No. 4. Zaterdag 13 Januari 1906. 3e Jaargang Wees U Zelf! Zen goed idee. Uil Adam's dagbeei Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". FEUILLETON. Dolende Ridder. DE EEMLANDER. VerschijntI Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Woensdags en Zaterdags. I Bureau Hendrik van Viandenstraat 28. Abonnementsprijs Per jaarf 3.00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentlëu Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 Bij abonnement aanmerkelijke korting.) Een onzer lezers schrijft ons: ..Blijkens de door Burg. en Wethouders overgelegde correspondentie niet de Ned. Bell. Telephoon-Maatsehapp'ij, is deze laatste wel genegen een nachtdienst in te voeren op het Centraal-Bureau te dezer stede, mits de gemeente een ambto- nnar voor de bediening aanstelt en oen kleine vergoeding geeft voor vuur en licht. Mij dunkt door het instellen van nachtdienst op het Telephoonbureau, wordt de torenwachter overbodig. Om nu dien inau zijn verdienste niet te ontnemen, was het misschien goed hem de bediening van het Centraal-toestel te leeren en hem als ambtenaar aan te stellen voor den nachtdienst op het Centraal-burcau." 't Wil ons voorkomen, dat dit ecu kwestie is van genoeg gewicht om er eenige meerdere aandacht aan te schen ken. In verband hiermee herinneren we aan 't geen we in ons Eaadsoverzicht schreven in ons blad van Woensdag 3 Januari j.l. We schreven daar o.a. het volgende: „B. en W. zullen te adviseeren hebben over twee zaken, die ons niet vau be lang ontbloot schijnen. In de eerste plaats of op kosten der gemeente een nachtelijke telephoondienst zal worden ingericht. Voor zoover wij dit kunnen nagaan is dit speciaal noodig in geval van brand. Zien we daarin juist, dan zou de dienst, dien men aldus aan de assurantie-maatschappijen bewijst in de ■eerste plaats door het aanstellen van ■een ambtenaar ons wat kostbaar en luxueus voorkomen voor onze gemeente. En toch in Schiedam schijnt een dergelijke regeling te bevallen." De mogelijkheid, dat de torenwachter de functie zou kunnen waarnemen, was toen niet in ons opgekomen. Nu dit idee evenwel door een onzer lezers ge opperd is, moeten wij erkennen, dat het zoo voor de hand ligt, de oplossing daar te zoeken, dat we ons er slechts De verveling is het ongeluk der gelukkigen. Spahik. Uit het Engelsch van EDNA LYALL. De drooge sarcastische toon, waarop dit gezegd werd, deed Carlo's veront waardigde tegenspraak in lachen ver anderen. „Het eenige onderwerp, waarover twist mogelijk zou kunnen zijn, is de staatkunde en daar hij van de Italiaan- sche belangen niets af weet, behoeft men slechts nu en dan 't gesprek be hendig op een ander onderwerp te brengen. Maar laat mij van daag geen kwaad spreken over kapitein Britton, amico mio." „Ach arme kerel," zeide Enrico mede lijdend. „Ik wist wel dat hij de hinder over kunnen verwonderen, daaraau niet eerder te hebben gedacht. De heele kwestie komt toch hierop neer: zullen de voordeelen opwegen tegen de te maken kosten? En door nu den torenwachter a. h. w. in do nieuw gecrëeerdc betrekking over te plaatsen zullen de kosten zeer gering zijn en de voordeelen, wellicht groot. Burg. en Wethouders stellen zich ook op dit standpunt. In hun schrijven aan de Ned. Bell. Teleph.