Gemengd.
Stadsnieuws.
Allerlei.
Raadsoverzicht.
om, evenals ze reeds bij de Drankwet
deed, door gedeeltelijke wijziging der
Wet, urgente verbetering aan te bren
gen en aan het verlangen van adressan
ten te gemoet komen.
Dan kan er meteen voor worden ge
zorgd, dat onzinprooèsscn als wij thans
beleven over de vraag, of het geoor
loofd is een zoo bij uitstek solied fonds
als de Brusselsche premieloten ten ver
koop te adverteeren, in het vervolg niet
meer kunnen voorkomen. Wat voor in
druk moet de mogelijkheid van een der
gelijk proces ten onzent wel op het bui
tenland maken?
De heele wet bewijst opnieuw, dat de
Staat niet te voorzichtig kan wezen met
liet geven van wetten, die het misbruik
van iets moeten voorkomeu. De Loterij-
wet wil de bepaalde zwendelloterijen
onmogelijk maken, en blijkt meteen te
verhinderen, wat in geen enkel opzicht
met bedrog of oplichterij iets uitstaan
de heeft.
Daar de Loterijwet gelukkig gcene
partijwet is zou ecu spoedig ingrijpen
van de Regeering iu dezen zeker succes
hebben.
D. V.
SOUOOKDWAJfCi.
„Wanneer op de een of andere plaats
een predikant of diaken zijn invloed bij
de ouders gebruikt om de kinderen naar
de Christ, school te sturen, kan men er
vast op rekenen, dit in geuren en kleu
ren, vaak niet weinig aangedikt, iu de
liberale bladen ook in die welke iu onze
omgeving uitkomen vermeld te vinden.
't Is daarom wel eens goed, ook eens
een enkele maal van het omgekeeide
melding te maken, te meer waar het
geval met naam en toenaam genoemd is
en dii3 gecontroleerd kan worden.
Eet weekblad „De School met den
Bijbel, deelt het hieronder volgende
briefje meê, door den heer Van Duin,
hoofd der Christelijke school te Ouds
hoorn ontvangen.
Meester.
Mijn schrijven is, dat Maria van school
gaat. Maandag gaat zij naar de open
bare school. Ik heb zooveel uienschcii
gehad, dat ik het over moet geven, want
het is mijn brood: ik wordt genoodzaak.
H. Groeneveld.
Wellicht willen de vrijzinnige bladen
dit bericht wel overnemen.
Ze behoeven, zegt „de Standaard", er
heusch geen opmerking bij te maken;
misschien begrijpen hun lezers het zóó
wel."
't Is uit het Veenendaalsch Nieuws
blad, dat wij het bovenstaande overnamen.
Schrijft de heer Groeneveld naar waar-
hied, dan willen wij, als tot „de omge
ving" behoorende, gaarne verklaren, dat
wij dezen dwang even sterk afkeuren,
ais die door onze tegenpartij soms wordt
uitgeoefend.
Hel nieuwe geneesmiddel tegen tuber
culose. I'rof. dr. C. II. II. Spronk,
te Utrecht heeft het verslag van liet
verhandelde op het van 2 tot 7 October
1905 te Parijs gehouden Internationale
ïuberculose-oongres (opgenomen in de.
Staatsct. no 99) besloten met een mede-
deeüng omtrent liet nieuwe geneesmiddel
tot bestrijding der tuberculose van prof.
Von Behring, uit Marburg.
Prof. Spronck schrijft:
Von Behring heeft in de tuberkel
bacil zelf een stof ontdekt, die in staat
is tuberculose te voorkomen en te ge
nezen. Deze stof (T C) verbindt zich
in het organisme van dier of mensch
met de cellen en ondergaat met de
cellen een omzetting in een stof die hij
X X noemt. Brengt men tuberbacilles,
dood of levend, in het organisme, dan
kan de stof T C evenwel haar preven
tieve en therapeutische werking niet
openbaren omdat in de bacillen andere
stoffen aanwezig zijn, die een vergiftige
werking uitoefenen. Von Behring heeft
nu de vergiftige bcstanddeelcn uit de
tuberkelbacillen verwijderd door behan
deling: lo. met water, waarin een ver
giftig bestanddeel T V oplosbaar is; 2o.
met een neutrale zoutoplossing, bijv. een
10 pC't. keukenzoutoplossing, waarin een
tweede vergiftig bestanddeel oplo&t (X
G L); do. niet alcohol aether, chloroform
enz., waardoor andere, niet vergiftige
stoffen uit de bacillen verwijderd wor
den.
