Stadsnieuws.
Allerlei.
handigheid of volksverdoling, welke de
beste krachten der natie den dood op
het slagveld doen vinden en milliardeu
aan goederen doen verloren gaan? Zijn
deze offers dan niet productief? Begaat
een volk een misdaad als het niet tevreden
is met de bestaande grenzen, maar nieuw
land wil veroveren, waar zijn bevolkings
aanwas een nieuw en vrij veld voor arbeid
en geluk, een toekomst kan vinden?
Op deze en tal van andere vragen
geeft de scliijver het antwoord en hoe
dit luidt, is niet twijfelachtig. De Oorlog
is goed en reclivaardig, omdat hij nood
zakelijk is. Zonder hom geen vooruitgang,
geen beschaving, geen welvaart, gezond
heid vreugde, geluk. De Oorlog is de
zwaarste offers waard. Predikt niet van
Recht en Deugd in het leven der volken!
Deugd is hier de Oorlog, die voor de
toekomst der natie onontbeerlijk is, en
Recht is hier de macht, den Oorlog te
kunnen voeren.
„Het is een groot en krachtig volk,
dat een minder sterk of een achteruit
gaand volk onderwerpt en het zijn land
ontneemt. Het Groote Volk behoeft
Nicuwland; dus moet het zich uitbrei
den op vreemden bodem, moet met het
geweld van het zwaard den vreemden
verdringen".
Aldus de heer Klaus Wagner, leerling
van Bismarck, Moltke en Nictsche.
Voorloopig zullen we ons niet al te
bezorgd maken over dezen grootheids
waanzin, al vergeten wij niet dat deze,
als alle andere geestesziekten, aansteke
lijk werkt.
Toch heeft de verschijning van een
dergelijk boek op dit tijdstip een betee-
keuis, welke men goed zal doen niet
geheel voorbij te zien.
Iedere schrijver toch is, als regel, een
product van den geest van zijn tijd en
van zijn omgeving.
Zijn ook de heer Wagner.
1) Klaus Wagner, Ivrieg. (Leipzig, Cos-
tcnoble).
Bekend is het verhaal van den predi
kant, die er zich voortdurend aan ergerde,
dat velen zijner gemeentenaren onder
den kerkdienst in slaap vielen. Op zekeren
Zondag besloot hij daar een eind aan
te maken.
Toen de preek ongeveer voor do helft
was uitgesproken scheidde de dominé er
plotseling uit, en begon met zijn zakdoek,
dien hij tot een propje in elkaar ge
frommeld had te kaatsballen.
De „wakkere" gemeentenaren begre
pen er niets van en stooten hun slapende
buren met den elleboog aan, om te zien
of zij, die blijkbaar zoo goed konden
nadenken, er soms iets van snapten.
Weldra hadden dan ook allen de oogen
weer open en keken zij met aandacht
naar hun lecraar, die hun onder 't oog
bracht, hoe slecht zij waren, daar zij wel
naar een poppekastvertooning wilden
kijken, maar niet wilden luisteren naar
de wijze woorden van Zijn Eerwaarde.
Iot6 dergelijks vinden we nu in een
der bladen, waar verteld wordt van een
predikant, die altijd voor leegc banken
moest preeken. Hij besloot nu een middel
toe te pa66en, waardoor hij wel dacht
de kerk vol te krijgen, en deelde mee,
dat hij den volgenden Zondag zou spreken
over een ergelijke zaak, die in een der
eerste familiën had plaats gevonden.
De kerk was natuurlijk stampvol, en
niet weinig keek het talrijke publiek op
zijn neus, toen dominé begon over
den val van Adam en Eva!
Ja, er zijn nog wel leeperds, zoo b.v.
ook de inzendster van de volgende ad
vertentie uit de „Spaarnebode"
„Aan FRANS ROSIER,
Adres onbekend.
Waarde Frans!
Niet wetende waar je op dit oogen-
blik zit of staat, moet ik de krant te
baat nemen; misschien komt je „De
Spaame-bode" in handen, omdat je zeker
op de hoogte wilt blijven, waar men je
zoekt. Ontkomen is voor je onmogelijk,
daar je vogelvrij zijt verklaard. Bij al
den haat dien je het menschdom toe
draagt, en al de misdaden die je al op
je geweten hebt, is er misschien toch
nog een greintje licht in je voor een
ongelukkige, die je kunt redden uit den
nood, door haar je adres op te geven,
opdat ze, door haar aanwijzing, de premie
die op je aanhouding is gesteld in ont
vangst kan nemen, waarvoor ze je eeuwig
dankbaar zal zijn, daar in een ander
geval er je aartsvijandin, de politie,
mede strijken gaat. Desverlangd kunt
ge na je aanhouding de helft in de ge
vangenis terugkrijgen tot aanschaffing
van genotmiddelen in je gevangenschap.