-Maatsch. toch lezen we het volgende: „liet is ter onzer kennis gekomen, dat onder de abonné's van de tclephoou een aan het Bestuur uwer Maatschappij ge richt adres ter onderteekening circuleert, waarbij wordt verzocht, in de dienst regeling zoodanige wijziging te brengen, dat, in plaats van het bepaalde in het 14e punt der concessie-voorwaarden, wordt bepaald, dat onafgebroken dag en nacht gelegenheid zal worden gegeven tot het maken van verbindingen aan het Cen- traal-bureau. Nu uit de toenemende aansluitingen blijkt, dat aan her gebruik van de tele- phoon moer cu meer behoefte bestaat en zich dagelijks de bezwaren doen gevoelen aan de tijdelijke sluiting van den dienst verbonden, meenen wij, dat er voor uwe Maatschappij alleszins termen bestaan, bovenbedoeld verzoek in te willigen; vooral omdat de financieele gevolgen van deze dienstuitbreiding vermoedelijk niet ongunstig zullen blijken te zijn." Ook B. en W. zijn dus overtuigd van het nut van een nachtelijken telephoon dienst. Gaan ze nu nog eens na, welk nut een dusdanige dienst kan hebben voor de Gemeente zelve, dan twijfelen wij er niet aan of ze zullen ook komen met een voorstel om een regeling moge lijk te maken als thans te Schiedam bestaat, waar de Gemeente voor hare rekening een Gemeente-ambtenaar heeft aangesteld, die gedurende deu tijd, die er verloopt tusschen de sluiting van den diensttijd en de weder-openstclling van het paal zou worden, die je volmaakt geluk komt verwoesten. Er is altijd een schoonvader, eenc schoonmoeder of een ander vervelend familielid, die iets op u heeft aan te merken. Geloof maarniet dat je liefde zoo zachtkcns en gelijk zal voortduren, dat is geheel tegen dejnatuur." Terwijl hij sprak, waren zij een aan kondigingsbord genaderd, en angstig keek hij rond naar de groote aanplak biljetten der schouwburgen, doch die van de Mercadautc waren er nog niet bij. „Ge zijt even opgewekt als een be grafenis," zeide Carlo, zeer geprikkeld door de bewering, dat de deftige Engclschman een hinderpaal worden kon. „Als ik nu juist geen grooter beletsel heb dan kapitein Britton zal 't heusch wel schikken. Niemand kon hoffelijker en beleefder jegens mijne moeder zijn en edelmoediger en gast vrijer jegens mij zijn dan juist hij. Natuurlijk heeft elkeen zijn gebreken." „Maar al te waar," antwoordde Enrico spottend. „De Engelschman houdt van een lord en verliest 't voornaamste niet uit 't oog. Hij weet, dat ge erfgenaam zijt van een zekeren, zeer rijken oom en dat, als hij niet zorgt, dat 't geld op een rechtzinnige Engelsche wijze wordt belegd, alles zal worden weggeworpen aan „Jong Italië" of verspild wordt aan de opvoeding van orgeltrappers." „Als wij niet op straat waren, zou ik je eens flink afstraffen," riep Carlo. bureau, voor de bediening zorgt; terwijl de Gemeente per jaar f 50.betaalt ter tegemoetkoming in de kosten van ver lichting en verwarming. De bediening van zoo'n toestel eischt niet veel kennis, hoogstens wat handig heid. Het zal dus niet zoo'n toer zijn dit den torenwachter te leeren, en dan is er een oplossing gevonden, die weinig of misschien in 't geheel geen meerdere kosten met zich brengt. Men kan nu als bezwaar opwerpen, dat de ambtenaar in het telephoonbureau geen overzicht heeft over de stad en dus altijd gewaarschuwd zal moeten worden in geval van brand. Dit nu lijkt ons in 't allerminst een be zwaar. 't Is waar, hij heeft geen over zicht over de stad, maar er zijn thans over de geheele gemeente aansluitingen bij het telephoonnet. In goval van brand zal men dus heusch niet zoo ver be hoeven te loopen om bij een der abonné's te komen. Men heeft dan het groote voordeel, direct poli tie,opperbrandmeester autoriteiten en vertegenwoordiger van de waterleidingmaatschappij te kunnen waarschuwen. Het klokgelui missen we dan alleen, hetgeen ons ook al weer een aanwinst lijkt, daar dan heel wat minder nieuwsgierigen op het terrein van den brand zullen zijn. De naast omwonenden kunnen best persoonlijk gewaarschuwd worden, hetgeen trouwens, als we on6 niet bedriegen, thans ook al gebeurd. Alles bij elkaar genomen wil het ons dus voorkomen, dat bij een boven om schreven regeling spoediger en krachtiger en dus met meer kans op succes zal kunneu worden opgetreden. Nu is er evenwel nog een ander die gebaat wordt bij een liinker optreden bij brand. Wij bedoelen de assurantiemaat schappijen. Billijk lijkt het