Gemengd. Stadsnieuws. Allerlei. Raadsoverzicht. om, evenals ze reeds bij de Drankwet deed, door gedeeltelijke wijziging der Wet, urgente verbetering aan te bren gen en aan het verlangen van adressan ten te gemoet komen. Dan kan er meteen voor worden ge zorgd, dat onzinprooèsscn als wij thans beleven over de vraag, of het geoor loofd is een zoo bij uitstek solied fonds als de Brusselsche premieloten ten ver koop te adverteeren, in het vervolg niet meer kunnen voorkomen. Wat voor in druk moet de mogelijkheid van een der gelijk proces ten onzent wel op het bui tenland maken? De heele wet bewijst opnieuw, dat de Staat niet te voorzichtig kan wezen met liet geven van wetten, die het misbruik van iets moeten voorkomeu. De Loterij- wet wil de bepaalde zwendelloterijen onmogelijk maken, en blijkt meteen te verhinderen, wat in geen enkel opzicht met bedrog of oplichterij iets uitstaan de heeft. Daar de Loterijwet gelukkig gcene partijwet is zou ecu spoedig ingrijpen van de Regeering iu dezen zeker succes hebben. D. V. SOUOOKDWAJfCi. „Wanneer op de een of andere plaats een predikant of diaken zijn invloed bij de ouders gebruikt om de kinderen naar de Christ, school te sturen, kan men er vast op rekenen, dit in geuren en kleu ren, vaak niet weinig aangedikt, iu de liberale bladen ook in die welke iu onze omgeving uitkomen vermeld te vinden. 't Is daarom wel eens goed, ook eens een enkele maal van het omgekeeide melding te maken, te meer waar het geval met naam en toenaam genoemd is en dii3 gecontroleerd kan worden. Eet weekblad „De School met den Bijbel, deelt het hieronder volgende briefje meê, door den heer Van Duin, hoofd der Christelijke school te Ouds hoorn ontvangen. Meester. Mijn schrijven is, dat Maria van school gaat. Maandag gaat zij naar de open bare school. Ik heb zooveel uienschcii gehad, dat ik het over moet geven, want het is mijn brood: ik wordt genoodzaak. H. Groeneveld. Wellicht willen de vrijzinnige bladen dit bericht wel overnemen. Ze behoeven, zegt „de Standaard", er heusch geen opmerking bij te maken; misschien begrijpen hun lezers het zóó wel." 't Is uit het Veenendaalsch Nieuws blad, dat wij het bovenstaande overnamen. Schrijft de heer Groeneveld naar waar- hied, dan willen wij, als tot „de omge ving" behoorende, gaarne verklaren, dat wij dezen dwang even sterk afkeuren, ais die door onze tegenpartij soms wordt uitgeoefend. Hel nieuwe geneesmiddel tegen tuber culose. I'rof. dr. C. II. II. Spronk, te Utrecht heeft het verslag van liet verhandelde op het van 2 tot 7 October 1905 te Parijs gehouden Internationale ïuberculose-oongres (opgenomen in de. Staatsct. no 99) besloten met een mede- deeüng omtrent liet nieuwe geneesmiddel tot bestrijding der tuberculose van prof. Von Behring, uit Marburg. Prof. Spronck schrijft: Von Behring heeft in de tuberkel bacil zelf een stof ontdekt, die in staat is tuberculose te voorkomen en te ge nezen. Deze stof (T C) verbindt zich in het organisme van dier of mensch met de cellen en ondergaat met de cellen een omzetting in een stof die hij X X noemt. Brengt men tuberbacilles, dood of levend, in het organisme, dan kan de stof T C evenwel haar preven tieve en therapeutische werking niet openbaren omdat in de bacillen andere stoffen aanwezig zijn, die een vergiftige werking uitoefenen. Von Behring heeft nu de vergiftige bcstanddeelcn uit de tuberkelbacillen verwijderd door behan deling: lo. met water, waarin een ver giftig bestanddeel T V oplosbaar is; 2o. met een neutrale zoutoplossing, bijv. een 10 pC't. keukenzoutoplossing, waarin een tweede vergiftig bestanddeel oplo&t (X G L); do. niet alcohol aether, chloroform enz., waardoor andere, niet vergiftige stoffen uit de bacillen verwijderd wor den. Wat nu overblijft