Stadsnieuws.
Een verstelbaar kinverband.
Allerlei.
en den aanslag? en dat men ver
onderstelt, dat de onbekende misdadiger
zich moed trachtte in te lezen voor zijn
daad
Er is in de gebeurtenis met den
kamerheer aanleiding, te betreuren dat
de bekende Indianengeschiedenissen zoo
overvuld met plechtstatige edelmoedig
heid en theatraal volgen van de straf
op het kwade, als jeugd lectuur ver
vangen is, door altijd akelige en ten
deele ook vrij onnoozele vérhalen in
het genre van Conan Doyle. In de
bewondering, die de verrichtingen van
Holmes ook bij grooteren vei weken,
ligt iets van de naïviteit van het school
kind, dat opziet tegen den meester,
omdat deze altijd zoo juist de uitkomst
van de sommen weet en dat vergeet
dat hij ze zelf maakte met die uitkomst
als basis.
Het is onnoozel Conan Doyle te
bewonderen wegens zijn fantasie en 't ver
mogen zijn verhalen spannend te inaken;
en de waardeering, die zulke lectuur
ten deel valt, is in hoogc mate onlit
terair en voor de ware litteratuur een
hoogst noodlottig verschijnsel. Meer kan
de litteratuur verwachten van een jonge
man, die den „edelmoodigen woudlooper"
bewondert en nadoet, dan van een
ander die zijn menschelijk sentiment
verstikken doet in dieven-verhalcn en
uitgeslepen jachten op misdadigers.
De geschiedenis van Hennig een
Conan Doyle-episode in werkelijkheid
heeft zich in zijn noodlottige werking
op fantasierijke, maar sentimentaal zeer
laag staande individuen reeds geopen
baard. Te Berlijn spelen honderden
jongens Hennigje. Een enkele werkte
daaraan mee met een revolver en
schoot een voorbijgaanden knaap, die
met het „spel" niets uitstaande had,
dood. In het algemeen behoeft het
trouwens niet aangetoond te worden
dat de misdaad, wegens de avontuur
lijkheid en het gruwelijke, op zeer vee)
naturen een aantrekkende werking uit
oefent.
Alles wat met strafwet of justitie in
verband staat, impressioneert de men-
schelijke natuur, zoo deze niet door
betere bezigheid afgeleid en door het
volgen van teedere sensaties is geadeld.
Het begint bij de tralies van de
gevangenis, den dievenwagen en het
opbrengen van een dronken man; het
eindigt met de morgue en het te zamen
loopen voor het huis, waar een moord
is gepleegd.
Faine verhaalt, dat toen hetParijsche
grauw met de hoofden van zijn eerste
slachtoffers door Parijs trok, denzelfden
avond kinderen katten onthoofden en
optochten hielden met kattenkoppen op
een stok. Dat is een voorbeeld van de
griezelige neiging tot het wreede en
kwade, dat we in het menschelijk hart
ontwaren, een uitlooper van het roman
tisch gevoel, een zeer onlitteraire
eigenschap dat in gebeurtenissen-
romans van den ouden stempel wordt
gestreeld.
De moderne tijd, een Engelsch quasi-
litterair individu, Conan Doyle, boeken-
fabrikant zonder één betere eigenschap
heeft een middel gevonden om direct
en onfeilbaar te speculeeren op den
nienschelijken zin voor het kwade, het
moreel-afzichtelijke, waartegen vergeefs
dammen van wetten zijn opgeworpen.
In een samenleving, waarin het letter
kundig gevoel beter ontwikkeld ware,
zou iets van zulken onsocialen aard
onmogelijk zijn.
Waar de samenleving van letterkunde
eenvoudig niets afweet en bijv. niet
begrijpt dat er over de misdaad zeer
deuk dat ik er een groot deel vau mijn
leven zal doorbrengen.'*
Francesca zuchtte.
