Stadsnieuws. Allerlei. handigheid of volksverdoling, welke de beste krachten der natie den dood op het slagveld doen vinden en milliardeu aan goederen doen verloren gaan? Zijn deze offers dan niet productief? Begaat een volk een misdaad als het niet tevreden is met de bestaande grenzen, maar nieuw land wil veroveren, waar zijn bevolkings aanwas een nieuw en vrij veld voor arbeid en geluk, een toekomst kan vinden? Op deze en tal van andere vragen geeft de scliijver het antwoord en hoe dit luidt, is niet twijfelachtig. De Oorlog is goed en reclivaardig, omdat hij nood zakelijk is. Zonder hom geen vooruitgang, geen beschaving, geen welvaart, gezond heid vreugde, geluk. De Oorlog is de zwaarste offers waard. Predikt niet van Recht en Deugd in het leven der volken! Deugd is hier de Oorlog, die voor de toekomst der natie onontbeerlijk is, en Recht is hier de macht, den Oorlog te kunnen voeren. „Het is een groot en krachtig volk, dat een minder sterk of een achteruit gaand volk onderwerpt en het zijn land ontneemt. Het Groote Volk behoeft Nicuwland; dus moet het zich uitbrei den op vreemden bodem, moet met het geweld van het zwaard den vreemden verdringen". Aldus de heer Klaus Wagner, leerling van Bismarck, Moltke en Nictsche. Voorloopig zullen we ons niet al te bezorgd maken over dezen grootheids waanzin, al vergeten wij niet dat deze, als alle andere geestesziekten, aansteke lijk werkt. Toch heeft de verschijning van een dergelijk boek op dit tijdstip een betee- keuis, welke men goed zal doen niet geheel voorbij te zien. Iedere schrijver toch is, als regel, een product van den geest van zijn tijd en van zijn omgeving. Zijn ook de heer Wagner. 1) Klaus Wagner, Ivrieg. (Leipzig, Cos- tcnoble). Bekend is het verhaal van den predi kant, die er zich voortdurend aan ergerde, dat velen zijner gemeentenaren onder den kerkdienst in slaap vielen. Op zekeren Zondag besloot hij daar een eind aan te maken. Toen de preek ongeveer voor do helft was uitgesproken scheidde de dominé er plotseling uit, en begon met zijn zakdoek, dien hij tot een propje in elkaar ge frommeld had te kaatsballen. De „wakkere" gemeentenaren begre pen er niets van en stooten hun slapende buren met den elleboog aan, om te zien of zij, die blijkbaar zoo goed konden nadenken, er soms iets van snapten. Weldra hadden dan ook allen de oogen weer open en keken zij met aandacht naar hun lecraar, die hun onder 't oog bracht, hoe slecht zij waren, daar zij wel naar een poppekastvertooning wilden kijken, maar niet wilden luisteren naar de wijze woorden van Zijn Eerwaarde. Iot6 dergelijks vinden we nu in een der bladen, waar verteld wordt van een predikant, die altijd voor leegc banken moest preeken. Hij besloot nu een middel toe te pa66en, waardoor hij wel dacht de kerk vol te krijgen, en deelde mee, dat hij den volgenden Zondag zou spreken over een ergelijke zaak, die in een der eerste familiën had plaats gevonden. De kerk was natuurlijk stampvol, en niet weinig keek het talrijke publiek op zijn neus, toen dominé begon over den val van Adam en Eva! Ja, er zijn nog wel leeperds, zoo b.v. ook de inzendster van de volgende ad vertentie uit de „Spaarnebode" „Aan FRANS ROSIER, Adres onbekend. Waarde Frans! Niet wetende waar je op dit oogen- blik zit of staat, moet ik de krant te baat nemen; misschien komt je „De Spaame-bode" in handen, omdat je zeker op de hoogte wilt blijven, waar men je zoekt. Ontkomen is voor je onmogelijk, daar je vogelvrij zijt verklaard. Bij al den haat dien je het menschdom toe draagt, en al de misdaden die je al op je geweten hebt, is er misschien toch nog een greintje