kan zien. En de nadeolon? Zoo wel in het Buiten als in 't Binnenland zijn bijna allen, die er bij betrokken zijn het er over eens, dat het een ge zegende maatregel is, overal waar hij is ingevoerd, zonder dat daardoor finan- cieele schade is veroorzaakt. Onwraak bare getuigenissen zoude ik daarvan kunnen hij brengen, maar de bewijs voeringen zouden ons te veel tijd rooven. Ik hoop dat U mij op mijn woord wilt gclooven, dat ik het onderwerp niet meer rooskleuring voorstel, dan het is. In de tweede plaats acht ik het noodig de vraag onder de oogen te zien of negen uur sluiting mogelijk is? En mijn antwoord is: Ja, waarom zoude het niet. Wat in Leeuwarden kan, kan ook hier. Maar dan moeten in de eerste plaats lauwheid, halheid en onverscliilligheid op zij worden gezet, en plaats maken voor een krachtig pogen en streven in de goede richting. Een spreuk, waarmee nog al dikwerf wordt gesold is: „Kennis is macht! Neen mijne Heeren, daar is een woordje uit vergeten. Kennis is een macht, één der machten. Ontwetendheid is ook een macht evenals onverschilligheid, en al zijn ze negatief in haar werken, 't zijn machten waarmee rekening dient ge houden te worden. Een heilig voornemen om ook moge lijk te maken, datgene wat men wenscht, moet allen bezielen, die geroepen zullen worden mede te werken tot ons doel. Waar een wil is, is ook een weg! Maar de winkelier is, tot zekere hoogte, een afhankelijk man; hij is nl. afhankelijk van zijn klanten, en hodwel die geheel buiten het winkelbedrijf staan, staan zij niet buiten ons onderwerp, maar zijn daarmee verbonden, van die zijde moet een moreelen steun komen voor den winkelier. De laatste moet overtuigd zijn, dat ook het groote publiek is ingenomen met zijn streven om een werktijd, die te lang is, te bekorten. Het ,publiek moot zich zelf rekenschap geven, dat z ij n steun hierdcn door slag zal ge ven. Wanneer het publiek besluit, om welke redenen dan ook, "s avonds na 9 uur niet meer te koopen zou dan één winkel langer open blijven? Ik vertrouw dat de steun van de zjjde van het publiek ons niet zal worden onthouden en doe bij voorbaat reeds een beroep op alle vereenigingen om in hare vergaderingen aan de Leden de vraag vóór te leggen: zullen wij de 9 uren sluitingsbeweging steunen, met al de moreele kracht waarover onze vereeniging kan beschikken. En 'k heb een goed vertrouwen op het gezond oordeel van de verschillende leden der vereenigingen om ons niet te weigeren, wat we vragen. Laat mij hier nog in 't licht stellen dat een winkelier van 't oogenblik dat hij zijn winkel opent, en dit is gemeen lijk reeds vroeg in den ochtend, tot het oogenblik, dat hij 's avonds sluit nog geen 5 minuten zeker is van zijnen tijd. Yaste rusttijden op den langen dag kent hij niet. Datgene wat hij moet verorberen om 't lichaam in stand te houden, moet genoten worden te hooi en te gras, zoo „en passant" tusschen 't bedienen door van eenige klanten. En heeft de patroon personeel in dienst, voor hem of haar zijn de toestanden dezelfde, 't zelfde laken een pak, ten minste voor hem of haar die intern zijn. Enkele groote zaken hebben te dezen opzichte eenigzins betere verhouding, maar is 't ook daar nog geen goud, wat blinkt. Neen, 't is heusch geene over tollige weelde, wanneer de arbeidstijd in winkels wat bekort wordt. Sluiting van den winkel gedurende rusttijden op den dag is reeds meermalen bespro ken, maar daarbij stuit men inderdaad op niet te overwinnen bezwaren. Daarom moet getracht worden de arbeidstijd in winkels te bekorten, door een vroeger sluitingsuur. En nu komt mijn derde vraag: Wat moet gedaan worden om tot dit doel te geraken? Ik vermeen daarop het volgende te mogen adviseeren en druk allen op 't gemoed over dit advies na te denken, want