No. 16. Zaterdag 24 Februari 1906. 3e Jaargang. (Bijvoegsel). Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER". Wees VZelf! DE EEMLANDER. Verschijnt Woensdags en Zaterdags. Bureau Hendrik van Viandenstraat 28 Abonnementsprijs Per jaarf 3 00 Franco per post- 3.50 Per 3 maanden- 0.75 Franco per post- 0.90 Prijs der advertentiën Van 1 tot 5 regels0.40 voor iederen regel meer0.08 (Bij abonnement aanmerkelijke korting De anti-rev. propaganda-club „Groen van Prinsterer" hield 22 Februari een goed bezochte vergaderiug, waarin de Heer N. Oosterbaan uit Doesburg sprak over 't onderwerp: „Uit of in't moeras". Nadat de voorzitter de vergadering met gebed had geopend, ving de Heer Oosterbaan aan met de vraag of we uit of in het moeras waren geraakt door de Jani-verkiczing van 1905. Tot be antwoording van deze vraag begon spre ker te herinnoren aan de groote harts tocht, waarmee de verkiezingsstrijd in 't afgeloopen was gevoerd. Spreker schreef dien feilen strijd in de eerste plaats toe aan het bestaan van de Vrijzinnige Propaganda-clubs. Hij meende, dat de liberalen ook in dit opzicht heil hadden gezocht bij de anti revolutionairen evenals ze dit hadden ge daan op het gebied van jongelingsver- eenigingen en zondagscholen. Spreker wilde aan de vrijz. prop. clubs den minder vereerenden naam geven van de jonge vrijzinnige jachthonden clubs. Het doel van de clubs kenschetste spreker niet anders, den als hadden de leden alleen gediend om het clericale wild op te ja gen. Propageeren voor eigen beginselen, vooral in eigen kring en daarna naar buiten hadden ze niet gedaan, en niet gekund. Ze bestonden daartoe uit per sonen, die veel te ver op politiek gebied uit elkaar liepen. Alleen bij de sociaal democraten was dit bestaanbaar, daar alleen bij die partij voor een beginsel kon worden gewerkt. In de tweede plaats schreef spreker de heftigheid van den strijd toe aan het meedoen van vrouwen en jonge dames. Zij waagden zich ook in de kampplaats, om den politieken tegenstander ecu beentje te lichten. Voorts vormde de vele innerlijk onware leuzen de groote worsteling van de verschillende partijen. Veel verschil merkte spreker op tus- schen de daden van de partijen vóór en aan de stembus. De soc. dem. ver klaarden bij monde van den Heer Troel stra, dat wanneer zij zich lieten inlijven tot een stormloop tegen het ministerie Kuijper, dat dan de wevers in Twente bij van Heek en Jannink en de Rottor- damsche bootwerkers met Plato niet samen naar den stembus zouden gaan, maar dat de eerste eisch moest zijn het algemeen stemrecht. Van het antwoord over dit punt zou hun steun afhangen, maar dit is volgens spreker slechts ko medie geweest. Alles is gesteund. Zoo bracht b.v. Oudegeest met een rooie vlag op de locomotief den oud-liberalen Heer Roël naar den Haag. In alles meende de Heer Oosterbaan, dat van Kols verschijning in Indië in het gcla- pak van den Heer Lieftinck de houding van de S. D. A. P. het best is getypeerd. Fier noemde spreker de unie-liberalen in Amsterdam op 21 Januari 1905. Bor- gesius sprak daar, dat ze ontrouw zou den worden aan hun verleden, als ze niet voor den dag kwamen met een op bouwend program. Want wanneer er een allegaartje komt, is er nooit kans op een krachtig, hervormingsgezind, parlementair ministerie. Later was het door de lib.