„Och eigontlijk is afstand maar verbeel
ding, onze brieven zullen de Atlantischen
Oceaan ook wel oversteken. Ge moet mij
al uw adres veranderingen zenden, Carlino.
en ik zal kleiner lccreu schrijven, want er
zal nooit ruimte genoeg zijn om alles te
schrijven."
Toen het overige gezelschap zich bij hen
voegde, waren zij gewoon geraakt aan het
denkbeeld van de aanstaande verandoriug,
en hadden moedig de scheiding besproken,
elkander bemoedigend, en mr. Bricton
vermoedde weinig, toen hij zijn nichtje
vroolijk plaagde met hare onverschilligheid
voor de nieuwe ontdekkingen, wat er in
't verloopen uur in den tempel van Venus
was gebeurd. Fraucesea glimlachte eu liet
hem alles vertellen, wat hij had gezien,
terwijl hare oogen de teugere en bevallige
figuur volgden, die met Sibyl de oude
grijze straten doorwandelde, welke naai
den uitgang van Poinpeyi geleidden. Zij
dronken koffie in een kleine restauratie
aan den ingang» lieten 1111*. Britton
zoeken tusehen photografiën, standbeeldjec
van brons en terracotta en reden in den
avond huiswaarts, met een stervende gladiator
van terracotta, die met de pelgrim mede
naar Clare zou gaan.
Mocht kapitein Britton al denken dat Carlo
stiller was dan gewoonlijk, zoo schreef hij
dit toe aan de tegenwoordigheid van een
vreemdeling hoewel dit het laatste ding
was wat hem zou gehinderd hebben. De
waardige kapitein toch hield er te meer
van hem om die reden en praatte met hem
op zijne beschermende wijs. spottende met
zijne lichtzinnige landslieden, die in hunne
open rijtuigen in feestkleederen den weg
versperden.
„Ja ja, die Napolitanen houden maar veel
schoon door Arthur Morrison geschreven
is wordt zulke lectuur door ouden
begeerd en den jongen niet onthouden...
Een auteur die niets doet dan straat
jongens sensatie verwerken, kindcr-
hersens in een grijs hoofd, verwerft zich
een wereldreputatie. Zijn verhaaltjes
worden aan de stationskiosken voor een
lagen prijs verkochteen jong man
verslindt zekeert terug tot den tijd
toen hij ook met andere boefjes speelde
en wordt boef, wanneer hij den
aanslag pleegt op den kamerheer Vod
Zitzewits.
In het verpleegstersorgaan „Nosokó-
mos" schrijft dr. A. (letrino) over een
verstelbaar kinverband" volgens het
systeem van riiej. Betsy Smits uit Den
Haag.
Dr. A. schrijft: „Door haar vader
uitgedacht en, na diens dood, door haar
verbeterd, is het verstelbaar kinverband
een bij uitstek geschikt instrumentje om
volwassenen te gewennen en te leercn
met gesloten mond te slapen er. kinderen,
na bv. verwijdering van adenoïde vegeta
ties, hun door hun aandoening verkregen
slechte gewoonte om met open mond
to slapen af te wennen.
„Het instrumentje bestaat uit een ge
haakt of gebreid kinkapje, dat met
elastische banden is verbonden aan een
kapje, dat over het achterhoofd wordt
gelegd. Aan diezelfde elastische handen
is ook een kapje gehecht, dat op de
middenvlakte van het hoofd plaats vindt.