van het inelka.ir zetten van deze maatregel hangt het lot van de sluiting af, althans voorloopig. Ik zeg voor- loopig, want 't is mijne vaste overtuiging dat de 9 uren sluiting ook hier te Amersfoort zijne intrede zal doen. Laat ons eens aannemen, dat deze, onze eerste poging niet slaagt, komen doet de sluiting later toch. Daar wordt te veel van alle zijden op aangedrongen, om deze vraag, die er een is van zuiver huishoudelijken aard te kunnen negeeren. Wordt zij niet binnengehaald, dan zal zij later haar plaats weten te veroveren. Mag ik hier als voorbeeld aanhalen de Zondagsluiting? Allen zullen 't mij gewonnen geven, dat in de laatste jaren deze beweging hier te Amersfoort sterk is vooruitgegaan, en nog steeds, hoewel ongemerkt, veld wint. Mij is daarvan een geval bekend van een winkelier hier ter stede die in de dagen, dat er moeite voor gedaan werd, beslist weigerde op Zondag ge deeltelijk te sluiten. En nog geene twee jaar geleden daarna ging deze patroon over tot algeheele Zondagsluiting, uit eigen beweging, zon der drang -tenminste zonder eenigen drang van buiten. Was hij mogelijk door de vertoogen, vroeger tot hem go- richt, bekeerd, en heeft hij toen waar schijnlijk eerst do noodige aandacht gewijd aan zijn zondagverkoop, waar door hij tot de ervaring is gekomen dat deze inderdaad minder te beteekenen had, dan hij zich te voren inbeelde? We zullen ons daarin niet verdiepen ik constateer alleen het feit ter illustratie. Ook reeds nu hebben zich stemmen van winkeliers verheven en hebben zij uitgekraaid: „al sluiten ze's avonds ook „allemaal, ik blijf open" Och! geachte vergadering, dat zijn van die uitdrukkingen, ontsnapt aan don boezem in een onbewaakt oogen blik. Geloof me in den grond der zaak, zijn die opposanten 't volkomen met ons eens. Als er 's avonds na 9 uur niemand meer bij hen koopt, sluit de niet-sluiter ook op 't aangenomen slui tingsuur. Er wordt zooveel ondoordacht en onbekookt gesproken. Zoo werd mij door een winkelier dezer dagen de vraag gedaan: Maar als ik nu 's avonds om 9 uur sluit en er wordt mij per telefoon nog eene bestelling gedaan door een goeden klant wat moet ik dan doen? De goede man vergat in het ijveren voor zijne zaak dat er na negen niet getelefoneerd kan worden, en hij zich op dat punt rustig kan te siapen leggen. Zooals ik. reeds bij 't begin van mijn betoog heb beweerd, is 't noodig dat door patroons in 't zelfde vak, overleg worde gepleegd, opdat moeilijkheden kunnen worden overwogen en zoo mogelijk opgeruimd. Of wij hier in deze bijeenkomst de moeilijkheden be spreken en uitmeten, baat niet. Die moeten door de bctrokkenperso- nen zelf worden uitgemaakt. Daartoe stel ik voor te benoemen een sluiting-comité. Dit comité moet uitgebreid zijn en vertegenwoordigen zooveel mogelijk takken van bedrijf en voor iedere tak een commissie. Is eerfe branche te klein dan zouden gevoeglijk twee of meerdere bij elkander passende te zamen gevoegd kunnen worden tot éene commissie. Ieder commissie dient zelfstandig te werken. Zij moet de betrokken personen bezoeken, de be zwaren uit den weg trachten te ruimen en door handteekening in- stemming weten te verkrijgen. Ook moet dit Comité zich verstaan met Aerschillende vereenigingen en Corporaties om van haar te verkrijgen den steun van het publiek, onmisbaar voor het sluiting comité. En nu, geachte vergadering zullen wij eenige oogenblikken pauseeren, om daarna de verschillende vragen door mij gedaan te beantwoorden en, zoo moge lijk, over te gaan tot de eerste stap pen om te vormen een 9 uur sluiting- comité. Comité voor Vervroegde Winkel sluiting. Algem. Voorzitter: S. J. VAN DUINEN. Bakkersbedrijf. P. van den Hoven, H. Koning, G. S. Klokke, A Scholte, G. Wessels, A. J. van