Wat nu overblijft van de tube^kerbacil
noemt hij „restbacillus" en in deze
is de gewichtige stof X C. nog aan-
aanwozig. Van de „Restbacillus" maakt
Von Behring een amorphe massa en
brengt deze laatste in het organisme.
De stof X. C. wordt nu door de cellen,
met name door lymphocyten, opgenomen,
die onder haar invloed cxyphiel of
cosinophiel worden en parallel met die
metamorphose der lymphocyten open
baart zich de onvatbaarheid van het
organisme voor de tuberkelbacil.
De stof T C is gebleken niet alleen
een middel te zijn tot voorkoming, maar
ook tot genezing van tuberculose. Xot
dusver waren therapeutische proeven
evenwel alleen op tuberculeuse dieren
genomen; maar de gunstige resultaten
daarvan deden Von Behring dn hoop
koesteren, dat X O ook een geneesmiddel
zal blijken bij tuberculeuze mqpschen.
Eerst nadat gebleken is, dat het middel
voor den mensch niet gevaarlijk en
nuttig is, zal hij nadere bijzonderheden
omtrent de nieuwe methode bekend
maken.
De stem van zijn trouw. Aan het
Soerab. Handelsblad schrijft men uit
Djokja het volgende:
„Een aardige scène speelde zich den
morgen na de opvoering van „Voerman
Henschel" in de sociëteit af.
Een paar der heeren artisten, onder
wie de heer Buderman, waren in do
biljartzaal toen daar tegenover in het
verkooplokaal vau Bicle G'o., een
gratnofoon plotseling het welbekende
geluld liet hooien, wat een muziekstuk
in den regel voorafgaat. Een paar
klanken en een prachtige vrouwen
stem klonk duidelijk tot in de zaal. De
heer Buderman luisterde verwonderd, bijna
verschrikt, toen een der anderen zeide:
„Zeg, hoor je 't niet, dat is de stem van
je vrouw!" l)e heer Buderman vloog,
zonder iets te zeggen, naar den over
kant en trachtte de verbaasde tokodame
aan 't versand te brengen, dat hij dat
stukje nog eens wenschte te hooren!
En met behulp van een paar bezoekers,
die in het lokaal aanwezig waren, kwam
de plaat nog eens in beweging, en de
heer Buderman luisterde aandachtig en
blijkbaar aangedaan naar de klanken,
die hem als 't ware een groet brachten
van huis, hier in Java's binnenlanden.
Hij bedankte de dame recht hartelijk,
die nog maar niet begreep „waarom
die heer toch zoo raar deed!" Mevrouw
Buderman is, naar men weet een gevierde
operette-zangeres in ons land.
De bedrieger bedrogen. legen een
boterhandelaar op de Neude te Utrecht
is proces-verbaal opgemaakt. De man
was gewoon op ieder pondje boter een
half pondje '„cadeau" te doen en een
dergelijke „royaliteit" lacht de altijd
zuinige Hollandsche huismoeder wel toe.
Wat de oolijkcrd echter met de eene
hand gaf nam hij voor een gedeelte met
de andere weer terug.
Dit geschiedde heel eenvoudig dooi
den evenaar ten eigen bate iets om te
buigen en voorts door de schaal aan de
eene zijde van een onzichtbare veer te
voorzien, die vastgezet kon worden zoo
gauw dit noodig geacht werd. Het
publiek werd dus op dubbele wijze be
drogen en wie weet voor hoelang
reeds.
Do schaal is natuurlijk in beslag ge
nomen, evenals een afgeleverde en te
weinig wegende klomp boter. (U.D.)
In handen der justitie gevallen,
D.d. kwam voor den politierechter te
Londen een man voor, Guerin geheeten,
wiens uitlevering door de Eransche
regeering gevraagd was. Naar 't schijnt
is hij de man, die in 18S9 reeds door
Engeland aan Frankrijk uitgeleverd is
en vervolgens te Lyou wegens inbraak
in een bank tot tien jaar gevangenisstraf
werd veroordeeld. Xoen hij zijn tijd uit
gediend had, deed hij in 1900 met twee
andeien te Parijs een aanslag op de
American Express Bank. Zij lieten een
brandkast met dynamiet springen en
maakten zich met zestigduizend gulden
uit de voeten. De mannen werden gevat
en tot levenslange gevangenisstraf op
het Duivelseiland veroordeeld. Vandaar
is Guerin met cenige anderen kunnen
ontvluchten in een vaartuigje, dat zij
zich zelf uit een boomstam vervaardig
den. Na een vreeselijke reis, waarbij
naar 't heetenkele vluchtelingen door
haaien werden verslonden, kwam Guerin
in Suriname. Te Londen werd hij her
kend door een politieagent, die hem
zestien jaar geleden gezien had. Evenals
toen beweert Guerin Britsch onderdaan
te zijn.