-unie vergeten en de meest conservatieve en de meest roode werd gesteund. Fier waren de vrijzinnig-democraten. Spreker herinnerde daartoe aan prof. Treub, die in zijn brochure „De komende stembusstrijd" het accoord neerschreef, waaraan ze zich zouden houden. Toen het er evenwel op aankwam steunden ze alles. Fier kwamen ook de manifest-libera len, volgens de heer Oosterbaan, de nieuwste naam voor een oude partij. Van Houten, een van hun meest be kwame woordvoerders zei zelf, dat ze geen soc. dem. zouden steunen. Eon unie-lib. of een vrijzinnig-demo craat ging nog, maar verder niet. Ook zij steunden alles en in oud-liberale kringen werd gejuichd na de verkiezing, omdat, hoe dau ook, de groote vraag was beantwoord: tegen het clericalisme. In 1901 wilde men Kuyper nog steunen, als ge maar blijft, zei men, binnen de neutrale zone, maar toon het ministerie wilde voortbouwen op de christelyke grondslagen, toen zeiden de vrijzinnigen nu niet verder. Men verzette zich tegen do christelijke beginselen, tentoongesteld in de schoolwetten, de loterijwet, de wet tegen onzedelijke prenten en boeken. Men verzette zich tegen de antithese, maar in 1901 schreef Treub reeds over deze onderscheiding. Wij antirevolutionairen, vervolgde spre ker, aanvaarden alleen die scheiding. Nu spreekt men niet meer van de speetwet als in de verkiezingsdagen, ofschoon min. Veegens onlangs heeft gezegd, dat de speetwet ook nu niet afgeschaft zal worden. Evenals het snelvuurgeschut, dat deze min. van oor log ook moet hebben, zijn het allemaal slechts onjuiste middelen geweest om de goedgeloovige kiezers in de war te brengen. Ook de Hervormde kerk moest worden uitgespeeld en vele propagan disten, die misschien nooit in de kerk kwamen, probeerden hiermee hun slag te slaan. Alle openbare onderwijzers werden mobiel gemaakt, om aan de ouders te zeggen, dat de schoolwet van Kuyper het volk zou verdommen, d. w.z. dom maken. Een ander kabinet meende men zou dat blaadje keeren, maar min. Rink voert die wet zeer gewaardeerd en juist uit en de troon rede van dit jaar vermeldde alleen de zorg voor het vakonderwijs, dat juist ook door de antirev. min. Mackay in de wetgeving is gebracht. Het liberale kabinet zal dan ook wel zorgen, dat 't volgend jaar 2'/2 millioen gulden meer op de begrooting zal staan voor de uitvoering van die schoolwet. De wet op de pensioneering van Kuyper was natuurlijk een prul. Maar zei de heer Oosterbaan: waar wilt gij vrijzin- gen de 6 millioen vandaan halen. Ja, dau komt men met de plannen van Treub met bezuiniging op het leger. De troonrede vermeldt evenwel oen meer volledig maken van de stelling Amster dam en de min. van oorlog zou wel ernstig er naar streven om zuinig te zijn, maar hij wist niet of het kon. Hij dacht ook niet aan een staatscom missie zooals Bergansius maar acht zich zelf de commissie. De vrijz. dem. kapitein Fabius ontwikkelt een stelsel voor een volksleger, maar op sprekers vraag aan den autoriteit op een vergadering elders, kon hij niet zeggen of het goedkooper zou zijn. De vrijzinnige propagandisten spraken overal over de rijksdaalder van Kuyper en in de laatste troonrede lezen we: we zullen aan uw oordeel onder werpen een regeling tot verzekering bij ziekte en pensioen, wanneer de middelen aanwezig zijn. Het ministerie is evenmin zuinig met beloften, maar als de Tweede Kamer vraagt om geld, dan zegt de min. van financiën: we studeeren er over. Ten slotte het blanco artikel 80. Hieraan heeft de regeering zich in de troonrede gehouden. Men heeft een herziening voorgesteld om de belemmering uit de grondwet weg te nemen en het aan den wetgever over te laten om te bepalen, wie de kiesbevoegdheid zullen hebben. Later hebben enkele groepen in de Kamer aan de commissie met deze herziening belast, waar natuurlijk die domme anti-rev. geen zitting in hebben, getwijfeld, althans de soc. dom. hebben gezegd, scherp toe te znllen kijken. De