No. 73.
Woensdag 13 September 1905.
2e Jaargang
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken.
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
Wees 11 Zelf!
Voor den storm,
)e Verkiezing voor de - - -
- - - - Provinciale Staten.
FEUILLETON.
Verschijnt
Weens dags en Zaterdags.
DE EEMLANDER.
Bureau
iHendrik van Viandenstraat 28
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
l'rijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Bij de verkiezing van a.s. Vrijdag
oor de Provinciale Staten bevelen wij
warm aan den heer A. M. T r o m p
van Holst, die steeds getoond heeft
eel tijd en veel moeite over te hebben
oor de bevordering van de algemeene
belangen.
De heer Tromp van Holst kent het
district, is vooral goed op de hoogte
van waterschapsbelangen en dus uit
stekend op zijn plaats in de Provinciale
Staten.
Wij vertrouwen dan ook, dat a.s.
Vrijdag geen enkel vrijzinnig denkend
kiezer zijn stemplicht zal verzuimen.
De verkiezing voor de Provinciale
Staten wordt zoo vaak als onbelangrijk
beschouwd. Laat men toch bedenken,
dat nog altijd do Utrechtscbe Staten
overwegend kerkelijk zijn en dat het
dus dringend noodig is het vrijzinnig
clement daarom te versterken.
Niemand blijve thuis. Als een man
opgekomen en gestemd op onzen can-
didaat
A. M. TROMP VAN 1IOI.ST.
l>e Toestand der Gemeente.
In 1904.
Vervolg').
HOOFDSTUK IH.
Toestand van water, bodem en lucht
en hetgeen tot verbetering
daarvan is gedaan
a. De afvoer van vuil- en van menage
water bij dc meeste oudere woningen
laat nog veel te wenschen over, en zelfs
iu de nieuwe wijken bleek die in eenigc
gevallen onvoldoende.
Te dezer zake zijn vele eigenaren van
perceelen aangeschreven, voor doelmatige
ivaterloozing in aansluiting bij dc Go-
meente-rioleering te zorgen en, wanneer
hieraan niet werd voldaan, is in de
meeste gevallen de gewenschte verbete
ring verkregen door dc tusschenkomst
van het Gemeentebestuur.
Op deze wijze zijn onderzocht en be
handeld gevallen van gebrekkigen watcr-
Zie ons nummer van Zaterdag' 9 Sept.
De schijn bedriegt er veel en is gewoon
te liegen.
V OSDEL.
Door
IWAN TERGENJEFF.
Vertaling van
G. H. PRIEM.
I.
Op een der warmste zomerdagen van
het jaar 1853 rustten twee jongelieden
in de schaduw van een groote linde
'an den oever der Moskowa, niet ver
aan Kuntsowa?*) De een, ongeveer
drie en twintig jaar oud, was groot en
bruin van haar; zijn fijn besneden neus
rvas ietwat naar boven gebogen, zijn
Kuntsowo is een slot in de nabijheid
ran Moscou, heerlijk aan de Moskowa ge-
legen; vele Russische families brengen in
deze streek hun zomer door.
afvoer bij perceelen, gelegen tusschen
Bisschopsweg en „Beekesteiu" (nog
onafgedaan wegens tusschentijdachen
overgang van eigendom) bij perceel No.
4 O. L. Vrouwe kerklrof, Utrechtsche-
straat No. 18, bij perceelen aan het
begin van den Lagcweg, bij perceelen
Nos. 42 en 43 Wolfcrtstraat, bij de huizen
Nos. 57,59 en 61 Jacob van Campenlaan,
de vervuilde toestand van een slop aan
de Kroinmestraat tegenover het Wed,
van een gcmeenschappelijken uitgang
naast perceel No. 13 Appelmarkt on van
een sloot langs dc Molenstijnscho steeg.
Ten opzichte vau de ophaling der
faecaliëu langs de huizon, is in zooverre
een groote verbetering tot stand geko
men, doordien de tonnen nu itt goed
afgesloten met paarden bespannen wagens
worden vervoerd.
Het ophalen wordt daardoor wel niet be
spoedigd, maar veroorzaakt minder stank.
In zake het houden van varkens zoo
als dit in ccnige deeleu der Gemeente
bijna zonder uitzondering gebruikelijk
is, ging de Commissie van het denkbeeld
uit, dat dit bodemverontreiuigend bedrijf
zooveel mogelijk moot beperkt blijven
tot de daarvoor meest geschikte en tot
dusverre daarvoor gebruikte terreinen,
oil dat, bij geregeld vervoer naar het
bouwland de mestverzamelingen niet
behoeven te worden bestendigd.