ons dan ook wanneer deze bijdragen in de te makeu kosten en we willen hopen, dat deze maatschappijen bij een eventueele aan vraag om steun, zich dan ook niet onwillig zullen toonen een maatregel te „Er was nooit te voren zulk een kerel, die aan iedereen lage beweegredenen toeschreef." „Heel goed, vaar maar tegen mij uit," zeide Enrico onverschillig, „maar nog nimmer heb ik bevonden, dat de stel regel onwaar is, dat 't egoisme de wereld regeert. O, je paard wacht op je, zie ik, en do stalknecht probeert er zeer warm en vermoeid uit te zien ten einde een groot drinkgeld te verwerven. A revederci! Maar ik raad u aau, vermijd Napels gedurende de eerste dagen, kom bij mij niet om sympathie in uwe ver rukking, want ik voel niet de geringste twijfel, of liefde is egoisme, 't huwelijk is egoisme, en „Ge zijt onverbeterlijk!" riep Carlo uit, het mooie Arabische paard bestijgend, „en ik wil niet langer naar je luisteren." Met de hand wuivend reed hij weg, lachend omkijkend naar deu iu de rede gevallen egoist, die zich schouder op halend verwijderde. En echter was 't geheel iets anders dan egoisme, dat die ernstige trek op Eurico's gelaat te voorschijn riep, toen hij zich door de zonnige straten huis waarts spoedde. Hij stak haastig de straat over toen hij een lange, flink uitziende grijsaard gewaar werd en spoedde zich tot hem. „Pardon, Signor Piale!" riep hij uit. „Mag ik u eenB wat vragen? Gij zijt bepaald wel bekend met alle nieuws op helpen bevorderen die ook in haar voordeel is. Onbillijk zouden wc het echter vinden, wanneer de Bell Teleph. Maatschappij in het geheel niet deelde iu de kosten. Wanneer toch de dienst niet meer wordt onderbroken en men dus nacht en dag van zijn telcphoon gebruik zal kunnen maken, ligt het voor de hand dat deze daardoor in bruikbaarheid wint. Een gevolg daarvan zal zijn een vermeerde ring van het aantal abonné's hetgeen een financieel voordeel is voor de Maatschap pij. Deze zou dus alleen de voordeelen genieten en geen deel van de lasten dragen hetgeen wel aangenaam zou zijn voor de maatschappij maar onbillijk tegenover de Gemeente. Wanneer nu een volledig plan ter verwezenlijking wordt gemaakt en de N. B. T. M. daarmee in kennis wordt gesteld, dan zal de directie o. i. toch ook nog wel eens in nadere overweging nemen of het ook niet op haar weg ligt, in de te maken kosten bij te dragen. Dat deze kwestie, die o. i. zeer een voudig is, spoedig tot oplossing zal ge bracht worden, hopen wij van harte. Vervolg en slot). Vrijdag. Ze zegt dat de slang haar geraden heeft om van den verboden boom te eten, en beweert dat ze door dat eten een fijne opvoeding kan krijgen. Ik zei, dat de Dood op het landgoed zou komen. Dat was dom! Want dadelijk zei ze dat ze dan de arend aan vlcesch zou kunnen helpen en ook den leeuw en den tijger kon spijzigen. Ik raadde haar aan van den boom af te blijven. Ze zei dat ze 't toch zou doen. Voorzie moeilijkheden. Ga 't land uit! Woensdag. Ik ontvluchtte en reed zoo hard ik kon weg op oen paard. Een uur voor zonsopgang reed ik door een wei, waar allerlei dieren aan het grazen waren cu muzikaal gebied. Is 't waar, wat van daag in de Pikolo staat, komt Merlino werkelijk iu de Mercadante." „Diavolo! 'tis waar, jammer genoeg," antwoordde de oude man, „maar ik heb er niet met mijn leerling over gesproken. Carlo is over gevoelig, hij leed vrecse- lijk onder die zaak, maar nu heeft hij ze eindelijk vergeten. Ilij is iemand wiens leven voor smart moet bewaard blijven." „Ik zou gedacht hebben, dat gewone beleefdheid, Merlino uit Napels zou hebben gehouden," sprak Enrico toornig. „Merlino geeft om da gewone beleefd heid geen zier," zeide de oude muzick- leeraar. Hij strekt ons vak niet tot eer. Waarschijnlijk meent hij, dat't Merlino Donati nog versch genoeg in 't ge heugen ligt, om volle zalen te