No. 44.
Zaterdag 2 Juni 1906.
3e Jaargang.
Wees U Zelf!
Liberaal Orgaan voor Amersfoort en Omstreken
Uitgave van de Vereeniging „DE EEMLANDER".
De Liberale Leer.
n.
FEUILLETON.
Dolende Ridder.
DE EEMLANDER.
Verschijnt
Woensdags en Zaterdags.
Bureau
Hendrik van Viandenstraat 28.
Abonnementsprijs
Per jaarf 3.00
Franco per post- 3.50
Per 3 maanden- 0.75
Franco per post- 0.90
Prijs der advertentiën
Van 1 tot 5 regels0.40
voor iederen regel meer0.08
(Bij abonnement aanmerkelijke korting.)
Volgens Marx hebben alle historische
en sociale gebeurtenissen haren oorsprong
in oeconomische verschijnselen. Dit kan
waar zijn, maar voor een deel zeker
zeer beperkt. Zonder de almachtige
invloeden te erkennen van het klimaat,
van 't historisch oogenblik, van milieu
en landaard, en boven alles van den
aard van den mensch, hebben de socialis
ten er zeer willekeurig uit afgeleid, dat
men door regeling der oeconomische
voorwaarden in staat zou zijn de maat
schappij opnieuw te stichten en wel
volgens een nieuw plan met een volledig
systeem.
Men heeft kunnen tegenwerpen dat,
wanneer die maatschappij tengevolge
van een moeilijk te bevatten wonder zal
zijn gevestigd, die zelfde ontelbare en
eeuwenoude oorzaken, die ten slotte de
tegenwoordige maatschappij hebben voort
gebracht, noodzakelijkerwijs zullen voort
gaan zich te doen gelden en dat men
zich na 'n zeker tijdsverloop in een toe
stand zal bevinden, geheel analoog aan
den tegenwoordigen. Maar de argumenten
van 't verstand zijn hier niet in tel. De
socialistische leer dankt haar belangrijk
heid aan de aantrekkingskracht welke
zij op verschillende categorieën van gees
ten heeft weten uit te oefenen. In den
aanvang ontleenden, althans voor de
geleerden, de marxistische theorieën aan
hun wetenschappelijken grondslag en
aan hun overeenstemming met de anti
individualistische theorieën, in de psycho
logie en in de sociologie verkondigd,
een overtuigende kracht, waaraan 't, zelfs
voor vooringenomen geesten, moeilijk
was zich te onttrekken.
Later heeft de menigte, onverschillig
ten opzichte van Marx en zijn beweerde
waardewotten, in het socialisme niets
anders gezien dan den klassestrijd, die
hun, wanneer ze triumpheerden door
Jonge vrouwen hebben een ongeluk gemeen
met vorstennamelijk dat vgn geen vrienden
te hebben; maar gelukkig voelen zij dat onge
luk even weinig als die vorsten.
Uit het Engelsch
van
EDNA LYALL.
41.)
Een poosje later begon Gigi honger
en dorst te krijgen. Zij hadden langs
hot verlaten strand van Baja gewandeld
zoekende naar meer vlinders en de eenige
plaats waar voedsel te krijgen was, was
het kleine hotel de la Reine, waarheen
zij zich begaven, Gigi klom met moeite
tegen de buitentrap op en was verheugd
een troep boeren te vinden in de eenige
kamer, die open was. Het was een
festa, zij schenen allen zeer vroolijk en
ofschoon het kind de landtaal niet be
greep, zat hij ze toch met aandacht te
bekijken en Carlo, die nu meer dan te
voren gevoelde, dat zijn te huis weg
was, was echter zeer verheugd in hun
hunne numerieke meerderheid, de sou-
vereiniteit moest brengen. Ze hebben
gehangen aan de socialistische theorieën
omdat zo wonderlijk wol geschikt waren
gemaakt om in hun eenvoudig verstand
ingang te vinden.
Al dadelijk constateert men dat, of
schoon er een overeenkomst schijnt te
bestaan tusschen 't intellectueel of bur
gerlijk element en dat der arbeiders in
de socialistische partij, de redenen, die
den een en den ander hebben doen toe
treden tot 't socialistisch program uiter
aard zeer uiteenloopend zijn. Het gevolg
er van zal in de toekomst ontegenzeg
lijk een scheuring zijn waarvan zich
reeds de teekenen begiunen voor te doen
op duidelijke wijze.