Dezen maatstaf heeft zij aangelegd bij
het onderzoeken van en het adviseeren
op de zeer talrijke aanvragen om ver
gunning tot liet houden van varkens
binnen de kom der Gemeente, welke
aanvragen aan de Commissie gewerden
van Burgemeester en Wethouders.
Op aanvragen van bewoners der nieuwe
buitenwijken, of van dezulken, voor wie
het houden van varkens geen levens-
quastie bleek te zijn, word beslist ongun
stig geadviseerd.
Tot het opruimen van voor de omge
ving hoogst schadelijke en hinderlijke
mestverzamelingen Achter den Wal,
tusschen Koningstraat en Bloemcndaal
en achter het perceelNo.31 Langegracht,
moest de tusschenkomst van het Gemeente
bestuur worden ingeroepen.
c. Dc onvoldoende en daardoor stank
verspreidende inrichting, alsmede minder
doelmatige plaatsing van waterplaatsen
(urinoirs) gaf herhaaldelijk aanleiding
tot klachten.
Yoorzooveel deze klachten betreffen
do gelegenheid, aangebracht binnen dc
voorhoofd was hoog, zijn lippen waren
vol en lachend. Hij lag op zijn rug
en tuurde mot half gesloten oogen in
gedachten naar de blauwe lucht. De
ander lag op zijn buik, het hoofd
leunende in zijn beide handen. Ook
zijn blik doolde doelloos rond. Hij was
drie jaar ouder dan zijn metgezel,
schoon hij er veel jonger uitzag; hij
had ternauwernood een snor en om zijn
kin krulde het eerste blonde haar. Er
lag iets bekoorlijks, iets ongekunstelds
in die fijne trekken, dat ronde gezicht,
die zachte bruine oogen, die frisschc
roode lippen en slanke handen. Uit
zijn ganschc wezen sprak gezondheid,
zorgeloosheid en jeugdige vertrouwelijk
heid aan zekere bestudeerde gracie
verbonden. Een wijde jas omhulde zijn
ledematen; een blauw zijden doek was
om zijn hals geknoopt en een eenigs-
zins afgedragen stroohoed lag naast hem.
Bij hem vergeleken schoen zijn makker
oud: de hoekige trekken van deze
duidden noch gezondheid, noch geluk aan.
Er was niets bekoorlijks aan hem;
zijn langwerpig hoofd, van boven breed
en vau onderen spits, maakte den in
druk alsof het niet op den dikken nek
stond. Hij had een nauwe zwarte over
jas aan; ziju lange boenen gaven hem
iets stijfs. Toch sprak uit zijn voor
komen den edelman en zelfs opper
vlakkige beschouwers zagen in hem
iemand rijk van geest en goedaardig
Botermarkt en die aan de Groenmarkt,
zijn ze voorzeker ten volle gegrond en
is daaraan gemakkelijk tegemoet te
komen.
Aan de eischen der hygiëne voldoen
proefondervindelijk het meest dc met
torfit-platen bekleede inrichtingen, waarop
wij B. on W. reeds vroeger opmerkzaam
maakten.
cl. Begraafplaatsen. Niet van
toepassing.
HOOFDSTUK IV.
Volkshuisvesting'.
In onze vergadering van den 12
Februari is een aanvang gemaakt met
de voorbereidende maatregelen van het
in te stellen systematisch woningonder-
zoek.
Bij ons schrijven d.d. 15 Februari,
No. 117, ziju B. en W. in keunis ge
steld van ons voornemen om, wanneer
de nieuwe Bouwverordening zal zijn
vastgesteld, tegen een vergoeding van
f 400 per jaar, aau een uit ons midden
benoemde sub-commissie van twee bouw
kundige leden op te dragen, jaarlijks
een minimum van 500 éen- tot drie
kamerwoningen te onderzoekeu volgens
uitvoerige vragenlijst, en voorstellen tot
verbetering aan de commissie te doen.
In dit schrijven wordt de moeilijkheid
erkend om een geschikt, betrouwbaar
persoon in dienst der Commissie te stel
len, omdat diens onderzoek toch weer
gecontroleerd zou moeten worden en
geen zekeren waarborg geeft van dege
lijkheid.
Ook zuilen de kosten niet minder zijn,
dan die van de voorgestelde werkwijze.
B. en W. antwoordden ons bij schrijven
dd. 27 April, No. 4712, dat zij een be
slissing van den Gemeenteraad hadden
uitgelokt, volgens welke er geen bezwaar
bestaat tegen toekenning eener toelage
van hoogstens f0.40 per lid" en per
woning aan de twee deskundige leden
der sub-commissie uit ons midden voor
het systematisch woniugonderzoek, mits
dc betrokken begrootingspost hierdoor
niet worde overschreden.
