Stadsnieuws.
Varia.
Allerlei.
nicnschen zoo langzamerhand denken,
dat er aan die eer toch wel een luchtje
zal zijn. Dat weet jij toch ook wel
Bram. Maar entin het. doet me genoegen,
dat we voortaan je brieven niet zullen
missen, want heusch dat zon me spijten,
ik lees ze altijd met genoegen. Doch
nu ter zake.
Ik moet den lezers toch nog even
iets vertellen van Antwerpen. Dat
zaakje komt in hot reine, dat voorspelde
ik vorig maal al. Maar nou moet je
De Nieuwe Gazet lezen. Jongen, jongen
dat is toch maar een blad, dat het
zeggen durft, en den spijker juist op
den kop weet te treffen. Ziehier nog
een kort stukje uit dat blad. In het
nummer van 12 October lees ik het
volgende
„Zoo triestig kan 't niet wezen in
dit zondige tranendal, of toch lacht hij
nog 't best, die al de ander vóór hem
laat lachen. Daar hebt ge bijvoorbeeld
de Belgische klerikalen; naar zij
zelf gclooven, op het schoonste blaadje
aangeteekend in het notaboekje van
Sinte Peer, en als zoodanig van nu af
allemaal van hun stoel in den Hemel
zeker. "Welnu, hun zou dau toch ook
wel het fijnste paart mogen zijn voor
behouden van wat er m onze atmosfeer
van zonde en verdorvenheid nog aan
gezonde lachstof kau voor handen wezen...
Lacyliet blijkt van neen. Ze
hebben te vroeg in 't „rosé" gelachen
nu lachen ze in 't groen. En ons is
't laatste woord in de leute.
De verdeeldheid in het liberale kamp
te Antwerpen, de verbrokkeling van
den kloeken blauwen dijk, die de Schel-
destad nu al eeu heel Kristusleven lang
voor een Koomsche overstrooming, voor
een wijwatersnood behoedde, uiteen aan
't brokkelen, twee, drie liberale lijsten
voor de aanstaande kiozingen: natuurlijk
dus voor de liberalen méér kans om
een zetel te verliezen dan om de twee
te winnen, die zij nu al schier in handen
hebben; de tweespalt in 't vrijzinnige
kamp daarna nog scherper verbitterd,
nóg nijdiger ruzie voor de gemeente-
kieziug van 1908 en tenslotte dus de
Jap terug op het stadhuis!...
Als daar nog niet genoeg stof tot
leedvermaak was om alle eigen leed
te vergeten, dan zouden wel nooit de
klerikalen splinters genoeg te bekijken
krijgen in het oog hunner tegenstrevers,
om geen hinder meer te voelen van
den balk die in het hunne steekt.
Zóóveel lol echter kon niet van langen
duur ziju. Nog hebben onze goedgcloovige
katholieke kranten ware Pierrette's
in hun droomen en plannen maken
niet grondig erover geprakkezeerd, wat
ze aanvangen zulleu met het stadhuis
als ze 't te pakken zullen hebben
of daar slaan hun de heeren Neujeau
en (Jambier den mclkstoop van den kop.
„Adieu, veaux, vaches, cochons!
"Vaarwel kamerzetel, Stadhuis Vaar
wel misschien wel Öoevernement en
klerikale overkeersching in België!...
De eendracht in het liberale leger is
hersteld en hersteld op des te vaster
basis daar in dit ernstige konflikt al
de elementen van verdeeldheid duidelijk
te voorschiju zijn gekomen en thans
met vaardige hand als een laag vuil
schuim van de soep, weggoschept kun
nen worden."
Tot goed begrip, voeg ik er even bij,
dat de heeren Neujean en Cambier,
als scheidsrechters in het geschil zijn
opgetreden.
Maar nu zal ik jullie eens even ver
tellen, waarom ik die stukjes uit De
Nieuwe Gazet aanhaal. Omdat mij
twee dingen zoo getroffen hebben, die
zei ze. Op dit oogenblik vloog een witte
meeuw voorbij. Klaarblijkelijk was hij
door een kogel van een visscher ge
troffen. Meer en meer dalend, zweefde
hij heen en weer, als om een schuilplaats
te zoeken.