Was het niet weggelegd voor het
individualisme van het oude liberalisme
eens te worden verpletterd, toen het aan
den eenen kant tegen zich zag opstaan
de wel zoogenaamde wetenschappelijke
socialistische leer, maar voldoende weten
schappelijk toch om sommige geesten
te overtuigen, en aan den anderen kant
de ultramontaansche leer, gebaseerd op
het zonder twijfel willekeurig beginsel
van 't theologisch gezag, maar die aan
beangste geesten als de eenige leer voor
kwam die het gezag kon verzekeren en
op zelfbehoud gericht was?
Maar weldra naarmate zij haar gege
vens zag toenemen, begon de wetenschap
zelf te reageeren tegen het anti-individu-
alisme, waar zij eerst zoo mee ingenomen
was geweest. De psychologie, die Augustc
Cointe miskend en opgeofferd had, inaakt
zich onafhankelijk en lost de problemen
der personaliteit op, die ze vroeger niet
had durven naderen. De sociologie, die
ondergeschikt was gemaakt aan de
biologie, weet zich uit de kluisters te
bevrijden en neemt op haar beurt de
onvermijdelijke rol op zich, die aan de
individuen is ten deel gevallen bij het
arbeiden aan den vooruitgang. Niets
interessanter om over deze evolutie te
oordeelen dan de Principes der sociologie
gezelschap. Het ontbijt was al zonder
ling genoeg om te lachen. Eerst eenige
dubieus uttzieude oesters uit het Lucrine-
meer met een groot zuur brood van een
eerwaardigen leeftijd. Toen kwam er
een schotel aal met spigali 't laatste
heel goed eetbaar, dit werd gevolgd
door maccaroni met tomaten, dat lang
niet in Gigi's smaak viel en om de
kroon op alles te zetten kwam er nog
cou schotel sneeuw om de chianti af te
koelen.
„Ik geloof dat dit 't raarste ontbijt
is, dat ik ooit heb gehad", zeide Gigi
aan 't eind er van.
Het is ons laatste in Italië", zeide
Carlo. „Kom laat ons op onzen terug
keer drinken," en lachend klonk hij
met het kind en toen de flesch met
chianti naar de boeren schuivend, ver
zocht hij hen zich er van te bedienen.
En toen tot Gigi's vreugde klonk ieder
een met hem en al de boeren wilden
inet San Carlo drinken en zij bogen en
glimlachten zoo vriendelijk als Gigi
nooit te voren had gezien. Daarna be
gonnen zij een spel en Gigi die zag
dat zij op hunne vingors telden, stak
hun tot groot vermaak ook zijne handen
toe.
„Wat is het? Wat doen zij?" vroeg
hij, lachend omdat iedereen lachte.
„Wat! kunt ge geen mora spelen,"
riep Carlo, „ge zult het leeren. Met uw
verlof, dames en heeren, wij willen aan
van Herbert Spencer te beschouwen.
Hij neemt Comte's toenadering tus
schen maatschappij en levend organisme
aan en bestudeert de eerste op 't model
van 't tweede. De mensch wordt be
schouwd als 'n cel van 't sociale lichaam.
Een cel moet noodzakelijk aan een
ernstige ontleding worden onderworpeu,
zonder welke het leven van 't organisme
waar hij een deel van uitmaakt, niet
verder ie begrijpen is. Het slot is, dat
Spencer in zijn systeem tot een absoluten
staat kwam. Maar hier bevond Spencer,
wetenschappelijk man als hij was, zich
in conflict met z'n eigen politieke ideeën,
want in de politiek verwerpt hij, trouw
aan 't liberale program, dat hij aanhangt,
de inmenging van den Staat daar, waar
deze er niets mee te maken heeft. In
de laatste hoofdstukken van zijn sociologie
weerspreekt Spencer zich en tracht zon
der te slagen z'n politieke ideeën met
't complex van z'n organische theorieën
te verzoenen. Deze biologische of orga
nische sociologie is juist de sociologie der
socialistische partij. De heer Hector Denis
nam 't 13 jaar geleden in z'n rectorale
rede nog zonder voorbehoud aan. Op
dit oogenblik is er niemand meer, die
't aanneemt. Tarde en Durkheim hebben
het verworpen. Zelfs oude aanhangers
als Espinas hebben haar verlaten.