heer Oosterbaan meende tenslotte, dat we door het verwaarloozen van de programs, die gemaakt zijn voor den strijd, we niet alleen zijn in het politieke moeras maar in het politieke drijfzand waarin we zullen ondergaan. Hij hoopt dat de kiezers van christelijke beginse len zullen medewerken om Nederland uit dezen toestand te helpen. (Luid applaus.) Na een kwartier pauze kreeg als ecnige debater de vrijzinnige heer Moer man het woord, die veelal sprak als vrijzinnig-democraat. Deze merkte op, dat de heer Oos terbaan enkele dingen niet goed had voorgesteld en nu ook vrij wat kalmer had gesproken, dan in die hartstochte lijke verkiezingsdagen. De heer Moer man verdenkt don spreker van een niet recht besef te hebben van den bond van "Vrijz. Prop. Clubs. Zo waren toch allereerst opgericht om de vrijzinnige beginselen te propa geeren. Er schuilden wel in vele clubs roode, minder roode en zwarte conser vatieve elementen, maar debater meende dat ook de anti-rev.-prop.-clubs reeds bij eerste stemming hadden gewerkt voor katholieken, die toch zeker ook andere beginselen bezaten dan de spreker van heden avond. Dat er jonge dames en vrouwen mee hadden gearbeid schreef de heer Moerman hier aan toe, dat zij hadden gevoeld hoe noodig het was, ook haar krachten te geven om een ministerie omver te werpen, waar de vrouw achter stond bij den man, wat het stemrecht betreft. Eerst bij de her stemming hebben alle vrijzinnigen el kaar gesteund en ook de S. D. A. P. zonder dat het partijbestuur het parool had gegeven, wat de lieer Troelstra met vreugde in de nieuwe kamer heeft ge constateerd en hy getuigde daarbij, dat hij de menschen daarom te hooger achtte. Dit staat vast, bij de eerste stemming ging Anti-rev. en Katholiek samen en toen stonden in vele plaatsen de vrij zinnigen met verschillende programs tegenover elkaar. Verder constateerde de heer Moerman, dat de spreker zich ter onrechte had beroepen op Van Houten als woordvoerder van de vrij liberalen. Spreker moest volgens hem evengoed weten als ieder ander, dat die groote Haagsehc brombeer niet gevolgd werd door alle oud-liberalen. Anti-cleri- caal was ook de lenze niet geweest, want op het program van 21 Januari stonden wel degelijke postitieve begin selen, ook bij de Sociaal-democraten. Maar de vrijzinnigen hadden allen ge streden tegen den anti-democraat, den conservatief, den reactionair in den per soon van Dr. Kuyper. Van bouwen op positief christelijke beginselen had geen sprake kunnen zijn bij de loterijwet, daar zooveel Katholieken graag een lootje spelen. Debater herinnerde den spreker aan het debat tusschen dominee Donner en den heer Schaepman ongeveer 19 jaar geleden in de Kamer, waarbij Schaep man verzet aanteekende tegen wat deze dominee zei bij gelegenheid van de behandeling van de loterijwet. Schaep man stemde toen ook met een gerust geweten voor. Hoe groot was het verschil niet aan uwe zijde bij de Vaccinewet? Debater ontkende ook, dat er ooit een vrijzinnige de antithese heeft ont kend, maar hij beschuldigde Dr. Kuyper van de antithese-beweging en dat daar door juist de hartstochten waren opgewekt. Hij vroeg aan den heer Oosterbaan of Kuyper het recht had hem en andere menschen voor ongeloovig te houden, daar er volgens zijn bijbel maar één is, die hart en nieren proeft. Spreker had gezegd, dat nu de open bare onderwijzers vreemd hadden opge zien, toen dit ministerie de onderwijswet van Dr. Kuyper zoo liet, maar hoe zou den dan de Christelijke menschen, vooral op het platteland wel hebben opgekeken, toon die geheele leerplichtwet niet werd ingetrokken, waartegen de