Als hij dat plekje bereikt, zei
Helena op eeu verhevenheid je in baai-
nabijheid wijzende, zal dit een goed
voortecken zijn.
De gewonde vogel draaide in een
kring rond, liet de vleugels hangen en
viel met angstig geschreeuw achter een
schip neer. Helena sidderde en sloot het
venster. Zonder zich te ontkleeden, wierp
zij zich te bed; naast haar klonk Insaroff's
kort en zwaar ademhalen.
XVHI.
Insaroff word laat wakker; hij klaagde
over hoofdpijn en een algeheele ver
moeidheid. Hij stond niettemin op. Zijn
eerste vraag was of Renditsch aange
komen was. Helena antwoordde van
neen en gaf hem het laatste nummer
der Osservaiore Trieslino, 't welk veel
berichten over de Slavischelanden en
de Donau-voistcndommen bevatte. Een
lang vervelend bezoek, dat zij beiden
ontvingen, vermoeide Insaroff buitenge
woon. Tegen den middag voelde hij zich
nog zwakker dau toen hij ontwaakte;
hij ging op de canapé liggen, onbe
weeglijk, met gesloten oog„n. Helena
ik in ons goeie landje vrij wel mis.
In de eerste plaats, zoeken ze geen
omwegen om iets te zeggen. Doekjes
worden er niet omgewonden, maar kort
af wordt gezegd waarop het staat,
zonder vrees, sommige elementen af te
stooten, die bang zijn voor een te harden
toon.
En dan ton tweede: de organisatie.
Yan .die kanten uit België kwam hulp
opdagen. En zelfs de beste mannen
der partij kwamen uit Brussel over om
de scheuring te voorkomen. Kom daar
voor eens in ons land. Als Amersfoort
van oordeel is, dat het weer nog niet
zoo slecht is, en Baarn zegt dat het
vrij koud begint te worden, dan is de
scheiding gemaakt. Dat is een mee-
ningsverschil dat niet te overbruggen is
en in Baarn zegt men: laat de Atnèrs-
foorters nu lmn eigen boontjes maar
doppen. En omgekeerd is het precies
zoo. Dat moet en mag natuurlijk niet
kunnen gebeuren.
Er behoort te zijn een sterke Centrale
Organisatie en de besluiten, die die
neemt moeten worden nagekomen, ook
al is men het er niet geheel mee eens
Verschillen moet men dan maar uitvech
ten als de strijd achter den rug is. Dat
is een eisch van goede taktiek.
En dan in de tweede plaats, men
moet het ronduit zeggen waarop het
staat. Men neme een voorbeeld aan
België, waar men de puntjes op de i
zet. Want dat geeft op den duur toch
steeds de beste resultaten.
Mr. K. K. DORIS.
Oberlander.
Een man die iedereen kent, behalve
Afrikaansche negers, en bijv. van Gogli-
rnaniak een, heeft deze week zijn GOsten
jaardag beleefd. Het is Oberlander, de
teekenaar van de „Fliegende Blatter",
wiens dier-caricaturcn ook herhaaldelijk
apart zijn uitgeven.
Hij met Vi ilhclm Busch zijn de groote
vertegenwoordigers van de humoristiek
in de Duitsche plastiek, zuiverder Duitsch
en vooral gemoedelijker en veel schuldi
ger, dan de jongeren van Simplicessimus.
Ofschoon een vergelijking met dezen
feitelijk onmogelijk is en erkend moet
worden dat vooral in technische betee-
kenis de modernste kleurdrukken liooger
staan, overtreft toch niemand Oberlander
in het geweldig-comisch werkende ver
mogen de dieren van een menschelijke
expressie te voorzien. Een lachende leeuw
van Oberlander, opzettelijk onhandig
geteekend, zal na eeuwen de mensch-
heid nog doeu lachen.
Satellieten met een aureool.
Om de nagedachtenis van mannen als
Goethe en Schiller glanst het zóó, dat
het waarlijk water na de zee dragen
zou zijn daar nog geld en moeite aan
te spendeeren. Rationeel is daarom de
houding van een meester slotenmaker
uit Niederödcrn in Duitsehland, die het
voorbeeld heeft gegeven van vereering
van satellieten van grootheden.