Aehterhoofds- en middenhoofdskapje zijn
door gewone linten met elkaar vcreenigd,
terwijl van de elastische wangbanden,
langs het middenhoofdskapje, eveneens
gewone linten loopen. Bij het aanleggen
brengt men het achterkapje het eerst
over het hoofd naar achter en het kin
kapje onder de kin. Dan worden de
linten langs het middenhoofdskapje goed
aangetrokken, zoodat het vast zit. Vervol
gens wordt ieder deel op de juiste plaats
geschoven, waarbij gezorgd moet worden,
dat alles goed sluit en trekt men de
verschilende linten zoodanig aan, dat
de gewenschte spanning en de druk op
de kin is beieikt. Hoe krachtig de
linten worden aangetrokken leert dc
ervaring. Blijft de mond bv. niet ge
sloten, dan moeten de linten vaster
worden aangesnoerd. Bij het afleggen
van het verband worden alleen de
bovenste linten los gemaakt. De patiënt
kan niet benauwdworden, tenzij men
dc banden overdreven aansnoert, omdat
de elastische wangbanden altijd ver
oorloven, dat de mond kan geopend
worden."
„Voor men tot het aanwenden van liet
verstelbaar kinverband overgaat, is het
noodig, dat de huisinedicus geraadpleegd
wordt, omdat (zooals wij hierboven aan
gaven) adenoïde vegetaties of een neusaan-
doening de oorzaak er van kunnen zijn,
dat de patiënt met open mont slaapt.
Wanneer deze aandoeningen niet verwij
derd zijn, loopt men kans den patiënt
onnoodig te hinderen.
„Ik vond het noodig, om op dit ver
stelbaar kinverband van mej. Betsy Smits
de aandacht te vestigen, ten eerste om
liet practische van het instrumentje en
ten tweede, omdat het een Hollandsch
fabrikaat is. Er worden namelijk derge
lijke instrumenten in den handel gebracht
die uil het buitenland komen die óf niet
zoo goed zijn, terwijl, waar zij evengoed
zijn, het Hollandsch fabrikaat omdat
het van een laudgenoote afkomstig is,
de voorkeur verdient."
van genoegen en pret," zeide hij lachend.
..Kijk nu eens aan. tien inenschen in zoo'n
wagentje gepropt en de paarden allen ge
tooid niet koperen versierselen en klokjes
eu toch is het volk van de lagere klas,
die waarschijnlijk morgen weer honger
lijden."
Francesca verwachtte stellig, dat de uit
drukking „lagere klas" een tegenspraak van
Carlo zou uitlokken, doch liet liet on
gemerkt voorbij gaan en liet volgende
oogenblik begreep zij waarom.
Zijn oog was gevallen op een aanplak
biljet op een muur in Portici. waarop
mevrouw Morlino's naam met groote lettere
prijkte.
Carlo was uitgenoodig om dien avond op
'Casa Bella te dineeren, hij was 't nog niet
met zich zeiven eens of hij kapitein Britton
alles zou vertellen- dan wel of hij hom zou
schrijven. Ofschoou hij 't Engelsch zeer
vloeiend sprak, ging het schrijven hem
minder goed af en als hij een gunstige
gelegenheid vond, gaf hij aan een onder
houd met den kapitein den voorkeur.
Die gelegenheid kwam. 't Nagerecht was
afgeloopen, Francesca had met Mr. Britton,
die veel te schrijven had- de kamer ver
laten. de kapitein schoof nader bij de tafel
en schoof zijn gast den wijnfleseh toe. Carlo
wist. dat nu het oogenblik daar was, zijn
hand, waarmee hij zich inschonk, beefde
een weinig, doch zijn stem was vast toen
hij sprak:
„Het schijnt wel wat onhartelijk van mij,
dat ik blij ben. dat Mr- Britton brieven heeft
te schrijven, doch ik wilde u gaarne even
alleen spreken."
Kapitein Britton dacht aan zijn denkbeeld
om 't huwelijk te bespoedigen, en hij hoopte,
dat Carlo hetzelfde had gedacht. Een
vriendelijke glimlach speelde om zijn breeden
mond.
,,Ik had je ook al eens vertrouwelijk
Wat Henk zou worden.
Ivleiue Henk ging voor het eerst
Naar bewaarschool toe,
Tienmaal werd hij wel gezoend
Door zijn lieve moe.
„Zul je goed oppassen, vent?
En zoet zijn, aldoor?