licht in je voor een ongelukkige, die je kunt redden uit den nood, door haar je adres op te geven, opdat ze, door haar aanwijzing, de premie die op je aanhouding is gesteld in ont vangst kan nemen, waarvoor ze je eeuwig dankbaar zal zijn, daar in een ander geval er je aartsvijandin, de politie, mede strijken gaat. Desverlangd kunt ge na je aanhouding de helft in de ge vangenis terugkrijgen tot aanschaffing van genotmiddelen in je gevangenschap. „Ik spreek niet van de stem." zeide de vreemdeling ongeduldig, maar 't gezicht is als dat van mijne vrouw juist hetzelfde. De oude maestro keek ontsteld, hij was nu geheel wakker, de kunst was vergeten en een gevaarlijk stukje van het werkelijke leven lag voor hem. Met twee passen stond Car'o voor hem, zijn gelaat verhit, zijne oogen vol onderdrukte toorn. Wordt vervolgd. Schrijf onder no. 270 bij de Uitgevers. Dag, FRANS!" Blijkbaar heeft de slimme Frans nog niets van zich laten hooren, en laat hij de vriendelijke onbekende stilletjes op zwart zaad zitten. Hij zelf zat natuur lijk in Utrecht, waar hij de naievc politie uitlachtte, die hem nota bene in het vlakke en afgelegen Friesland gaat zoeken, waar hij natuurlijk in een paar uur gesnapt zou zijn! Zelfs al had hij een automobiel zoo mooi als Mr. Perkens, de compagnon van Pierpont Morgan, dun zou hij stel lig nog niet in Friesland's oorden zou gaan toeren. Die automobiel van Mr. Perkens is anders magnifiek; 't moet de mooiste zijn, die er bestaat. Er zijn zeven heel gemakkelijke zitplaatsen in, en daar- tusschen staat een tafel, groot genoeg om in de tuf-tuf te kunnen eten of kaartspelen. Verder is er aan de voor zijde een rustbed, en aan den achter kant bevindt zich een provisiekamertje met een ijskast enz. Alles is gemaakt van het kostbaarste materiaal. Door een spreekbuis kan de eigenaar, gezeten op een der gemakkelijke zitplaatsen, zijn orders geven aan den chauffeur. Men ziet al weer: Als je geld hebt, doe- je wonderen. En als je het niet hebt, dan.... nou ja, dat weet ieder wol. Keiiuisgeviug. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Amersfoort, brengen ter algemeene kennis, dat zij voornemens zijn aan den gemeente raad voor te stellen, ter gelegenheid van de jaarmarkt, tijdelijk, aan den openbaren dienst te onttrekken voor het tijdperk van 17 tot en met 27 October 1906: a eene oppervl. van 5ÖU M- op den Hof. b id. id. id. 250 id. id. id. id. c id. id. id. 150 id. id. id. id (l id. id. id. 180 id. id. id. id. e id. id. id. 180 id. id. id. id. f id. id. id. 70 id. id. id. id. 9 id. id. id. 220 id. id. id. id. h Id. id. id. 400 id. id. de Appelra. i id. id. id. 30 id. id. de Groenm. j id. id. id. 30 id. id. id. id. k id. id. id. 150 id. id. id. id. l id. id. id. 60 id. id. de Varkensm. m id. id. id. 100 id. id. id. id. Nadere inlichtingen zijn ter Secretarie verkrijgbaar. Zij. die tegen de voorgenomen onttrekking bezwaren wonschen in te brongen, worden uitgenoodigd die vóór 12 Maart a.s. schrif telijk ter Secretarie in te dienen. Amersfoort den 5 Maart 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J, G. STENFERT KROESE. Gemeenteraad. Vergadering van de te af dee ling van den Raad der Gemeente Amersfoort op Woensdag 21 Februari 1906, des namiddags ten ?'