„Ik spreek niet van de stem." zeide de
vreemdeling ongeduldig, maar 't gezicht is
als dat van mijne vrouw juist hetzelfde.
De oude maestro keek ontsteld, hij was
nu geheel wakker, de kunst was vergeten
en een gevaarlijk stukje van het werkelijke
leven lag voor hem. Met twee passen stond
Car'o voor hem, zijn gelaat verhit, zijne
oogen vol onderdrukte toorn.
Wordt vervolgd.
Schrijf onder no. 270 bij de Uitgevers.
Dag, FRANS!"
Blijkbaar heeft de slimme Frans nog
niets van zich laten hooren, en laat hij
de vriendelijke onbekende stilletjes op
zwart zaad zitten. Hij zelf zat natuur
lijk in Utrecht, waar hij de naievc
politie uitlachtte, die hem nota bene in
het vlakke en afgelegen Friesland gaat
zoeken, waar hij natuurlijk in een paar
uur gesnapt zou zijn!
Zelfs al had hij een automobiel zoo
mooi als Mr. Perkens, de compagnon
van Pierpont Morgan, dun zou hij stel
lig nog niet in Friesland's oorden zou
gaan toeren.
Die automobiel van Mr. Perkens is
anders magnifiek; 't moet de mooiste
zijn, die er bestaat. Er zijn zeven heel
gemakkelijke zitplaatsen in, en daar-
tusschen staat een tafel, groot genoeg
om in de tuf-tuf te kunnen eten of
kaartspelen. Verder is er aan de voor
zijde een rustbed, en aan den achter
kant bevindt zich een provisiekamertje
met een ijskast enz. Alles is gemaakt
van het kostbaarste materiaal. Door een
spreekbuis kan de eigenaar, gezeten op
een der gemakkelijke zitplaatsen, zijn
orders geven aan den chauffeur.
Men ziet al weer:
Als je geld hebt, doe- je wonderen.
En als je het niet hebt, dan.... nou ja,
dat weet ieder wol.
Keiiuisgeviug.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Amersfoort, brengen ter algemeene kennis,
dat zij voornemens zijn aan den gemeente
raad voor te stellen, ter gelegenheid van de
jaarmarkt, tijdelijk, aan den openbaren
dienst te onttrekken voor het tijdperk van
17 tot en met 27 October 1906:
a eene oppervl. van 5ÖU M- op den Hof.
b
id.
id.
id. 250 id. id. id. id.
c
id.
id.
id. 150 id. id. id. id
(l
id.
id.
id. 180 id. id. id. id.
e
id.
id.
id. 180 id. id. id. id.
f
id.
id.
id. 70 id. id. id. id.
9
id.
id.
id. 220 id. id. id. id.
h
Id.
id.
id. 400 id. id. de Appelra.
i
id.
id.
id. 30 id. id. de Groenm.
j
id.
id.
id. 30 id. id. id. id.
k
id.
id.
id. 150 id. id. id. id.
l
id.
id.
id. 60 id. id. de Varkensm.
m
id.
id.
id. 100 id. id. id. id.
Nadere
inlichtingen zijn ter Secretarie
verkrijgbaar.
Zij. die tegen de voorgenomen onttrekking
bezwaren wonschen in te brongen, worden
uitgenoodigd die vóór 12 Maart a.s. schrif
telijk ter Secretarie in te dienen.
Amersfoort den 5 Maart 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J, G. STENFERT KROESE.
Gemeenteraad.
Vergadering van de te af dee
ling van den Raad der Gemeente
Amersfoort op Woensdag 21
Februari 1906, des namiddags
ten ?'/a uret 'ew Raadhuizc.
Tegenwoordig de heereu M. L.
Celosse, C. Th. van Beek, A. M. Tromp
van Holst, C. J. D. van Eek, C. J.