En moet je soms naar achteren,
Dan vraag je 't netjes, hoor!"
Honkje houdt zich opperbest,
Huilt geen enklen keer.
Ja, hij is heel braaf geweest
En blij; wat wil je meer?
En toen hij om twaalf uur heenging,
Vroeg hem de juffrouw stil:
„Klein kereltje, vertel mc,. eens,
Wat jij wel worden wil?"
En met een roode kleur zegt hij:
„Aapjeskoetsier, juffrouw!"
„Zoo", lacht de juf, „dacht jij dan soms."
Dat jij dat durven zou?"
Thuis vragen al de zusjes hem,
Iloe hij het schooltje vond.
Nou je begrijpt, daar kom wat los,
En Honkje roert zijn mond!
En trotsch vertelt hij ook, dat juf
Bij 't uitgaan heeft gevraagd,
Wat hij toch later wel wou zijn
O, wat wordt llcnk geplaagd!
De zusjes lachten hem wat uit:
„Zoo, zoo, aapjeskoctsier!"
Dat vindt Henk erg vervelend hoor,
Al merken zc ook geen zier!
Maar 's middags stapt hij heel parmant
Recht af op de juffrouw:
„Kan 't nog veranderd worden juf,
Wat ik van morgen wou?"
Joh. V.
Dit aardige versje is ontleend aan het
Zondagsblad van Hel I olk.
Ofschoon „landelijke eenvoud" zoo
langzamerhand tot het verledene gaat
behooren en de plattelanders al zoo wat
even wijs gaan worden als de steé-
lui, hoort men toch zoo nu en dan nog
wel eens van die verhaaltjes, waaruit
duidelijk blijkt, dat in onzen hyper - mo
dernen tijd het nieuwmodische toch nog
niet overal bekend is.
Zoo wordt o. a. uit Loppersum aan
de App. Ct. het volgende geschreven:
In een kachelmagazijn in de stad Gro
ningen komt een dorpsbewoner uit den
omtrek, om een nieuwe kachel te koo-
pon. Na verscheiden exemplaren bezich
tigd te hebben, toont dc eigenaar den
bezoeker een, dat onzen vriend hcele-
maal in verrukking brengt: een eenvou
dige lucifer is voldoende, om den brand
erin te steken, de lezer begrijpt, het is
een gaskachel. Zoo een moet hij hebben,
dat is immers zoo gemakkelijk! De koop
wordt gesloten. Weldra arriveert het
nieuwe meubel in de woning van den
landman. "Vrouwlief, door manlief reeds
min of meer op de hoogte gebracht van
het wonder, zal nu getuige zijn van de
gemakkelijke, doeltreffende manier van
doeneen lucifer wordt aangestoken en
liet brandende houtje in den kachel ge
houden. Vreemd, het wil niet:Nogeens
weer, nogcens, telkens te vergeefs! Tot
dat eindelijk de vrouw de veronderstel
ling uit, dat het misschien een gaskachel
is. En zijn geheugen, nu opgefrischt,
raadplegende, zegt hij„ja juist, een
gaskachel, dat is het". En begrijpende,
dat het onmisbare gas ontbreekt, aldus
den sleutel van het geheim gevonden
hebbende, vervolgt de snuggere baas:
willen spreken, maar die familiefeestjes
geven daartoe g-eeu gelegenheid."
Carlo dacht aan den tempel vau Venus
en zweeg. Kapitein Britton hernam
Ik inaak mij ongerust over je. want ge
ziet er in 't geheel niet goed uit. Ik
wenschte dat je zuster aan de andere zijde
van den Atlantischen oceaan was gebleven,
want in waarheid het was een droevige
dag voor ons allen toen zij terugkeerde.
Wanneer verlaten zij Napels? Wanneer die
schoonbroeder van je weg is. zult ge eerst
weer tot je zeiven komen."