van de tube^kerbacil noemt hij „restbacillus" en in deze is de gewichtige stof X C. nog aan- aanwozig. Van de „Restbacillus" maakt Von Behring een amorphe massa en brengt deze laatste in het organisme. De stof X. C. wordt nu door de cellen, met name door lymphocyten, opgenomen, die onder haar invloed cxyphiel of cosinophiel worden en parallel met die metamorphose der lymphocyten open baart zich de onvatbaarheid van het organisme voor de tuberkelbacil. De stof T C is gebleken niet alleen een middel te zijn tot voorkoming, maar ook tot genezing van tuberculose. Xot dusver waren therapeutische proeven evenwel alleen op tuberculeuse dieren genomen; maar de gunstige resultaten daarvan deden Von Behring dn hoop koesteren, dat X O ook een geneesmiddel zal blijken bij tuberculeuze mqpschen. Eerst nadat gebleken is, dat het middel voor den mensch niet gevaarlijk en nuttig is, zal hij nadere bijzonderheden omtrent de nieuwe methode bekend maken. De stem van zijn trouw. Aan het Soerab. Handelsblad schrijft men uit Djokja het volgende: „Een aardige scène speelde zich den morgen na de opvoering van „Voerman Henschel" in de sociëteit af. Een paar der heeren artisten, onder wie de heer Buderman, waren in do biljartzaal toen daar tegenover in het verkooplokaal vau Bicle G'o., een gratnofoon plotseling het welbekende geluld liet hooien, wat een muziekstuk in den regel voorafgaat. Een paar klanken en een prachtige vrouwen stem klonk duidelijk tot in de zaal. De heer Buderman luisterde verwonderd, bijna verschrikt, toen een der anderen zeide: „Zeg, hoor je 't niet, dat is de stem van je vrouw!" l)e heer Buderman vloog, zonder iets te zeggen, naar den over kant en trachtte de verbaasde tokodame aan 't versand te brengen, dat hij dat stukje nog eens wenschte te hooren! En met behulp van een paar bezoekers, die in het lokaal aanwezig waren, kwam de plaat nog eens in beweging, en de heer Buderman luisterde aandachtig en blijkbaar aangedaan naar de klanken, die hem als 't ware een groet brachten van huis, hier in Java's binnenlanden. Hij bedankte de dame recht hartelijk, die nog maar niet begreep „waarom die heer toch zoo raar deed!" Mevrouw Buderman is, naar men weet een gevierde operette-zangeres in ons land. De bedrieger bedrogen. legen een boterhandelaar op de Neude te Utrecht is proces-verbaal opgemaakt. De man was gewoon op ieder pondje boter een half pondje '„cadeau" te doen en een dergelijke „royaliteit" lacht de altijd zuinige Hollandsche huismoeder wel toe. Wat de oolijkcrd echter met de eene hand gaf nam hij voor een gedeelte met de andere weer terug. Dit geschiedde heel eenvoudig dooi den evenaar ten eigen bate iets om te buigen en voorts door de schaal aan de eene zijde van een onzichtbare veer te voorzien, die vastgezet kon worden zoo gauw dit noodig geacht werd. Het publiek werd dus op dubbele wijze be drogen en wie weet voor hoelang reeds. Do schaal is natuurlijk in beslag ge nomen, evenals een afgeleverde en te weinig wegende klomp boter. (U.D.) In handen der justitie gevallen, D.d. kwam voor den politierechter te Londen een man voor, Guerin geheeten, wiens uitlevering door de Eransche regeering gevraagd was. Naar 't schijnt is hij de man, die in 18S9 reeds door Engeland aan Frankrijk uitgeleverd is en vervolgens te Lyou wegens inbraak in een bank tot tien jaar gevangenisstraf werd veroordeeld. Xoen hij zijn tijd uit gediend had, deed hij in 1900 met twee andeien te Parijs een aanslag op de American Express Bank. Zij lieten een brandkast met dynamiet springen en maakten zich met zestigduizend gulden uit de voeten. De mannen werden gevat en tot levenslange gevangenisstraf op het Duivelseiland veroordeeld. Vandaar is Guerin met cenige anderen kunnen ontvluchten