anti-rev. propagandisten zoo hadden geroepen. Min. LocfT had door het arbeidscon tract de wigge van Cort van den Linde nog dieper gedrukt in het huwelijksleven. Min. Loeff had ook maar schuchter geantwoord op een vraag over de dood straf. Hij gaf den spreker toe, dat er menschen waren toevallig liberaal, dio hoorden rechts te staan, maar niet om kerkelijke kwesties, maar omdat ze zijn als Roël en Karnebeek en Beaufort e. a., aartsconservatief. De openbare onderwijzers waren mobiel gemaakt, volgens de heer Oosterbaan en de debater erkende dit, omdat in hun school het heiligste werd aangetast, wat ze bezitten. Hij was er trotsch op als openbaar onderwijzer, dat ze allen op trokken, nu een zwerm van predikanten het land doortrok om de openbare school met uitdrukkingen, dat ze nog erger is dan de jeneverflesch, dat ze is het kind van een bijwijf, er onder te brengen. Dit ministerie had verder gezegd, we zullen wetten maken, maar er is geen geld. De heer Moerman meende, dat het dan toch nog flinker deed, dan Dr. Kuyper, die f2,50 pensioen gaf aan den workman en hem f 3,50 afnam. Dit ministerie werkt aan beide zijden te gelijk. Debater erkende, dat het verlof van min. Kraus verkeerd was om nu weg te gaan naar Chili, terwijl er hier zooveel te doen zou zijn. Yoor de debater eindigde wilde hij nog een naiëve vraag doen aan den heer Oosterbaan. De commissie tot grondwetsherziening was er en er zat wel van alles in, maar geen soc.-dem. en bovenal geen anti rev. De heer Moerman vroeg daarom aan den spreker, hoe het nu eigenlijk was, of zijn partij niet meer stoelde op een wortel des geloofs, want er waren wel Katholieken in die commissie en die zouden dan wel voor hun bondgenooten meczorgeu. (Luid applaus.) De heer Oosteroaan begon de beant woording van den debater met de op merking, dat deze wol had gezegd, dat de heer Oosterbaan dezen avond niet veel in 't midden had gebracht, maar daarom roemde hy nu juist de oponent, die er toch zooveel had uitgehaald, wat er misschien niet in was. De heer Oosterbaan verzocht voor hij verder ging niet te stampen of te applau diseeren. Hij erkende voorts, dat er bij alle partijen wel eens een beetje vreomd vuur op het altaar is in verkiezingsdagen en daarom vond hij nu in deze kalme tijden een vergadering met debat als dezen avond zoo nuttig en leerzaam Hij zette nogmaals uiteen, dat volgens zijn meeniug een propagandaclub een Vereeniging moest zijn van gelijkgezin den en dat het niet mogelijk was, dat rooden, minder rooden en grauwen voor een beginsel propageerden, maarzij zich elk zelfstandig daartoe moesten organi- seeren. De programma's waren te ver schillend en daardoor waB de kracht niet goed. Hij deelde voorts mede, dat de vrouw in de middeleeuwen door haar aanwezig heid veredelend had gewerkt, maar in dezen verkiezingsstrijd alleen om de harts tochten op te winden. Spreker kwam terug op onware leuzen en liet een paar prentbriefkaarten zien, waarop Dr. Kuyper stond afgebeeld als afgod en als do zaaier, die twist en twee dracht strooit. Hij achtte dit innerlijk onjuiste voorstellingen en nog duidelijker verklarend den zeer feilen strijd van de Juni-dagen. Hij noemde het eenige ver schil tusschen openlijk steunen en de houding van enkele groepen dezen afge loopen zomer, niets anders dan een vorm. Men plaatst gewoonlijk officieel een advertentie ter aanbeveling en dit bleef nu achterwege. In het le en 2de jaar hebben de vrijzinnigen ook niet gesproken van de antithese en later werd op allerlei wijze het volk verteld, dat Dr. Kuyper het volk heeft verdeeld. Spreker wees er op, dat reeds Groen van Prinsterer