Op dit oogenblik is het bewezen en
aangenomen, dat geen enkele daad van
't sociale leven kan worden geconcipieerd
en voltooid, dan door een individu
Maar men heeft ook aangenomen, dat
het individu, wol verre van een wezen
te zijn, dat zich ontwikkelt in volle vrij
heid, zooals men vroeger aannam, voor
'n belangrijk gedeelte het voortbrengsel
is van z'n omgeving. Zoo krijgen we
verzoening tusschen individu en 't sociale
lichaam, die Spencer zoo vergeefs heeft
nagespeurd: iedere sociale daad is eerst
individueel en wordt dan sociaal; iedere
individueele daad is tegelijk sociaal
tengevolge van de sociale gronden, die
haar noodzakelijkerwijs doen ontstaan.
uw spel deelnemen".
En dit deden ze en Carlo's genot en
vroolijke luim zou zeker vreemd geschc
non hebben aan iemand, die zijn ge
schiedenis kende.
Terwijl zij atcu had een schooier
voor hen op een guitaar gespeeld
en een vijftienjarige jongen had een
voor een de straatdeuntjes opgedreund.
Carlo kreeg een plotselinge ingeving,
wellicht hinderde hem de slechte muziek
wellicht gaf hij toe aan zijn wensch
om iedereen genoegen te doen, doch
plotseling sprong hij op, wenkte de
muzikanten zijn plaats in te nemen en
de chianti op te drinken en de guitaar
nemend, zong hij luid een der volks
liederen.
De waard en waardin snelden de
kamer in. Men fluisterde dat de zanger
niemand anders was dau Signor Donati,
de beroemde nieuwe bariton en de
vroolijke boeren luisterden verbluft.
Bij 't einde was er een gemurmel
van dank en toejuiching.
„Mijne vrienden," zeide Carlo, „mor
gen verlaat ik Italië en graag zou ik
Garibaldi's hymne nog eens hooren, zoo
als ik weet dat gij het zingen kunt
wilt ge het refrein mede zingcii?"
„Dat willen we! Gaarne!" riepen de
landlieden opgewonden.
Hij sloeg een paar tonen op de
guitaar aan en barste toen uit in dat
hartstochtelijke lied en bij 't eerste
liet is onmogelijk, dat 'n collectiviteit
oen daad verricht. Het moet 'n individu
zijn, die het doet, eu dat individu, want
zoo is z'n onwrikbare natuur, zal slechts
gehoor geven aan beweegrdenen van per
soonlijk belang. Alleen, daar er ecu
noodlottige eenheid van gevoelens en
belangen bestaat tusschen dit individu
en de collectiviteit waarvan hot deel
uitmaakt, volgt er uit, dat z'n daad, 't zij
door de gevolgen, 't zij de waarde als
voorbeeld, de gehcele collectiviteit of
gemeenschap tot voordeel strekt. De
sociale vooruitgang ligt dus in 't initiatief
der individuen. Maar men moet de rol
van 't individu niet overdrijven, want dan
zou men zich weer vergissen eu zich tot
willekeur laten verleiden.
Deze beschouwingen, die men nog kan
uitstrekken en illustrecrcn, zijn voldoende
om vast te stellen, dat op 't uctueele
standpunt dat de menschelijke weten
schappen bereikt hebben, 't niet mogelijk
is voor een verlichten en vernuftigen
geest de socialistische leer, zooals Marx
haar verkondigt, te onderschrijven. Het
intellectueelc element van de socialistische
partij is gedoemd geen enkelen nieuwe
ling meer bij zich te zien aansluiten
Hector Denis, Van der Velde, Destrée
zullen zonder ecnigen twijfel wel in hun
politiek geloof blijven volharden, maal
ais ze maar konden, zouden ze zich
gedrongen zien al hun eischeu in
practische volgorde te laten varen en de
oude dwaalbegrippen weer te aanvaarden
die zij beweerd hebben te verbreken.
Tot onmacht vervallen, zullen zij zich
eveneens verlaten voelen door het
intellectueele element der nieuwe gene
ratics, daar de wetenschap, gerijpt tot
'n concreter exacter uitlegging van 't
sociale leven, de socialistische herscn
schim verbant naar den rang der uit
gediende utopieën. Aan den anderen
kant zullen de arbeiderskringen, verblind
door de luchtkasteelen, die men hun
voor oogen spiegelt, zich blijven druk
maken zonder ooit een doel te bereiken,
accoord sprongen mannen en vrouwen
van hunne zetels op en vielen in
koor in.
Gigi begreep niet waarom iederceen
zoo in geestdrift geraakte, hij stond op
van zijn plaats en staarde door 't vens
ter naar de baai van Baija, en toen het
refrein weer door allen werd herhaald,
keek hij weer in de kamer rond. Hij
vermoedde niet wat het was, dat hen
zoo ontroerde, hij begreep ook niet
waarom San Carlo's oogen zoo glausden
en waarom er zoo'n vreemde trilling in
zijn stem was toen bij 't laatste vers
zong een trilling, die een onbe-
schrijfelijken indruk op 't kind maakte
en hem de tranen in |de oogen deed
komen.