Tegenover 's mans huis staat een oud
ding, waarin Erederike Brion gewoond
heeft, de vriendin van Goethe. De man
heeft het huisje voor afbraak gekocht
en zal hot in zijn tuin weer in elkaar
laten zetten. Aan andere liefhebbers
laat hij het over om een gedenksteen
aan te brengen in den gevel van dit
historische bouwwerk.
Voor lieden, die een beetje verfris-
sching noodig hebben van de zware
levenstaak, meer geld te verdienen dan
ze op kunnen maken, zooais die sloten-
ging met een handwerkje naast hem
zitten en zag hem aan. Nu zag zij hoe
bleek en mager hij daar neerlag.
Dinutrie! riep zij onwillekeurig
uit.
Hij keerde zich om.
Wat is er? Is Renditsch aangeko
men? vraagde hij.
Neen, nog niet, antwoordde Helena.
Doch gij gloeit, gij zijt niet wel. Zal ik
den arts roepen
Niet noodig. Als ik wat slaap,
word ik wel weer beter. Vanavond na
den eten zullen wij uitgaan.
Twee uur gingen voorbij, zonder dat
Insaroff' den slaap kou vatten; met
gesloten oogen bleef hij echter liggen.
Helena verloor hem geen oogenblik uit
't gezicht.
Waarom slaapt gij niet? vraagde
zij eindelijk.
Wacht, antwoordde hij, haar hand
nemende en die onder zijn hoofd leg
gende. Zoo is het goed. Maak mij dadelijk
wakker als Renditsch komt! Als hij
zegt dat het schip klaar ligt, moeten
wij dadelijk weg. Zorg dat alles ge
reed is!
O, onze toebereidselen zullen niet
veel tijd kosten, autwoordde Helena.
Men moet aan alles denken, want
de tijd dringt. Houd u tenminste gereed!
En hij sliep in. Helena trok haar hand
weg, schoof een kussen onder zijn
hoofd en zag naar buiten of nog geen
maker uit Niederödern, is dit een na
volgenswaardig voorbeeld.
De buurman van Shakespeare, het
huis waar de baker van Shelly heeft
gewoond, en de slijter waar Verlaine
ziju absinth kocht, allen kunnen van nu
af aan aan de vergetelheid worden ont
rukt. Nog heel wat kapitaal iB op die
manier productief te maken.
Terecht hoort men tegenwoordig, al
is het nog maar zwakjes, stemmen op
gaan voor „de rechten van het gezin".
Het aantal n.l. van hen, die hun geluk
buitenshuis zoeken, en geen vergadering
of „uit gangetje" kunnen overslaan, neemt,
evenals dat der vergaderingeu er uit
gangetjes, onrustbarend toe.
En het zal niet lang meer duren of
de Oudejaarsavond is de eenige avond
van het jaar, waarop het huisgezin vol
tallig is.
Yan avond is mevrouw, die zelf drie
kleintjes heeft, waarvan zij de verzor
ging aan „juf" opgedragen heeft, nam
een vergadering van den bond ter be
vordering van „de opvoeding in het
huisgezin", mijnheer is naar een belang
rijke vergadering, waar de noodzake
lijkheid zal worden besproken van een
nieuw en mooier aangelegd honden
kerkhof; de neef, die bij lien in woont,
een jongen van achttien jaar, is naai
de vergadering der „jonge garde".
Tegen elf uur kouten zij, doodmoe
„vergaderd", thuis, en zouden zich nu
kunnen gaan wijden aan de belangen
van het gezin, wanneer ze er niet te
slaperig en te moe voor waren. Morgen
avond moeten zij het „zielbeweeg" van
de beroemde danseres Isidore Duncan
gaan zien; overmorgen moeten zij be
paald naar het beroemde strijkkwartet.
Nu spreek ik nog niet eeus van de mooie
stukken, die in den schouwburg gegeven
worden, en die zij „bepaald moeten gaan
zien". Als ik daarover begin, zou ik het
eind niet weten, want ook en vooral de
schouwburg trekt velen uit hun gezin,
en houdt hen lange uren gevangen.