/a uret 'ew Raadhuizc. Tegenwoordig de heereu M. L. Celosse, C. Th. van Beek, A. M. Tromp van Holst, C. J. D. van Eek, C. J. Plomp, A. H. van Kalken, N. Veis- Heijn, S. J. van Duinen, benevens de Burgemeester, jhr. J. W. A. Barchman Wuijtiers, de Secretaris, mr. dr. J. G. Stenfert Kroese, en de heer H. W. van Esveld, van de 2e afdceling. Voorzitter de lieer M. L. Celosse. Als rapporteur wordt aangewezen de heer S. J. van Duinen. Aan de orde is liet voorstel van Burgemeester en "Wethouders in zake de pensioneeriug der leeraren van het Iiooger en Middelbaar onder wijs. De Voorzitter brengt ter tafel een schrijven van den leeraar Thiel, hou dende mededeeling, dat het contract met „Eigen Hulp" niet tot stand is gekomen, waardoor vervallen is de grond, waarop Burgemeester en Wethouders het tweede deel van hun voorstel in trekken. Een lid deelt mede op verzoek der leeraren eene conferentie met eenigen hunner te hebben gehad, in welke con ferentie het standpunt van beide partijen i6 besproken. Naar zijne mecning is het punt van uitgang in deze kwestie het artikel der Pensioenverordening, dat zegt, dat zoo dra ambtenaren opgenomen worden of zijn in een pensioenfonds van een ander publiekrechterlijk lichaam, {in casu dus den Staat, over het gedeelte van hun Gemeentelijk tractement, gelijkstaand aan het bedrag, waarvoor hun bezoldi ging bij dat lichaam in dergelijk fonds is opgenomen, geen pensioen kan ver kregen worden. Op grond van dat artikel is het z. i. volkomen duidelijk, dat thans de leeraren uit het Gemeentelijk pensioenfonds ge treden zijn, terwijl volgens de zelfde verordening van teruggave van pensi oensbijdrage geen sprake kan zijn. Naast de kwestie van recht, doet zich echter de kwestie van billijkheid voor. Nu is de vraag: doet zich de mogelijk heid voor, dat de leeraren, op andere voordeelige wijze geholpen worden aan het bedrag, dat zij in de eerste vier jaren moeten storten. Moet die vraag in bevestigenden zin beantwoord worden, dan vervalt voor hem ook de kwestie van billijkheid. "Verscheidene leden mcenen, dat on getwijfeld de gelegenheid bestaat om door hulp van verzekeringmaatschappijen in het bezit te komen van het be drag, dat gestort moet worden. „Eigen Hulp" had zich verbonden tot het sluiten van een contract, indien de deelname verzekerd was van ten minste 100 leden. De meeste leeraren hebben waarschijnlijk willen afwachten de beslissing, welke door de Gemeentebesturen zouden worden genomen. Luidt die voor velen ongunstig dan zal zeer zeker een contract met „Eigen Hulp" alsnog tot stand kunnen komen. Een lid meent, dat men tegenover de oudere leeraren een ander standpunt moet innemen dan tegenover de jonge ren vooral in liet belang der Ge meente. Mant de Gemeente heeft er veel belang bij, dat de oudere leeraren die in de naaste toekomst pensioen zullen erlangen, overgaan tot de Rijks regeling. Niét alleen uit een billijkheidsoog punt, maar vooral uit liet oogpunt van koopmansschap vraagt hij dus of het niet mogelijk zou zijn, aan de oudere leeraren eene ruime tegemoetkoming te geven, bijv. van '/3 gedeelte van het geen zij gestort hebben. De Voorzitter wijst er op, dat Bur gemeester en M'ethouders in hun voor stel van de zelfde gedachte zijn uitge gaan. Gaat men de cijfers na in kolom E. die dus de bedragen aanwijst welke de oudere leeraren zullen ontvangen, dan ziet men onmiddellijk, dat inderdaad de oudere leeraren aanzienlijke bedragen ontvangen, die het '/j gedeelte van hetgeen zij gestort hebben verre over schrijden. Bovendien moet men niet vergeten, dat in 1899 bij het tot stand komen der Peneioeuverordening, de oudere leeraren op buitengewoon voordeelige wijze in het pensioenfonds zijn opge nomen, eeno omstandigheid, waarmee men ook rekening moet houden wan neer men in vergelijking wil treden met beslissingen, dezer dagen door andere Gemeentebesturen in deze kwestie ge nomen. Ten slotte genieten daarenboven de leeraren aan het Gymnasium het groot voordeel, dat zij