Bij een nader schrijven dd. 25 Octo
ber, No. 5321, deelden B. en \V. ons
mede, dat de Gemeenteraad in zijn ver
gadering van 25 October heeft besloten,
over 1905 voor woningonderzoek en
controle uit te trekken f 400, berekend
op f 0.40 per lid en per woning, welk
bedrag rechtstreeks door de Gemeente
zal uitbetaald worden aan de twee des
kundige leden onzer Commissie, bedoeld
bij Raadsbesluit van 26 April 1904.
Het het woningonderzoek is vanwege
onze Commissie tot nog toe geen begin
kunnen gemaakt worden, aangezien de
bij art. 1 der Woningwet bedoelde
„Voorschriften" nog niet zijn vastge
steld door den Gemeenteraad.
Bij een schrijven dd, 20 September,
zijn B. en W. door Geduputeerde Staten
deze Provincie volgens art. 8 der wet
uitgenoodigd geworden, deze voorschrif
ten zelf te ontwerpen en vóór 1 Januari
1905 aan hen in te zenden.
Evenwel is ter uitvoering van het
bepaalde bij art. 11 der Woningwet, in
liet jaar 1903 door een uit ons midden
benoemde sub-commissie van deskundi
gen een aanvang gemaakt mot het
onderzoeken van een 50 tal woningen,
gelegen tusschen het Groote Spui en de
Kampstraat, met name de St. Agatha-
straat.
Gedurende het loopende jaar heeft
zich het onderzoek bepaald tot de per
ceelen waaromtrent klachten gekomen
waren, 't zij rechtstreeks door de be
woners, 't zij door tusschenkomst van
B. en W. dezer Gemeente. Het meeren-
deel der aldus onderzochte woningen
is, na aanschrijving van B. en W. aan
de belanghebbende eigenaren, verbeterd
geworden; slechts enkele zijn op ons
advies onbewoonbaar verklaard. De go-
regelde voortgang van het woningonder
zoek, op de door de wet voorgeschreven
grondslagen, moet wachten op de vast
stelling en het in werking treden van
de betreffende Gemeentelijke verorde-
ning.
Tot zoolang staan wij machteloos
tegenover ons bekende ergerlijke mis
standen, ook in de bewoning (art. 11 c).
De aangiften bedoeld bij art. 9 der
Woningwet worden ons vanwege B. en
W., ingevolge art. 10 dier wet geregeld
toegezonden.
In den loop van het jaar zijn door
de Commissie onderzocht en meestal
met goed gevolg behandeld de bij haar
ingekomen klachten over verschillende
gebreken in den woningtoestand.
Zij betroffen:
een van slechten steen opgetrokken
vocht doorlatenden zijgevelmuur van
perceel No. 3, Stationstraat;
de wegens bouwvalligheid, gebrek
aan voldoende slaapplaatsen, gemis van
van karakter.
Hij heette Andrew Petrowitsch Ber-
senjew en zijn metgezel Paul Jakowie-
witsch Schubin.
Waarom ga je uiet net leggen als ik?
vraagde deze. Dat is veel prettiger. Je
kan je beenen omhoog heffen en de
voeten tegen elkaar slaan; zie, zoo!
Het is zoo vervelend iu de eindelooze
lucht te turen en zoo kan men de torren
zien ioopen en de mieren zien spelen.
Je laat me lachen met je pseudo-klassieke
houding. Je ziet er uit als eeu
olifantenjager op eon papieren rots!
Geef je spieren toch gelegenheid om
zich wat uit te zetten; als no. 3 in de
kursus mag jij dat toch wel doen. Nu,
zeg, vertel eens hoe denk je er over?
Waarover? vroeg Bersenjew uit
zijn gedachten ontwakend.
Wat? antwoordde Schubin, laat
jij je vriend maar praten en luister je
niet naar hem?
Ik was verdiept in het heerlijk
tafreel vóór ons! hernam Bersenjew
aarzelend.
Je hebt gelijk, dat is de hoofd
zaak, het is één kleurenmengeling en
kleur is hoofdzaak iu de natuur.
Dat zal jij beter weten dan ik,
het is jou vak, daar je kunstenaar bent.
Nu, mijn vak is het niet, streefde
Schubin tegen, ziju hoed dieper over
zijn hoofd trekkende. Hijn vak is het
menschelijk lichaam. Voeten, handen,
schouders, dat zijn mijn zaken. Daarbij
komt do kleur niet in aanmerking,
zie je?
Maar je zoekt toch slechts het
echoone? Hier vindt je het. Hoe is 't
heb je' je bas-relief al klaar?
Wat voor bas-relief?
Het kind met de geit.
Spreek me daar niet van! zei
Schubin. Ilct beviel mij niet en ik heb
het stuk geslagen. Nu zie je naar
't landschap en zegt: Daar is schoonheid
Haar te duivel, schoonheid is overal,
zelfs in je neus. Haar te treffen, dat
is juist het moeilijkste. De Ouden be
hoefden het schoone niet na te loopen,
het kwam hen tegen uit hun werken.