„En toch zal ik hem in den eersten tijd
niet kwijt raken, vrees ik-" zeide Carlo
dapper op zijn duel afgaand. ,.Ik wenschte
u juist te spreken over den stap. dien ik op
punt sta. te doen".
Wilde hij den kapitein dat huwelijks-
reisje voorstellen, dat deze juist had uitge
dacht?
Zijn gelaat was zoo ernstig, zoo strak,
doch waren de Merlinos daarvoor geen
reden genoeg?
„Ik weet. dat gij met dien stap niet zult
ingenomen zijn.' hervatte Carlo. „Eu toch
er helpt niets aan. ik moet het doen."
De hoop van kapitein Britton begon te
tanen en in zijne gedachten zag hij alle
zaken voorbijgaan, die hij niet goedkeurde.
„Wel- ge zijt toch niet van plan om weer
iioomsch te worden, anders weet ik niets
wat ge zoudt kunnen doen. wat ik niet
goedkeur."
„Het zal ons huwelijk echter vertragen,
dat is onvermijdelijk, vrees ik." zeide
Carlo.
„Goed. goed." zeide kapitein Britton. die
dacht dat hij nog verder in de rechten
wilde door studeeren. „Gij zijt beide nog
jong en ik heb geen haast om Francesca
kwijt te zijn. Hebt ge de zaak met haar
besproken?"
,,Ja. en zij is't met mij eens.dat ik gaan moot."
„Dan moet de bode morgen dadelijk
vijf kan gas uit de stad meenemen".
Jammer dat hiermee de geschiedenis
uit is. Mogelijk heeft het geval nog
tot boel wat kluchtige histories geleid.
Maar we kunnen ze tot onzen spijt
onzen lezers niet ineedeelen, daar de
schrijver ons verder in den steek laat,
en we willen onze fantasie er niet bij
te hulp roepen, daar we bang zijn, dat
dan dc waarheid van 't gcheele verhaal
in twijfel zou getrokken worden.
Hoe scherp steekt bij zulke een
voudige zielen af het teergeliefde vrouwtje,
dat aan den secretaris der Paaschten-
toonstclling te Zaandam het volgende
inschrijvingsbiljet zond, waarbij al wat
ingevuld moest worden uit opgeplakte
drukletters bestond:
Ondergeteekende, particuliere te Zaan
dam, wenscht op de Paaschtentoonstel-
ling ter opluistering in te zenden: haai
man, onder het nummer „vette zwijnen"
cn verklaart precies vier weken van dit
vee eigenaresse te zijn.
We weten niet of we hier te doen
hebben met humor of een uiting van
smart. Het wil ons echter voorkomen,
dat het huwelijkscement bij dit echtpaar
niet bijzonder hecht is, want al moeten
we het als humor opvatten, dan vinden
we het toch een veeg teeken, dat die
humor zich op zulk 'n wijze uit.
Het begin van April maakt anders de
menschen wel vindingrijk. Zoo wordt
b. v. uit Middelburg gemeld:
Een oubekend grappenmaker heeft eer
van zijn werk gehad. Verschillende
personen waren met een behoorlijk ge
drukt kaartje uitgenoodigd om Zondag
a. s. (de datum 1 April stond er niet bij
vermeld) des middags oin 1 ure op de
Loskadc aldaar tegenwoordig tc zijn om,
een proefrit mee te maken, met de
nieuwe stoomtram naar Domburg. Velen
hadden aan de beleefde uitnoodiging ge
volg gegeven, allerminst vermoedende
dat de 1 April-dag hun parten zou spelen.
Die arme Middelburgers. Wat zullen
ze op hun neus hebben gekeken, toen
ze zich 1 April herinnerden. Gelukkig
hebben ze een groote troost, n.l. dat er
op dien dag meer menschen er tusschen
worden genomen en dat er daarbij zijn
die op oen minder eervolle manier er
inloopen als de Middelburgers bewijst
het volgende verhaal uit Haarlem:
„Zaterdagavond bevatte een der plaat
selijke bladen, de volgende advertentie:
Buitengewoon concert. Zondagmiddag,
tc 2 uur, zal de stafmuziek der Zwit-
sersche marine, uit Genève, een open
baar concert geven op het terrein der
kazerne, aan den Schoterweg. Namens
de directie: N. Irepool.