in een vaartuigje, dat zij zich zelf uit een boomstam vervaardig den. Na een vreeselijke reis, waarbij naar 't heetenkele vluchtelingen door haaien werden verslonden, kwam Guerin in Suriname. Te Londen werd hij her kend door een politieagent, die hem zestien jaar geleden gezien had. Evenals toen beweert Guerin Britsch onderdaan te zijn. Van gedachten veranderd. Te Dalen zou de 66-jarige landbouwer S. iu het huwelijk treden met een 17-jarig meisje. De familie was reeds ten huize van den bruidegom bijeengekomen, toen deze te kennen gaf, dat hij van het huwelijk afzag, omdat, de bruid nu reeds de baas wilde spelen. Een paar avon den manifesteerde een talrijke menigte voor zijn woning, om het paar op Drentsche manier te trouwen, door hen op een wagen te zetten en zingende door het dorp te rijden. De politic wist dat echter te voorkomen. Een paar dagen later was de bruidegom tot andere gedachten gekomen en werd het huwelijk voltrokken. Na 00 jaren. Tc Rothcnburg, in Silezië, heeft men onlangs bij het droog- malen van een gracht een.gouden trouw ring met de letters A. v. B. gevonden. Een onderzoek bracht uit dat meer dan zestig jaar geleden een jonggetrouwd referendaris v. B., die nu al lang dood is, dien ring bij het zwemmen ver loren had. Zijne weduwe woont te Leipzig en is 87 jaar oud. De dame moet tot tranen geroerd geweest zijn, toen zijn den verloren ring weer in handen kreeg. Keu SpaauKclie les. In den sigarenhandel worden eene menigte Spaansche woorden gebruikt, waarvan de juiste beteekenis waarschijn lijk minder bekend is en wij achten het derhalve niet ondienstig er het een ctt ander van te zeggen. Zeer veel van die woorden toch vindt men op etiket ten en pakjes gedrukt, zonder dat men er een sikkepitje van snapt. Zoo hebben wij het woord „Algo- don", dat letterlijk „katoen" betcekent. In don sigarettenhandel evenwel wil dit zeggen, dat de sigaret gewikkeld is in eene dikke witte soort papier, welk papier in het Spaansch genoemd wordt „pap el de Al go don." Een ander woord is „Pectoral". Men kan dit vertalen door „goed voor de borst". Toegepast op sigaretten, betce kent het eene soort papier, Havana- bruir.achtig gekleurd, met eene vloeistof, verkregen uit melasse, suiker en andere bestanddeelen. Door deze oplossing tracht men een hoogeren geur aan de brandende sigaret te geven en te belet ten, dat de rook van het brandende papier te zeer koel en- longen aandoet. Inderdaad wordt de rook er door afge koeld en worden de longen minder ge prikkeld dan bij gewoon wit papier het geval is. Qp sommige pakketten vindt men het woord „Hebra". Dit beteekent „draad" en wil zeggen, dat de tabak in lange draden gesneden is. Het is 't tegen overgestelde van „pi ca dura", wat in 't tabaksvak zeggen wil: kort gesne den of gekorreld". Er kan hier terloops wel op gewezen worden, dat de Havana sigaret, in negen van de tien gevallen, 't tegenovergestelde is van de Turksehe, want de eerste is meestal ge vuld met „picadura", terwijl de laatste meestal lang- of krulsnec tabak bevat. Het woord „Brea" betcekent teer, omdat het sigarettenpapier behandeld is met eene oplossing van teer of eene vloeistof, welke teer bevat. Het gebruik hiervan moet worden toegeschreven aan 't aloud volksgeloof in de geneeskrachtige deugden van teer en dat teerhoudend papier, langzaam wegbrandend, zeer heilzaam werkt op de adetnhalinsorganen. In het midden latende, of dit al dan niet zoo is, moeten wij bekennen, dat het tabaksaroma van de sigaret er vrijwel door wordt weggenomen. Eindelijk hebben wij het beroemde woord „Cigarro." In bijna alle woor denboeken kan men vinden, dat het woord „sigaar" beteekent, maar niets is onjuister. Yoor den waren Cubaan wil dit woord juist zeggcu „sigaret." Het woord „sigaar" vertaalt men door „tabaco" of ,tabaco to rei do." In alle officicele Spaansche stukken vindt men „sigaar" aldus vertaald en c i g a r r o voor sigaret. En de verklaring is vrij eenvoudig. Toen reizigers in do 15e eeuw de Cariben zagen rookon, vroegen zij natuurlijk, wat zij daar wegbliezen. Deze volkstam rookte nu tabak, gewik keld in een leegen kórenhalm. Het antwoord dat de Caribcu gaven, luidde steeds of „cigarro" of „tabaco." Beide woorden werden oorspronkelijk door elkaar gebruikt. Langzamerhand even wel noemde men „tabaco" het eigenlijke blad en „cigarro' het omhulsel of wat wij tegenwoordig sigaret noemen. T'oen nu de kunst van het sigarenmaken was ontdekt, noemde men het dekblad „t o r c i d o" (gewikkeld, gerold, ge draaid) en het binnenblad „tabaco." Het gehcele product of de sigaar was eene „tabaco torcido." Cigarro bleef do naam voor tabak, gerold in korenhalmen, en toen deze later, het eerst door de Mooren, vervangen werden door papier, bleef het woord cigarro aanduiden onze sigaret. Zoo is het bij de echte Span jaarden van onvcrvalscht ras nog heden ten dage. Le Fumeur. De aarde wordt in de laatste tijden wel door allerlei rampen geteisterd. Uit barsting van een vulkaan hier, aardbeving daar, overstrooming weer ergers anders, enz. enz., altemaal plagen, die den be woners niet al te welkom zijn. Haar welkom of niet, ze komen, vaak zonder zich behoorlijk aan te dienen, dood en verderf met zich slcepende. Dat is niet erg prettig voor de ongelukkige slacht offers, maar ook niet voor de geleerden, van wie men toch ecnige verklaring I dezer verschrikkelijke natuurverschijn- I selen verwacht en die toch vaak eveu wijs zijn als do rest. Wanneer het dan eens gelukt een tipje op te lichten van den sluier, die alles overdekt, gevoelen we een groote dankbaarheid, die zich bijna niet onder woorden laat brengen. Dat gevoel hebben we ook voor een zekeren mijnheer Herzog te Berlijn, zich noemend directeur van een meteorologisch instituut die tegen 15 cent entree, eens eventjes de oorzaken van de aard- en zee-beving te San Francisco heeft onthuld. De redenaar vertelde, na in twee woorden Copernicus en dergelijke stum perde afgemaakt te hebben, dat hij al vier weken geleden de gebeurtenissen in Amerika vooruit berekend had. De oorzaken van de aardbeving en Yesuvius- uitbarsting moet men zoeken bij het overmatig gebruik van eleotriciteit op de wereld. Daardoor wordt toch aan de met positieve elcctriciteit geladen zon te veel stroom onttrokken, welk tekort alleen door geweldige aardschokken aangevuld kan worden. Derhalve ver langde spr. voor Berlijn de onmiddclijke sluiting van alle electricitcitswerkcn, want anders krijgt men ook daar bevingen van grond en zee. Al is ons gevoel van dankbuarheid groot, we kunnen toch de gedachte niet onderdrukken, dat die mijnheer Iierzog bepaald pctroleuuihandelaar moet zijn, die door zijn optreden misschien een meerder petroleumverbruik verwacht. Als hem dat niet gelukt, hopen we toch, dat de entree's den man goed wat zullen opbrengen, dau slaat hij tenminste ook nog wat geld uit de vreeselijke ramp. Och ja, geld schijnt men toch ook overal uit te kunnen slaan. Dat onder vinden we ook in ons land met de Rembrand-hulde. Hoeveel curiosa, op den grooten schilder betrekking hebbende, al niet verschenen zijn weteu we niet. Maar wel vermoeden we, dat de heer Hart kamp, die alles bijeen gaart wat op dn feestviering van dit jaar betrekking heeft, een heele verzameling zal verkrijgen. En toch vreezen we, dat hij niet alles bijeen zal krijgen. Dat hij tenminste op vrij groote moeilijkheden zal stuiten als het zoo doorgaat is zeker. We kregen nu al Rembrandt-sigareu en bij sigaretten ontvangt men zelfs als premie een bustje van