Plomp, A. H. van Kalken, N. Veis-
Heijn, S. J. van Duinen, benevens de
Burgemeester, jhr. J. W. A. Barchman
Wuijtiers, de Secretaris, mr. dr. J. G.
Stenfert Kroese, en de heer H. W. van
Esveld, van de 2e afdceling.
Voorzitter de lieer M. L. Celosse.
Als rapporteur wordt aangewezen de
heer S. J. van Duinen.
Aan de orde is liet voorstel
van Burgemeester en "Wethouders in
zake de pensioneeriug der leeraren
van het Iiooger en Middelbaar onder
wijs.
De Voorzitter brengt ter tafel een
schrijven van den leeraar Thiel, hou
dende mededeeling, dat het contract
met „Eigen Hulp" niet tot stand is
gekomen, waardoor vervallen is de grond,
waarop Burgemeester en Wethouders
het tweede deel van hun voorstel in
trekken.
Een lid deelt mede op verzoek der
leeraren eene conferentie met eenigen
hunner te hebben gehad, in welke con
ferentie het standpunt van beide partijen
i6 besproken.
Naar zijne mecning is het punt van
uitgang in deze kwestie het artikel der
Pensioenverordening, dat zegt, dat zoo
dra ambtenaren opgenomen worden of
zijn in een pensioenfonds van een ander
publiekrechterlijk lichaam, {in casu dus
den Staat, over het gedeelte van hun
Gemeentelijk tractement, gelijkstaand
aan het bedrag, waarvoor hun bezoldi
ging bij dat lichaam in dergelijk fonds
is opgenomen, geen pensioen kan ver
kregen worden.
Op grond van dat artikel is het z. i.
volkomen duidelijk, dat thans de leeraren
uit het Gemeentelijk pensioenfonds ge
treden zijn, terwijl volgens de zelfde
verordening van teruggave van pensi
oensbijdrage geen sprake kan zijn.
Naast de kwestie van recht, doet zich
echter de kwestie van billijkheid voor.
Nu is de vraag: doet zich de mogelijk
heid voor, dat de leeraren, op andere
voordeelige wijze geholpen worden aan
het bedrag, dat zij in de eerste vier
jaren moeten storten. Moet die vraag
in bevestigenden zin beantwoord worden,
dan vervalt voor hem ook de kwestie
van billijkheid.
"Verscheidene leden mcenen, dat on
getwijfeld de gelegenheid bestaat om
door hulp van verzekeringmaatschappijen
in het bezit te komen van het be
drag, dat gestort moet worden. „Eigen
Hulp" had zich verbonden tot het sluiten
van een contract, indien de deelname
verzekerd was van ten minste 100 leden.
De meeste leeraren hebben waarschijnlijk
willen afwachten de beslissing, welke
door de Gemeentebesturen zouden worden
genomen. Luidt die voor velen ongunstig
dan zal zeer zeker een contract met
„Eigen Hulp" alsnog tot stand kunnen
komen.
Een lid meent, dat men tegenover
de oudere leeraren een ander standpunt
moet innemen dan tegenover de jonge
ren vooral in liet belang der Ge
meente. Mant de Gemeente heeft er
veel belang bij, dat de oudere leeraren
die in de naaste toekomst pensioen
zullen erlangen, overgaan tot de Rijks
regeling.
Niét alleen uit een billijkheidsoog
punt, maar vooral uit liet oogpunt van
koopmansschap vraagt hij dus of het
niet mogelijk zou zijn, aan de oudere
leeraren eene ruime tegemoetkoming te
geven, bijv. van '/3 gedeelte van het
geen zij gestort hebben.
De Voorzitter wijst er op, dat Bur
gemeester en M'ethouders in hun voor
stel van de zelfde gedachte zijn uitge
gaan. Gaat men de cijfers na in kolom
E. die dus de bedragen aanwijst welke
de oudere leeraren zullen ontvangen,
dan ziet men onmiddellijk, dat inderdaad
de oudere leeraren aanzienlijke bedragen
ontvangen, die het '/j gedeelte van
hetgeen zij gestort hebben verre over
schrijden.
Bovendien moet men niet vergeten,
dat in 1899 bij het tot stand komen
der Peneioeuverordening, de oudere
leeraren op buitengewoon voordeelige
wijze in het pensioenfonds zijn opge
nomen, eeno omstandigheid, waarmee
men ook rekening moet houden wan
neer men in vergelijking wil treden met
beslissingen, dezer dagen door andere
Gemeentebesturen in deze kwestie ge
nomen.