'\Veinigen echter zullen zoo lang van
de schouwburglucht genieten als een
paar vreemdelingen in Parijs. Zondag
nacht hoorden n.l. een paar politie
agenten, die voor het Theatre Frangais
aldaar de wacht hadden, verdachte ge
luiden uit den tempel der muzen. Zij
naderden en hoorden roepen en stooten,
zoodat zij den concierge uit zijn bed
haalden en een der deuren heten openen.
Daar stonden in de voorhal twee heeren
in reiskostuum, die geenerlei tegenstand
boden en overstaanbare woorden spraken.
De agenteu voerden hen daarom naai
den naasten politiepost en waarschuwden
den commissaris. Toen deze verschenen
was, werd het geval opgehelderd. De
heeren bleken Amerikanen te zijn uit
Canada, die den vorigen dag pas waren
aangekomen en na Parijs bekeken en
goed gedineerd te hebben, 's avonds
naar den eersten schouwburg der stad
waren getogen en in slaap waren
gevallen. Zóó diep, dat ze eerst tegen
halftwee wakker werden, toen alle toe
schouwers vertrokken en alle deuren ge
sloten waren. Zij hadden voldoende be
scheiden bij zich en geenerlei bedenkelijke
voorwerpen, zoodat de commissaris hun
gelegenheid gaf nog een deel van den
nacht in hun hotel door te brengen.
Enfin, 't is een goede les voor hen
geweest, en een volgenden keer zullen
zij er wel beter om denken „hoe laat
het is."
Gelukkig als je dat te weten kunt
zeil in 't gezicht kwam. Lang stond
zij onbeweeglijk aan 't venster.
De zon was achter nevels weggedoken,
de wind stak fluitend op en groote witte
wolken vlogen langs den horizont. De
mast van een klein vaartuig werd lang
zaam in de verte zichtbaar; eeu vlag
met een rood kruis wapperde aan den
top; afwisselend zag men haar rijzen en
dalen. In de kamer sloeg de klok met
onheilspeilenden slag. Alles scheen te
spreken van stilte en rust. Een zwakke
stem riep: „Helena!"
Zij richtte het hoofd op en bleef een
oogenblik als versteend van schrik staan.
Insaroff, bleek als een doode, was half
overeind gekomen. Hij staarde haar aan
met wijdgeopende glanzende oogen. Zijn
haren hinge i over zijn voorhoofd, zijn
mond was wijd open.
Helena, zei hij, ik sterf!
Met een luiden kreet stortte Helena
zich op hem en sloot hem in haar
armen.
Het is voorbij, ik sterf! herhaalde
Insaroff'. Mijn arme Helena, vaarwel....
vaarwel, mijn vaderland
(Slot volgt.)
komen, maar diep, diep ongelukkig de
inwoners vau Putten, die, als wijlen
Sjaalman, tevergeefs naar een tijdaan-
wijzer omzien.
Wat toch is het geval?
De Arnh. Ct. meldt daarover het
volgende
„Te Putten is voor korten tijd een
nieuw postkantoor gebouwd eu voorzien
van een flinke klok om de dorpsge-
nooten voortdurend op de hoogte te
houden van den juisten tijd, omdat het
torenuurwerk niet uitmuntte door solidi
teit. Het geheel is ingericht door de
spaar- en bewaarbank te Putten en
aan het rijk verhuurd.
Nu heeft de directeur van het post
kantoor de stoutigheid gehad de klok
in overeenstemming te brengen met de
opgaven van opening en sluiting van
het kantoor en de buslichting. 1 )e klok,
die tot heden plaatselijken tijd wees,
werd '20 minuten teruggezet. En nu
Op bevel van het bestuur van de
Puttensche spaar- en bewaarbank is er
een flink stuk papier over de klok
geplakt, zoodat men in het Yeluwsche
dorp het zonder tijdaanwijzer doen
moet."
Dat is optreden van de spaarbank!
Nu heeft ieder weer „zijn eigentijd"
en gaan allen „met hun tijd mee."
Dat doen ze trouwens in Korea ook.
„Architecture" weet nl. te vertellen,
dat bij den wederopbouw van het paleis-
van den Koning van Korea, dat onlangs
door brand verwoest werd, uitsluitend
van „papier maché" gebruik zal ge
maakt worden, doch nu van werkelijk
gekauwd papier.