thans mogen kiezen, waar zij volgens de oude Hooger on derwijswet onvoorwaardelijk en zon der eenig recht op teruggave hadden moeten overgaan tot het Rijkspensioen. Vervolgens resumeert de Voorzitter de voordeelen, welke voor alle leeraren aan den overgang verbonden zijn, om vervolgens na te gaan, voor wie het goedkooper is. Men komt tot de con clusie, dat voor sommige leeraren het Rijkspensioen duu rder.is, mede tengevolge van de voordeelige wijze, waarop ze in 1899 in het Gemeente-pensioenfonds zijn opgenomen. Vandaar dat mede in aanmerking genomen hun langdurige diensten voorgesteld wordt dezen leeraren eene tegemoetkoming te geven. Voor de jongere zijn iwel de voor deelen groot, maar erkend wordt, dat, vooral voor hen, die huisgezinnen heb ben, het bezwaarlijk is een vrij groot bedrag te betalen in een klein aantal jaren. Vandaar het voorstel om aan dat bezwaar tegemoet te komen, toen het niet bekend was, dat de leeraren op andere, voor hen voordeelige wijze, geholpen konden worden. Nu echter uit officieele berichten blijkt, dat hulp op andere wijze zeer wel mogelijk is, vervalt voor de Ge meente ieder motief om de voordeelen voor de jongere leeraren nog grooter te maken. De groote meerderheid der leden kan zich met dezen gedachtengang volkomen vereenigen. Betreurd wordt het, dat de leeraren van den beginne af, zich niet gesteld hebben op een eenvoudiger standpunt niet alleen, maar ook op een juister standpunt, daar ten onrechte zij meonen dat de Gemeente hen op gelijken voet behoort te behandelen als een verzeke ring-maatschappij. Eene oplossing in den geest van beide partijen ware dan gemakkelijker te vin den geweest. Algemeen wordt de wensch uitgespro ken, dat alvorens eene beslissing wordt genomen door Burgemeester en Wethouders de stellige verzekering wordt gegeven, dat de leeraren tot het ver krijgen van de door hen te storten be dragen door verzekering-maatschappijen geholpen kunnen worden. Overigens kunnen alle leden zich ycreenigen metliet gewijzigd voorstel van Burgemeester en "Wethouders. Aan de orde is het request Prins c.s. in zake salarisregeling. Een lid zag niet gaarne verandering gebracht in de thans bestaande tracte- mentsregeling, daar Amersfoort wat deze regeling aangaat onder de Gemeenten van gelijke grootte een zéér goed figuur maakt. Toch zijn naar zijne mcening eenige punten uit het adres nadere overweging waard. Met het oog op het maximum-bedrag van het pensioen, dat hoogstens 2,'3 ge deelte van het gemiddelde tractement over de laatste 5 jaren bedraagt, zou hij billijk vinden, tegen het tijdstip, waarop hot bedrag der jaarwedde als grondslag voor het toe te kennen pensioen wordt aangenomen, eene kleine verhooging toe te kennen. Deze verhooging zal aan de Gemeente niet veel kosten, terwijl het pensioen belangrijk er door verhoogd zal worden. Eene tractementsverhooging van f 100 na 35 jarigen diet zal eene pensioensverhooging van f 66 ten gevolge hebben. In de 2e plaats zou hij wenschen te geven eene tegemoetkoming van 50 pCt. in de 5 pCt., welke voor het weduwen- pensioen gestort moeten worden. De pogingen om voor eventucele weduwen en weezen te zorgen, moeten z. i. ge steund worden. Een ander lid vraagt met welk recht de Gemeento zal weigeren, indien allo andere ambtenaren eveneens met een dergelijk verzoek komen. De financiecle gevolgen zullen niet te berekenen zijn Opgemerkt wordt, dat aan gehuwde onderwijzers het betalen der verhoogde premie het zwaarst valt; beter zou uien dus doen door de tegemoetkoming in de huishuur te verhoogen. Bovendien heeft men geen zekerheid, dat eene salarisverhooging