Ten slotte genieten daarenboven de
leeraren aan het Gymnasium het groot
voordeel, dat zij thans mogen kiezen,
waar zij volgens de oude Hooger on
derwijswet onvoorwaardelijk en zon
der eenig recht op teruggave hadden
moeten overgaan tot het Rijkspensioen.
Vervolgens resumeert de Voorzitter
de voordeelen, welke voor alle leeraren
aan den overgang verbonden zijn, om
vervolgens na te gaan, voor wie het
goedkooper is. Men komt tot de con
clusie, dat voor sommige leeraren het
Rijkspensioen duu rder.is, mede tengevolge
van de voordeelige wijze, waarop ze in
1899 in het Gemeente-pensioenfonds
zijn opgenomen. Vandaar dat mede
in aanmerking genomen hun langdurige
diensten voorgesteld wordt dezen
leeraren eene tegemoetkoming te geven.
Voor de jongere zijn iwel de voor
deelen groot, maar erkend wordt, dat,
vooral voor hen, die huisgezinnen heb
ben, het bezwaarlijk is een vrij groot
bedrag te betalen in een klein aantal
jaren. Vandaar het voorstel om aan
dat bezwaar tegemoet te komen, toen
het niet bekend was, dat de leeraren
op andere, voor hen voordeelige wijze,
geholpen konden worden.
Nu echter uit officieele berichten
blijkt, dat hulp op andere wijze zeer
wel mogelijk is, vervalt voor de Ge
meente ieder motief om de voordeelen
voor de jongere leeraren nog grooter te
maken.
De groote meerderheid der leden kan
zich met dezen gedachtengang volkomen
vereenigen.
Betreurd wordt het, dat de leeraren
van den beginne af, zich niet gesteld
hebben op een eenvoudiger standpunt
niet alleen, maar ook op een juister
standpunt, daar ten onrechte zij meonen
dat de Gemeente hen op gelijken voet
behoort te behandelen als een verzeke
ring-maatschappij.
Eene oplossing in den geest van beide
partijen ware dan gemakkelijker te vin
den geweest.
Algemeen wordt de wensch uitgespro
ken, dat alvorens eene beslissing wordt
genomen door Burgemeester en
Wethouders de stellige verzekering wordt
gegeven, dat de leeraren tot het ver
krijgen van de door hen te storten be
dragen door verzekering-maatschappijen
geholpen kunnen worden.
Overigens kunnen alle leden zich
ycreenigen metliet gewijzigd voorstel van
Burgemeester en "Wethouders.
Aan de orde is het request Prins c.s.
in zake salarisregeling.
Een lid zag niet gaarne verandering
gebracht in de thans bestaande tracte-
mentsregeling, daar Amersfoort wat
deze regeling aangaat onder de
Gemeenten van gelijke grootte een zéér
goed figuur maakt. Toch zijn naar
zijne mcening eenige punten uit het
adres nadere overweging waard.
Met het oog op het maximum-bedrag
van het pensioen, dat hoogstens 2,'3 ge
deelte van het gemiddelde tractement
over de laatste 5 jaren bedraagt, zou hij
billijk vinden, tegen het tijdstip, waarop
hot bedrag der jaarwedde als grondslag
voor het toe te kennen pensioen wordt
aangenomen, eene kleine verhooging toe
te kennen. Deze verhooging zal aan de
Gemeente niet veel kosten, terwijl het
pensioen belangrijk er door verhoogd
zal worden. Eene tractementsverhooging
van f 100 na 35 jarigen diet zal eene
pensioensverhooging van f 66 ten gevolge
hebben.
In de 2e plaats zou hij wenschen te
geven eene tegemoetkoming van 50 pCt.
in de 5 pCt., welke voor het weduwen-
pensioen gestort moeten worden. De
pogingen om voor eventucele weduwen
en weezen te zorgen, moeten z. i. ge
steund worden.
Een ander lid vraagt met welk recht
de Gemeento zal weigeren, indien allo
andere ambtenaren eveneens met een
dergelijk verzoek komen. De financiecle
gevolgen zullen niet te berekenen zijn
Opgemerkt wordt, dat aan gehuwde
onderwijzers het betalen der verhoogde
premie het zwaarst valt; beter zou uien
dus doen door de tegemoetkoming in
de huishuur te verhoogen. Bovendien
heeft men geen zekerheid, dat eene
salarisverhooging aangewend zal worden
tot het verkrijgen van weduwenpensioen.