inzag, dat ons volk in twee deeleu stond, Thorbecke zei reeds in 1851 blijft bin nen uw kerkmuren en bemoei je niet met de politiek, maar de debater had moeten toestemmen, dat er nu duizenden menschen, die aan God gelooven, door de propagandisten van de vrijzinnigen zijn misleid. Spreker verweet de vrijzinnige partijen nogmaals, dat zij hun programma's heb ben verloochend, maar dat do anti-revo lutionairen en katholieken samen zouden werken met de christelijk-historisohen om den regeeringsarbeid te volvoeren, die reeds aanhanging was. Men hoeft in den Helder evengoed den democraat Staal man verworpen, omdat hij stond aan de rechterzijde. Spreker wist ook wel, dat do oud liberalen niet, wanneer het geldt, zede- lijkheidswottcn, malthusianisme enz. met Van Houten meegaan, maar toch wildon de Friesche liberalen Van Houten naar den Haag afzenden, omdat hij wonder wel weergeeft de houding van de manifest-liberalen op het gebied van socialeu arbeid en oeconouiischc ver houdingen. Daarom zullen ze op hun tijd ook wel zeggen, wij doen niet inee aan grondwetsherziening. De vrijzinnigen hebben dr. Kuyper verdreven als reactionair, maar diezelfde dr. Kuyper had voorts eerrt de sociale wetgeving in ons achterlijke landje aan gepakt. Prof Quak zegt het dan ook zoo terecht, omdat de liberalen in al die lange jaren het krachtens hun be ginsel niet hebben willen doen. Naar aanleiding hiervan bespreekt de heer Oosterbaan nog eens de 5 pensi oen-klassen, waarbij de minste arbeider f 2.50 krijgt en de hoogste het kan brengen tot ruim f 6. Voorts de verzorging van de invaliden op 50-jarigen leeftijd, dadelijk alle ouden van dagen en ten slotte de weduwe, die f 2 krijgt en voor elk kind beneden de 16 jaar f 0.50. Hij meende als de vele weduwen zulk een ondersteuning hadden gekregen, dat zij dan wel voor hem en de zijnen zouden propageeren en de clubs wel thuis konden blijven. Nu waren de arbeiders do dupe ge worden, want deze regeering geeft een stuk papier en geen geld, iets wat door Troelstra een groote volksmisleiding is genoemd. De spreker meende, dat Dr. Kuyper ook wel degelijk had gezorgd voor het openbaar onderwijs en de onderwijzers. Als de Heer Moerman maar eens wilde denken aan het verkregen pensioen voor weduwen en weezen. De wet van Dr. Kuyper zou de openbare school niets in den weg leggen, integendeel ze zou de zoo geroemde vrijheid brengen en be vorderen. Bij een opmerking over de tariefwet haalde spreker aan het bouwen van do villa van den Heer Boissevain in 't Gooi, die geheel van Zweden is gekomen en onze werklieden alzoo geen arbeid gaf. Daarentegen zou de tariefwet hebben opgekomen, evenals tegen den invoer van gemaakte kleederen uit Parijs. Spreker verdedigt dan ook het beginsel, al was de wet niet geheel goed. Nu wil men geld hebben door middel van 10 opcenten op do bedrijfsbelasting. Dat zal gevoeld worden door de burgerklasse en den kleinen rentenier, dat is toch ook niet democratisch. Spreker wijst nog even in tegenstelling met den debater op de groote steden, waar de christelijken toch ook zeer veel stemmen hadden behaald. Spreker herrinnert den debater nog even aan de groep der liberalen, die hebben besloten tegen de motie van Kolkman te stemmen over min. Kraus, vertrek. Ten slotte beantwoordt hij de volgens hem zeer naieve vraag met te zeggen, dat de anti-revolutionairen steeds blijven een zelfstandige partij en daarom niet een plaats ruimen aan katholieken, ook al is het in een staatscommissie. (Luid applaus.) Hoewel de spreker aan den lieer Moerman de vrijheid had ge-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 5