Yoor de fabricatie van dit „bouw
materiaal" werden reeds 1000 Koreanen
als papierkauwers gehuurd. (Bij sollici
tanten worde natuurlijk in de eerste
plaats op een sterk gebit gelet.)
Te Savinoroska in Rusland is ook
een papieren huis. Het werd geheel en
al van blokken „papier maché" ge
bouwd, zelfs de fundeering en het dak
zijn van dat materiaal gemaakt. Zoo
ook de schoorsteenen, doch hiervoor
werd deze grondstof eerst met een
vuurvast materiaal vermengd. Het huis
heeft groote afmetingen, en zal volgens
de meening van den bouwmeester,
duurzamer zijn dan huizen van natuur
steen of baksteen. De kosten bedroegen
ruim f 100.000.
In sommige steden van Rusland werd
ook dc proef genomen, om papier voor
plaveisel op wegen en straten te ge
bruiken. Ook in dit geval maakte men
van zeer sterk geperste blokken gebruik,
en, naar men zegt, is deze bestrating
tegen het verkeer bestand. De kosten
daarvan zijn echter tot nog toe te hoog,
om ernstig over de invoering van een
algemeene bestrating van papier te
denken. Yoor binnenplaatseu in heeren
huizen en voor andere doeleinden, waar
goedkoop niet juist den doorslag geeft,
zal naar men verzekert, een papieren
plaveisel wel spoedig in de mode komen.
"Wie weet, of we wandelen binnen
kort wel over „papier maché" naar
het voetbalveld aan den Leusderweg om
naar een match te kijken als er
tenminste een doorgaat.
Ds. D. J. van Aalst, predikant der
Ned. Ilerv. gemeente alhier, komt voor
op 't drietal te Leiden.
Naar wij vernemen zal in de begroo-
tingsvergadering van den Raad, die a.s.
Dinsdag zal worden gehouden niet ter
sprake komen de kwestie van het Aldegon-
degasthuis en van de waterleiding. Het
ligt in de bedoeling aan deze twee, voor
onze gemeente zoo belangrijke punten
een afzonderlijke openbare raadsvergade
ring te wijden.
Zondag 22 October des morgens om
half elf zal in het Logegebouw, van
Persijnstraat 1, een godsdienst-oefening
worden gchoiiden voor den Doopsgezin
den kring. Als spreker zal daarbij
optreden Ds. S. Lulofs van 's-Gravenhage.
De heeren A. M. Tromp van Holst
en "W. v. d. Koogh hebben hun benoe
mingen, respectievelijk als beschermheer
en voorzitter der onlangs opgerichte
„Oranjevereeniging" niet aangenomen.
In de te Utrecht gehouden openbare
terechtzitting van den Ccntralen
Raad van Beroep had de uitspraak
plaats in de volgende zaak:
Hooger beroep van de Rijksverzeke
ringsbank tegen de uitspraak van den
Raad van Beroep te Utrecht, waarbij
op vordering der plaatselijke .commissie
te Amersfoort, met vernietiging ociier
beslissing van de Bank is verstaan, dat
J. H. M., te Amersfoort, op 6 Februari
1905, en daarna, ter zake van een hem
overkomen ongeval, geheel ongeschikt
was tot arbeid en hem is toegekend een
rente van f2.37'/a per werkdag.
De Centrale Raad bevestigde de aan
gevallen uitspraak wat betreft do ver
nietiging der beslissing van de Bank
vernietigde die voor het overige cn
verstond, dat er op 6 Februari 1905
geen termen bestonden over te gaan tot
herziening der aan getroffene toege
kende rente.
"Wij herinneren aan de openbare voor
dracht van den heer Joh. van Manon
a.s. Donderdagavond in den foyer van
Auiicitia.
Donderdag 26 October zal vanwege
de militaire sportvereeniging in de om
streken van Amersfoort een jachtrit
worden gehouden, waarbij als jager
meester zal optreden do le luitenant
G. J. Maris.
Naar wij vernemen krijgen we in de
a.s. kermisweek in Amicitia twee tooneel
voorstellingen van Bigot op Maandag
en Dinsdag en verder 3 avonden van
het variété gezelschap van Henri ter Hall
De jaarlijkschc jachtrit van de officie
ren van hot le regiment veld-artilleric
is wederom uitgesteld.