aangewend zal worden tot het verkrijgen van weduwenpensioen. Een lid is tegen het verleenen van eene tegemoetkoming in de pensioens bijdrage. De Gemeente moet een be hoorlijk salaris geven; op de onder wijzers rust de plicht om voor hun eventueele weczen en weduwen te zorgen. Hij zou wenschen, dat de verhoogin gen om de 3 jaren werden toegekend; er bestaat dan zekerheid, dat een be hoorlijk salaris gegeven wordt op 30 jarigen leeftijd, een leeftijd, waarop men meestal kleine kinderen bezit en dus de grootste zorgen heeft. Het minimum- en maximumsalaris blijven dan onver anderd. Hiertegen wordt aangevoerd, dat op den duur de kosten voor de Gemeente aanzienlijk zullen zijn. Indien men reeds na 12-jarigen diensttijd het maximum toekent, zal men dit gedurende 28 jaren moeten betalen. Bovendien brengen juist grootere kin deren grootere zorgen mede. Kent men dus vroeg het maximum-salaris toe, dan is men zekeren levensstandaard gewend op hot tijdstip, dat men meerdere uit gaven te wachten is. Ook van andere zyde wordt er op gewezen, dat bij het vaststellen der Pcnsioenverordenidg het principe heeft voorgezeten om het maximumsalaris niet al te spoedig toe te kennen Bovendien kan uien een maximum salaris na 12-jarigen diensttijd niet als maximum beschouwen; het zal blijken niet doenlijk te zijn om gedurende den overigen 28-jarigen diensttijd geen ver hooging toe te kennen. Eene uniforme regeling, volgens welke allen eene tegemoetkoming van f 10 ge geven wordt, wordt niet billijk gevonden met het oog op de zeer uiteenloopende bedragen der stortingen. Een lid vraagt op welke wijze men dn onderwijzers verplichten kan om deel te nemen aan het weduwenfonds. Want al worden de verhoogingen geaccepteerd, geen waarborg heeft men, dat de verhoo ging gebruikt wordt voor het doel, waarvoor ze gegeven is. Een ander lid neemt, dat de moeilijk heid te ondervangen is door te bepalen, dat de verhooging, bijv. in de tege moetkoming voor huishuur, zullen worden toegekend aan hen, die aantoonen, ten genoege van Burgemeester en Wet houders, dat zij deelgerechtigd zijn in het Pensioenfonds voor weduwen en weezen. In verband hiermede kunnen alle leden zich vereenigen met de volgende voorstellen: le. Om de tegemoetkoming in de huishuur met f 25 te verhoogen, mits aangetoond worde, dat deel is genomen in het Pensioenfonds voor weduwen en weezen. 2c. Aan de onderwijzers wordt op nieuw eene verhooging toegekend van f 50 na 30-jarigeu dienstijd en f 50 na 35-jarigen diensttijd. Aan de orde is de behandeling der Verordening regelende de opname en de vcrgleging in het tijdelijke Gemeente ziekenhuis in de Muurhuizen. De amendementen van den heer Plomp worden door den voorsteller toe gelicht. Uitgegaan is van de gedachte, dat het heft in handen moet blijven van liet Gemeentebestuur. Vandaar, dat in art. 2 bijv. als regel opname moet geschieden op last van den Burgemeester; in alle andere ge vallen van een Gemeente geneesheer, een verantwoordelijk Gemeente-ambte naar dus. De woorden „niet mogelijk of wensche- lijk blijkt" in art. 1, zijn opgenomen, omdat deze steunen op de redactie van het Raadsbesluit. De Voorzitter wijst er op, dat de zinsnede, „in welke niet-opname levens gevaar voor een patiënt zou kunnen doen ontstaan" ingevoegd is op voorstel van de doctoren. Al te hard zou het zijn in urgente gevallen, waarin het leven van den patiënt op het spel staat, het Ziekenhuis gesloten te houden. Meerdere leden verklaren zich vóór het behoud der gewraakte woorden. Voorgesteld wordt in het amendement- Plomp de woorden „doch hier tijdelijk aanwezig" te doen vervallen. De voorsteller