trekken." „Laat ons ten minste ons best doen en het slechte nieuws zoo lang mogelijk voor hem verborgen houden," zeide Enrico. „Het zal een verschrikkelijke kwelling voor Carlo en wellicht zijn moeders dood zijn." „Het zijn altijd de onschuldigen, die voor de schuldigen moeten lijden," zeide de oude zanglceraar, zijn perkamenten wangen wrijfend. „Als er iemand is, die verdient zonder zorg te leven, dan is 'tCarlo: er zijn er maar weinigen, die op een zoo smetteloos verleden kunnen wijzen.' „Gij spreekt volkomen waarheid," met elkander speelden. Opeens echter begonnen ze allemaal te brullen en mekaar op te eten. Ik begreep: Eva had van den boom gegeten en de dood was op de wereld gekomen Dc tijgers aten mijn paard op Weldra vond ik een verblijfplaats buiten het landgoed, doch zij achterhaalde me en noemde do plaats Tonawanda, want, zegt ze, het ziet er zoo uit. Overigens was ze me niet onwelkom, want ze bracht een paar appels mee. die ik van den honger wel moest opeten. Dat streed wel met mijn beginselen, doch die gelden alleen maar als je weldoorvoed bent Opeens kwam ze naar me toe met allerlei bladeren om zich heen gehangen; toen ik opstond, en vragend wat die onzin nu weer te beteekenen had, den boel vau haar lichaam rukte, begon ze te beven en te blozen. Ik had zoo iets nog nooit gezien en ik vond het vrij idioot en bovendien ongepast. Zij beweerde dat ik-zelf spoedig zou ondervinden wat het was. Zoo hongerig als ik was, legde ik don halfopgegeten appel neer (een van de beste die ik ooit at, als ik het vergevorderd seizoen in aanmerking neem) kleedde ik me ook in bladeren en takken en beval haar op ernstigen toon nog meer bladeren en takken te halen. Daarna gingen we wat vellen stroopen op dc plaats, waar de dieren elkander opgegeten hadden en beval ik haar een stel klceren te maken, die we zouden kunnen dragen bij officieele ge legenheden. Ik begiu nu in te zien dat ze toch wel een goed kameraad is. Ik zou me zonder haar eenzaam voelen, nu ik mijn landgoed kwijt ben. Nog iets: Ze be weert dat we moeten werken voor ons leven hiernamaals. Daarmee kan ze zich nog nuttig maken. Ik houd natuurlijk het toezicht op het werk. Tien delgen later. Ze beschuldigt mij de oorzaak van ons ongeluk te zijn. Ze beweert dat de slang haar verzekerde dat dc verboden vrucht geen appel maar de kastanje is. Ik antwoordde dat ik in dat geval onschuldig was, omdat ik heelemaal geen kastanjes gegeten heb. Daarop repli ceerde zij weer: de slang heeft gezegd dat het woord kastanje zinnebeeldig 6j Eva staat aan' de waschtobbo. Adam houdt toezicht" met de havaua in den mand. 7) Chestmut kastanje en flauwe mop. zeide Enrico. „Laat ons hopen dat dit verleden bij kapitein Britton zwaarder weegt dan het familie spook. TWEEDE HOOFDSTUK. Een goede erfenis. De oude muziekmeester had de zaken niet overdreven. Ofschoon hij geneigd was, om alles wat zijn geliefkoosdo leerling betrof door een rooskleurigo bril te bekijken, zoo sprak hij nu toch volkomen waarheid. Carlo was vlekke loos zijn weg gegaan door alle ver leidingen van het Napolitaansche leven; zijn geschiedenis kon 't volle licht ver dragen, het was onmogelijk zich iemand voortestellen, die eerlijker, eenvoudiger en openhartiger was. Natuur had zijne gaveu aan hem verkwist. Bovendion was hij van goede familie en maar niet zoo in den gewonen zin des woords. De Donatis waren niet van adel, maar reeds vijf of zes geslachten vroeger had den zij de aandacht tot zich getrokken door hunne goede opvoeding en hunne uitgebreide kennis in de verschillende takken van wetenschap, waarin zij zich hadden bekwaamd. Zij mochten gefaald hebben in oordeel, doch nooit had een Donati zich schuldig gemaakt aau eene laagheid, noch waren zij ooit op on rechtvaardigheid betrapt. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 1