Zalin gen. Chemicaliën. J. v. d. Hooft' Pzn, A. v. d. Weg. Comestibles. Waterschot Co. Confectiebedrijf. C. W. C. G. Hehenkamp. L. Houbaer. Galanterien. Joh. v. d. Bosch. J. A. J. Lokman. Hoe den enPetten.B.KraalBzn. Horloges, Goud. en Zilverwer ken. W. F. A. Groenhuizen, A. Kraan Huish: Art: G. Muijs. K a p p e r s b e d r ij f. K. J. v. Eiine- ren. Kruideniersbedrij f II. J. Bast D. A. Beijer, H. Boerwinkel, G. S. Entingh Jr, N. Vels-Heijn. Manufacturen. G. II. van Dam, B. H. Kuiper. Laur: J. Luykx M. A. Ramselaar, E. J. F. Schl ehe, Parapluies. F. F. Spiekerman, R ij w i e 1 e n. D. Kamperman M. Pon. Sigaren, Tabak, en Gedis- telleerd. G. Dicges. II. Ilubers. J. A. Schoterman. S c h o e n m a k e r s b e d r ij f S. P. Caarls, C. H. van Doorn, J. Peppink. S1 a g e r s b e d r ij f. F. S. van Ey- bergen, Gebr: van Gelder, G. P. Ittman, Jr, G. van de Kamp,C. vanNieuwen- huijsen, A.Sineiting, W. F. Woudenberg. Tap ij ten en Meubelen. H. B. Hehenkamp, D. J. Smits, G. van Valkenhoef. Ijzer e n M e t a a 1 w a r e n. B. Brom, Gebr. v. Nieuwenhuizen, F. J. H. Sanders. Zadelmakers en Leerwa re n. G .van Eden, H. Smit. Geen gebrek is tegenwoordig meer algemeen dan de vergeetachtigheid. Doris Drop gaat zelfs zoo ver, dat hij zijn eigen naam vergeet en hem daarom met groote letters aan de binnenzijde van zijn jas vastspeldt; Kakadoris vergeet, naar hij zelf zegt, „den koopman te betalen", en kan daarom zijn waar bijna gratis „uitrei ken" Kuyper vergat telkens, dat hij geen minister van Buitenl. Zaken was al was hij bevriend met Leopold; predikant-kamerleden vergeten vaak dat zij „dienaren zijn in den wijn gaard" of herders, eener hun toever trouwde kudde professoren en andere „verstrooiden" vergeten hun paraplu of wandelstokstudenten vergeten hun „beren"; reizigers hun taschjes enz. enz. enz. Ja, ik zou willen vragen, wie heeft nog nooit iets verge en? Die man zou met alle mogelijke baan tjes moeten worden belast, en na zijn dood door een gouden standbeeld van het nageslacht worden vereeuwigd, op dat dat hem niet zou „vergeten". Wordt er dus over 't algemeen veel vergeten (vergeven ook?), er is vrij veel onderscheid in de zaken, die men vergeet. Eu komt het al eens een enkele maal voor, dat iemand, die met zijn vrouw een reisje maakt naar Amsterdam, zijn lieve gemalin in het drukke gewoel van de Kalver- straat vergeet, troost zoekt bij een andere teere vrouwenziel, zelden of nooit zal het nog voorgekomen zijn, dat men bij een verhuizing zijn tante vergeet mee te nemen. Dat nu, is volgens het Hbld., onlangs in een Gelderscli plaatsje gebeurd, waaruit iemand naar Rotterdam verhuisde. Hij „vergat" echter door de drukte der verhuizing de bij hem inwonende tante mee te nemen. En ook, toen hij al in R. woonde, kwam het denk beeld nog niet bij hem op, dat die arme tante in het leege huis was achtergebleven. Gelukkig frischten zijn vroegere buren zijn geheugen wat op; zij legden het noodige geld bij elkaar, brachten tante naar Rotterdam en zetten haar voor het huis van neef af, die zeer verrast was zijn lieve tante weer te zien, en de buren „vriendelijk" bedankte voor de zorgen, aan zijn tante bewezen. Ja, in Rotterdam kun-je rare ont moetingen hebben Zoo had dezer dagen een zeer colegiale begroeting plaats tusschen eenige Rotterdamsche agenten op de daken van twee be lendende huizen. Men zal mij nl. moeten toegeven, dat dit voor menschen katers en katten zonder ik uit, wel een eenigs- zins vreemd rendez-vous is dit kwam dan ook zoo. Juffrouw K., wonende in de Hel- mersstraat te Rotterdam zag gisteren een vreemden man de trap opgaan van hare woning, waarvan de deur openstond. Onmiddellijk waarschuwde zij de politie, waarop een paar agen ten haar volgden en, op het dak van de