Bij elke verkiezing in het district
Amersfoort blijkt Bunschoten een door
en door „Christelijke" streek te zijn
Toch weten wij allen wel, dat in het
gewone leven de Bunschoters wel wat
christelijker mochten zijn. Op feestdagen
komt hun ruwheid nog al eens voor
den dag. Wat thans echter aan hot
Handelsblad wordt gemeld grenst
haast aan het ongelooflijke.
In dat blad lezen we n.l. het volgende
„Tusschen den huize den Hoek en de
boterfabriek te Nijkerk heeft zich een
schandelijk stukje, afgespeeld. Twee
Bunschoters komen op hun melkwagen
aanrijden. Bijna aan het eiude van den
vermoeiden tocht geeft het paard het
op en blijft staan. Een dracht slagen
geeft geen veraudering. Uitspannen
De koppigheid afleeren met de on
vermijdelijke slagen. Nu zal 't wel beter
gaan. Opnieuw inspannen. Geen succes
Het dier blijft pal op zijn plaats. Weer
ondergaat het arme beest dezelfde kuur
met dezelfde uitkomst. Toen, 't is
haast ongelooflijk haalde een hunner
zijn mes voor den dag en stak er het
paard mee in het achterdeel, dat het
bloed er uitgutste, en toen ging het'
Bij de landmacht zijn de identiteits
plaatjes ingevoerd.
Hét identiteitsplaatje behoort tot de
uitrusting van den man en is bestemd
0111 door hem, aan wien het wordt uit
gereikt, bij mobilisatie, om den hals en
op het bloote lichaam te worden gedra
gen. De plaatjes worden verstrekt aan
het personeel, officieren hieronder be
grepen, behoorende tot de staven, korp
sen, enz. van het actieve leger en de
landweer op voet van oorlog.
Het vermeldt den naam, den datum
van geboorte, de woonplaats en de naaste
familiebetrekkingen, terwijl de achter
zijde geeft den rang van den bezitter
en het wapen, waarbij hij dient.
Naar wij uit goede bron vernemen
zal de rijwiel- en automobielfabriek
der firma Eysink alhier in een Naam
looze Yennootschap worden omgezet en
een belangrijke uitbreiding ondergaan zoo
wat gebouwen als personeel betreft. Dat
dit een aanzienlijke vooruitgang der
Amersfoortsche industrie in 't uitzicht
stelt spreekt van zelf. Naar wij hopen
zullen we dc gelegenheid hebben in ons
volgend nummer iets naders omtrent deze
Vennootschap mede te deelen.
J»c antitlic.se?
Er was gistermiddag strijd, oorlog in
hot Plantsoen bij de Kleine Haag. Aan
dc cenc zijde stonden de „christehjken"
met ware doodsverachting den strijd al-
wachtende, aan de andere zijde de
paganisten niet minder heldhafting zich
toonende.Maardc leerlingen der„Cliriste-
lijke" school, dat waren de „Christc-
lijken," werden geassisteerd door eenige
groote broers en vrienden van de Am
bachtsschool, zoodat het er voor de
paganisten, de jongens van de openbare
school uit de Heerenstraat, hachelijk
uitzag.
Riemen werden klaargehouden, boe-
kentasschen inaaktenaanstall en om ook tot
vechtma'.eriaal te dienen, maar.de aan
val bleef achterwege. Want achter de
paganisten liep ten dienaar, van des
Heiligen Hermandad, en de „Christe-
lijken" die diepen eerbied voor't gezag
hebben,- deden als of zij van den strijd
afzagen. Dit was evenwel slechts om de
paganisten te verschalken. Want nau
welijks had de politicagent ziju hielen
gekoerd, of het „christelijke" leger
stormde onder luid gejuich de Hendrik
van Viandenstraat in. Ondertusschen
waren de paganistjes door hun respec
tievelijke ouders naar binnen gestuurd,
zoodat er niets meer te strijden viel.
Alleen had de politieagent, die terug
was gekomen, heel wat last met de
„Christelijken", want de eerbied voor