En niettegenstaande het er aardig dik
op lag en ook de ondertcekening: N.
Irepool (loop er in) tc denken moest
geven, zijn er nog aardig wat lui inge
vlogen.
legen 2 uur zag je ze vóór de kazerne
staan, turend naar de deur, cn er waren
er bij, die men voor wijzer zou hebben
aangezien, van wie men zou hebben
verwacht, dat zij wel wisten dat er geen
Zwitsersche marine bestaat. Die gaven
zich op het laatst toch nog een air, door
te doen of liet hun voornemen was ge
weest langs de Kleverlaan Bloemendaal
om te loopen. Maar, er in geloopen
waren zij toch.
Dc reserve 2e luitenant A. II. F.
Craanen, van het 11 Regiment Infan
terie wordt op 15 April overgeplaatst
bij het 5e regiment.
„Gaan Waarheen
„Bij Merlino s troep- liet is de eenige wijze
waarop ik mijne moeders belofte kan houden,
de eenige wijze om Anita tc besehermen."
Kapitein was zoo verbluft, dat hij niet
kon spreken, alleen werd zijne kleur hooger
en sperde zich zijne oogen wijder open.
In al zijn verdriet kon Carlo niet nalaten
op to merken, dat hij zeer veel geleek op
liet afbeedsel van een uilenkop met groote
ronde oogen op dc lampekap. Hoe kon
hij dien man Nita's toestand begrijpelijk
maken en medegevoel van hem verwachten.
Terwijl hij er over dacht hoe hij haar toe
stand hel best kon voorbrengen zonder te
veel in bijzonderheden te treden, kwam de
kapitein weer op streek.
„Moet ik dat opvatten, dat ge van plan
zijt acteur te worden?" zeide hij met een
schor gebrul.
Toon en spreekwijze waren beide ondrage
lijk.
Carlo maakte een van zijn waardige kleine
buigingen en zeide ernstig:
„Merlino heeft mij een aannemelijk voor
stel gedaan en Piale beeft al lang gewenscht
dat ik bij het tooneel zou gaan. Had ik
alleen te rade gegaan met mijn eigen
wenschen, dan zou ik zeker 't beroep van
zanger niet hebben gekozen, maar ik be
loofde mijne moeder Anita te beschermen,
en dat moet ik doen daar moet ik aan
denken.
„Ik zou meenen, dat ge aan uw aanstaan
de vrouw denken moest, en hare wenschen
moest raadplegen zeide de kapitein hoo-
neud.
„Francesca is 't volkomen met mij eens.
zij zou mij nooit van mijn plicht afhouden."
zeide Carlo.
„Dan is Francesca eene dwaas. Plicht!
Wel zeker! Noem het plicht om je te be
geven onder een ij dele, godvergeten bende!
Noem het plicht om je te richten naar den
Vrijdag a. Sc wordt er in Amicitia een
concert gegeven door de dames Angé-
lique Collard (piano) cn Julie van Len- I
nep (zang) uit Hilversum en de hecrcn
W. de Boer (viool) cn M. I'cnha (cello)
uit Amsterdam.
In de 2e helft van Augustus zal in
de omstreken van Amersfoort weer een
manoeuvre worden gehouden voor speciale
oefening van het personeel van den
militairen geneeskundigen dienst.
Bij Kon. besluit is:
benoemd tot ridder in de orde van
Oranje-Nassau, de ritmeester der cavalerie
P. E. H. V. L. baron van Boe cop,
kommandant van het eskadron ordon
nansen
toegekend de eere-medaille der orde
van Oranje-Nassau, in zilver, aan den
opperwachtmeester A. J. P. Peters,
van gemeld eskadron.