Een lid is tegen het verleenen van
eene tegemoetkoming in de pensioens
bijdrage. De Gemeente moet een be
hoorlijk salaris geven; op de onder
wijzers rust de plicht om voor hun
eventueele weczen en weduwen te
zorgen.
Hij zou wenschen, dat de verhoogin
gen om de 3 jaren werden toegekend;
er bestaat dan zekerheid, dat een be
hoorlijk salaris gegeven wordt op 30
jarigen leeftijd, een leeftijd, waarop men
meestal kleine kinderen bezit en dus de
grootste zorgen heeft. Het minimum-
en maximumsalaris blijven dan onver
anderd.
Hiertegen wordt aangevoerd, dat op
den duur de kosten voor de Gemeente
aanzienlijk zullen zijn. Indien men reeds
na 12-jarigen diensttijd het maximum
toekent, zal men dit gedurende 28 jaren
moeten betalen.
Bovendien brengen juist grootere kin
deren grootere zorgen mede. Kent men
dus vroeg het maximum-salaris toe, dan
is men zekeren levensstandaard gewend
op hot tijdstip, dat men meerdere uit
gaven te wachten is.
Ook van andere zyde wordt er op
gewezen, dat bij het vaststellen der
Pcnsioenverordenidg het principe heeft
voorgezeten om het maximumsalaris niet
al te spoedig toe te kennen
Bovendien kan uien een maximum
salaris na 12-jarigen diensttijd niet als
maximum beschouwen; het zal blijken
niet doenlijk te zijn om gedurende den
overigen 28-jarigen diensttijd geen ver
hooging toe te kennen.
Eene uniforme regeling, volgens welke
allen eene tegemoetkoming van f 10 ge
geven wordt, wordt niet billijk gevonden
met het oog op de zeer uiteenloopende
bedragen der stortingen.
Een lid vraagt op welke wijze men
dn onderwijzers verplichten kan om deel
te nemen aan het weduwenfonds. Want
al worden de verhoogingen geaccepteerd,
geen waarborg heeft men, dat de verhoo
ging gebruikt wordt voor het doel,
waarvoor ze gegeven is.
Een ander lid neemt, dat de moeilijk
heid te ondervangen is door te bepalen,
dat de verhooging, bijv. in de tege
moetkoming voor huishuur, zullen worden
toegekend aan hen, die aantoonen, ten
genoege van Burgemeester en Wet
houders, dat zij deelgerechtigd zijn in
het Pensioenfonds voor weduwen en
weezen.
In verband hiermede kunnen alle
leden zich vereenigen met de volgende
voorstellen:
le. Om de tegemoetkoming in de
huishuur met f 25 te verhoogen, mits
aangetoond worde, dat deel is genomen
in het Pensioenfonds voor weduwen en
weezen.
2c. Aan de onderwijzers wordt op
nieuw eene verhooging toegekend van
f 50 na 30-jarigeu dienstijd en f 50 na
35-jarigen diensttijd.
Aan de orde is de behandeling der
Verordening regelende de opname en
de vcrgleging in het tijdelijke Gemeente
ziekenhuis in de Muurhuizen.
De amendementen van den heer
Plomp worden door den voorsteller toe
gelicht.
Uitgegaan is van de gedachte, dat
het heft in handen moet blijven van
liet Gemeentebestuur.
Vandaar, dat in art. 2 bijv. als regel
opname moet geschieden op last van
den Burgemeester; in alle andere ge
vallen van een Gemeente geneesheer,
een verantwoordelijk Gemeente-ambte
naar dus.
De woorden „niet mogelijk of wensche-
lijk blijkt" in art. 1, zijn opgenomen,
omdat deze steunen op de redactie van
het Raadsbesluit.
De Voorzitter wijst er op, dat de
zinsnede, „in welke niet-opname levens
gevaar voor een patiënt zou kunnen
doen ontstaan" ingevoegd is op voorstel
van de doctoren. Al te hard zou het
zijn in urgente gevallen, waarin het
leven van den patiënt op het spel staat,
het Ziekenhuis gesloten te houden.
Meerdere leden verklaren zich vóór
het behoud der gewraakte woorden.