Waar komt het vandaan? God weet
het! Hun behoorde de wereld! Ons
rijk: is veel meer begrensd, onze arm
is korter.
Louter paradoxen! Als je 't
schoone niet kunt genieten, waar jc 't
vindt, zal 't uit je eigen weten niet
spreken. Als een schoon panoroma,
een heerlijke muziek, niet tot je ver
beelding spreekt, als je daarbij niets
voelt, meen niet
Ik zal niet met je redetwistenje
bent een gevoelsmensch, je bent mij
altijd veel te philosophised, jij, kandidaat
van de universiteit van Moskou. Weet
je, ik bemin het schoone slechts in de
vrouwen. Dat is 't!
Hij wierp zich weer rechtuit op den
privaten, enz. afkeurenswaardige wonin
gen Nos. 1623 aan de Molenstijnsche
steeg buiten de Groote Koppel;
den wegens langjarige vcrwaarloozing
voor de bewoners gevaarlijk geworden
toestand van een complex woningen
Nos. 7 tot en met 17 aan het Sint
Joris- kerkhof;
vochtigheid van een woonvertrek achter
het Oude Weeshuis, No. 3;
verwaarloosden en vervallen toestand
vau een woonhuis met winkel aan de
Arnhemschestraat No. 29;
onbewoonbaar verklaring wegens
bouwvalligheid van het perceel No. 39
aan de Teutstraat.
De eigenaren van de vervallen wo
ningen aan de Sint Agathastraat Nos,
1, 3, 4, 7, 9, 11, 13, 15, 17, 19 en 2,
aangespoord tot liet aanbrengen vau de
zeer noodzakelijke verbeteringen, wisten
door overdracht van hun bezit, zich
daaraan ie onttrekken.
HOOFDSTUK VI.
Openbare en andere gebouwen
en getimmerten, niet vallende
onder de Woningwet; voer-, vaar
tuigen enz.
Bij missive dd. 30 Juni No. 4888,
en van ÏS November d.a.v., No. 5343,
werd o:n advies in onze handen gesteld
eerst een aanvraagvan bouwondernemers
tot het oprichten van een kerkgebouw
met aanhoorigheden op een hun toebe-
hoorend uitgestrekt terrein aan den
Soesterstraatweg en wel op een strook
gronds ter breedte aan den weg van
65 Meter, welke over haar geheele
lengte onmiddellijk grenst aan de Nieuwe
Algemeene begraafplaats.
Daarna werd ons advies gevraagd op
do zelfde aanvrage, nu door het R. K.
Kerkbestuur van O.L. Vrouwe parochie
alhier, gericht aan H. H. Gedeputeerde
Staten en ten doel hebbende het stichten
van een R. K. Kerkgebouw met pastorie,
scholen en Zustergcsticht.
Aangezien het bij onderzoek bleek,
dat er meer, dan voldoende terrein be
schikbaar was om den bij de Wet van
10 April 1869, No, 65, voorgeschreven
afstand van de Bergplaats in acht te
nemen, en hier het financieele belang
moest achterstaan bij de sanitaire bepa
lingen van de Begrafeniswet luidde in
beide gevallen ons advies ongunstig.
rug en kruiste de armen boven 't hoofd.
Je spreekt van vrouwen, zei Ber
senjew na eenige oogenblikken, hoe gaat
het met het borstbeeld van mevrouw
Stakhoff.
Al heel slecht. Dat gelaat kan
mij tot vertwijfeling voeren. Zijn er een
voudige ernstige trekken, dan kan men
daar een kunstwerk van maken, maar
zij die goede vrouw is daarvoor
niet dienstig. Hebt ge wel eens bemerkt
hoe ze luistert zonder een zenuw te
bewegen Haar oogen slechts hebben
een uitdrukking die ieder oogenblik
verandert. Zeg zelf, wat moet een
arme beeldhouwer van zoo'n gezicht
maker.
Haar dochter is bekoorlijk.
Helena? Ja, dat in zoo. Ik begrijp
waarlijk niet dat het een kind is van
zulk een vader en moeder.
Ik mag mevrouw Stakhoff werkelijk
wel lijden, maar het buskruit heeft zij
niet uitgevonden en de heer Nicolaas
Artemiewit8ch Stakhoff evenmin. Hoe
komt het meisje dan aan zooveel schoon
heid en verstand? Verklaar mij dat nu
eens, philosoof!
Gedurende dit laatste deel van 't ge
sprek waren de jongelieden opgestaan
en liepen op en neer langs den oever
der Moskowa. Een frisch windje kwam
van over 't water en het zachte golfge
klots deed het oor weldadig aan.
Wat zou een bad nu heerlijk