Maandagmorgen kwam het Koninklijk
echtpaar alhier door bij H. D. doorreis
naar het Loo. De Koninklijke trein
hield hier 4 minuten stil.
Overzicht der exploitatie van de Amers-
foortsche tram over dc maanden Maart
1905 en 1906.
1905
1906
Aantal betalende
passagiers
0977
6766
Opbrengst passage
f551,22
f480,50
Opbrengst diversen
- 25,11
- 25,34'
Totaal opbrengst
-576,33
f 505,84'
Opbrengst per
dagkilometer
- 10,33
- 9,06'
Het totaal aantal passagiers over het
eerste kwartaal 1905 bedroeg 18951,
terwijl dit getal over hetzelfde tijdsver
loop in het loopende jaar 19290 bedraagt.
Zooals uit dc advertentie in dit No.
blijkt zal nu spoedig gelegenheid komen
om van het zoo verlangde gymnastiek
onderwijs te profiteeren. Wij twijfelen
niet of dit onderwijs zal nu eene andere
en betere richting uitgaan zoodat ook
eenmaal hier een opgewekt turner leven
zal ontstaan.
Een rijwiel destijds ontvreemd aan de
Kampstraat alhier, is door de politie in
een kelder te deze stede teruggevonden.
Dc vermoedelijke dader bevindt zich
voor andere feiten reeds in arrest.
Morgen zal er op alle scholen in on9
land, ook te dezer stede, een inzameling
worden gehouden voor de slachtoffers
van de overstroomingen in Zeeland.
De Yolkszangschool van Toonkunst
geeft haar openbare les a.s Vrijdagavond
in de Arend.
In het Valkje werd Zaterdag het diner
gegeven ter gelegenheid van het 25 jarig
bestaan van het escadron ordonnansen.
De gencraal-majoor Smeding, die het
voornemen te kennen had gegeven mede
daaraan deel te nemen, was echter ver
hinderd.
Wel zat o.a. aan Z. E. de gepension-
neerde luitenant-generaal Wüpperman,
oud-inspecteur van het wapen, die inder
tijd door woord en geschrift den krach-
tigen stoot heeft gegeven tot oprichting
van genoemd escadron cn die dus als
de geestelijke vader daarvan mag be
schouwd worden.
smaak van een groep wezens en je te laten
toejuichen door het schuim van de stad."
Carlo slaagde er met moeite in om het
toornig antwoord te bedwingen, dat hem op
de lippen kwam en hij trachtte zich in de
plaats van dezen puriteinsehen Engelschman
te stellen. Toch wilde hij hem bedaard zijn
toestand uitleggen.
„liet is heel moeilijk voor mij om te be-
begrijpen hoedanig gij het tooneel opvat,
zoo begon hij. „Wij, Italianen, eereu en
vereeren ons tooneel, het is niet zooals gij
denkt, de betoovering van enkelen, doch
de uiting van het geheele volk .u
De kapitein viel hem in de rede. Hij was
te boozer wijl Carlo zich zoo goed in be
dwang had weten te houden. Een booze
geest fluisterde in de hartstochten van den
Italiaan aan te wakkeren.
„Ja!" zeide hij smadelijk lachend. „Die
nationale zwakheid is mij wel bekend-maar
ik dacht, dat ge boven uwe landslieden
stoiidt- Ik zie, dat ik ongelijk had en ge
even grillig en genotzuchtig zijt als de rest
van den troep, 't was een goed gezegde,
dat een Italiaan alleen deugt voor een
modol van een kunstenaar of voor 't
tooneel."
Carlo sprong op met vlammende blikken.
„Niemand kan zijn land in koelen bloede
hooren beleedigen," riep hij uit.
„Die woorden zijn uwer niet waardig,
mijnheer, ik ben er zeker van, dat ge ze
zult terug nemen."
Wordt vervolgd