Voorgesteld wordt in het amendement-
Plomp de woorden „doch hier tijdelijk
aanwezig" te doen vervallen.
De voorsteller vereenigt zich hiermede,
waaina art. 1, zoonis dit luidt en het amen
dement-Plomp, wordt aangenomen.
Meerdere leden verklaren zich tegen
de toevoeging „of een der M'ethouders",
zooals is voorgesteld in het amendement-
Van Beek en Jorissen. De burgemeester
als Hoofd moet uitsluitend de vergunning
verleenen; bij afwezigheid treedt de
oudste M'ethouder in zijne plaats, zoodat
er steeds iemand is, die de vergunning
verleenen kan.
In het amendement-Plomp is de be
voegdheid van een Geneesheer, niet
Gemeente-geneesheer uitgesloten. Steeds
moet deze gedekt zijn door de verklaring
van een Gemeente-geneesheer. Misbruik
is op deze wijze uitgesloten.
Alle leden kunnen zich met de redactie
van art. 2 amendement-Plomp vereenigen.
De voorgestelde redactie van het
amendement-Plomp beoogt te voorkomen,
dat de Gemeente schade lijdt. Is een
maal de patiënt genezen en vertrokken,
dan zijn de kosten niet meer te verhalen.
Gok in groote steden eischt men bij
opname eene verklaring van een gegoed
persoon.
De Voorzitter wijst er op, dat in
spoedeischende gevallen eene verklaring
bezwaarlijk kan worden overgelegd. In
de practijk zal dus de uitvoering van
dergelijk voorschrift dikwijls onmogelijk
blijken.
Beter zou het zijn indien aan het
artikel, redactie Plomp, werden toege
voegd de woorden: „van het overleggen
der schriftelijke verbintenis kan door
Burgemeester en M'ethouders in spoed
eischende gevallen vrijstelling worden
verleend."
Na deze toevoeging kunnen alle leden
zich met de redactie van het art.
(redactie-Plomp) vereenigen.
De toevoeging van het amendement
Plomp heeft ten doel alle chicanes na
vertrek uit het Ziekenhuis te voorkomen.
Door geen der leden wordt tegen deze
toevoeging bezwaar gemaakt, nadat de
woorden „het Ziekenhuis" vervangen
zijn door „de inwonende verpleegster."
Ook kunnen de leden zich vereenigen
met de redactie van alinea 2 van art. 4
amendement-Plomp.
De toevoeging van de'woorden „of
de daartoe aangewezen Gemeente-ge
neesheer" ligt in de lijn van het ge
sprokene bij art. 1de macht blijft
daardoor in handen van hen, waarin zij
in de eerste plaats moet berusten.
Geen der leden heeft bezwaar tegen
deze toevoeging.
De voorzitter constateert dat door de
aanneming van het amendement-Plomp,
het amendement-Van Beek en Jorissen
vervalt.
Aan de orde is het voorstel van
Burgemeester en M'ethouders betreffende
de exploitatie van de Barak voor besmet
telijke ziekten.
De Voorzitter wijst op de bezwaren
van een a6besten-baruk. Naar zijn oordeel
verdient het 2e plan in het voorstel van
Burgeineesteren M'ethouders de voorkeur.
Een lid heeft bezwaar tegen het inrich
ten eener woning en vraagt of er in de
nabijheid der barak niemand is, die
tijdelijk toezicht kan houden.
Meerdere leden willen afwachten het
contract met het St. Elisabeths-gasthuis;
daarna is het tijd genoeg om te voorzien
in de exploitatie van de Barak.
De aandacht wordt gevestigd op het
feit, dat onafhankelijk van het tot
stand komen van een contract met het
St. Elisabeths-gasthuis de Gemeente
krachtens de wet verplicht zal zijn, zelve
een barak te exploiteeren.
Bovendien is het niet waarschijnlijk,
dat in het geval dat de Gemeente niet
slaagt en dus zelf een Ziekenhuis
moet bouwen de barak verplaatst
zal worden, daar de kosten daarvan te
hoog zijn.
Een lid wenscht toch in ieder geval
het contract met het St. Elisabethts-gast-
liuis af te wachten. Indien de Gemeente
zelf een Ziekenhuis bouwt, zou het wel
licht do voorkeur verdienen om dan
tevens een barak te bouwen en de tegen
woordige te laten staan. De exploitatie-