Van gedachten veranderd. Te
Dalen zou de 66-jarige landbouwer S.
iu het huwelijk treden met een 17-jarig
meisje. De familie was reeds ten huize
van den bruidegom bijeengekomen, toen
deze te kennen gaf, dat hij van het
huwelijk afzag, omdat, de bruid nu reeds
de baas wilde spelen. Een paar avon
den manifesteerde een talrijke menigte
voor zijn woning, om het paar op
Drentsche manier te trouwen, door hen
op een wagen te zetten en zingende
door het dorp te rijden. De politic
wist dat echter te voorkomen. Een
paar dagen later was de bruidegom tot
andere gedachten gekomen en werd het
huwelijk voltrokken.
Na 00 jaren. Tc Rothcnburg, in
Silezië, heeft men onlangs bij het droog-
malen van een gracht een.gouden trouw
ring met de letters A. v. B. gevonden.
Een onderzoek bracht uit dat meer dan
zestig jaar geleden een jonggetrouwd
referendaris v. B., die nu al lang dood
is, dien ring bij het zwemmen ver
loren had. Zijne weduwe woont te
Leipzig en is 87 jaar oud. De dame
moet tot tranen geroerd geweest zijn,
toen zijn den verloren ring weer in
handen kreeg.
Keu SpaauKclie les.
In den sigarenhandel worden eene
menigte Spaansche woorden gebruikt,
waarvan de juiste beteekenis waarschijn
lijk minder bekend is en wij achten het
derhalve niet ondienstig er het een ctt
ander van te zeggen. Zeer veel van
die woorden toch vindt men op etiket
ten en pakjes gedrukt, zonder dat men
er een sikkepitje van snapt.
Zoo hebben wij het woord „Algo-
don", dat letterlijk „katoen" betcekent.
In don sigarettenhandel evenwel wil dit
zeggen, dat de sigaret gewikkeld is in
eene dikke witte soort papier, welk
papier in het Spaansch genoemd wordt
„pap el de Al go don."
Een ander woord is „Pectoral". Men
kan dit vertalen door „goed voor de
borst". Toegepast op sigaretten, betce
kent het eene soort papier, Havana-
bruir.achtig gekleurd, met eene vloeistof,
verkregen uit melasse, suiker en andere
bestanddeelen. Door deze oplossing
tracht men een hoogeren geur aan de
brandende sigaret te geven en te belet
ten, dat de rook van het brandende
papier te zeer koel en- longen aandoet.
Inderdaad wordt de rook er door afge
koeld en worden de longen minder ge
prikkeld dan bij gewoon wit papier het
geval is.
Qp sommige pakketten vindt men het
woord „Hebra". Dit beteekent „draad"
en wil zeggen, dat de tabak in lange
draden gesneden is. Het is 't tegen
overgestelde van „pi ca dura", wat in
't tabaksvak zeggen wil: kort gesne
den of gekorreld". Er kan hier
terloops wel op gewezen worden, dat de
Havana sigaret, in negen van de tien
gevallen, 't tegenovergestelde is van de
Turksehe, want de eerste is meestal ge
vuld met „picadura", terwijl de laatste
meestal lang- of krulsnec tabak bevat.
Het woord „Brea" betcekent teer,
omdat het sigarettenpapier behandeld is
met eene oplossing van teer of eene
vloeistof, welke teer bevat. Het gebruik
hiervan moet worden toegeschreven aan
't aloud volksgeloof in de geneeskrachtige
deugden van teer en dat teerhoudend
papier, langzaam wegbrandend, zeer
heilzaam werkt op de adetnhalinsorganen.
In het midden latende, of dit al dan niet
zoo is, moeten wij bekennen, dat het
tabaksaroma van de sigaret er vrijwel
door wordt weggenomen.