„Wat was dat voor een lied? Waar
over handelde het? vroeg hij, nadat een
koor van vaarlwels en goede, wenschen
hen had nageklonken, Carlo nam zijn
hand en leidde hem weg, doch Gigi
vroeg weder: „Waarover was het toch,
dat ge allen zoo in vuur geraaktet?"
„Het was over la Patria," zeide Carlo
ernstig.
„Dat ontroerde mij dan zoo", zeide
Gigi met een vroolijke trek op zijn
vreemd gezichtje. „Ik ben een echte
Italiaan, hoewel signor Sardoni mij een
kleine Yankee noemt. Zij waren Yan
kees te Salem, en ik wil nu niet meer
naar Salem terug. Ik wil een Italiaan
zijn en bij u blijven".
opwegend tegen hun moeiten. Ontevreden
en afgunstig, gefolterd door klassenhaat,
aan kwaadwilligheid wijtende de weige
ring der hervormingen, die de omstan
digheden van den oeconomischen strijd
onmogelijk maken, bereid zich tot alles
te laten meeslepen, zullen de arbeiders
massa's in den Staat een voortdurend
element vormen voor gevaar en onrust.
Terwijl de ultramontaansche partij on
de socialistische beide haar onmacht
laten zien om een leer vast te stellen,
om mede te regeeren, de een ten gevolge
van haar beginsel, dat openlijk den
modernen geest vijandig is, de ander
om de redenen, die we zooeven ver
klaarden, schijnt de liberale leer de
eenige te zijn, die totale bevrediging
geeft aan 't verstand, en z'n toestemming
vraagt.
Yan het beginsel der betrekkelijkheid,
die zijn grondslag is, wordt't fundamon-
teele rechtsbegrip afgeleid. Want uit
't feit, dat niets mij veroorlooft mijn
gedachte en mijn wil hooger te stellen
dan die van 'n ander, vloeit mijn ver
plichting voort om die gedachte en dien
wil te eerbiedigen binnen de grenzen,
waarin zij zelve voor mij geen gevaar
opleveren. Deze opvatting van het recht
sluit stilzwijgend het begrip van ver
draagzaamheid in zich, die de ultramon
taansche partij nooit heeft kunnen aan
nemen. De Staat moet neutraal zijn,
de godsdienstige overtuigingen eerbie
digen, omdat hij, wanneer hij ze alle
aanneemt, hij er geen een boven de
andere stelleu kan.
Het beginsel van relativiteit beveelt
tegelijkertijd een concrete politiek aan,
d. w. z. een politiek, die rekening houdt
met de feiten, zonder dat deze kunnen
worden genegeerd door eenig absoluut
beginsel of theoretisch doel.
liet relati vi tei tsbcginsel stelt een
solidariteit vast tusschen de moderne
wetenschap en 't liberalisme, en dit komt
ten slotte neer op 'tgeen we in de
voorafgaande regelen hebben gezegd.
„Wat!" riep Carlo lachend, „zijt ge
ontrouw geworden aan je oude vrien
den, de varkens?"
„Ik heb nu geen varkens meer noodig,
nu ik u heb," zeide Gigi. „Ik hoop
heusch, dat ze mij niet meer naar Salem
terug zullen zenden!"
Carlo lachte.
„Daar ge nu zoo vaderlandslievend
zijt, is 't schande, dat go het gaat ver-
vei laten, zonder de tarantella te hebben
zien dansen. Kom mee, kleine".
Hij bracht het kiud in een wijngaard
sprak een paar woorden tot een boerin
netje, dat hij scheen te kennen, en
spoedig daarop kwamen zij in een ruim,
grijs overwulfd gebouw, waarin Carlo de
echo liet klinken, zeer tot Gigi's ver
maak. Het was een oude romeinsche
ruine, de tempel van Mercurius ge
naamd.
Nu kwam het zwartoogige meisje
terug gevolgd door twee jongere en
mooiere zusters en door een oude
vrouw, in een vuil gescheurd kleed en
het hoofd omwonden door een oranje
kleurige doek. Zij droeg een guitaar
eu leunde tegen de muur, zij begon op
eentonige wijs een lied te zingen en
prachtig in den maat te spelen, terwijl
twee van de drie meisjes de tarantella
begonnen te dansen en de derde inviel
als een der twee eerste rustte.
(Wordt vervolgd).