den beroemden meester. Maar de hoogste glorie wordt bereid door een vleeschwarenfabrikant de Rembrandtworst. Als nu ook andere fabrikanten dien weg opgaan, zal de heer Hartkamp op middelen moeten zinnen om het „bederf" uit zijne collectie te houden. En dat kan niet aangenaam voor hem zijn, want om „bederf" tegen te gaan, moet men soms tot vrij krasse maatregelen zijn toevlucht nemen. Dit leert ons het verhaal van den burgemeester van de stad Greenwood in Ohio die een probaat middel heeft toegepast, om aan de in zijn gemeente heerschende ongewenschte toestanden" paal en perk te stellen. De talrijke ncgerbevolking was maar niet te bewegen om zich, naar Amerikaausehe wetten en zeden, in het huwelijk te laten verbinden. De burgemeester, die hot huwelijk beschouwde als het eenig afdoend mid del tegen de heerschende misstanden, beval, dat alle volwassen negers in zijn gemeente onmiddellijk in den echt moes ten treden of uit de stad gejaagd zouden worden; de huwelijksformalitei ten zouden kosteloos geschieden. Het gevolg was buitengewoon Alles holde naar het stadhuis om een trouw- briefje te halen en in de huwelijkszaal hadden aangrijpende toongelen plaats; éen neger werden twee ribben inge drukt, verschillende bruiden en brui goms werden ouder den voet geloopen, enz. De ambtenaren ten stadhuize konden al dit werken niet zoo vlug af, en een cordon van politieagenten en soldaten moest ten laatste om het gemeentehuis getrokken worden; toen kon men com- pagnies-gewijze de trouwlustigen toelaten. Maar daar buiten hadden nog hevige gevochten plaats, want niemand wilde de stad uitgejaagd worden, daat de mogelijkheid bestond, dat men achter het net vischte, indien men niet vlug genoeg een bruid had gevonden. Zoo was dan ook het eind van het lied, dat wijl er meer negers dan negerinnen in Greenwood leefden, een aantal zwarte jonge mannen zonder bruid overbleven, en dus, volgens de letter van de strenge verordening, de stad hadden te verlaten. Ook waren er drie oude negerinnen, die niet aan den man hadden kunnen worden gebracht. Er waren ook enkele jongelingen die de verbanning verkozen boven bet huwelijk, zoodat er dus ook nog eenige verstandige inwoners in Greenwood waren. Kennisgeving. ONDERZOEK VAN VERLOFGANGERS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Amersfoort, Gelet op de artt, 125131 der Militiewet 1901 (Staatsblad No. 212 van 19C1, No. 293 van 1903), on op art. 99 van het Koninklijk besluit van 2 December 1901 (Staatsblad No. 230), zooals dat artikel is aangevuld bij het Koniuklijk besluit van 17 October 1904 (Staatblad No. 234), o. a. bepalende: dat het onderzoek van de verlofgangers der Militie te land. vermeld in art. 125 der Wet, eenmaal 'sjaars iu de maand Juni geschiedt; dat aan dat onderzoek in het jaar, waarin het zou moeten plaats hebben, niet w*rdt deelgenomen door verlofgangers, die in dat jaar vóór het voor het onderzoek bepaalde tijdstip ,uit anderen hoofde dau krachtens art. 124 of art. 131 der Wet onder de wapenen zijn geweest, of die bestemd zijn, om in dat jaar krachtens art. 1C8 art. 109 of art. 111 der Wet, onder de wapenen of in werkelij- ken dienst te worden geroepen; dat aan het onderzoek evenmin wordt deel genomen door verlofgangers, die in het jaar, waarin het onderzoek zou moeten plaats hebben, bestemd zijn tot het involge art. 3 dei* Wet van 24 Juni 1901 (Staatsblad No. 159,) bij de landweer volbrengen van een verlengden miliiiediensttijd, of om ingevolge art. 134 der Militiewet 19U1 naar de landweer over te gaan; dat voorts ingelijfden bij de militie, die krachtens art. 113 der wet van den werke- lijken dienst zijn ontheven, of aan wie krach tens art. 114 der Wet uitstel van eerste oefening of van verblijf onder de wapenen is