Eindelijk hebben wij het beroemde
woord „Cigarro." In bijna alle woor
denboeken kan men vinden, dat het
woord „sigaar" beteekent, maar niets is
onjuister. Yoor den waren Cubaan wil
dit woord juist zeggcu „sigaret." Het
woord „sigaar" vertaalt men door
„tabaco" of ,tabaco to rei do." In
alle officicele Spaansche stukken vindt
men „sigaar" aldus vertaald en c i g a r r o
voor sigaret. En de verklaring is vrij
eenvoudig. Toen reizigers in do 15e
eeuw de Cariben zagen rookon, vroegen
zij natuurlijk, wat zij daar wegbliezen.
Deze volkstam rookte nu tabak, gewik
keld in een leegen kórenhalm. Het
antwoord dat de Caribcu gaven, luidde
steeds of „cigarro" of „tabaco." Beide
woorden werden oorspronkelijk door
elkaar gebruikt. Langzamerhand even
wel noemde men „tabaco" het eigenlijke
blad en „cigarro' het omhulsel of wat
wij tegenwoordig sigaret noemen. T'oen
nu de kunst van het sigarenmaken was
ontdekt, noemde men het dekblad
„t o r c i d o" (gewikkeld, gerold, ge
draaid) en het binnenblad „tabaco." Het
gehcele product of de sigaar was eene
„tabaco torcido." Cigarro bleef do naam
voor tabak, gerold in korenhalmen, en
toen deze later, het eerst door de
Mooren, vervangen werden door papier,
bleef het woord cigarro aanduiden onze
sigaret. Zoo is het bij de echte Span
jaarden van onvcrvalscht ras nog heden
ten dage.
Le Fumeur.
De aarde wordt in de laatste tijden
wel door allerlei rampen geteisterd. Uit
barsting van een vulkaan hier, aardbeving
daar, overstrooming weer ergers anders,
enz. enz., altemaal plagen, die den be
woners niet al te welkom zijn. Haar
welkom of niet, ze komen, vaak zonder
zich behoorlijk aan te dienen, dood en
verderf met zich slcepende. Dat is niet
erg prettig voor de ongelukkige slacht
offers, maar ook niet voor de geleerden,
van wie men toch ecnige verklaring
I dezer verschrikkelijke natuurverschijn-
I selen verwacht en die toch vaak eveu
wijs zijn als do rest. Wanneer het dan
eens gelukt een tipje op te lichten van
den sluier, die alles overdekt, gevoelen
we een groote dankbaarheid, die zich
bijna niet onder woorden laat brengen.
Dat gevoel hebben we ook voor een
zekeren mijnheer Herzog te Berlijn, zich
noemend directeur van een meteorologisch
instituut die tegen 15 cent entree, eens
eventjes de oorzaken van de aard- en
zee-beving te San Francisco heeft onthuld.
De redenaar vertelde, na in twee
woorden Copernicus en dergelijke stum
perde afgemaakt te hebben, dat hij al
vier weken geleden de gebeurtenissen
in Amerika vooruit berekend had. De
oorzaken van de aardbeving en Yesuvius-
uitbarsting moet men zoeken bij het
overmatig gebruik van eleotriciteit
op de wereld. Daardoor wordt toch aan
de met positieve elcctriciteit geladen zon
te veel stroom onttrokken, welk tekort
alleen door geweldige aardschokken
aangevuld kan worden. Derhalve ver
langde spr. voor Berlijn de onmiddclijke
sluiting van alle electricitcitswerkcn, want
anders krijgt men ook daar bevingen
van grond en zee.
Al is ons gevoel van dankbuarheid
groot, we kunnen toch de gedachte niet
onderdrukken, dat die mijnheer Iierzog
bepaald pctroleuuihandelaar moet zijn,
die door zijn optreden misschien een
meerder petroleumverbruik verwacht.
Als hem dat niet gelukt, hopen we
toch, dat de entree's den man goed wat
zullen opbrengen, dau slaat hij tenminste
ook nog wat geld uit de vreeselijke
ramp.
Och ja, geld schijnt men toch ook
overal uit te kunnen slaan. Dat onder
vinden we ook in ons land met de
Rembrand-hulde. Hoeveel curiosa, op
den grooten schilder betrekking hebbende,
al niet verschenen zijn weteu we niet. Maar
wel vermoeden we, dat de heer Hart
kamp, die alles bijeen gaart wat op dn
feestviering van dit jaar betrekking heeft,
een heele verzameling zal verkrijgen.