woning der juffrouw gekomen, den onbekende zagen verdwijnen door het dakraam van het bekende per ceel No. 6 in .de Diergaardelaan, bewoond door dr. van B. In laatst genoemde woning had eene dienst bode, door hetgeruchtdatdeonbekende maakte, hem ook opgemerkt, en ook zij snelde om hulp naar de politie, waarop andere agenten aankwamen en met haarde woning van dr. van B. binnengingen. Deze agenten ontmoet ten op het dak hunne collega's door juffrouw K. ter hulp geroepen. De onbekende echter was niet meer te zien: waarschijnlijk had hij in den tijd dat de dienstbode om hulp ging, door de straatdeur van pand no. 60 in de Diergaardclaan de vlucht geno men. Meer tegenwoordigheid van geest dan deze dienstbode bezit de conduc teur Kuiper van deSantpoortsch stoom tram. Terwijl hij nl. kaartjes stond af te geven op den open wagen, sloeg hem de kaartjesbak tegen de borst; door dien slag kwam hij tegen een telefoonpaal, werd van de loopbank afgeschoven en tusschen de tram ge slingerd en kwam daar met beide beenen onder, llij had de tegenwoor digheid van geest die lichaamsdeelen terug te trekken, zoodat de tram zijn lichaam rakelings passeerde, alleen even het hoofd rakende. De slag met den kaartjesbak was zoo hevig aangekomen, dat hij een bloedspuwing kreeg en nu, op medisch advies, rust moet houden. Een minder treurig, maar even kranig blijk van „geestestegenwoor- digheid" gaf indertijd de beroemde kunstschilder Menzel. Toen hij op zekere dag rustig aan zijn stamtafel in Knissiugen zat, staarde een dame hem telkens op een in 't oog vallende wijze sterk aan. De kleine figuur van den man scheen de belangstelling van de dame In zoo hooge mate te trekken, dat zij met haar tafelbuur voortdurend fluisterend daarover op merkingen wisselde Eindelijk werd Menzel de zaak moe. Hij nam een schetsboek, keek de dame opmerkzaam aan en begon te teekenen. Na eenige minuten sprong een heer van haar tafel op, trad op den schilder toe en riep: „Mijnheer, deze dame wcnscht niet door u geschilderd te worden". Menzel zag den driftigen man rustig aan, reikte hem het schetsboek en vroeg: „Is dat die dame?" De teekening vertoonde een gans! Verslagen droop de ridder af! Als we van „verslagen ridders" hooren, denkon we onwillekeurig aan onzen vriend Staalman uit den Helder, die echter nu op een zeer onridder lijke wijze de candidatuur van mr. Z. v. d. Berg bestrijdt. In Staalman's weekblad „De Chris ten-Democraat" lezen we nl. in de „Praatjes zonder Plaatjes": „Hein. Wat ik zeggen wil, heb je gehoord hoe Zadok van den Bergh zich popualir zal maken in Den Helder? Kees. Neen nog niet,dat zal'n heelen toer wezen want de menschen kennen hem er gelukkig zoowat geen van allen. Maar hoe lapt ie'm dat dan? Hein. Hij gaat 't district rond om zich te baden. Zadok en z'n vrouw en z'n familie. Eerst is ie zich op Terstelling 'n paar dagen wezen wasschen. Toen naar Vlieland in 't blad; nou komt ie naar de wateren van Tessel, ('t staat in de „Tessselsche Courant" vermeld) dan zal ie voetjes wasschen aan 't strand van Den Helder als de burgers niet met steenen gooien dan gaat ie koppie-onder, en dan eindelijk nog naar Zeebad Callantsoog. En zóó heelemaal afgespoeld en ge reinigd in 't districts-water zal hij naar de Kamer gaan. Kees. Lieve vrede Hein, wat zal die Zadok dan schóón wezen 'tMocht trouwens wél" Vergadering van den Raad dor gemeente Amersfoort, op Dinsdag, den 29 Augustus 1905. des namiddags ten twee ure. Punten van behandeling. 1. Installatie raadsleden. 2. Voorloopige vaststelling van de gemeen te rekening over 1904 (met adviezen). 3. Voorwaardelijke vaststelling van de Rekening der Dienstdoende schutterij voor 1904 (met adviezen).

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1905 | | pagina 5