verleend, gedurende den tijd, dat zij in het genot zijn van de ontheffing of van het uitstel, niet aan het onderzoek onderworpen zyn; Gezien de aanschrijving van den heer Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht van den 20 April 1906, No. 706, N. M. en S. (Provinciaal blad No. 73); Brengen bij deze ter kennis der belang hebbenden, dat het onderzoek van de ver lofgangers der Militie te land, - voor zoo ver zij in verband met het bovenstaande daartoe verplicht zijn en met uitzondering van hen, aan wie vergunning is verleend, het onderzoek in de maand November of December a.s. te ondergaan en voorts van hen die bij de hun verleende toestemming tot verblijf in het buitenland van deelneming aan het onderzoek zijn vrijgesteld, dooi den heer Militie-Commissaris zal gehouden worden op het torrrein der Infanterie-kazernes alhier op Maandag 18 Juni a.s. des voormid dags te 93/4 uur, de lichtingeu 1899 en 1900 en vroegere lichtingen, op Dinsdag 19 Juni a.s. des voormiddags te 93/4 uur, de lichtin gen 1901 en 1902, op Woensdag-den 20 Juni aanstaande, des voormiddags ten 93/4 uur, de lichtingen 1903, 1904 en 1905; dat de verlofganger, bij dat onderzoek verplicht is te verschijnen in uniform ge kleed en voorzien van de kleeding- eu uit rustingstukken hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en vau zijn verlofpas; dat een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in do uaastbij gelegen provoost, of het naastbij zijnde huis van bewaring, door den Militie-Commissaris kan worden opgelegd aan den verlofganger: 1- die zonder geldige redenen niet bij het ouderzoek verschijnt; 2. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige redenen uiet voorzien is van de hierboven vermelde voorwerpen; 3- wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden; 4- de kleediug- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont; en voorts dat gedurende den tijd, dien het in art- 125 der wet bedoelde onderzoek duurt en in het algemeen, wanneer zij in uniform zijn gekleed, de manschappen der Militie te land, worden geacht onder de wapenen te zijn en mitsdien op hen van toepassing zijn het Crimineel Wetboek en het Reglement van krijgstucht, voor het krijgsvolk tc lande. Wordende overigens den verlofgangers uitdrukkelijk bekend gemaakt, dat zij zich in geen geval kunnen beroepen op het niet ontvangen eener bijzondere oproeping, maar dat deze kennisgeving, welko uitsluitend dient als rechtsgeldig bewijs, dat de op roeping behoorlijk is geschied, hen bij niet verschijning in verzuim stelt. Amersfoort, den 2 Mei 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, E. L. VISSER, L.B. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. De Weeshuiszaak is niet behandeld in de zitting van 1 Mei. Zooals blijkt uit ons raadsverslag iu het nummer van Woensdag is op voorstel van den heer Gerritsen, gesteund door de heeren Hagedoorn, Ce losse en Hamers bij meerderheid van stemmen besloten, die zaak in de afdeclingen nog eens te bespreken. De heeren Plomp, V a n E c k en J o r i s s e n bestreden dit voorstel op grond van hunne overtuiging, dat het voorstel van B. en W. zoo duidelijk was, dat besprekingen in de afdeclingen over bodig genoemd konden worden. De heer Visser was van oordeel, dat het beter was om niet tot verzending naar de afdeelingen over te gaan, omdat het publiek liever een openbare behan deling wenscht, dan eene in de afdee lingen. Dit laatste bezwaar vatten wc niet goed, want een onderlinge bespreking in do afdeelingen sluit een openbare behandeling niet uit. Een bespreking in kleiner kring minder officieel kan zijn nut hebben en is dunkt, als voorbereiding van de

Historische kranten - Archief Eemland

De Eemlander | 1906 | | pagina 2