En toch vreezen we, dat hij niet alles
bijeen zal krijgen. Dat hij tenminste
op vrij groote moeilijkheden zal stuiten
als het zoo doorgaat is zeker.
We kregen nu al Rembrandt-sigareu
en bij sigaretten ontvangt men zelfs als
premie een bustje van den beroemden
meester. Maar de hoogste glorie wordt
bereid door een vleeschwarenfabrikant
de Rembrandtworst. Als nu ook andere
fabrikanten dien weg opgaan, zal de
heer Hartkamp op middelen moeten
zinnen om het „bederf" uit zijne collectie
te houden.
En dat kan niet aangenaam voor hem
zijn, want om „bederf" tegen te gaan,
moet men soms tot vrij krasse maatregelen
zijn toevlucht nemen. Dit leert ons het
verhaal van den burgemeester van de
stad Greenwood in Ohio die een probaat
middel heeft toegepast, om aan de in
zijn gemeente heerschende ongewenschte
toestanden" paal en perk te stellen. De
talrijke ncgerbevolking was maar niet
te bewegen om zich, naar Amerikaausehe
wetten en zeden, in het huwelijk te
laten verbinden.
De burgemeester, die hot huwelijk
beschouwde als het eenig afdoend mid
del tegen de heerschende misstanden,
beval, dat alle volwassen negers in zijn
gemeente onmiddellijk in den echt moes
ten treden of uit de stad gejaagd
zouden worden; de huwelijksformalitei
ten zouden kosteloos geschieden.
Het gevolg was buitengewoon Alles
holde naar het stadhuis om een trouw-
briefje te halen en in de huwelijkszaal
hadden aangrijpende toongelen plaats;
éen neger werden twee ribben inge
drukt, verschillende bruiden en brui
goms werden ouder den voet geloopen,
enz.
De ambtenaren ten stadhuize konden
al dit werken niet zoo vlug af, en een
cordon van politieagenten en soldaten
moest ten laatste om het gemeentehuis
getrokken worden; toen kon men com-
pagnies-gewijze de trouwlustigen toelaten.
Maar daar buiten hadden nog hevige
gevochten plaats, want niemand wilde
de stad uitgejaagd worden, daat de
mogelijkheid bestond, dat men achter
het net vischte, indien men niet vlug
genoeg een bruid had gevonden.
Zoo was dan ook het eind van het
lied, dat wijl er meer negers dan
negerinnen in Greenwood leefden, een
aantal zwarte jonge mannen zonder
bruid overbleven, en dus, volgens de
letter van de strenge verordening, de
stad hadden te verlaten.
Ook waren er drie oude negerinnen,
die niet aan den man hadden kunnen
worden gebracht.
Er waren ook enkele jongelingen die
de verbanning verkozen boven bet
huwelijk, zoodat er dus ook nog eenige
verstandige inwoners in Greenwood
waren.
Kennisgeving.
ONDERZOEK VAN VERLOFGANGERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der
gemeente Amersfoort,
Gelet op de artt, 125131 der Militiewet
1901 (Staatsblad No. 212 van 19C1, No. 293
van 1903), on op art. 99 van het Koninklijk
besluit van 2 December 1901 (Staatsblad No.
230), zooals dat artikel is aangevuld bij het
Koniuklijk besluit van 17 October 1904
(Staatblad No. 234), o. a. bepalende:
dat het onderzoek van de verlofgangers der
Militie te land. vermeld in art. 125 der Wet,
eenmaal 'sjaars iu de maand Juni geschiedt;
dat aan dat onderzoek in het jaar, waarin
het zou moeten plaats hebben, niet w*rdt
deelgenomen door verlofgangers, die in dat
jaar vóór het voor het onderzoek bepaalde
tijdstip ,uit anderen hoofde dau krachtens art.
124 of art. 131 der Wet onder de wapenen
zijn geweest, of die bestemd zijn, om in dat
jaar krachtens art. 1C8 art. 109 of art. 111
der Wet, onder de wapenen of in werkelij-
ken dienst te worden geroepen;
dat aan het onderzoek evenmin wordt deel
genomen door verlofgangers, die in het jaar,
waarin het onderzoek zou moeten plaats
hebben, bestemd zijn tot het involge art. 3
dei* Wet van 24 Juni 1901 (Staatsblad No.