vereenigt zich hiermede, waaina art. 1, zoonis dit luidt en het amen dement-Plomp, wordt aangenomen. Meerdere leden verklaren zich tegen de toevoeging „of een der M'ethouders", zooals is voorgesteld in het amendement- Van Beek en Jorissen. De burgemeester als Hoofd moet uitsluitend de vergunning verleenen; bij afwezigheid treedt de oudste M'ethouder in zijne plaats, zoodat er steeds iemand is, die de vergunning verleenen kan. In het amendement-Plomp is de be voegdheid van een Geneesheer, niet Gemeente-geneesheer uitgesloten. Steeds moet deze gedekt zijn door de verklaring van een Gemeente-geneesheer. Misbruik is op deze wijze uitgesloten. Alle leden kunnen zich met de redactie van art. 2 amendement-Plomp vereenigen. De voorgestelde redactie van het amendement-Plomp beoogt te voorkomen, dat de Gemeente schade lijdt. Is een maal de patiënt genezen en vertrokken, dan zijn de kosten niet meer te verhalen. Gok in groote steden eischt men bij opname eene verklaring van een gegoed persoon. De Voorzitter wijst er op, dat in spoedeischende gevallen eene verklaring bezwaarlijk kan worden overgelegd. In de practijk zal dus de uitvoering van dergelijk voorschrift dikwijls onmogelijk blijken. Beter zou het zijn indien aan het artikel, redactie Plomp, werden toege voegd de woorden: „van het overleggen der schriftelijke verbintenis kan door Burgemeester en M'ethouders in spoed eischende gevallen vrijstelling worden verleend." Na deze toevoeging kunnen alle leden zich met de redactie van het art. (redactie-Plomp) vereenigen. De toevoeging van het amendement Plomp heeft ten doel alle chicanes na vertrek uit het Ziekenhuis te voorkomen. Door geen der leden wordt tegen deze toevoeging bezwaar gemaakt, nadat de woorden „het Ziekenhuis" vervangen zijn door „de inwonende verpleegster." Ook kunnen de leden zich vereenigen met de redactie van alinea 2 van art. 4 amendement-Plomp. De toevoeging van de'woorden „of de daartoe aangewezen Gemeente-ge neesheer" ligt in de lijn van het ge sprokene bij art. 1de macht blijft daardoor in handen van hen, waarin zij in de eerste plaats moet berusten. Geen der leden heeft bezwaar tegen deze toevoeging. De voorzitter constateert dat door de aanneming van het amendement-Plomp, het amendement-Van Beek en Jorissen vervalt. Aan de orde is het voorstel van Burgemeester en M'ethouders betreffende de exploitatie van de Barak voor besmet telijke ziekten. De Voorzitter wijst op de bezwaren van een a6besten-baruk. Naar zijn oordeel verdient het 2e plan in het voorstel van Burgeineesteren M'ethouders de voorkeur. Een lid heeft bezwaar tegen het inrich ten eener woning en vraagt of er in de nabijheid der barak niemand is, die tijdelijk toezicht kan houden. Meerdere leden willen afwachten het contract met het St. Elisabeths-gasthuis; daarna is het tijd genoeg om te voorzien in de exploitatie van de Barak. De aandacht wordt gevestigd op het feit, dat onafhankelijk van het tot stand komen van een contract met het St. Elisabeths-gasthuis de Gemeente krachtens de wet verplicht zal zijn, zelve een barak te exploiteeren. Bovendien is het niet waarschijnlijk, dat in het geval dat de Gemeente niet slaagt en dus zelf een Ziekenhuis moet bouwen de barak verplaatst zal worden, daar de kosten daarvan te hoog zijn. Een lid wenscht toch in ieder geval het contract met het St. Elisabethts-gast- liuis af te wachten. Indien de Gemeente zelf een Ziekenhuis bouwt, zou het wel licht do voorkeur verdienen om dan tevens een barak te bouwen en de tegen woordige te laten staan. De exploitatie-

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 2