159,) bij de landweer volbrengen van een
verlengden miliiiediensttijd, of om ingevolge
art. 134 der Militiewet 19U1 naar de landweer
over te gaan;
dat voorts ingelijfden bij de militie, die
krachtens art. 113 der wet van den werke-
lijken dienst zijn ontheven, of aan wie krach
tens art. 114 der Wet uitstel van eerste
oefening of van verblijf onder de wapenen
is verleend, gedurende den tijd, dat zij in
het genot zijn van de ontheffing of van het
uitstel, niet aan het onderzoek onderworpen
zyn;
Gezien de aanschrijving van den heer
Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht van den 20 April 1906, No. 706,
N. M. en S. (Provinciaal blad No. 73);
Brengen bij deze ter kennis der belang
hebbenden, dat het onderzoek van de ver
lofgangers der Militie te land, - voor zoo
ver zij in verband met het bovenstaande
daartoe verplicht zijn en met uitzondering
van hen, aan wie vergunning is verleend,
het onderzoek in de maand November of
December a.s. te ondergaan en voorts van
hen die bij de hun verleende toestemming
tot verblijf in het buitenland van deelneming
aan het onderzoek zijn vrijgesteld, dooi
den heer Militie-Commissaris zal gehouden
worden op het torrrein der Infanterie-kazernes
alhier op Maandag 18 Juni a.s. des voormid
dags te 93/4 uur, de lichtingeu 1899 en 1900
en vroegere lichtingen, op Dinsdag 19 Juni
a.s. des voormiddags te 93/4 uur, de lichtin
gen 1901 en 1902, op Woensdag-den 20 Juni
aanstaande, des voormiddags ten 93/4 uur,
de lichtingen 1903, 1904 en 1905;
dat de verlofganger, bij dat onderzoek
verplicht is te verschijnen in uniform ge
kleed en voorzien van de kleeding- eu uit
rustingstukken hem bij zijn vertrek met
verlof medegegeven, van zijn zakboekje en
vau zijn verlofpas;
dat een arrest van twee tot zes dagen, te
ondergaan in do uaastbij gelegen provoost,
of het naastbij zijnde huis van bewaring,
door den Militie-Commissaris kan worden
opgelegd aan den verlofganger:
1- die zonder geldige redenen niet bij het
ouderzoek verschijnt;
2. die, daarbij verschenen zijnde, zonder
geldige redenen uiet voorzien is van de
hierboven vermelde voorwerpen;
3- wiens kleeding- of uitrustingstukken
bij het onderzoek niet in voldoenden staat
worden bevonden;
4- de kleediug- of uitrustingstukken, aan
een ander behoorende, als de zijne vertoont;
en voorts dat gedurende den tijd, dien het
in art- 125 der wet bedoelde onderzoek duurt
en in het algemeen, wanneer zij in uniform
zijn gekleed, de manschappen der Militie te
land, worden geacht onder de wapenen te
zijn en mitsdien op hen van toepassing zijn
het Crimineel Wetboek en het Reglement
van krijgstucht, voor het krijgsvolk tc lande.
Wordende overigens den verlofgangers
uitdrukkelijk bekend gemaakt, dat zij zich
in geen geval kunnen beroepen op het niet
ontvangen eener bijzondere oproeping, maar
dat deze kennisgeving, welko uitsluitend
dient als rechtsgeldig bewijs, dat de op
roeping behoorlijk is geschied, hen bij niet
verschijning in verzuim stelt.
Amersfoort, den 2 Mei 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
E. L. VISSER, L.B.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De Weeshuiszaak is niet behandeld in
de zitting van 1 Mei. Zooals blijkt uit
ons raadsverslag iu het nummer van
Woensdag is op voorstel van den heer
Gerritsen, gesteund door de heeren
Hagedoorn, Ce losse en Hamers
bij meerderheid van stemmen besloten,
die zaak in de afdeclingen nog eens te
bespreken.
De heeren Plomp, V a n E c k en
J o r i s s e n bestreden dit voorstel op
grond van hunne overtuiging, dat het
voorstel van B. en W. zoo duidelijk was,
dat besprekingen in de afdeclingen over
bodig genoemd konden worden.
De heer Visser was van oordeel,
dat het beter was om niet tot verzending
naar de afdeelingen over te gaan, omdat
het publiek liever een openbare behan
deling wenscht, dan eene in de afdee
lingen.
Dit laatste bezwaar vatten wc niet
goed, want een onderlinge bespreking
in do afdeelingen sluit een openbare
behandeling niet uit.
Een bespreking in kleiner kring
minder officieel kan zijn nut hebben
en is dunkt, als voorbereiding van de